1814

Op 10 januari 1814 wordt voor de VROUW JANTINA de eerste zeebrief verstrekt aangevraagd door Jan Egberts Dik uit Nieuwe Pekela voor zichzelf als kapitein.

RC 241214
Den 22 december zeilden uit de Maas de VROUW JANTINA, J. E. Dick (opm.J.E. Dik), naar Bristol. 

1815

LCO 110115
Amsterdam, 9 januari. Arrivementen. 30 december te Bristol de VROUW JANTINA, Kapt. J E. Dik

1816

Op 4 september 1816 wordt voor de VROUW JANTINA door Jan Egberts Dik uit Nieuwe Pekela een zeebrief aangevraagd voor zichzelf als kapitein.

LCO 251116
Amsterdam den 23 November. Sedert onze laatste zijn in Tessel binnen gekomen W. de Weerd, JONGE GERRIT, van Newcasle. J E. Dik, VROUW JANTINA , van Riga.

1818

RC 060818
Den 3, des avonds, en den 4, des morgens, zeilden uit de Maas de schepen de ONDERVINDING, S. E. Hoveling, de VROUW JANTINA, J. E. Dik, de VROUW TUNNEGINA, E. K. de Wilde, de GOEDE VERWACHTING, M. P. de Jonge., naar Londen
MCO 141118
Vlissingen den 12 november. Sedert onze laatste is voor Antwerpen alhier ter reede gekomen de VROUW JANTINA, kapt. J. E. Dik, van Riga, met lijnzaad. 

1819

Op 12 januari 1819 wordt voor de VROUW JANTINA door Jan Egberts Dik uit Nieuwe Pekela een zeebrief aangevraagd voor zichzelf als kapitein.

1820

MCO 130420
Vlissingen 11 april. Sedert den 9 dezer zijn van Antwerpen de Scheld, afgekomen en naar zee gezeild: De VROUW JANTINA, kapt. J. E. Dik, naar Hull, met beenderen.
LC 061020
Harlingen.
Den 28 september uitgezeild de kofschepen de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, JOHANNES, kapt. R.H. Jonker, beide met ballast op avontuur, het sloepschip NAJADEN, kapt. H.J. Bockman, met stukgoederen naar Hapsal, de smakschepen MARIA SOPHIA, kapt. R.D. Lovius, met pannen en steen naar Hamburg, de VROUW JANTINA, kapt. J.E. Dik, met ballast en pannen op avontuur

1821

Op 2 februari 1821 wordt voor de VROUW JANTINA door Jan Egberts Dik uit Nieuwe Pekela een zeebrief aangevraagd voor zichzelf als kapitein.

RC 260421
Rotterdam, 25 april. Den 23 arriveerde de VROUW JANTINA, J.E. Dik, van Droubek (opm: waarschijnlijk Drobak)
RC 080521
Rotterdam, 7 mei. Den 7 zeilden de VROUW JANTINA, J.E. Dik, naar …(opm: niet vermeld)
RC 201221
Amsterdam, 18 december. Van Elseneur (opm: Helsingör) wordt van den 11 december gemeld, dat de kortelings uit de Oostzee gearriveerde schepen derzelver reizen vervolgd hadden. Bij het vertrek van de post was weder een vloot schepen, uit de Oostzee komende, in het gezigt, waaronder de VROUW JANTINA, kapt. J.E. Dik, van Petersburg naar Amsterdam.

1822

RC 080122
Amsterdam 6 januari. Den 2 is met het vallen van de avond, door een Vlielander loodsschuit, geloodst een smak, welke in het Gat van Stortemelk ten anker gekomen is, zo men zegt van Petersburg, laatst uit Noorwegen; van dezelve kan men niets ontwaren waar dezelve gebleven is; op de Griendenwal heeft men twee wrakken ontdekt, vermoedelijk van gemeld smakschip, waarheen zich een loodsschuit heeft begeven, welke des morgens van den 3 in het Vlie is geretourneerd; de schipper derzelve rapporteert, dat hij op de Griendenwal gevonden heeft enige wrakken en de vleet (opm: zeilen incl. staand en lopend tuig) van een smakschip, waarin zich bevonden drie lijken, waarvan hij, door het slechte weer, slechts een lijk had kunnen bergen, zijnde een jong persoon welks linnen gemerkt was J.B.S; ook had de loodsschipper zien drijven bij en op het wrak drie karns talk, zodat dus waarschijnlijk de gehele equipagie en loods van de gemelde smak omgekomen zijn. (opm: VROUW JANTINA; de opvarenden waren kapt. Jan Egberts Dik (31), stuurman Abraham Tiessen Dik (31), zeeman Berend Geerts Nieten (19) en scheepsjongen Jacob Berends Smit (15); zie ook RC 150122 en GRC 150122)
RC 150122
Amsterdam, 13 januari. Van het in het Stortemelksgat (opm: tussen Vlieland en Terschelling) verbrijzelde smakschip de VROUW JANTINA, kapt. J.E. Dik (opm: zie RC 080122), van Petersburg naar Amsterdam, zijn op Terschelling aangespoeld 6 vaten talk, gemerkt aan de ene zijde BK, NH, no. 86, 342, 381, 385, 662 en een nummer onzigtbaar, en aan de andere zijde N, alsmede S & C in een driehoek, benevens enige losse talk. Op Vlieland is een weinig van de tuigagie aangespoeld, en op Texel een vat talk, gemerkt als boven, aangebragt.
GRC 150122
Wegens de smak (in onze vorige courant gemeld), den 1 dezer in het Stortemelk Gat, bij Vlieland, ten anker gekomen, en welke naderhand, alzoo men van dezelve niets vernomen heeft, totaal verongelukt is, wordt in een brief van Harllngen, van den 4 dezer, gemeld, dat aldaar reeds 22 vaten talk, gemerkt BKVH/S'& C, en een driehoek waar in M, uit dezelve aangespoeld waren, en waarschijnlijk nog na er aan de Vriesche kust zouden aangedreven zijn; voorts verzekert kapt. Hend. Luning, van Petersburg te Amsterdam gearriveerd, dat gezegde smak is genaamd de VROUW JANTINA, gevoerd door kapitein Jan Egberts Dik, welke ie gelijk met hem van Peitersburg naar Amsterdam gezeild en ook geloodst is.
LC 250122
Indien er uit de lading van het bij Vlieland verongelukte kofschip de VROUW JANTINA (opm: smak), wijlen schipper J. E. Dik, bestaan e in A. 1 -4 70, 70 karnen talk; een N in een driehoek met S C er onder 71 _ 120, 50 dito dito; een dubbelde driehoek S & C daar onder 1 . 42, 42 vaten potasch; een O in een dubbelde driehoek, met B & C daar onder, no. 72 4 79, 8 balen pennen, aan de Vriesche kusten iets mocht worden aangebracht, of komen aanspoelen, worden, heren Strandvonders of wie er kennis van dragen, verzocht (voor zoo ver dit nog niet geschied is), Daar van opgave te doen aan de ondergetekenden, als met de reclamatie belast. Harlingen, den 21 Januari 1822. Barend Visser & Zoon.
OHC 040722
J. H de Warm, C. Kopersmit junior, J. Weyerman, A. Kramp, J. Weyerman junior en G. L.G. Linckers, makelaars, zullen op donderdag den 11 juli 1822, ’s avonds ten 6 uren precies, te Amsterdam in de Brakke Grond in de Nes, verkopen: zeven karns , 12 vaten, 2 manden en 1 zakje beschadigde St. Petersburger witte kaarsen talk, geborgen uit het schip de VROUW JANTINA, kapt. J.E. Dik, van St. Petersburg naar Amsterdam gedestilleerd, welk schip in het Stortemelks-Gat is verongelukt; 13 1/2 Vat Archangelsche eerste soort en 3 1/2 Vat dito dito lichtbeschadigde borstels; 17 vaten Elbinger en 5 Vaten Archangelsche potasch, vers uit zee aangebragt en 3000 Stuks Moscovische 4 Els matten; leggende als bij notitie nader zal worden aangewezen.