|
Rio Grande, 1 november. De scheepvaart blijft zeer levendig en er is bijna geen dag voorbij gegaan, waarop geen schepen in- en uit liepen, hoewel het weer stormachtig was. Toch zijn het heden slechts kleine schepen, met 13 – 13¼ palm Braziliaanse maat (9 voet 6.10 duim) diepgang, die er zonder bezwaar overkomen. Maar dit zelfs mag men zeer bevredigend noemen, wanneer men in aanmerking neemt, dat voor 1 oktober zelfs zulke schepen steeds groot oponthoud hadden. Uitgaande schepen met 13 palm diepgang kwamen zonder enig oponthoud in zee. Gedurende de laatste 14 dagen zijn 30 schepen aangekomen waaronder 21 vreemde met 10 – 14½ palm diepgang. In het geheel passeerden de baar van 1-31 oktober 182 schepen, zonder enig ongeval, hetgeen voor de goede dienst op de baar pleit. Van de 182 schepen waren 105 uitgaande (21 stoom- en 84 zeilschepen), kwamen 77 binnen (18 stoom- en 59 zeilschepen). Hoewel er veel vrachten werden afgesloten, zijn die 5 tot 7½ sh. teruggelopen, en daar het aantal schepen, door de dagelijks aankomenden, steeds toeneemt, moet men in de eerste tijd op lage vrachten rekenen. Bevracht naar het Kanaal voor order MARIA, kapt. Slinger. GOORECHT, kapt. Havenga; HENDRIKA, kapt. Hazewinkel; SPRUIT, kapt. De Jonge, alle met beenas tot 45 sh. In de haven liggen 15 onbevrachte vreemde schepen.
|