Inloggen
ALBERDINA - ID 13981


Kroniekberichten

Datum 21 maart 1848
Krant GRC - Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Zoutkamp, 22 maart. Vertrokken den 19 maart de ALBERDINA, kapt. A.A. Wolkammer, naar Noorwegen (opm: eerste reis van de kof).

Afbeelding
Datum 17 april 1848
Krant OHC - Opregte Haarlemsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 15 april. Te Zoutkamp is aangekomen de ALBERDINA, kapt. A.A. Wolkammer van Sogndahl.

Afbeelding
Datum 15 oktober 1849
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 14 oktober. De 8e dezer ontving men op Ameland het bericht, dat op twee uren afstand van het eiland gestrand was een galjasschip. Op het vernemen dier tijding werd in allerijl de boot der Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij in gereedheid gebracht. In zee gestoken, had zij met de vreselijke storm en hevige branding te kampen, doch bereikte na enige inspanning het schip en had het geluk de schepelingen, welke zich nog op de bodem bevonden en in groot gevaar verkeerden, te redden en aan de anders wisse dood te ontrukken. Bij onderzoek is gebleken, da0t dit schip een Deens galjasschip was, genaamd PERLE, en gevoerd door kapt. P. Lindeman, komende met steenkolen van Schotland en bestemd naar Hamburg. De kapitein was bij de aankomst der boot reeds over boord geslagen en verdronken, zodat alleen de stuurman en de twee matrozen gered zijn geworden. De boot keerde met de geredden terug naar Ameland, waar tevens voor de goede berging der aan strand gespoelde goederen zorg werd gedragen.
Nadat de boot een uur vertrokken was, ontdekte men nabij de branding een ander schip, en vermoedende dat hetzelve ten gevolge van de hevige storm moest stranden, werd door het bestuur der maatschappij aldaar terstond aan de oppasser der boot last gegeven om met dezelve onverwijld terug te komen. Intussen strandde dit schip kort daarna. Men liet een vat aan een loodlijn naar het strand drijven, hetwelk door de aanwezigen, welke hand aan hand in zee liepen, gevat werd en langs welke lijn de schipbreukelingen, ten getale van vier en een vrouw, met het grootste gevaar een voor een aan land getrokken werden. Hoe gevaarlijk deze aanlandtrekking was, daar ieder der geredden minstens zes minuten onder water en door een hevige branding getrokken moest worden, kan elk begrijpen.
In de nacht van de 9e strandde weder een schip. De reddingboot werd dadelijk derwaarts gebracht en bereikte hetzelve. Daar het schip zeer hoog gestrand was, bleef de equipage echter aan boord om het laagwater af te wachten.
Tezelfder tijd strandde iets oostelijker in de buitenbanken nog een schip. De boot stak ter stond opnieuw in zee, Men bevond, dat het een vrij groot schip was, welks bemanning in levensgevaar verkeerde en een noodgeschrei aanhief. Weldra verbrijzelde het achterschip en viel de grote mast over boord. Tweemaal keerde de boot terug, daar zij het schip niet kon naderen wegens de om hetzelve drijvende tuigage, wrakken en hoge branding. Een derde poging gelukte en men redde nog vijf van de manschap; twee waren reeds bij het over boord slaan van de grote mast verdronken. De redding dier vijf manschappen ging met grote gevaren vergezeld, want een ogenblik daarna kraakte het schip en sloeg geheel uit elkander.
- Het tweede hier bedoelde schip was het Nederlandse smakschip MARIA GEERTRUIDA, kapt. J.L. Dokter (opm: bouwjaar 1831; kapt. Jan Livius Dokter), met rogge van Koningsbergen naar Rotterdam bestemd; schip en lading zijn verloren.
- Het derde was het Nederlands kofschip ALBERDINA, kapt. A.A. Wolkammer, met rogge van Wolgast naar Rotterdam bestemd; de tuigage en lading van dit schip blijven waarschijnlijk behouden. (opm: het hol werd geborgen, op 5 juli 1850 aangekocht door koopman O.A. Brouwer en op 28 augustus 1850 als HET FORTUIN VAN DOCKUM voor NLG 2.000 doorverkocht aan kapt. G.A. Brouwer; na te zijn opgekalefaterd ging kapt. Brouwer met de kof naar zee)
- Het vierde was het Engelse brikschip MARY JOHN, kapt. Paul Colledge, met steenkolen van Hartlepool naar Hamburg bestemd. Dit schip is met de lading geheel verloren.
(opm: zie voorgaand bericht d.d. Ameland, 9 oktober en ook PGC 161049)

Afbeelding