1852
Monsterrol: 1852-57
Datum: 20-11-1852
Scheepsnaam: Donau
Scheepstype: schoener
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Groningen, Groninger Archieven (Groningen)
Achternaam |
Voornaam |
Rang |
Gage |
Woonplaats |
Leeftijd |
Haverbult |
Gerhardus Jans |
schipper |
niet vermeld |
Groningen (NL) |
39 |
Haverschmidt |
Johannes Hermanus |
lichtmatroos |
18 |
Dokkum (NL) |
22 |
Rasker |
Geugjen |
stuurman |
24 |
Groningen (NL) |
21 |
Stapel |
Geert Hindriks |
matroos |
20 |
Groningen (NL) |
28 |
Steiginga (Stiegenga) |
Fedde Anes |
kok |
18 |
Woudsend (NL) |
21 |
Op 22 november 1852 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de DONAU, aangevraagd door C.M. Nap, Groningen, voor G.J. Haverbult als kapitein.
GRC 281252
Oostmahorn, 26 december. Vertrokken den 24 december de DONAU (opm: eerste reis van deze schoener; zie echter AH 140353), kapt. G.J. Haverbult, van Groningen naar Londen.
1853
AH 140353
Aangaande de schepen LIBRA (opm: bark), kapt. U.H. Trip, op 10 mei 1852 van Akyab naar Rotterdam vertrokken, REGINA (opm: schoener), kapt. J.D. Bies, op 7 september 1852 van Havanna naar Rotterdam vertrokken, JEANNETTE (opm: Belgische schoenerkof), kapt. Helsmoortel, op 23 september 1852 van Alexandrië naar Amsterdam, UDONIA, kapt. J.C. Eilts (opm: kof, bouwjaar 1828; kapt. Jan Christiaans Eilts), van Dantzig (opm: Gdansk) naar Rochefort, op 28 november 1852 Elseneur (opm: Helsingör) gepasseerd, GESINA, kapt. Lucht (opm: vermoedelijk buitenlander), op 25 oktober 1852 van Kroonstad (opm: Kronsjtadt) naar Amsterdam of de Maas vertrokken, WILHELMINE, kapt. De Weerth (vermoedelijk buitenlander), op 25 oktober van Kroonstad naar de Maas vertrokken, ARENDINA (opm: schoener), kapt. Dik, van Groningen naar Londen,
op 19 december van Zoutkamp in zee gezeild, DONAU, kapt. Haverbult, van Groningen naar Londen, op 24 december uit Zoutkamp gezeild (opm: schoener, opgeleverd 12 november 1852; kapt. Gerhardus Jans Haverbult (39), stuurman Geugjen Rasker (21), kok Fedde Anes Steigenga (21), matroos Geert Hindriks Stapel (28), lichtmatroos Johannes Hermanus Haverschmidt (22), (vermist op haar eerste reis !), en ANTJE, kapt. H.P. Puister (opm: bouwjaar 1852 en sinds mei in de vaart), op 18 september 1852 van Londen naar Elseneur uitgeklaard, heeft men sedert niets vernomen.
GRC 190453
Advertentie. Bitter bedroefd, geven wij langs dezen weg aan familie en vrienden kennis van het onherstelbaar verlies van onzen oudsten zoon Gerardus, oud 39 jaren.
Op den 24ste december 1852 uit het Friesche Gat met den schooner de DONAU naar zee gezeild, gedestineerd naar Londen, hebben wij sedert niets van hem vernomen, zodat wij tot de hartgrievende overtuiging moeten komen, dat het schip totaal in de Noordzee is verongelukt en de bemanning haar graf in de golven zal hebben gevonden.
Een tweede slag treft ons bovendien. Onze jongste zoon Jan, oud bijna 20 jaren, aan boord van den schooner EDZARD, kapitein Huisman, komende van Alexandrië, is na enige tijd ziekelijk op reis te zijn geweest, den 8ste dezer te Amsterdam gearriveerd, op den 10de dezer aldaar overleden.
Hartroerend geschokt door deze rampen, staren wij, benevens hunne Broeders en Zusters, de dierbaren in de gewesten der onsterfelijkheid na. De Heer, wiens doen altijd wijsheid en liefde is, leere ons stil en onderworpen te berusten in Zijnen wil.
Griningen, 18 april 1853,
Jan H. Haverbult,
T. Haverbult-Hulsinga
GRC 190453
Advertentie. Na lang tussen hoop en vrees verkeerd te hebben, moeten wij tot onze innige droefheid het overlijden van onze geliefde veelbelovende jongsten zoon Geugjes F. Rasker, ruim 21 jaren, stuurman aan boord van het schoonerschip de DONAU, kapitein G.H. Haverbult, den 24ste december 1852 van de Zoutkamp uitgezeild, bestemd naar Londen en waarvan sedert niets vernomen is.
Groningen, 18 april 1853.
F.M. Rasker,
R. Rasker-Zarkema
De leeftijd van een schip
Dat houten zeeschepen soms zestig jaar of nog ouder konden worden is bekend. Er zijn ook voorbeelden van schepen die binnen een jaar of zelfs al op hun eerste reis vergingen. De kof JONGE ENGBERDINA uit 1821 werd nog geen negen maand oud. De hektjalk HILLEGINA uit 1838 verging na zeven maanden en het fregat DAGERAAD uit 1836 na zes maanden. De hoeker walvisjager HARLINGEN uit 1826 werd vijf maanden na vertrek uit de thuishaven op haar eerste reis door het ijs gekraakt in Davis Strait, terwijl de brik ANNA MARIA uit 1836 twee maanden na vertrek van Rotterdam vermist raakte op de thuisreis van Messina naar Rotterdam.
Het absolute record van schepen die snel vergingen lijkt te zijn gevestigd door de DONAU. Deze 60 last of 113 ton grote schoener met afmetingen 23,25 x 4,39 x 2,50 meter, gebouwd door Emmo H. Meursing in Hoogezand werd, na in Groningen te zijn getuigd, aldaar op 1 november door scheepsmeter Mars gemeten. Op 12 november 1852 werd het schip opgeleverd aan rederij C.M. Nap c.s. te Groningen. Op 20 november werd de monsterrol getekend door alle opvarenden, te weten kapt. Gerhardus Jans Haverbult (39), stuurman Geugjen Rasker (21), kok Fedde Anes Steigenga (21), matroos Geert Hindriks Stapel (28), en lichtmatroos Johannes Hermanus Haverschmidt (22). De eerste (en enige) zeebrief is gedateerd 22 november 1852. Na in Groningen te zijn beladen, waarschijnlijk met gezakte haver, destijds een gewild exportproduct, vertrok de DONAU op 24 december vanuit Zoutkamp naar Londen, in afstand van loodsstation Oostmahorn tot Londen Docks ca. 300 mijl, waarvan 243 mijlen over zee. Sindsdien is de schoener vermist en moet met man en muis zijn vergaan. Er is geen rapportage dat ergens wrakstukken of lijken zijn aangespoeld.