Amsterdam, 18 september. Gisteren namiddag ten 1½ ure is van de werf Casimirus van de scheepsbouwmeester Cs. de Graaf op de Hoogte van de Kadijk met het beste gevolg te water gelaten het brikschip QUIRINA EN ANNA, gebouwd voor rekening van Aberson & van Leeuwen, groot ongeveer 160 lasten, zullende gevoerd worden door kapt. J.W. Bechtold.

Rotterdam, 1 december. Volgens een rapport van een visser van Harwich, voorkomende in de Shipping and Mercantile Gazette van de 29e november, moet het Nederlandse barkschip (opm: brik) QUIRINA EN ANNA, kapt. Bechtold, van Amsterdam naar Liverpool bestemd,. waarvan wij het verlies in ons nommer van de 29e november mededeelden, na alvorens op het Long Sand aan de grond te zijn geweest, van daar op het Gunfleet Sand geraakt zijn en moet de equipage zich op het vuurschip gered hebben, van waar zij met een stoomboot naar Londen vertrokken is. De visser heeft het schip masteloos op de laatstgenoemde strandingsplaats aangetroffen. Enige rondhouten, van het schip afkomstig, zijn de 29e november te Harwich aangebracht. (opm: eerste reis, zie NRC 19 september 1853)

Rotterdam, 2 december. Aangaande het schip QUIRINA EN ANNA – zie ons nommer van 2 dezer – wordt van Wivenhoe bericht, dat hetzelve in de nacht van 26 november op het Long Sand gestrand en, na weder afgekomen te zijn, wegens het breken der ketting op het Gunfleet Sand geraakt was en wrak zou zijn. Van Harwich meldt men, dat het schip vier voeten diep in het zand was geweld, doch dat men hoopte bij gunstige weder een gedeelte der lading te bergen.