Tonningen (opm: Tönning), 30 september. Wegens tegenwind en storm liggen hier ter rede geankerd de volgende Nederlandse schepen: MEMEMTO MORI, kapt. Balk; JACOMINA HILLEGONDA, kapt. Speelman; ALBERDINA, kapt. Schuur; WATERPLOEG, kapt. van der Veen; TAMMO, kapt. Mulder; GRIETJE, kapt. Alberts; SCHOUWEN, kapt. Buitkamp.

Libau (opm: Liepaja), 3 augustus. De Nederlandse tjalk SCHOUWEN, kapt. K.A. Buitkamp, met een diepgang van 6½ voet, geladen met stenen en kalk, is na een reis van 23 dagen van Ruhrort aan de Rhein, alhier aangekomen. Dit is de eerste maal dat een zeilschip die reis heeft gemaakt.

Londen, 31 augustus. De Nederlandse tjalk SCHOUWEN, kapt. K.A. Buitkamp, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Moss, is lek te Frederikshavn binnengelopen.

Frederikshavn, 31 augustus. De lading van de hier lek binnengekomen tjalk SCHOUWEN, is vermoedelijk onbeschadigd, doch zal gelost moeten worden om het schip te repareren.

Frederikshavn, 10 september. De Nederlandse tjalk SCHOUWEN, schipper Buitkamp, op 31 augustus hier met averij binnengelopen, heeft na het beëindigen der reparaties de lading weer ingenomen en de reis naar Moss voortgezet.

Brunsbüttel, 22 maart. Van het tjalkschip SCHOUWEN, kapt. Buitkamp, van Sliedrecht naar Rudkøbing, is de kok in de Noordzee over boord gevallen en verdronken.

Hansweert, 22 november. De met tarwe geladen tjalk TWEE BROEDERS, schipper Van de Velde, bestemd naar Pruisen, is lek te Wemeldinge aangekomen. Pompers zijn aan boord.