1819
RC 070919
Amsterdam, 5 september. Kapt. R.S. Nannings, voerdende het schip de AFRIKAAN, den 2 dezer van St. George d’Elmina (opm: Ghana), vanwaar hij den 28 juni vertrokken was, in Texel binnengekomen, rapporteert, dat een maand voor zijn vertrek, 8 mijlen van St. George d’Elmina, een gedeelte der equipagie van het schip de DRIE VRIENDEN, kapt. C. Tol (opm: schoener, kapt. Casper Toll), van Fernambucq (opm: Pernambuco, thans Recife) naar Amsterdam gedestineerd, gerevolteerd (opm: gemuit) had, welke, na de kapitein, deszelfs zoon en stuurman vermoord te hebben, het schip in de lucht hebben laten springen; vier man, welke niet onder de revolterende behoorden, hebben zich door de vlugt gered, waarvan drie man (als zijnde een op de kust gestorven) door gemelde kapitein Nannings zijn overgenomen en alhier aangebracht. (opm: zie ook LC 250120)
1820
LC 250120
Londen, 11 januari. Uit berigten, dezer dagen van kaap Coast Castle (opm: Cape Coast Castle, thans Cape Coast, Ghana) ontvangen, blijkt, dat dit gedeelte van de kusten van Afrika zeer onveilig wordt gemaakt door zwermen van wreedaardige zeerovers, die, dikwijls, niet tevreden met de uitplundering der schepen, het scheepsvolk mede vermoorden. Dit is gebeurd aan een Hollands schip, de DRIE VRIENDEN genaamd (opm: schooner, kapt. Casper Toll, nabij St. George d’Elmina, zie RC 070919), in de streken van Dexcore, dat in de nacht aangeklampt werd, wanneer de kapitein, bootsman en al het scheepsvolk onmenselijk geslagt werden, terwijl de stropers vervolgens het schip lieten springen.