Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Fluit “Drie Gebroeders”
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 05 oktober 1815
Advertentie. T. Tentye, J. Wesseling en P. Bel Junior, makelaars te Amsterdam, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegde Beampte, op maandag den 16 oktober 1815, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezyds Heeren Logement op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Fluitschip, genaamd DE DRIE GEBROEDERS, gevoerd door kapt. Doede Annes, is in het jaar 1776 nieuw uitgehaald, lang over steven 142 voet, wijd, binnen zijn huid, 34 voet, hol, in het ruim, 16 voet, het verdek hoog aan boord 7 voet 9 duim, de stuurplegt hoog 10 voet, alles Amsterdamse maat, breder bij de inventaris omschreven, nader onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars en bij Van Heynen en Tentye.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat de volgende monsterrollen op naam van Doede (Deude) Annes op de “
“Stad Hindelopen, dd. 08 april 1780; 28 juli 1780, 21 augustus 1783; 14 april 1788; 10 april 1789;
“Twee Gebroeders”, dd 03 mei 1797 (Pruisische vlag); 14 augustus 1797 (Pr.); 19 april 1798 ( Pr.);
“Amsterdam”, 16 april 1802; 16 augustus 1802; 09 april 1803; 15 november 1803;
“Jonge Gerrit”, dd 24 april 1816; 05 april 1817; 21 juli 1817.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5081-7148-179 een acte van onderhandse koop/verkoop van de fluit “Concordia”, dd Emden juni 1814. De verkoper voor f 8000,- was Peter Johannes Piepersberg, koopman te Emden, names zijn handelshuis Jan Suytjes Ruyl & Zn te Emden. De acte passeerd op 21 juni 1814 te Emden voor notaris Johan Wilhelm Klop.
De koper was Petrus Johannes Wendorp (1/4de part) te Amsterdam, koper voor zich en zijn medereders de firma Frank van der Schoor & Zonen te Dordrecht (1/4de part), Jan Schouten (1/4de part) en de firma Gerrit van Hoogstraten & Zoon (1/4depart).
De kapitein voor eigenaar Wendorp was Reijndert Jansz Duijff.
Tijdens de transactie lag het schip te Amsterdam. Op 10 juni 1814 werd aldaar een rederij-ceduul opgesteld voor de aanvrage van een zeebrief.
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam op het Stadsarchief van Amsterdam 011a bevinden zich de volgende monsterrollen:
38-92 13 juni 1814, fluit “Concordia”, kapitein Reijndert Jans Duijff, varend onder Hollandse vlag, boekhouder Wendorp, bestemming Archangel, 17 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, bootsman, kok, 7 matrozen, 2 ligtmatrozen en een kajuitwachter.
38-99 10 april 1816, fluit “Kroonprins der Nederlanden”, kapitein Reinder Jans Duif, varend onder Hollandse vlag, correspondent P.J.Wensdorp. bestemming Frederikshaven, 18 bemanningsleden i.c. opperstuurman, onderstuurman, timmerman, bootsman, kok, 9 matrozen, 2 ligtmatrozen, koksmaat en een kajuitwachter.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 20 oktober 1814
Amsterdam, den 18 October. ….
Volgens een brief van Riga wordt van de 19e september (O.S.) gemeld: Dat het de vorige nacht vreselijk gestormd had, waardoor veel schepen en lichters voor de stad veel schade hebben bekomen. Kaptein R.J. Duyf, wiens schip genaamd CONCORDIA beladen ter rede lag, met zijn papieren te Riga teruggekomen zijnde om te klareren, was die ochtend naar de Boldera gegaan, om naar de toestand van zijn schip te vernemen, doch had hetzelve niet meer gevonden. Zijnde, volgens zeggen der loodsen, vijf of zes mijlen bewesten het Gat totaal verongelukt, zo men vreesde met al het volk. Volgens andere berichten zouden er nog verscheidene schepen, ter rede liggende, verongelukt zijn. ….