|
Op vrijag de 16 dezer, des namiddags ongeveer 2 uur, had er bij de “Zoutkamp” een droevig ongeluk plaats. Een matroos der bemanning van het aldaar op de rede ten anker liggend nieuw gebouwd schoenerschip de ZEVEN STERREN, kapt. Ruhaak, was met een boot naar de wal geweest en wilde daarmee, wrikkende, naar het schip terugkeren. Geheel alleen zijnde, wiel het hem zichtbaar ten uiterste moeilijk, om tegen de felgaande stroom op te worstelen, toen hij plotseling, waarschijnlijk door het uitglippen van de wrikriem en door uitputting van kracht, achterover in het water stortte en dadelijk in een zinkende toestand verkeerde. Kapt. Van Duinen, die met zijn schip aan de haven lag, wierp zich pijlsnel, met twee van zijn manschappen, in zijn boot en roeide met inspanning van alle krachten naar de plaats, waar hij de ongelukkige nog hoopte te vinden en te redden. Ook de altijd hulpvaardige kapt. Boomgaard, die juist met zijn stoomboot en een nieuwe schoener was aangekomen, beijverde zich, om enig spoor van de drenkeling te ontdekken, doch het mocht hun niet gelukken, hun verenigde pogingen met een gewenste uitslag bekroond te zien; - het voorwerp van hun menslievend streven was reeds spoorloos in de golven verdwenen. Met aandoening werd dit droevig toneel door velen uit de haven aanschouwd, en algemeen is de deelneming in het lot van de verongelukte, genaamd Bronno Bakker, van Foxhol, gemeente Hoogezand, oud bijna 22 jaren, ouderloos, milicien-verlofganger van het 8e regiment infanterie, en als een wakker, braaf en oppassend zeeman bekend.
|