|
Kapt. P.Y. Jobs, voerende het schip (opm: kof) de JONGE WILLEM, van Amsterdam den 24 november te Lissabon gearriveerd, meldt van daar den 26 dito, dat hij den 31 oktober, des nachts te 1 uur, op 46º12’ N.B. en 06º41’ W.L. beoosten de piek van Teneriffe (opm: zie voor verklaring DC 070823), een stortzee over gekregen heeft, waardoor een zwaar touw en het grootzeil, benevens de sloep en boot, zijn verloren gegaan, doch welke laatste hij terug bekomen en aan stukken op het dek vast gekregen heeft. Voorts waren de boorden ontzet geraakt, maar het schip meestal dicht gebleven, zo dat hij op de reis slechts weinig water gepompt heeft. Nog meldt hij, dat kapt. J.B. Frerichs, een dag voor hem, mede van Amsterdam, te Lissabon gearriveerd, hetzelfde lot getroffen heeft en van diens volk een man over boord geraakt is (opm: kof MARS, zie RC 301223). AC 191223 Van den 12 tot den 20 augustus zijn te Batavia gearriveerd de schepen HENRIETTE ELISABETH (opm: fregat), kapt. F.W. Godt, van Joana; PAKET VAN AMSTERDAM (opm: fregat), kapt. J. Precht, en WATERLOO (opm: bark), kapt. N. Hensken, beide van Amsterdam; SARA (opm: brik), kapt. P. Landberg, van Rotterdam, en zijn van daar vertrokken de CANTON PACKET, kapt. D. King, en l’UNION, kapt. C. Schake (opm: kapt. C. Schaeken, thuishaven Antwerpen), beide naar Antwerpen; en ANTOINETTA EN JACOBA, kapt. D. Kraijer, naar Amsterdam. Den 11 augustus is te Sourabaija gearriveerd Zr.Ms. fregat MELAMPUS, kapt. De Man, van Batavia.
|