Inloggen
ARGO - ID 14308


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1850-05-24 / 1869-00-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1850
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoenerkof
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Groningen, Netherlands
Werfnummer:
Delivery Date: 1850-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 63.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1850
Datum agenda: 1850-05-24
Register nr: 18500362
Scheepsnaam: ARGO
Type: Schooner Kof
Lasten: 63
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Tiktak, L.E.
Plaats: Nieuwe Pekela
Kapitein op moment van verzoek: Koster, H.H.
Opmerkingen: eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1850-05-24 ARGO
Manager: Lammert Egberts Tiktak e.a., Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Lammert Egberts Tiktak e.a., Nieuwe Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Nieuwe Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1864-03-12 DE ARGO
Manager: Firma Hubert Jans & Co., Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Hubert Jans & Co., Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Ship Events Data

1857-12-22: Nw A'dams handels en effectenblad 31-12-1857 SCHEEPSTIJDINGEN. AMSTERDAM, 30 Dec. Den 22ste dezer is op het strand bij Callandsoog aangespoeld een zwart geschilderd naambordje, waarop: Harm. H. Koster, benevens twee groote scheepsmasten, zonder bijzondere merken. Dit en de vroeger gemelde bij Wijk aan zee aangespoelde en geborgen vaten zaai-lijnzaad zijn vermoedelijk afkomstig van het schip Argo, Kapt. H. H. Koster, op de reis van Riga met lijnzaad naar Antwerpen, op de Hindert verongelukt.
1857-12-24: WIJK AAN ZEE 24 dec. Eene menigte strandgoederen worden hier aangebragt, waaronder een aantal vaten zaai-lijnzaad, gemerkt op de zijde: twee gekruiste vlaggenstokken , waarin in de vier hoeken Riga 1857 staat. (.Alles afkomstig van het op den Ooster verongelukt Ned. kofschip Argo, kapitein H. H. Koster, van Riga naar Antwerpen.)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Harm Koster werd geboren 09 oktober 1826 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Hindrik Harms Koster en Mettje Jans de Boer.

Harm trouwde op 29 januari 1851 te Nieuwe Pekela als schipper met Zwaantje Reinders Schuring , geboren 01 december 1830 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Reinder Jans Schuring en Antje Hindriks Bik. (ondertekening Dik.). Zwaantje overleed op 18 januari 1883 te Oude Pekela.

Harm hertrouwdde op 30 april 1890 te Oude Pekela als molenaar met de naaister Geessien Hamminga, geboren 17 januari 1836 te Oude Pekela als dochter van de kuiper Pieter Berends Hamminga en Geertje Derks Meijring. Geessien was de  weduwe van Hendrik Folkringa en Jan van de Grijspaarde. Geessien overleed op 04 februari 1923 te Oude Pekela, 87 jaar, weduwe.

Harm Koster overleed op 03 december 1914 te Oude Pekela, 88 jaar, zonder beroep.

 

Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Harm Koster als schipper in 1851, 1853, 1856,  1857, 1859, 1860, 1861, 1864, 1866,  als molenaar in 1869, 1870, 1872, 1873, 1874, 1879, 1890, en zonder beroep in 1914.

 

Melding van het overlijden van Zwaantje Koster op 23 september 1866, dochter van kapitein H.H.Koster, gezagvoerder van de schoener “Verwisseling”, op reis van Amsterdam naar Koningsbergen.115

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s).

De naam Koster met de intialen H en H.H. komen een aantal malen voor. Op grond van o.a. de monsterrollen en de vaarperioden zou zijn af te leiden dat de lidmaatschappen van het Wildervankse zeemanscollege “De Harrmonie” zijn toe te schrijven aan Harm Harmzoon en Harm Hendrikzoon, beiden geboren aan het eind van de twintiger jaren

 

De lidmaatschappen betreffen H.H. Koster met vlagnummer 4 in de periode 1855 t/m 1856

en

vlagnummer 102 in de periode 1858 t/m 1879.

Ik kan niet afleiden welk vlagnummer aan welke H.H.Koster moet worden toegekend.

 

H.H.Koster was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 12 in de periode 1852 t/m 1868.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.H.Koster als gezagvoerder gedurende:

*    1852 t/m 1857 van de schoenerkof “Argo”, gebouwd in 1850 te Pekela, 119 ton o.m., varend voor L.E.Tiktak te Pekela;

*    1858 t/m 1860 van de kof “Argo” ex Alida, gebouwd in 1839 te Pekela, 158 ton o.m., varend voor de wed. L.E.Tiktak te Pekela;

*    1861 t/m 1864 op hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;

*    1867 van de 2-mastschoener “Verwisseling” es Livorno Packet, gebouwd in 1855 te Pillau, 150 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.

 

Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Harm Hindriks Koster op:

09 april 1842, schip “Dorothea”, kapitein Berend Jans de Boer, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts Harm Hindriks Koster, 15 jaar uit Nieuwe Pekela en niet met rang vermeld.

19 februari 1845, kof “Concordia”, kapitein Hindrik Harms Koster, geen leeftijd vermeld uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, en 2 matrozen waaronder Harm Hind. Koster, geen leeftijd vermeld uit Nieuwe Pekela.

25 mei 1850 kof “Argo”, kapitein Harm Hindriks Koster, 23 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.

04 februari 1852, kof “Argo”, kapitein Harm Hindriks Koster, 26 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, matroos, lichtmatroos en een scheepsjongen.

05 maart 1853, kof “Argo”, kapitein Harm H.Koster, 26 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, lichtmatroos en een scheepsjongen

01 maart 1858, kof “Argo”, kapitein Harm Hindriks Koster, 31 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, matroos, lichtmatroos en een scheepsjongen.

19 september 1860, kof “Argo”, kapitein Harm Hindriks Koster, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts een matroos en een niet met rang vermeld bemanningslid.

30 januari 1862, kof “Argo”, kapitein Harm Hindriks Koster, 35 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een kajuitwachter.

06 februari 1863, kof “Argo”, kapitein Harm Hindriks Koster, 36 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.

08 februari 1864, kof “Argo”, kapitein Harm Hindriks Koster, 38 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.

23 januari 1865, schoener “Hercules”, kapitein Harm Hindriks Koster, 38 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een kajuitwachter.

 

In de 11 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Harm H en Harm Hindriks Koster

Het overzicht luidt

1842                   vermoedelijk kajuitjongen op de “Dorothea” onder Berend Jans de Boer                          15 jaar

1845                   matroos op de kof “Concordia” onder Hindrik Harms Koster (zijn vader)                         geen leeftijd

1852-1864        kapitein op de kof “Argo”                                                                                                           26-38 jaar

1865                   schipper op de schoener “Hercules”                                                                                         38 jaar.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

Datum vanaf: 1850
Kapitein: Koster, Harm Hindriks

Familiegegevens en opleiding

Tonnis Aaldriks Koster werd geboren op 25 april 1834 te Zuidbroek (Gr.) als oudste zoon van Hendrik Tonnis Koster (“horlogiemaker” en later schoenmaker) en Pieterke Hindriks Timmer. Het gezin zou in totaal 7 kinderen krijgen.

Hij trouwde op 06 december 1862 te Oude Pekela met Geessien Langerhuizen, de jongste dochter van Wijchers Pieters Langerhuizen (zeeman) en Grietje Hendriks de Boer, geboren te Oude Pekela 13 augustus 1834. Zij overleed te Oude Pekela op 05 juli 1924, 89 jaar

“Kapitein T.A.Koster was er in de familiekring altijd trots op dat er in zijn loopbaan nooit een bemanningslid tijdens één van de reizen dodelijk was verongelukt.”

Gegevens per e-mail dd 20 maart 2007 van W.G.Koster te Eindhoven, achterkleinzoon van Tonnis Koster.

Tonnis overleed te Oude Pekela op 14 oktober 1925, 91 jaar

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Tonnis Koster als zeemn in 1862, 1864,  als schipper in 1863, 1867, 1869, 1871, zonder beroep in 1891, 1892, 1897, 1925.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.A.Koster Hz was in de periode 1874-1889 met vlagnummer 69 lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd niet ingeschreven in de Registers van het College. De gegevens zijn ontleend aan de ledenlijsten van "Sweijs"034.

 

T.A.Koster Hz was met vlagmummer 92 in de periode 1866 t/m 1892 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112

T.Koster was als commissionair lid van het Betsuur van “De Trouw” in 1895

T.A.Koster Hz  Koster was secretaris van “De Trouw” in de periode 1897 t/m 1899

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Het Register van Uitgaande Stukken van het College bevat een brieven  uit 1877/79/80 gericht aan T.A.Koster Hz te Oude Pekela033.

 

De schepen van de kapitein

Tonnis Koster was schepeling op een reis van de tjalk Campigius, vertrek 18 augustus 1859 te Harlingen, onder kapitein/eigenaar A.K.Koster. De tjalk werd in 1856 te Hoogezand gebouwd.

Op 11 maart 1864 vertrok hij als stuurman vanuit Harlingen op de kof “Albertina” onder kapitein/eigenaar P.Pot te Oude Pekela.

Gegevens van W.G.Koster te Eindhoven, 20 maart 2007

 

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                                 boekhouder/reder

                           1864-1866 kof                       Argo (ex Alida)                              Hubert Jans & Co, Harlingen

   OP92                 1867        kof                       Argo (ex Alida)                              Hubert Jans & Co, Harlingen

                           1868-1881 brik                      Houthandel (ex A.J.Smith)           Hubert Jans & Co, Harlingen

                           1882-1889 bark                     Laura (ex Windsbraut)                           Hubert Jans & Co, Harlingen

 

T.A.Koster Hz was van 1883-1890 kapitein van de houten schoenerbark “Laura” (ex Golden West, ex-Windbraut), in 1867 gebouwd in Meteghan aan de oostkust van Nova Scotia, 406/342 (328) ton, varend voor de rederij Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip werd in 1888 omgetuigd tot schoenerbark052.

 

Bouma025 vermeldt T.A.Koster Hz als gezagvoerder gedurende:

*    1865 t/m 1867 van de kof “Argo” ex Alida, gebouwd in 1839 te Pekela, 158 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen;

*    1869 t/m 1881 van de brik “Houthandel” ex A.J.Smith, gebouwd in 1863, bouwlocatie niet vermeld, 328 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip werd in 1881 te Elseneur afgekeurd na lek stoten in de Botnische Golf;

*    1883 t/m 1889 van de bark “Laura” ex Windsbraut, gebouwd in 1867 te Mitigan, 406 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

06 juni 1848, kof “Frouwina Elisabeth”, kapitein meilof Jans de Jonge, scheepsjongen Tonnis A.Koster, 14 jaar uit Nieuwe Pekela

28 mei 1850, schoenerkof “Elisabeth”, .kapitein Geert Nannes van Duinen, kajuitwachter-koksmaat Tonnis Aaldriks Koster.

07 februari 1852, smak “” Niessina”, schipper Pieter Sjoerts Gruppelaar, matroos Tonnis Aaldriks Koster.

17 april 1858, schoenergaljoot “Meika”, kapitein Sjoerd Hindriks Hazewinkel, stuurman T.A.Koster, 23 jaar uit Zuidbroek.

25 januari 1865, schip “Argo”, kapitein Tonnis Aaldriks Koster uit Oude Pekela.

27 januari 1866, kof “Argo”, kapitein Tonnis A.Koster uit Oude Pekela.

23 januari 1867, kof “Argo”, kapitein Tonnis A.Koster uit Oude Pekela.

01 februari 1868, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis A.Koster uit Oude Pekela.

18 januari 1869, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis A.Koster uit Oude Pekela.

08 juli 1869, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis A.Koster, 35 jaar,  uit Oude Pekela.

24 januari 1870, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis A.Koster uit Oude Pekela.

31 januari 1871 brik “Houthandel”, kapitein Tonnis A.Koster uit Oude Pekela.

04 februari 1872, brik “Houthandel”, Tonnis Aaldriks Koster, 37 jaar uit Nieuwee Pekela.

22 februari 1873, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis Koster, 38 jaar uit Nieuwe Pekela.

09 februari 1874, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis Koster, 39 jaar uit Nieuwe Pekela.

27 januari 1875, brik “Houthandel”, kapitein T.A.Koster Hzn, 40 jaar uit Nieuwe Pekela.

16 februari 1877, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis Aaldrik Koster Hz uit Oude Pekela

25 maart 1878, brik “Houthandel”, kapitein Tonnis Aaldrik Koster Hz uit Oude Pekela

 

 

 

 

 

 

“De diverse bronnen (scheepvaartregister, de Groot en Houter) vermelden alle dat de driemast-bark Laura in 1867 in Duitsland werd gebouwd en als Windsbraut werd gedoopt. Inmiddels is dank zij speurwerk in het Registre Véritas door de Hr Bouma, bibliothecaris van het Scheepvaartmuseum te Rotterdam, bekend geworden dat het schip gebouwd is door J.Thibido in Meteghan (Nova Scotia, Canada). Onder de naam Golden West voer het, als bark getuigde schip, voor rederij G.G. Durkee & Co met Yarmouth als thuishaven. Van 1867 tot 1873 onder bevel van kapitein H.H. Brown, en van 1873 tot 1875 onder kapitein J. Kenealy.

In 1875 werd het schip verkocht aan de rederij Hespe & Co in Brake, aan de Weser nabij Bremen in Duitsland. In die periode voert kapitein J.J. Hoffmann het bevel over het schip, dat dan omgedoopt is in Windsbraut.

Leclerc beschrijft in zijn boek: “De laatste Nederlandse zeilschepen”, dat in 1875 225 schepen werden bevracht, waarvan 206 zeilschepen en daarvan waren er 192 van hout gebouwd. " De meer ondernemende rederijen hadden grotere schepen nodig om het hoofd boven water te houden; deze konden in Amerika en Canada sneller en goedkoper gebouwd worden, zij het dan minder solide."

In 1878 werd het 369 ton grote schip gekocht door de firma B.J. Carst & Co in Amsterdam. Volgens het scheepvaartregister van 1880 was J.G. Carst uit Schiermonnikoog kapitein op het schip.  Uit die periode is een foto bewaard gebleven van de Laura in de IJ-gracht in Amsterdam. Het schip ligt ter hoogte van het huidige scheepvaartmu­seum. Deze foto is door de Groot gebruikt als omslag voor zijn boek "De glorietijd van het zeilschip".

In het register van de havenmeester van Amsterdam lezen wij dat op 4 juli 1878 in Amsterdam de, onder Duitse vlag varende, Windsbraut zonder lading binnen­loopt in de houthaven onder gezag van kapitein J.G. Carst. Het schip is in Oldenbourg gemeten op 20 november 1874 en heeft een tonnage van 1046 (!) ton.

Op 27 december 1878 vertrekt het op haar eerste reis onder Nederlandse vlag met stukgoed naar Macassar voor de rederij B.J. Carst en Co.

In 1882 kreeg het schip een andere spiegel en ging naar de houthande­laars Hubert Jans & Co in Harlingen. T.A. Koster Hz werd kapitein op de Laura.” Hij is dat gebleven tot zijn pensionering in 1890.

In een artikel van Visser in het tijdschrift Oud Harlingen lezen we dat een gelukwens bewaard is gebleven, uitgesproken bij het 25-jarig huwelijksjubileum van de toenmalige directeur van Hubert Jans, de heer S. Hoekstra met zijn echtgenote mevr. S. Hoekstra-Noyon op 21 augustus 1881. Deze gelukwens van de gezamenlijke kapiteins van de Hubert Jans vloot werd vertolkt door de "zwaar bebaarde Harlinger kapitein T.A. Koster Hz" en werd vergezeld van een, gedeeltelijk bewaard gebleven, album met de foto's van de schepen van de vloot met hun kapiteins.

T.A. Koster was op dat moment al vele jaren in dienst van de rederij, sinds 1864 als kapitein op diverse schepen.

In 1886 zijn de onderscheidingstekens van het schip PJBS. In 1888 wordt het schip als Schoenerbark hertuigd. Uit die periode bestaat een foto van de Laura aan de kop van de Zuiderhaven in Harlingen. Volgens W.T. Koster, kleinzoon van T.A. Koster Hzn, is de foto vóór 1883 gemaakt, dat kan dus niet anders dan in 1882 zijn geweest. Dat klopt ook met het feit dat in de fotolijst een krant was gebruikt van 21 juli 1883.  De foto is gemaakt door de fotograaf de Vries Gz & Siderius, Lanen 153 in Harlingen.

De stuurman van de Laura in die tijd, E.G. Schuur, heeft in 1885 een scheepsportret van de Laura gemaakt, dat nu in het bezit is van de achterkleinzoon van T.A. Koster, de schrijver van deze notitie. Op het schilderij is in de vlag het nummer 92 aangegeven, waaronder T.A. Koster Hz in het register in Oude Pekela was ingeschreven bij het zeemanscollege de Trouw. Tevens was hij ingeschreven in het register in Harlingen onder nummer 69 H 1 bij het Collegie "Zeemanszorg" met de vlag "wit met rooden rand boven, met blauwen rand onder, zwart gekleurde H in het wit, en het nommer er achter".

In het Gemeentemuseum Het Hannemahuis te Harlingen hangt nog een ander scheepsportret van E.G. Schuur. Het museum bezit ook een schilderij van de Laura.

De oudste dochter van kapitein Koster bezat een klein model van de Laura in een glazen stolp. Dit zou zij geschonken hebben aan het Veenkoloniaal Museum in Veendam, waar het echter niet bekend is. (Volgens een artikel in RTV-Noord- begin april 2022 - staat het model in het Museum Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela). (opm: E.A.Kruidhof)

Inmiddels zijn twee scheepsportretten van de Laura ontdekt bij J.Koster en in het Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers in den Helder. Ook blijkt er een vitrine te zijn met een model van de Laura (familie Bult). 

In 1891 stond de Laura onder bevel van Kapitein R.N. de Boer.”

Gegevens via de heer W.G.Koster te Eindhoven, dd maart 2007

 

Overige bijzonderheden

In het Hannemahuis te Harlingen is een schilderij (schilder mij niet bekend) van de bark "Laura". Het vlagnummer is H69. Dit nummer heeft toebehoord aan T.A.Koster Hz (1874-1889) en R.N.de Boer (1891-1898). Daar het schilderij niet is gedateerd komen beide gezagvoerders is aanmerking. In de Harlingse periode was de reder van het schip Hubert Jans & Co te Harlingen.

 

Het zeemanscollege De Trouw te Oude Pekela 1851-1899 door A.Westers in het Jaarverslag 1999, p.8-15 van het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela.

Publicatie bevat een foto uit het einde van de 19e eeuw (1898-1899?) waarop veertien oudere heren. Eén daarvan is schipper Tonnis Aaldrik Koster Hz (1834 – Oude Pekela – 1925). Van 1882 tot 1890 was hij schipper van de in 1867 in Canada gebouwde, 369 ton grote driemasbark (in 1888 als schoenerbark hertuigde) Laura (ex Windsbraut, ex Golden West). De reder was Hubert Jans & Co te Harlingen, voor wie Koster als sinds 1865 diverse schepen had bevaren. Hij stond met de Laura onder nummer 92 ingeschreven bij het zeemanscollege De Trouw te Oude Pekela en onder nummer 69 bij het zeemanscollege Zeemans-Voorzorg te Harlingen. Na nog door zeven andere schippers bevaren te zijn strandde de Laura op 6 oktober 1905 in een hevige storm op de Vliehorst. De bemanning werd gered. Met de Laura ging het laatste zeilschip van de Harlinger vloot verloren.”

 

Krantenberichten

Algemeen Handelsblad 17 april 1865114

Amsterdam, 15 april. De schepen CATHARINA CORNELIA (opm: galjoot), kapt. E. Borst, van Newcastle naar Danzig; ARGO (opm: kof), kapt. T.A. Koster, van Harlingen naar Leba en COROLINA, kapt. Gensz, van Gent naar Memel, te Elseneur binnen, zijn op 11 dezer uit de haven gehaald.

 

NRC 28 mei 1866114

Bolderaa, 22 mei. Het Nederlandse kofschip ARGO, kapt. Koster, heeft eergisteren bij het uitzeilen zijn roer verloren; het schip is anders dicht en onbeschadigd gebleven.

Het is gisteren alhier in de haven teruggekomen.

 

Provinciale Groninger Courant 06 januari 1871114

Te Harburg lagen den 1sten Januarij in de haven …..

.....In de haven van Geestemünde bevonden zich toen de HENR. GERARD. SUZANNA (opm: waarschijnlijk de bark HENRIETTE GERARDINA SUZANNA), kapt. Dam, HOUTHANDEL, kapt. Koster en GRIETJE, kapt. Siepel.

 

NRC 15 januari 1882114

Elseneur, 11 januari. Het Nederlandse brikschip HOUTHANDEL, kapt. T.A. Koster, van Sundsvall (opm: met een lading planken) naar Londen bestemd, 29 november wegens averij hier binnengelopen is afgekeurd.

 

NRC 31 januari 1882114

Elseneur, 27 januari. Het alhier afgekeurde Nederlandse schip HOUTHANDEL, kapt. T.A. Koster, van Sundsvall naar Londen, heeft met de inventaris in publieke veiling NLG 2.200 opgebracht.

 

NRC 20 februari 1882114

Elseneur, 15 februari. De Russische bark PETANTIA, kapt. Lindros, is 13 dezer van hier vertrokken naar Londen met de lading planken van het afgekeurde Nederlandse schip HOUTHANDEL, kapt. Koster.

 

NRC 06 mei 1884114

Harlingen, 5 mei. Volgens een bij de rederij ontvangen telegram is 4 dezer te Sundsvall gearriveerd het Nederlandse schip LAURA, kapt. Koster, van Newcastle met steenkolen.

NRC 04 september 1884

Harlingen, 3 september. Volgens bij de rederij ontvangen berichten zijn te Sundsvall gearriveerd de schepen STAD STEENWIJK, kapt. Houwink, LAURA, kapt. Koster, ADELAAR, kapt. De Boer, MARQUERITE LOUISE REGINE, kapt. Van de Meer, alle van Harlingen.

 

NRC 31 maart 1885114

Harlingen, 29 maart. De schepen LAURA, kapt. Koster, HARLINGEN, kapt. Fluchmacher, ALBERTINA AMELIA, kapt. Koudenburg, allen van Harlingen, zijn volgens een bericht aan de rederijen behouden te Grangemouth aangekomen.

 

NRC 07 juli 1885114

Harlingen, 5 juli. Het barkschip LAURA, kapt. Koster, is volgens particulier bericht heden van Harlingen te Sundsvall aangekomen.

 

NRC 20 augustus 1885114

Harlingen, 19 augustus. Volgens een bij de reder ontvangen bericht is het Nederlandse schip LAURA, kapt. Koster, heden van Sundsvall van Harlingen aangekomen.

 

NRC 01 november 1885114

Harlingen, 31 oktober. Door de invallende oostenwind is de waterstand op de pollen thans zeer laag, zodat de schepen HARLINGEN, LAURA, en ZEEMEEUW daardoor verhinderd worden met volle lading binnen te komen.

 

NRC 07 april 1887114

Harlingen, 6 april. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is te Burntisland gearriveerd het schip LAURA, kapt. Koster, te Leith het schip HARLINGEN, kapt. Fluchmacher, beide van Harlingen, en te Grangemouth het schip ADELAAR, kapt. De Boer, met stro, eveneens van Harlingen.

 

NRC 02 juli 1887114

Harlingen, 1 juli. Heden is van hier te Sundvall aangekomen het Nederlandse schip LAURA, kapt. Koster.

 

NRC 17 augustus 1887114

Harlingen, 16 agustus. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is van Harlingen te Sundsvall gearriveerd het Nederlandse schip LAURA, kapt. Koster.

 

NRC 09 oktober 1887114

Harlingen, 8 oktober. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is het Nederlandse schip LAURA, kapt. Koster, te Borga (Finland) gearriveerd.

 

NRC 19 april 1888114

Harlingen, 18 april. Volgens particulier bericht is het Nederlandse schip LAURA, kapt. Koster, van hier te Burntisland ( Firth of Forth) aangekomen.

 

NRC 01 september 1888114

Amsterdam, 31 augustus. De overboord geworpen lading hout van het stoomschip HISPANIA is opgevist en werd gedeeltelijk op Öland geborgen.

 

NRC 16 oktober 1888

Harlingen, 15 oktober. Volgens telegrafisch bericht zijn heden van hier te Sundsvall gearriveerd de Nederlandse schepen BOTHNIA, kapt. Houwink en LAURA, kapt. Koster.

 

Leeuwarder Courant 05 april 1889114

Harlingen, 4 april. Het was vijfentwintig jaar geleden, dat de heer T.A. Koster, scheeps- gezagvoerder in dienst der firma Hubert Jans & Co., voor het kantoor had gevaren, eerst op een kof, toen op de brik HOUTHANDEL, daarna en nu nog op de driemast-schoener LAURA. De patroons wensten aan dit feit voor de betrokkene een aangename herinnering te verbinden en deden dit door hem een gouden remontoir-horloge met dito ketting te vereren, waarbij de heer S. Hoekstra in welgeplaatste woorden de diensten van de jubilaris erkende, die als man uit één stuk weet wat hij wil en moet, bij wie plichtsbesef en rechtschapenheid hoog staan aangeschreven.

 

Leeuwarder Courant 24 augustus 1889114

Harlingen, 22 augustus. Drie der hier tehuis behorende schepen, de LAURA, kapitein Koster, de BOTHNIA, kapitein Houwink, en de GEERTRUIDA ALBERTINA, kapitein Boswijk, hebben van hier tot Elseneur de reis gemaakt binnen tweemaal vier en twintig uren, hetgeen wel tot buitengewoon voorspoedige reizen mag worden gerekend.

 

NRC 30 oktober 1890114

Harlingen, 29 oktober. Het alhier van Sundsvall gearriveerde schoenerschip LAURA, kapt. T.A. Koster Hzn, geraakte binnenkomende bij ‘t Willemshoofd aan de grond, doch kwam met assistentie der sleepboten ASSISTENT en VOORWAARTS, en door het aanwenden van dommekrachten op de wal, weer vlot. De LAURA bekwam bij de aanvaring schade aan het voortuig.

 

 

Datum vanaf: 1864
Kapitein: Koster Hz, Tonnis Aaldriks

Familiegegevens en opleiding

Sybren de Boer trouwde te Harlingen op 24 december 1857 met Saakje J.Kamminga, geboren op 24 september 1836 te Harlingen als dochter van Johannes Ymkes Kamminga en Janna Douwes de Roos.Tresoar

Hij overleed op 20 oktober 1869 door verdrinking op de Noordzee (zie hierna).

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Sybrandus de Boer werd per 31 maart 1857 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij was toen stuurman op de kof “Gouverneur Baron van Zuylen van Nijevelt”. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Zaakje Kamminga, geboren 24 september 1836. Overgeschreven naar de eerste klasse in 1868 met vlagnummer 28029-fol.022.

Sybrandus de Boer werd per 02 december 1868 met ingeschreven vlagnummer 28 als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Argo”, boekhouders Hubert Jans & Co. Wijze van contributie-betaling niet vermeld. Hij was gehuwd met Saakje J.Kamminga. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving een zoon Johannes (15 augustus 1865). 029-fol.022.

Sybrandus de Boer was van 1868-1869 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Hij overleed op 20 oktober 1869. “... is in de Noordzee door een zware stortzee overboord geslagen en verdronken Sibren de Boer geboren en woonachtig te Harlingen  schipper van het Nederlandsche Schoonerschip “Argo” ...”. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦875,- uit te betalen in 14 halfjaarlijkse termijnen. Zijn zoon kreeg een uitkering ineens van ¦10,-028-fol.122.

Het College verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.J.(sic)de Boer-Kamminga te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033. Er moet rekening worden gehouden dat Zaakje Kamminga met ene J.de Boer is hertrouwd!

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer    periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

         H28            1869        kof                       Argo (ex Alida)                             Hubert Jans & Co, Harlingen

                                                                             1869 gestrand en wrak

 

Bouma025 vermeldt S.de Boer als gezagvoerder gedurende:

  • 1852 t/m 1853 van de schkof “Verwachting”, gebouwd in 1838 te Harlingen, 90 ton o.m., varend voor Harmens & Zn te Harlingen;
  • 1868 t/m 1869 van de kof “Argo” ex Alida, gebouwd in 1839 te Pekela, 158 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip strandde in 1869 en geraakte wrak.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant van 21 maart 1853 staat in de rubriek  Schepen, welke alhier zijn uitgegaan het volgende096:

“25 Maart S. de Boer, Verwachting, Kaas, etc. Engeland.”

 

Datum vanaf: 1868
Kapitein: Boer, Sybrandus de

Monsterrollen

Opgemaakt Nieuwe Pekela
Datum: 1850-05-25
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ARGO
Schipper: Koster, Harm Hindriks
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

TRESOAR LEEUWARDEN Archiefnummer Harlingen 19.06.383.182
foto P1030172

KOOPACTE

Naam schip ARGO (door koper niet herdoopt)

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Harlingen, 12 maart 1864

type schip kof

bouwwerf/verkoper overleden weduwe L.E. Tiktak te Nieuwe Pekela

gevoerd door kapt. Harm Hendriks Koster, als gemachtigde van de erven van weduwe L.E. Tiktak

eigenaar/koper firma Hubert Jans & Co., houtkopers te Harlingen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 156 tonnen
(meetbrief d.d. 12 juni 1854 afgegeven te Schiedam)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 26,50 m., breed 4,95 m., hol 2,67 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Harlingen, 12 maart 1864

nummer registratie deel 29, folio 111, recto, vak 6

notaris

prijs NLG 2.500,-

Bijzonderheden:

Het schip ligt bij het tekenen dezer acte in de Zuiderhaven te Harlingen.

14.03.1864 Nieuwe zeebrief voor een schoener-kof ARGO, aanvrager Hubert Jans & Co., Amsterdam, kapt. T.A. Koster Hzn.



researcher/datum research: ML / 280717

Naam
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1864
Toegang 19.06
Inventaris 383