Inloggen
ORANJE NASSAU - ID 15744


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1861-12-12 / 1867-03-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1861
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Clipper
Construction Data

Scheepsbouwer: C. Gips & Zonen - Werf 'De Merwede', Dordrecht, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer:
Launch Date: 1861-08-07
Technical Data

Gross Tonnage: 378.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1861
Datum agenda: 1861-12-12
Register nr: 18610826
Scheepsnaam: ORANJE NASSAU
Type: Clipper
Lasten: 378
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Groot, Roelants & Co., de
Plaats: niet gemeld
Kapitein op moment van verzoek: Strang van Hees, G.
Opmerkingen: zeebrief wordt niet vermeld

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1861-12-12 ORANJE NASSAU
Manager: Firma De Groot, Roelants & Co., Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma De Groot, Roelants & Co., Schiedam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Schiedam / Netherlands

Ship Events Data

1864-10-07: Het Nederlandse schip ORANJE NASSAU, kapt. Strang van Hees, van Java naar Rotterdam, liep op 7 oktober 1864 averij op in een zware bui nabij Mauritius
1865-11-09: Op 9 november.1865 is de ORANJE NASSAU, kapitein G. Strang van Hees, van de Clyde naar San Francisco, lek binnengelopen te Rio de Janeiro, na een aanzeiling nabij Kaap Hoorn.
1866-10-03: Condemned
Op 3 oktober 1866 is de ORANJE NASSAU te Stanley, na een brand, afgekeurd.
1867-00-00: Sold to foreign country
De ORANJE NASSAU is verkocht naar reders te Rio de Janeiro.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Govert Strang van Hees werd geboren op 16 maart 1824 te Rotterdam als zoon van de commissionair Herman van Hees (1794-1850), en Jannetje Strang (1796-1871). Govert was enig kind, vandaar later de combinatienaam van vader en moeder.

Govert overleed op 21 april 1866 te Port Stanley, Falkland Eilandendoor zelfmoord. Hij schoot zich na de brand op zijn schip door het hoofd.

“Buriels in the Parish of Holy Trinity Stanley in the county of Ross Falkland Islands in the year 1866.

name                                       Abode

Govert Strang van Hees       Captain of the Dutch    when Buried    age By whom the ceremony was performed

                                                 ship Oranje Nassau      April 25th 1866 42  Char Bule m.a. Colonial Chaplain

I certify the above to be a true extract from the Register of Burials kept by me ins Trinity Church, Stanley Falklands Islands

(signed) Charles Bule, Colonial Chaplain.”

Fotokopie van acte extract verkregen via van Blokland-Visser te Papendrecht, 2006. Daarbij een inventarislijst van de nalatenschap van kap. Strang van Hees, getekend te Port Stanley door de 1e stuurman H.van Dorp en de 2e stuurman J.J. v.d. Weijde.

In deze lijst de opgave van de nummervlaggen van Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht. Die van Amsterdam is merkwaardig, want hij was geen lid van dit College.

Blijkens informatie dd 03 november 1994 van de heer Evert Kwaadgras, conservator van de verzamelingen van de Orde van Vrijmetselaren aan de heer G.J.G. van der Brugge was Govert Strang van Hees vrijmetselaar:

“Govert Strang van Hees is aangenomen in De Drie Kolommen te Rotterdam, in het werkjaar 1856-’57, …, 32 jaar, koopvaardij kapitein. … Aanvankelijk is hij geen contribuerend (‘gewoon’) lid geweest, wat in die tijd heel normaal was (men kon zich laten aannemen in een loge zonder daar lid van te worden), maar in het werkjaar 1865-’66 verschijnt hij op de ledenlijst. Hij blijkt intussen Mr. te zijn geworden, waarschijnlijk niet in DKK; waar dan wel, is onbekend. Maar dit moet gebeurd zijn vóór 1860, want in dat jaar wordt hij opgenomen in het kapittel van de Hooge Graden ‘De Goede Trouw” in Kaapstad als S.P.R.C., 10.9.1860. In de ledentabel 1866-’67 wordt zijn overlijden aangetekend.”

In de bezittingen van de heer G.J.G. van der Brugge te Dordrecht bevinden zich:

  1. een oorkonde omtrent de “Eere-Prijs in ’t Onderwijs der Scheeps-Artillerie en de behandeling van het geweer verworven. Gedateerd 05 augustus 1839. Dit refereert naar de prijs zoals vermeld in het comportementboek van de Zeevaartschool.(zie hierna) De heer van van der Brugge deelde mij telefonisch (20 maart 2004) mede dat het bijbehorende boek van Raffles over de Geschiedenis van Java nog steeds in zijn bezit is.
  2. een inventarislijst van de bezittingen van kapitein Strang van Hees dd 11 juni 1866 na zijn dood bij de Falklands. Het betreft vooral lijfgoederen zoals kleding, beddengoed en meubilair, maar ook enkele nautische zaken zoals 2 sextanten, een barometerer en metereologische kaarten. Voorts wordt vermeld een aantal schrijfbenodigdheden, een kist met vrijmetselaarsgereedschap en signaal- en collegevlaggen. Van de laatsten wordt vermeld een nummervlag van Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht. Die van Rotterdam en Dordrecht klopt met zijn lidmaatschap van de betreffende zeemanscolleges, maar hij is zeker geen lid geweest van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Dus hoe die vlag (waarvan het nummer niet wordt genoemd) in zijn bezittingen is gekomen is niet te achterhalen.

De opgestelde inventarislijst is getekend “Port Stanleij” 11den Junij 1866” en getekend door C.A.Kettler (geen rang genoemd), 1e stuurman Jbs van Dorp en J.J. v.d Weijde.

Informatie van de heer G.J.G. van der Bruggen te Dordrecht mede via Blokland-Visser te Dordrecht dd 13 maart 2004.

 

Govert Strang van Hees werd als leerling ingenomen op de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 02 september 1837. Volgens het inschrijfregister werd hij geboren te Rotterdam op 16 maart 1824 als zoon van Herman van Hees, commissionair te Rotterdam, wonend op de Botersloot 466 te Rotterdam, en Jannetje Strang. Hij was Nederlands Hervormd. De bepalingen van de school zijn getekend door beide ouders.

Het overzicht van zijn vorderingen betreft 3 jaren (1838 t/m 1840) inzake het onderwijs in de zeevaartkunde (ZK), het schoolonderwijs, onderverdeeld in hollands, frans en engels, het scheepswerk en de tekenles. De kwalificaties zijn drieën en vieren, hetgeen duidt op een succesvol onderwijs.

Separaat zijn toegevoegd:

“05 Augs 1839 bekomt den Prijs in het Onderwijs der Artillerie en behandeling van het geweer, zijnde Raffles, Geschiedenis van Java. -

23 Maart 1840 aangenomen tot Lidmaatschap der Ned. Hervormde Gemeente door Ds Weyland

8 July 1840 geplaatst als Ligtmatroos op het Schip Emanuel Capt. Moolenaar naar Batavia vanr Rotterdam. Gage f

1 Dec 1841 terug van de reis met goed attest.

14 febr. 1842 geplaatst als ligtm op het schip Java Capt Hagers naar Batavia van Rotterdam

17 January 1843 terug van de reis met goed attest

18 dito eervol ontslagen.”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Strang van Hees was met vlagnummer R463 in de periode 1857 t/m 1866 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

G.Strang van Hees wonend te Rotterdam was met vlagnummer 2 effectief lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 14 maart 1861 t/m zijn overlijden in 1866.111

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat G.Strang van Hees met vlagnummer R463 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1858, 1859                        fregat                                 Hester Ariane                    477 last varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam

1862 t/m 1865    clipper-freg.       Oranje Nassau    378 last varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam

 

Bouma025 vermeldt G.Strang van Hees als gezagvoerder gedurende:

  • * 1856 t/m 1858 van het 3/mschip “van der Palm”, gebouwd in 1847 te Schiedam, 496 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam
  • * 1859 t/m 1860 van het 3/mschip “Hester Adriana” ex Oud Nederland, gebouwd in 1840 te Schiedam, 901 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam. Het schip werd in 1860 afgekeurd aan Kaap de Goede Hoop;
  • * 1862 t/m 1865 van het 3/mschip “Oranje Nassau”, gebouwd in 1861 op de werf van Cornelis Gips te Schiedam, 714 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam. Het schip voer daarna onder J.Ketler, die in de “Lijst van de uit de vaart geraakte schepen in het jaar 1866” (in de Almanak van Sweijs-1867) vermeldt staat als gezagvoerder q.q. Ik neem aan dat deze persoon het commando over het schip kreeg, na de dood van kapitein Strang van Hees. In voornoemde “Lijst”staat “Verbrand en afgekeurd”. Het betreft hier Cornelis Antonius Kettler, die als medeondertekenaar staat vermeld van de “Nalatenschap van wijlen gezagvoerder G. Strang van Hees”.

 

Overige bijzonderheden

G.Strang van Hees vertrok op 13 januari 1862 van Brouwershaven met de “Oranje Nassau” met 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 24 mei 1863 na een reis van 100 dagen065.

 

Dagblad van Zuid-Holland en ’s Gravenhage11 februari 1860

“Kaap de Goede Hoop Kaapstad 22 november 1860

Sedert mijn laatste brief, is op 22 Augustus hier aangekomen het schip Elisabeth Mary , op 12 Sept. de Estafette,, kapitein Rietveld, die reeds acht dagen later met vier passagiers naar Holland vertrokken is, namelijk de stuurlieden van de gebleven schepen Hester Adriani en de Admiraal de Ruyter, waarvan de kapiteins, de heeren G. Strang van Hees en J. de Wit heden met denzelfden stoomer vertrekken, waarop mijn schrijven gaat. – Het schip Trijntje Fenna is naar Australië gezeild. …

 

Handelsblad 27 december 1865, rubriek Scheepstijdingen:

“Rotterdam, 24 december 1865

Als een nadere bijzonderheid omtrent de schade van het Nederlandsche clipperschip Oranje Nassau, op reis van Glasgow naar San Francisco in Rio de Janeiro binnengeloopen; diene het onderstaande extract van heer gezagvoerder van dien bodem Strang van Hees:

Op den hondenwacht van 17 october 1865 zag ik (met zeer ongestadig weer) omstreeks 2 uur het vuur van een schip stuurboord kraanbalksgewijze vooruit. Ik draaide het roer op om af te vallen zoodat de Oranje Nassau over stuurboord kwam te liggen. Mijn schip beantwoordde hieraan, maar het andere vaartuig liep (ons waarschijnlijk niet gezien hebbende, hoewel wij toch beide seinlantaarns op hadden) ons tussen de kraanbalk en de fokkemast aan bakboordboeg, verpletterde die daarbij geheel en nam een gedeelte fokkewant met rust en puttingsijzers mede, brak de brasboom en papegooistok, alsmede het toestel van het stuurrad. Niets anders verwachtende dan dat het schip zinkende was, hield ik het voor de wind teneinde de boeg op de zee te houden en liet alle man pompen. Met den dag bevonden wij in de boeg relingen in houten potdeksel, lijfhout, reebout en tot de breegangen door midden gebroken, het dek ontzet en de watergang gebroken. Wij stopten zoveel mogelijk de gaten met werk dicht. Ook de top van de grote mast was een half voet boven het tuig gekraakt enz. Wij wierpen circa 20 ton steenkolen, 49 vaten bier en 25 ton ijzer overboord teneinde het voorschip te lichten en kwam zoo den 9de november ten 1 ure in de baai van Rio de Janeiro.”

Handelsblad mei 1866, ontleend aan R. de Vos “Nederlandse clippers”

“Stanley, Falkland Eilanden, 27 april 1866

Het schip Oranje Nassau, kapitein Strang van Hees, van Glasgow, laatst van Rio de Janeiro naar San Francisco, is hier op 21 april met brandende lading uit zee teruggekomen, het was reeds op de hoogte van Kaap Hoorn geweest. De kapitein had zich doodgeschoten.”

“Stanley, Falkland Eilanden, 30 april 1866

Aangaande het Nederlandsche schip Oranje Nassau van de Clyde naar San Francisco (geladen met steenkool en stukgoederen) laatst van Rio de Janeiro, 21 april alhier met brand in de lading binnengeloopen, wordt gemeld dat de brand op 25 april was gebluscht. Het schip is nagezien en aan de stuurboordzijde zwaar beschadigd bevonden, de juiste hoeveelheid kan nog niet opgegevens worden zonder dat een gedeelte der lading is gelost, het tusschendek heeft weinig geleden. Heeft later de reis voortgezet; datum onbekend.”

 

Handelsblad juli 1866, ontleend aan R. de Vos “Nederlandse clippers”

“Rotterdam, 18 juli 1866

Volgens bij de reeders van het Nederlandsche fregatschip Oranje Nassau ontvangen berichten blijkt het onjuist geweest te zijn, dat het schip uit Stanley, na volbragte reparatie, de reis naar San Francisco zou hebben voortgezet, doch dan entegen uit het surveyrapport en uit een brief van den directeur van Stanley dat genoemde bodem zodanig verbrand was, dat het niet meer te repareeren was, en dus niet zeewaardig om de reis voort te zetten, noch in ballast rond Kaap Hoorn kon zeilen en dus afgekeurd zou worden.”

 

Handelsblad november 1866, ontleend aan R. de Vos “Nederlandse clippers”

“Stanley, Falkland Eilanden, 6 november 1866

Het Nederlandsche schip Oranje Nassau, wijlen kapitein Strang van Hees, van Clyde naar San Francisco, den 21ste april met schade wegens brand hier binnengeloopen, is den 3de october afgekeurd, de lading zal naar hare bestemming worden verzoenden.

 

Handelsblad “mei 1867, ontleend aan R. de Vos “Nederlandse clippers”

“Rotterdam 10 mei 1867

Het Nederlandsche schip Oranje Nassau, hetwelk op 21 april des voorgaande jaars te Stanley (falkland Eilanden) met verhitte lading en zwaar beschadigd is aangekomen en aldaar afgekeurd, is voor £400 aan de kooplieden te Rio gegeven.”

zie ook bij kapitein C.A.Kettler

 

In overzicht van mevr. van Blokland-Visser064 staat het volgende

Verslag uit het logboek door de 1e stuurman:

Op de hondenwacht van 17 oktober 1865 zag ik (met gestadig weer) omstreeks 2 uur het vuur van een schip aan stuurboordkant

Ik draaide het roer op om af te vallen zodat de ,,ORANJE NASSAU,, over stuurboord kwam te liggen

Mijn schip reageerde hierop maar het andere vaartuig waarschijnlijk niet gezien hebbende, hoewel wij beide seinlantaarns op hadden, en ramde ons tussen de kraanbalk en de fokkemast aan bakboord boeg die daardoor geheel verpletterde.

Bij daglicht zagen wij de grote schade aan het schip en probeerde de gaten te dichten en wierpen een deel van de lading over boord, (20 ton steenkool, 49 vaten bier en 25 ton ijzer) zodat het voorschip zou lichten. Op 9 november 1865 kwamen wij aan in de haven van Rio de Janairo.

Na 4 maanden reparatie is het schip weer onderweg naar San Fransisco en ter hoogte van Kaap Hoorn wanneer er op 21 april 1866 brand uitbreekt in de lading. Het schip keert noodgedwongen terug naar de haven van Port Stanley / Falkland eilanden. De stuurboord kant is zwaar beschadigd en de kapitein schiet zich voor het hoofd met zijn pistool.

De brand is op 25 april 1866 geblust op dezelfde dag wordt kapitein Govert Strang van Hees in Port Stanley begraven.

De 1e stuurman Cornelis Antonius Kettler is nu bevorderd tot kapitein en moet alles afhandelen.

Een deel van de lading wordt gelost, het schip is niet te repareren en wordt op 3 oktober 1866 afgekeurd.

Op 11 juni 1866 te Port Stanley ondertekent kapitein C.A. Kettler met 1e stuurman H. van Dorssen en 2e stuurman J.J.v/d Weyden de papieren van de nalatenschap van wijlen gezagvoerder G. Strang van Hees.

21 Handdoeken, 2 duffelse jekkers, 1 laken jas, 1 laken rok, 4 laken broeken, 2 zee jasjes,       2 laken zeebroeken, 1 zeejekker, 1 winterbroek, 6 vesten, 2 kijkers, 6 colletjes, 6 paar handschoenen, 43 kraagjes, 2 petten, 12 witte vesten, 1sprei, 2 wollen hemden, 8 katoenen hemden, 3 cabaayen, 16 witte jasjes, 7 nachtbroeken, 12 flanel hemden, 15 witte onderbroeken, 5 borstrokken, 51 overhemden, 16 paar witte kousen, 13 paar witte sokken, 1 cache-nez, 2 matras slopen, 15 kussenslopen, 7 paar wollen kousen, 18 zakdoeken,

5 beddelakens, 3 paar laarzen, 3 paar pantoffels, 3 paar schoenen, 1 zwarte en 1 witte castor hoed, 1 zwarte hoed met leren doos, 1 panama hoed, 1 laarzen trekker, 2 wandelstokken, 3 chinesche koffers, 1 geldriem, 1 toilet doos met toebehoren, 2 borstels, 1 paraplue, 1 matras, 1 peluw, 3 kussens, 1 wol en katoenen dekens, 1 waschmand 84 diverse boeken, 38 Metereologische kaarten, Maryatts, signaal vlaggen met kist, Amsterdamse, Dordtse en Rotterdamse nummervlag, (lid zeemanscolleges Rotterdam kapiteinsvlag R 463 en Dordrecht kapiteinsvlag D 2), 2 driehoeken, 1 vouwbeen, 2 linialen, 2 sectanten, 1 Aneroide barometer, 1stempel en cachet, 1 inktkoker, 1 zilveren penhouder, 1 koperen papierttrommel, 1 vislijn, 1 vogelkooi, 1 spiegel, 1 dominospel, 2 stoelen en stoof, 1 kist vrijmetselaars gereedschap (lid loge “De Drie Kolommen” te Rotterdam).

Een overeenkomstig verhaal van de aanvaring van de “Oranje Nassau” onder kapitein Strang van Hees staat in het boek “De Clippers” door Anno Teernstra, uitg.Holdert & Co, Amsterdam 1945, p. 186-187.

Zierikzeesche Courant 23 maart 1864

Op 18 maart 1864 is te Brouwershaven uitgezeild de “Oranje Nassau”, kapt. G.Strang van Hees met bestemming Batavia.

 

In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.

“p.59. Rechtstreeks naar San Francisco met steenkool vanaf 1852. Bernhard Hertog van Saxen Weimar.”

In 1866 was er een bericht van brand in een lading steenkool op de “Oranje Nassau”. Het schip moest van Kaap Hoorn terrug naar de Falklands om te blussen. “Dat blussen gebeurde door het schip met half tij droog te zetten, met laag water gaten in de romp te boren waardoor met vloed het water in het ruim steeg en het vuur doofde, waarna met eb het water er weer uitliep en met laagwater de gaten door houten pennen gedicht werden. Daarna werd het schip verhaald en de lading geheel en gedeeltelijk gelost om de toestand van de romp te inspecterren. De Oranje Nassau bleek te zee beschadigd en werd afgekeurd, waarop de verkoop aan een lokale sloper volgde. De kapitein, Strang van Hees, pleegde zelfmoord.”

In een aparte noot voegt Hazelhoff toe”

“De wanhoop van de kapitein zal mede zijn voortgekomen uit het feit dat dit zijn tweede achtereenvolgende mislukte ronding was. De eerste – in hetzelfde jaar met hezelfde schip – was het gevolg van een aanvaring bij Kaap Hoorn geweest. De Oranje Nassau was gedwongen terug te keren naar Rio de Janeiro voor reparatie. Daar waren de kolen tijdelijk gelost, nat geworden door regen en vervolgens weer geladen, hetgeen waarschijnlijk de oorzaak is geworden van de tweede funeste ramp.”

 

In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een interview dd 19 augustus 1874 met de heer H.W.Roelants, reder, cargadoor en koopman te Schiedam. In vraag 3671 gaat Roelants in op de gebeurtenissen met de “Oranje Nassau”.

“Het schip Oranje Nassau moest naar Californie. Het had eene lading steenkolen in. Op de hoogte van Kaap Hoorn werd het aangezeild. De kapitein hield af en zeilde naar Rio Janeiro, waar de lading gelost werd en het schip eene reparatie onderging die mij f 60.000,- kostte. Het schip nam de lading weer in en ging onder zeil; maar daar de kolen in den regen haddeen gelegen, gingen zij spoedig broeijen en veroorzaakten brand in de lading. De kapitein zocht het nabij gelegen Falksland-eiland op, en liet het schip aldaar gedeeltelijk zinken door het breken van een gat in het schip, om den brand der lading te blusschen. Men was het vuur spoedig meester, maar de kapitein was door het geval zoodanig in verwarring gebragt, dat hij zich door het hoofd schoot, waarvan de dood het gevolg was. De lading is daar gelost; maar het schip werd afgekeurd omdat er geen materieel of personeel voorhanden was om het te herstellen en zeewaardig te maken. De buitenhuid was midscheeps op ¾ duim verbrand; dus zonder reparatie kon het schip de reis niet ondernemen. Het is daar verkocht voor 1000 pond aan een Engelschman. …

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Strang van Hees, Govert

Algemene informatie

 

1866

RC 210666
Rotterdam 20 junij. Volgens bericht van Stanley (Falkland-Eilanden) van de 19 mei, was het Nederlands clipperfregatschip ORANJE NASSAU, van de Clyde naar San Francisco, laatst van Rio-Janeiro, de 21 april van Kaap Hoorn aldaar teruggekomen, zijnde de lading steenkolen in brand geraakt; de kapitein G. Strang van Hees heeft zich doodgeschoten.
RC 140766
Rotterdam, 13 juli. Volgens ontvangen bericht, heeft het Nederlandse schip ORANJE NASSAU, van Glasgow naar San Francisco bestemd, te Stanley (Falkland eilanden) binnengelopen (als bevoren gemeld) na gedane reparatie de reis voortgezet.
AH 200766
Rotterdam, 18 juli. Volgens bij de reders van het Nederlandse clipperfregatschip ORANJE NASSAU ontvangen berichten, blijkt het onjuist geweest te zijn, dat genoemd schip uit Stanley (Falkland) na volbragte reparatie de reis naar San Francisco zou hebben voortgezet, doch daarentegen uit het surveyrapport en uit een brief van de directeur van Stanley dat genoemde bodem zodanig verbrand was, dat het niet meer te repareren was, en dus niet zeewaardig om de reis voort te zetten, noch in ballast rond Kaap Hoorn kon zeilen en dus afgekeurd zoude worden.

1867

RC 030167
Stanley (Falkland Eil.) 6 november. Het Nederland schip ORANJE NASSAU, wijlen kapt. Strang van Hees, van de Clyde naar San Franciseo, de 21 april met schade wegens brand hier binnengelopen (bev. gemeld), is de 3 oktober afgekeurd; de lading zal naar hare bestemming worden verzonden.
NRC 110567
Rotterdam, 10 mei. Het Nederlandse schip ORANJE NASSAU, hetwelk de 21e april des voorgaanden jaars te Stanley (Falkland eilanden) met verhitte lading en zwaar beschadigd is aangekomen en aldaar afgekeurd, is voor GBP 500 verkocht. Men heeft GBP 4000 voor bodemarij aan kooplieden te Rio gegeven. Het schip is nu ORISSA genaamd en is in maart l.l. naar Cork vertrokken.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk