Groninger Archieven Archiefnummer Winschoten 145.139.12
DVD XLIII – 820, 821
Acte van Verkoop/Aankoop
Naam schip thans (1820) de VROUW ALBERDINA
plaats en datum acte: verklaring van in 1811 te Emden gehouden openbare verkoping, afgegeven te Emden op 10 februari 1820
type schip tjalk
bouwwerf/verkoper Jan Dirks Ihlder, scheepskapitein te Emden
gevoerd door kapt.
Eigenaar/aankoper Peeke E. Mooi, schipper te Pekela, enig eigenaar
te voeren door kapt. Peeke E. Mooi, in eigendom bevaren
grootte in tonnen 36 roggelasten
tuigage / aantal dekken
afmetingen
kiellegging
tewaterlating 1799
plaats / datum registratie
nummer van registratie deel
notaris Hieronymus Brückner, Koninklijk Groot-Britannisch-Hanovers
notaris in Oost-Friesland
prijs NLG 675.-, exclusief inventaris
Bijzonderheden:
Overlegd worden bij deze koop:
- een bijlbrief d.d. 17 augustus 1799 te Sappemeer (zonder in deze acte de bouwwerf te noemen) voor de ambtsman en rechter te Hoogezand.
- een acte van publieke veiling van 7 januari 1811 te Emden, waarbij het op 31 december 1810 te Emden geconfisceerde schip, eigendom geweest van genoemde Jan Dirks Ihlder, wordt aangekocht door Peeke E. Mooi.
Geregistreerd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Winschoten op 23 februari 1820
researcher/datum research: ML / 290510 (ingewikkelde acte, aan de juiste interpretatie twijfelt ML)
GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Appingedam 143.237.93
Appingedam 143.237.113
Appingedam 143.238-91, 162
DVD L – 234-239 – foto 7336 – 7345, 7364 – 7365, 7385 - 7391
SCHEEPSVERKLARING
Naam schip VROUW ALBERDINA
Scheepstype: smak
Gevoerd door: Pieke Engels Mooi (ook wel Mooy)
plaats en datum acte Appingedam, 25 februari 1824
Verscheen voor Mr. H.P.B. Taure, president van de Regtbank van Eerste Aanleg te Appingedam
Pieke Engels Mooi (ook: Mooy), schipper van de Nederlandse smak VROUW ALBERDINA,
Was op 15 november 1823 in Kiel begonnen met laden van een volle lading raapzaad, en de 18e beladen geworden en vertrokken naar Zaandam.
Op 23 december gingen ze bij Friederkstad (?) ten anker en met de boot naar de wal, daar de lading geheel ontzet was. Zij vervoegden zich bij Dierk Dierkien & Zoon om een lichter te bekomen om een gedeelte van de lading over te schieten. Op 27 december werden 60 tonnen raapzaad overgeslagen en op 29 december nog een aantal tonnen. Op 14 februari 1824 was de gehele lading weer terug aanboord.
Intussen was de bestemming door de firma Klotz & Zoon te Kiel gewijzigd in Groningen of Hull.
Op 15 februari vertrokken ze en kwamen die dag voor Tonningen ten anker. Na vertrek kregen ze slecht weer, waardoor het schip op haar zijde werd gesmeten, en de bemanning het grootzeil (zo goed als nieuw), de breefok en het topzeil (beter dan halfsleet) moestern wegsnijden, waardoor het schip weer begon te rijzen. Daarop bleek het schip lek te zijn geworden. Men sloeg een nieuw grootzeil en topzeil aan. Nadat ze op de Rottumer gronden waren verdaagd hesen ze de noodvlag. Deze werd op 20 februari gezien door een uit de Eems zeilende visever, die na een mondelinge overeenkomst assistentie verleende en tot Delfzijl is meegevaren. Op 23 februari 1824 arriveerden ze, al pompend, te Delfzijl waar ze het schip dadelijk in het slijk zetten, terwijl twee mannen van de wal bleven pompen.
De verklaring werd mede ondertekend door
Stuurman Jan Engels Mooi, 35 jaar, wonende in de Oude Pekel A,
Matroos Pieke Boeles de Weerd, 21 jaar, wonende in de Oude Pekel A, en
Hindrik Piekes Mooi, varende als koksmaat,
de gehele equipagie uitmakende.
Schipper Jacob Fock, 30 jaar, wonende te Finkenwaller onder Hamburg, van beroep visser, en Simon Keijzer, 26 jaar, eveneens te Finkenwaller, de visever bevarende, legden eveneens verklaringen af
plaats / datum registratie Appingedam, 25 februari 1824
nummer van registratie deel 4 folio 19 vak 7
Op 2 april werd de beschadigde koolzaad in aanwezigheid van de agent van de Lloyd’s ten huize van kastelein W.H. Smit te Delfzijl openbaar verkocht.
researcher/datum research: GM / 12.10.2011