Inloggen
ANTHONY VAN HOBOKEN - ID 15693


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1861-06-03 / 1892-03-08 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1861
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, oak, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Floris Kloos, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer:
Delivery Date: 1861-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 398.00 lasts
Gross Tonnage 2: 754.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 42.90 Meters Registered
Beam: 6.99 Meters Registered
Depth: 5.66 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1861
Datum agenda: 1861-06-03
Register nr: 18610434
Scheepsnaam: ANTHONY VAN HOBOKEN
Type: Fregat
Lasten: 398
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Kaars Sijpesteijn, W.
Plaats: niet gemeld
Kapitein op moment van verzoek: Hazewinkel, H.P.
Opmerkingen: zeebrief wordt niet vermeld

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1861-06-03 ANTHONY VAN HOBOKEN
Manager: Willem Kaars Sijpesteijn, Krommenie, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Willem Kaars Sijpesteijn, Krommenie, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Krommenie / Netherlands

Date/Name Ship 1869-03-27 JAN PIETERSZOON KOEN
Manager: Firma Boissevain & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Boissevain & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PDKL

Date/Name Ship 1876-00-00 JAN PIETERSZ KOEN
Manager: D. Held, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: D. Held, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PDKL

Date/Name Ship 1881-07-13 JAN PIETERSZ KOEN
Manager: Gebr. Riesselmann, Nieuwediep, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Gebr. Riesselmann, Nieuwediep, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwediep / Netherlands
Callsign: PDKL

Date/Name Ship 1887-03-12 JAN PIETERSZ KOEN
Manager: Chr. de Groof, Flushing, Zeeland, Netherlands
Eigenaar: Chr. de Groof, Flushing, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Flushing / Netherlands
Callsign: PDKL

Ship Events Data

1861-04-11: Building History
Alblasserdam, 11 april. Heden avond is van de scheepstimmerwerf van de heer F. Kloos met het beste gevolg te water gelaten het fregatschip ANTHONY VAN HOBOKEN, groot plm. 400 gemeten lasten, onder directie van de heer B.W. Kaars Sypestein te Krommenie en gevoerd zullende worden door kapt. H.P. Hazewinkel.
1868-12-14: Sold at auction
Advertentie. C. Ament, G.J. Boelen, J.R. Bos Janszen, A.M. Balwé, P. Reineke, W. de Lorme van Rossem, A.J. Corver en H. Tollenaar, makelaars, zullen op maandag de 14e december 1868, des avonds ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stadsherberg, aan het IJ, ten overstaan van de notaris J.W.H.H. Druijvesteyn, presenteren te verkopen een extra ordinair, welbezeild, gekoperd en kopervast fregatschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ANTHONY VAN HOBOKEN, laatst gevoerd door kapt. R.A.W. Cleveringa, lang 42,90 ellen, wijd 6,99 ellen, hol 5,66 ellen, en alzo gemeten op 754 tonnen of 398 lasten, liggende in het Oosterdok aan de dijk. Breder volgens inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars of bij de cargadoor G.W. van Barneveld Kooy.
1876-06-07: Sold at auction
Advertentie. Verkoping. G.J. Boelen, W.IJ. van Reinouts, P.H. Craandijk en E.C.A. Koli, makelaars, zullen op woensdag 7 juni 1876, des namiddags ten 3 ure, in het lokaal De Brakke Grond, te Amsterdam, ten overstaan van de notaris F. van Houten, in publieke veiling, aan de meestbiedende of hoogstmijnende verkopen een extraordinair, welbezeild, gekoperd en kopervast fregatschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd JAN PIETERSZOON KOEN, laatst gevoerd door kapt. P. Ouwehand, gemeten op 775 tonnen of 409 lasten, met al deszelfs toebehoren, breder bij de inventaris vermeld, zoals het thans is liggende aan de werf Concordia alhier.
Nog zullen door de makelaar W.IJ. van Reinouts worden geveild, op bovenstaande voorwaarden: 5/64 aandelen in het Nederlandse barkschip GEESINA MARIA, kapt. T.J. Ridder, gemeten op 505 tonnen of 267 lasten, thans kustvarende in Oost Indië.
Men spreke met bovengemelde makelaars of met de cargadoors Hoijman & Schuurman, Nieuwenbrug No. 2, te Amsterdam.
1881-05-17: Sold at auction
Verkochte schepen. Het Nederlands barkschip JAN PIETERSZ. KOEN, groot 646 ton nieuwe meting, gebouwd in 1861, is door de makelaar Ed.C.A. Koli uit de hand verkocht aan de heren Gebr. Riesselmann te Nieuwediep en zal bevaren worden door kapt. A.F. Bouchier.
1884-11-25: Sold at auction
Advertentie. Uit de hand te koop het Nederlandse barkschip JAN PIETERZOON KOEN, 675 register tonnen, geclassificeerd bij Veritas 5/6 L.11. tot december 1886, in 1861 geheel uit eikenhout met ijzeren verbanddelen gebouwd en verleden jaar gerepareerd, nieuw gekoperd, vernageld en aanmerkelijk versterkt, laadt ruim 900 ton kolen, uitmuntend geschikt voor de petroleumvaart, laadt 5.800 payable barrels en is thans liggende te Stettin.
Voor aankoop en verdere bijzonderheden, wende men zich aan Wed. E. C. A. Koli & Bos Janszen, Amsterdam, of Wijnne & Barends, Delfzijl.
1886-12-21: Sold at auction
Advertentie. Publieke Verkoping. Hessel M. Lels, makelaar te Rotterdam, als lasthebbende van zijn meesters, zal, na gedane aangifte ingevolge de wet, op dinsdag 21 december 1886, des middags ten 12 ure, in de zaal Verscheidenheid en Overeenstemming aan de Scheepmakershaven no. 29 te Rotterdam, publiek veilen het Nederlands barkschip JAN PIETERSZ KOEN (ex ANTHONY VAN HOBOKEN), groot 775 register tonnen, gebouwd in 1861 te Alblasserdam. Het schip is thans alhier liggende (oud Delfshaven) en vanaf maandag aldaar te zien, zich daartoe te vervoegen bij de heren W.S. v.d. Wetering & Co., aldaar.
Volledige inventarislijsten zullen de volgende week gereed zijn en worden alle verdere informatiën verstrekt door de cargadoors Wambersie & Zoon te Rotterdam en door de makelaar bovengenoemd.
1887-01-22: Sold at auction
Rotterdam, 22 januari. Te Delfshaven is uit de hand aangekocht door kapt. G. Spanjer het Nederlandse barkschip JAN PIETERSZ. KOEN voor rekening van de heer C. de Groof, scheepsreder en cargadoor te Vlissingen.
1892-02-24: Final Fate: Foundered, gezonken

Vlissingen, 8 maart. Het Nederlandse schip JAN PIETERSZOON KOEN, kapitein G.G. Spanjer, van Pensacola naar Middelburg bestemd, is op zee vol water door het volk verlaten, dat gered en te Savannah werd aangebracht

Gezagvoerders

Gehuwd met Wiecherdina Wilhelmina Everts.

Lid zeemanscollege in Veendam en Amsterdam.

Schepen. Bark "Cornelia ". Fregat "Zeeland ".Fregat "Anthony van Hoboken ".

 

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Hazewinkel, Hendrik Pieter

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Cleveringa als gezagvoerder gedurende:

*    1868 t/m 1869 van het fregat “Anthony van Hoboken”, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 756 ton o.m., varend voor W.Kaars Sijpesteyn te Krommenie. Het schip voer in 1870 voor Boissevain & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Jan Pietersz Koen”;

 

Overige bijzonderheden

In: “Geïllustreerd weekblad voor Zeewezen en Watersport” jg 3, 1824, p.313-316 staat een artikel “Iets uit de bijna oude doos” door een niet genoemde auteur, waarin de scheepsramp van de “Commissaris des Konings van der Helm” onder kapitein H. van Moerkerken wordt beschreven. Het artikel centreert zich rond de stuurman J.Cleveringa.

“In het voorjaar van 1865 vertrok de bark “Commissaris des Konings van der Helm”, onder bevel van kapitein H. van Moerkerken in ballast van Rotterdam naar Cardiff om kolen te laden voor Manilla.

De equipage bestond uit omstreeks twintig koppen, waaronder twee Groningerlanders: Trip en Cleveringa. De laatste was te Harlingen aan de zeevaartschool geslaagd voor eerste stuurman en deed nu op dit schip dienst als “tweede”. Hij was geboren in de Pastorie van Uitwierda bij Delfzijl. Zoals toen vrijwel regel was, zou zoonlief weer in vaders voetstappen moeten treden, maar daaraan had hij weinig zin: het leek hem niet zich met de klassieken op te sluiten; “met een boekje in een hoekje’was niets voor hem; wijde luchten en verre horizonten trokken hem meer aan en na veel tegenkantingen kreeg hij eindelijk verlof “het zeegat uit te gaan”.

Eerst natuurlijk naar de Oostzee; was je dan zeevast geworden, kon je sturen, wrikken, roeien en wat splitsen en de kleine zeilen vastmaken, dan ging je op een galjoot of schoener naar Archangel en de Middellandsche of soms wel naar “de West Indies of de Brazilies”, daar bleef je dan varen en werd schipper voor eigen rekening of wel kwam je op “de Groote vaart naar de Oost.” Dan deed je examens en, al naar het toeval je hielp, werd je vroeger of later gezagvoerder op een “Kantoorschip”. Als er maar pit in je zat. Want zoo zien we ook deze “tweede” eenige jaren later als gezagvoerder op het fregat “Anthonie van Hoboken”.

Niet altijd echter is hij de zee, hoewel die zijn liefde heeft behouden, getrouw gebleven. Toen de opening van het Suez-kanaal haar schaduw begon te werpen op de zeilvaart, is hij in den handel gegaan en heeft hij zich te Groningen gevestigd en nog dagelijks kan men den krassen 85-jarigen oude heer naar het “Pelster Gasthuis” zien stappen, van welke instelling hij een der regenten is.

Als getrouw en belangstellend lezer van “Ons Element” meende hij het verhaal van zijn schipbreuk te mogen aanbieden. ….”

“Maar nu geef ik ’t woord aan den ouden heer C.: ’t Was in ’t voorjaar van 1865, dus nog in den bloeitijd der Engelsche theeclippers. En al kon onze “v.d.Heim” zich daar in de verste verte niet mee meten, ’t was toch in zijn soort een heel aardige schuit ...” (En dan volgt een uitgebreide beschrijving van het schip) … “ … het was een goed zeeschip, dat met stijve koelte bij den wind goed zeven mijl haalde en dan heel wat buiswater over nam, maar bij stormweer voor de beide onder marszeils, stagzeiltje en stormbezaan als een meeuwtje op ’t water lag en niet veel afdreef ook. … Onze reis verliep heel gewoon. Met een mooien Oostenwind door ’t Kanaal; … passeerden na een reis van ruim 100 dagen straat Soenda en liepen eindelijk Zaterdag 23 Sept. met een mooie bries de kust van Lucon in ’t zicht.

Het verslag gaat verder met een beschrijving van de vaart naar Manilla. Daarbij bleek dat het schip “in een doodloopende geul tusschen een bank en de kust waren geraakt, terwijl we benoorden de bank langs hadden moeten gaan.” Geleidelijk stak eenharde wind op dieoverging in een zware storm. Ondanks allerlei werkzaamheden raakte het schip aan de grond en begon over te hellen. Dit alles gebeurde vlak onder de kust.  ‘Zonder hijschgerei gelukte het de sloep uit de groote boot en over de lijverschansing te krijgen: een algemeene run om er in te komen, ’t welk den kapitein en acht man gelukte. … Later vernamen we, hoe allen, meer dood dan levend, de kapitein reeds bewusteloos, door de visschers uit het water zijn gered.” Stuurman Cleveringa en 8 anderen bleven aan boord en langzamerhand begon het schip onder water te komen. Daarna gelukte het een vissersboot van de kust uit bij het schip te komen, die de 9 bemanningsleden naar de wal brachten bij het dorpje Santé Lucia.

“Bij dezen storm zijn 27 schepen in de baai van Manilla gestrand. … Er lagen vier Hollandsche schepen, daar hebben we een paar stukken kleeren kunnen opdoen en ik ben zo gelukkig geweest met de bark Adriana Petronella, Kapitein de Breuk naar Batavia te kunnen komen. Hier kreeg ik weer een plaats als tweede stuurman op de Vesta, kapitein v.d.Eijk en in Mei van 1866 werd ik met open armen in de Pastorie van Uitwierde ontvangen.”

 

 

Datum vanaf: 1868
Kapitein: Cleveringa, J.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt C.Huyser van Reenen als gezagvoerder gedurende:

*    1864 t/m 1866 van de bark “Acadia”, gebouwd in 1857 te St.John, Nova Scotia, 702 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;

NRC 04 mei 1864

Amsterdam, 4 mei. Aangaande het schip ACADIA, kapt. C. Huyser van Reenen, van Liverpool naar Boston, met schade te New-York binnengelopen, wordt van daar gemeld, dat het bijna de gehele reis voortdurend hevige orkanen en stormen had doorgestaan. Door hevige stortzeeën was de kajuit vol water gelopen en had men de pompen voortdurend moeten doen gaan. Het roer was gebroken, verschansingen, zeilen en rondhouten waren verloren gegaan, zodat kapt. Huyser van Reenen volgens daartoe bevoegde personen grote lof verdiend voor het binnenbrengen van het schip in dien staat waarin het verkeerde.

 

 

 

 

*    1868 van de bark “Vrede”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.;

*    1870 van het 3/mschip “Jan Pieterszoon Coen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

C.Huijser van Reenen vervoerde per 30 april 1869 van Nieuwediep met de “Jan.P.Koen” 1 landmachtofficier naar Indië en arriveerde te Batavia op 17 augustus 1869 na een reis van 99 dagen065.

 

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van de vereeniging van Assuradeuren en wel de heren Th. Schut en C.Huijser van Reenen.

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg.1894, p.471 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij inzake een ongeval met het ss. Castor” onder kapitein J.R.Visser. Als commissielid wordt genoemd C.Huyser van Reenen.

 

 

Datum vanaf: 1870
Kapitein: Huijser Van Reenen, C.

Familiegegevens en opleiding

Pieter Dirksz Ouwehand is geboren op 07 juli 1817 te Katwijk als zoon van Dirk Willemsz Ouwehand en Dirkje Cornelisd. van den Bergh.

Hij trouwde te Katwijk in 1844 met Niesje Maartensd. Schaap

Hij overleed ter plaatse op 04 augustus 1890.

Hij was gezagvoerder van 1853-1860 op de bark Willem de Clercq, van 1860-1863 op de bark Tjielingsie (ex Willem de Clercq - te Mauritius afgekeurd!), van 1865-1870 op de Tjilingsie (2) (ex Pieter Schoenmaker) en van 1870-1876 op het fregat Jan Pieterszoon Koen (ex Anthonie van Hoboken). Ook in 1877 staat hij nog vermeld als kapitein. Hij voerde de Rotterdamse collegevlag nummer R144 van de “Maarschappij tot Nut der Zeevaart”.

De publicatie bevat een portret van Pieter Dirtksz Ouwehand054-113.

Pieter Ouwehand werd geboren op 07 jul;i 1817 te Katwijk aan Zee als zoon van Dirk Willemsz. Ouwehand, koopvaardijkapitein, en Dirkje van den Bergh.

Hij trouwde in 1844 met Niesje Maartensd. Schaap.

Hij overleed op 04 augustus 1890005

 

In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P. Ouwehand was met vlagnummer R144 in de periode 1857 t/m 1890 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart005

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1890 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1890 is overleden. Hij was toen “trekkend lid”, dwz dat hij een uitkering van de Maatschappij genoot, vanwege ouderdom (>65 jaar) en/of gebreken058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein P.Ouwehand met vlagnummer R144 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1858, 1859           bark “Willem de Clercq”                            324 last              varend voor Boissevain & Co te Amsterdam

1862                      bark “Tji(e)lingsie”                                      324 last              varend voor Arnold & Zoon te Amsterdam

1863, 1864           geen schip en boekhouder vermeld

1865                      bark “Tji(e)lingsie”                                      360 last              varend voor Gebr. Arnold (te ?)

1866, 1867           bark “Tji(e)linsie”                                        360 last              varend voor Arnold & Zoon (te ?)

1874                      fregat “Jan Pietersz. Koen”                        409 last              varend voor Boissevain & Co te Amsterdam

1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888                           geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

P.Ouwehand                     Tielinsie                                    08 maart 1860        31 januari 1861

                                            Tielinsie                                    30 juni 1862            niet vermeld

 

Bouma vermeldt P.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:

*    1853 t/m 1861 op de bark “Willem de Clercq”, gebouwd in 1845 te Zierikzee, 613 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam; (“Op 21 november 1859 werd de bark op een veiling in Amsterdam voor 17.800 gulden verkocht aan rederij Arnold & Zoon. In 1860 werd het schip omgedoopt in Tjielinsie. In 1863 volgde het einde; de bark werd afgekeurd en gesloopt.”074.

*    1861 t/m 1863 op de bark “Tjilingsie” ex Willem de Clercq, varend voor Arnold & Co te Amsterdam. Het schip wordt in 1863 afgekeurd te Mauritius;

*    1865 t/m 1869 op de bark “Tjilingsie” ex Pieter Schoenmaker, gebouwd in 1856 te Vlaardingen, 690 ton o.m., varend voor Arnold & Zn te Alkmaar;

*    1870 van hetzelfde schip en dezelfde reeder, maar nu varend vanuit Amsterdam;

*    1871 t/m 1876 op het fregat “Jan Pieterszoon Koen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

De helft van de scheepsaandelen van de “Willem de Clercq” is in handen van de scheepsbouwmeester Cornelis Smit. Hoewel de uiteindelijke kapiteinsaanstellingen bij de reder Boissevain & Co te Amsterdam bij de rederij ligt wendde Ouwehand zich in 1852 met succes in eerste instantie tot Cornelis Smit om de kapiteinspositie te verwerven050.

 

 

Datum vanaf: 1871
Kapitein: Ouwehand, Pieter Dirksz

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.G.Rijnsaardt als gezagvoerder gedurende:

*   1870 t/m 1874 van de bark “Anna Lucretia” ex Hellevoetsluis, gebouwd in 1853 te Dordrecht, 631 ton o.m., varend voor D.Held te Amsterdam. Het schip werd verkocht naar Soerabaya;

*   1875 van de bark “Anna Lucretia” ex Suzanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor D.Held te Amsterdam;

*   1877 t/m 1881 van het 3/mschip “Jan Pieterszoon Coen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor D.Held te Amsterdam;

*   1881 t/m 1883 van het 3/mschip “Obi” ex Kandanghauer, ex Djawa, ex Gladstone, gebouwd in 1864 te Miramichi, N.-E., 1183 ton o.m., varend voor J.Veth te Amsterdam. Het schip was in 1883 met schade te Bermuda en werd verkocht als wrak.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1877
Kapitein: Rijnsaardt, A.G.

Familiegegevens en opleiding

Anthoni Franciscus Bouchier werd geboren op 04 juni 1841 te Groningen als zoon van Donatus Bouchier en Anna Maria Cartrina Dünnebacke.

Hij trouwde te Den Helder (akte 48) op13 april 1871 met Cornelia Dijker, geboren op 25 augustus 1843 om 09.00 uur ’s avonds in een huis benoorden de Rasters te Den Helder als dochter van Klaas/Nicolaas Dijker, loods, en Martje Pietersdochter de Graaf. Bij de geboorteaangifte van Cornelia waren als getuigen Jacob Dalmeijer, loods, en Hendrik Willems Bakker, loods. In de overlijdensakte te Den Helder staat dat aldaar is ingekomen een akte uit Alkmaar, waarin het overlijden te Alkmaar werd gemeld op 11 augustus 1905 van Cornelia Dijker, oud 62 jaar en 11 maanden en weduwe van Antoni Franciscus Bouschier.

Antoni overleed op 26 augustus 1886 te Rotterdam op de Coolsingel.

In Akte nr. 278 dd 13 september 1886 te Den Helder staat dat is ingekomen een akte van overlijden uit Rotterdam met de volgende inhoud:

“In het jaar eenduizend achthonderd zesentachtig den zesentwintigsten Augustus is overleden Antoni Franciscus Bouchier oud vijf en veertig jaren, geboren te Groningen, wonend te Den Helder gezagvoerder, echtgenoot van Cornelia Dijker, zoon van Donnard Bouchier, te Peize overleden, en Anna Maria Catharina Dunnebracke, zonder beroep, wonende te Amsterdam.”

 

Extra informatie:

  • Donnard (ook wel vermeld als Donatus) Bouchier, de vader van Anthonie, overleed te Peize op 13 juli 1847 als zoon van Johannes Baptiste Bouchier en Maria Franciska de Munik.
  • Nicolaas/Klaas Dijker, de vader van Cornelia, overleed te den Helder op 31 maart 1862.
  • Één van de kinderen van Antoni en Cornelia was Donnardus Wilhelm, die op 20 februari 1900 te Den Helder trouwde met Elisabeth Cornelia Schilder.
  • Een ander kind was Antonius Franciscus en die trouwde op 20 oktober 1908 met Theodora Johanna Lankhorst, geboren op 20 augustus 1867 als dochter van Egbertus Albertus Lankhorst en Hermina Willemina Buis.
  • Op 13 oktober 1909 huwde zoon Nicolaas met Ursula Hendrika Weyens.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.F.Bouchier was met vlagnummer 31 in de periode 1878 1886 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.F.Bouchier als gezagvoerder gedurende:

  • 1879 t/m 1881 van de bark “Suzanna Elisabeth” ex Cusco, gebouwd in 1855 te Honfleur, 470 ton o.m., varend voor de gebr. Riesselmann te Nieuwediep. Het schip is in 1881 op de Caloot gestrand en als wrak verkocht;
  • 1882 t/m 1886 van het 3/mschip “Jan Pieterszoon Coen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor de Gebr. Riesselmann te Nieuwediep.

 

Overige bijzonderheden

In de Scheepstijdingen van de Harlinger Courant dd 28 mei 1878 staat het volgende bericht096:

Uitgegaan.

Bolderaa  20 Mei  Charlotte,  A.F.Bouchier, Holl.”

 

Kapitein Bouchier dus toevoegen en wel:

Sch.Brik CHARLOTTE                                                                                                                                                                       1867/224             1878                                                                                                                                                                                      A.F.Bouchier             Gebr. Riesselmann, Nieuwediep

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Bouchier, Antoni Fransiscus

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt G.G.Spanjer als gezagvoerder gedurende:

  • * 1887 t/m 1892 van het 3/mschip “Jan Pieterszoon Coen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor de Groof & Co te Vlissingen. Het schip werd in 1892 in zinkende staat verlaten.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1887
Kapitein: Spanjer, G.G.

Monsterrollen

Opgemaakt Delfzijl
Datum: 1889-05-21
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JAN PIETERSZOON KOEN
Schipper: Spanjer, Gerrit
Scheepstype: bark
Grootte: 675

Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

 

Links naar andere bronnen

Rederij cedulle en aankoop in 1868 van de  Anthony van Hoboken door Bossevain 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 1869
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: Aankoop van de Anthony van Hoboken https://archief.amsterdam/inventarissen/inventaris/647.nl.html#KLAB02611000003
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk