Delfzijl, 12 december. Het Nederlandse schip AGATHA, kapt. J.S. Wortel, van hier met pijpaarde naar Oldenburg is 9 dezer op de Eemshorn gestrand en wrak geworden. De knecht van dit schip is alleen met de boot alhier in de haven gekomen, van de kapitein is niets bekend, zodat deze hoogstwaarschijnlijk verdronken is.

Delfzijl, 15 december. Alhier zijn enige scheepsgoederen aangebracht van het in de vorige week op de Eemshorn gestrande tjalkschip AGATHA, kapt. Wortel, van hier naar Oldenburg. De kapitein is verdronken, doch de stuurman heeft zich met de boot gered.

Advertentie. Verkoop van strandgoed.
De burgemeester, strandvonder in de gemeente Delfzijl, zal op woensdag de 30e december 1874, 's middags 12 uur, bij het Pakhuis het Entrepot, aan de Oude Schans te Delfzijl, tegen contant geld verkopen 3 Ankers, 3 kettingen, zeilen, mast, scheepsboot, touwwerk en andere goederen, afkomstig van het verongelukte tjalkschip AGATHA, gevoerd geweest door J.S. Wortel.
De burgemeester, strandvonder voornoemd: Wichers.

Advertentie. Al degenen , die iets te vorderen hebben van het wrakschip AGATHA en de daarvan geborgen inventaris, gevoerd geweest door de schipper Jan Sietses Wortel, de 9 december 1874 gestrand op de Eemshorn, worden verzocht binnen acht dagen na heden daarvan franco opgave te doen aan de ondergetekende.
Appingedam, 8 januari 1875, R.J. Bos.

Advertentie. De burgemeester, strandvonder in de gemeente Delfzijl, brengt ter openbare kennis, dat bij hem in strandvonderij is aangegeven een geldswaarde van NLG 306, benevens enige klederen, geborgen van het op de 9e december 1874 op de Eemshorn gestrande Nederlands tjalkschip AGATHA, schipper J.S. Wortel, zo ook de lading van dat schip. Tevens ter reclame oproepende elk en een iegelijk, die tot het geborgene vermeent gerechtigd te zijn.
Delfzijl, 4 mei 1875. De burgemeester, strandvonder voornoemd, Wichers.