Inloggen
BOTHNIA - ID 1077


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1937
Classification Register: Lloyd's Register of Shipping (LR)
IMO nummer: 5063083
Nat. Official Number: 5830 Z ROTT 1937
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Scheepswerf v/h. Jan Smit Czn., Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 521
Launch Date: 1937-05-05
Delivery Date: 1937-06-08
Technical Data

Engine Manufacturer: Humboldt-Deutz Motoren A.G., Cologne (Köln), Germany
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 8
Power: 400
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Deutz Type (280x450)
Speed in knots: 8.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 494.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 251.00 Net tonnage
Deadweight: 650.00 tons deadweight (1016 kg)
Grain: 32018 Cubic Feet
Bale: 29944 Cubic Feet
 
Length 1: 51.62 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 47.99 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 8.31 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.48 Meters Depth, moulded
Draught: 3.21 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-00-1961
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Nieuwe hoofdmotor: 4tew 6 cil 500 Pk Deutz (1950) Type (320x450) 9 Kn.

Ship History Data

Date/Name Ship 1937-06-08 BOTHNIA
Manager: Firma J.J. Onnes, Cargadoors-, Scheepvaart- en Bevrachtingsbedrijf, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: N.V. Motorvrachtvaart 'O.K.E.', Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder: A. Lettinga en J. Sjouwke
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PDFV

Date/Name Ship 1938-12-12 MOGHREB
Manager: Compagnie Chérifienne d' Armement, Casablanca, Morocco
Eigenaar: Compagnie Chérifienne d' Armement, Casablanca, Morocco
Shareholder:
Homeport / Flag: Casablanca / Morocco
Callsign: CNAG

Date/Name Ship 1940-00-00 MAGHREB
Manager: Compagnie Chérifienne d' Armement, Casablanca, Morocco
Eigenaar: Compagnie Chérifienne d' Armement, Casablanca, Morocco
Shareholder:
Homeport / Flag: Casablanca / Morocco
Callsign: CNAG

Date/Name Ship 1961-00-00 CARACAS
Manager: Francesco Esposito, Naples, Italy
Eigenaar: Francesco Esposito, Naples, Italy
Shareholder:
Homeport / Flag: Naples / Italy
Callsign: ILCK

Ship Events Data

1937-06-08: Als BOTHNIA, zijnde een zeemotorvrachtschip, metende 1933.05 m3 bruto inhoud, liggende te Alblasserdam, door K. Melchers, scheepsmeter te Rotterdam, ten verzoeke van de N.V. Motorvrachtvaart Oke te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 5830 Z ROTT 1937 op het achterschip midden in het achterschot van het dekhuis op verhoogd achterdek.
1937-06-18: De Banier 18-06-1937: Alblasserdam. — Na een goed geslaagde proeftocht werd door de N.V. Scheepswerf Jan Smit Czn. alhier, aan de heeren Lettinga en Sjouwke te Heemstede (Opm.: Moet zijn: N.V. Motorvrachtvaart Oke te Groningen.) afgeleverd het zeemotorvrachtschip „BOTHNIA", groot 630 ton deadwelght. Het schip heeft de volgende hoofdafmetingen: lengte 48 M., breeddte 8.30 M., holte 3.55 M. De voortstuwing geschiedt door middel van een 400/480 P.K. Deutz Compressorlooze Dieselmotor. Deze motor werd in het schip gemonteerd door de machinefabriek J. H. Keller te Kralingsche Veer. Voorts werd aan boord nog geplaatst een hulpmotor van 36 P.K. voor aandrijving van de dynamo die den stroom moet leveren voor de electrisch gedreven lieren en de verlichting. Het is uitgerust met twee masten met ieder twee Mannesmannlaadboomen, waarbij electrische lieren zijn geplaatst. Op het voordek staat een electrisch gedreven ankerlier. Tevens heeft het een electrischen kaapopstand, fabr. v. d. Giessen. De verblijven der bemanning zijn in het achterschip ondergebracht en zijn centraal verwarmd. De bouw geschiedde volgens klasse Lloyds 100 A 1 en Scheepvaartinspectie.
1937-09-13: De Maasbode 13-09-1937: m.s. Bothnia. Het Nederlandsche m.s. Bothnia, met hout van Archangel naar Teignmouth bestemd, liep Zaterdagavond als bijligger te IJmuiden binnen voor het verwisselen van eenige opvarenden. Daarna vervolgde het motorschip de reis, via Vlissingen, alwaar het moet bunkeren.
1938-06-21: De Telegraaf 04-03-1939: Buitenboord afsluiter open gelaten. Amsterdam, 3 Maart. -De Raad voor de scheepvaart heeft heden uitspraak gedaan inzake het water maken van de motorkamer van het motorschip “BOTHNIA”, liggende in de haven van Aalborg, op 21 Juni 1938. De Raad is van oordeel, dat dit ongeval aan de schuld van den betrokkene, den eersten machinist is te wijten. Het is altijd onverantwoordelijk, zonder onmiddelijk toezicht, buitenboordafsluiters te laten openstaan. De betrokkene geeft dit dan ook toe. Het is den Raad bekend, dat het euvel van het zonder controle open laten staan van buitenboordafsluiters zich meermalen voordoet. De Raad wilde thans nog met een berisping volstaan.
De Maasbode 26-06-1938: Scheepsberichten: m.s. Bothnia. Aalborg, 25 Juni. — Zoodra de machinekamer van het meer gemelde Ned. m.s. Bothnia was leeggepompt, heeft men het schip onderzocht. Gebleken is, dat het niet lek is, zoodat het dus niet noodig is om het in een droogdok te zetten. Door welke oorzaak de machinekamer is volgeloopen, is tot nog toe een raadsel. Gisteren is men met het lossen der lading zout gereed gekomen. De motor is schoongemaakt en nagezien, terwijl de electrische installatie is gedroogd en hersteld. Vermoedelijk zal het schip 30 Juni of 1 Juli van hier kunnen vertrekken.
Algemeen Handelsblad 29-06-1938: Bothnia. (Aalborg, 25 Juni). Nadat het motorschip „Bothnia" (zie Ochtendbl. 27 dezer) lens was gepompt, bleek dat het schip dicht was. Wat de oorzaak is geweest dat de machinekamer vol water is geloopen, is niet ontdekt kunnen worden. Men is thans bezig den motor schoon te maken en na te zien. De lading is intusschen gelost. Vermoedelijk zal het schip 30 Juni/l Juli weder kunnen vertrekken.
Bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant van Dinsdag 21 Maart 1939, no. 57. Uitspraak van den Raad voorde Scheepvaart. No. 29. Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart in zake het water maken van de motorkamer van het motorschip Bothnia, liggende in de haven van Aalborg. Betrokkene: de eerste-machinist Adrianus Werner. Op 21 Juni 1938 is de motorkamer van het motorschip Bothnia, terwijl het in de haven van Aalborg lag, gedeeltelijk met water gevuld. In overeenstemming met het voorstel van den inspecteurgeneraal voor de scheepvaart besliste een commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij artikel 29 der Schepenwet, dat de Raad een onderzoek naar de oorzaak van dit ongeval zou instellen. Bovendien besliste genoemde commissie, dat het onderzoek tevens zou loopen over de vraag of niet het ongeval mede was te wijten aan schuld van den eerste- machinist Adrianus Werner, wonende te Schiedam. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 1 December 1938 in tegenwoordigheid van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart. De Raad nam kennis van de stukken van het voorloopig onderzoek der scheepvaartinspectie, waarbij een rapport met schets van een deskundige van die inspectie, den expert Harm Schuringa, en hoorde den betrokkene, Adrianus Werner, voornoemd, buiten eede. De voorzitter zette hem doel en strekking van het onderzoek uiteen en gaf hem gelegenheid tot zijn verdediging aan te voeren, hetgeen hij daartoe dienstig achtte, hem daarbij het laatste woord latende. Uit de verklaringen en bescheiden is den Raad het volgende gebleken. De Bothnia is een Nederlandsch motorschip, metende 493,86 bruto-, 251,50 netto-registerton, roepnaam PDFV, van de N. V. Maatschappij Oke., te Rotterdam. Het schip is in het jaar 1937 van staal gebouwd. Op 21 Juni 1938, des morgens omstreeks te 6.45 uur, terwijl het schip in de haven van Aalborg lag, werd de kapitein door den stuurman gewaarschuwd, dat de motorkamer gedeeltelijk onder water stond. Een bergingsvaartuig moest worden aangenomen om het water te verwijderen, waarna de motorkamer omstreeks te 12 uur 's middags weer lens was gepompt. De eerste-machinist Werner verklaarde: dat hij op 21 Juni 1938 des nachts omstreeks te 3 uur aan boord kwam om de bnllasttanks te laten oploopen, waartoe hij de beide buitenboordsafsluiters en de afsluiters aan de ballastverdeelkasten openzette; dat het onder normale omstandigheden door de non-returnkleppen niet mogelijk is, dat er water in de motorkamer komt; dat hij dien nacht alle tanks en de voorpiek tegelijk wilde laten oploopen, omdat hij den vorigen dag, tijdens het lossen, op order van den kapitein telkens had moeten pompen om het schip recht te houden; dat hij, alvorens heen te gaan, niet aan de kranen heeft gevoeld, maar alleen heeft nagegaan of de kleppen gelijk lagen, hetgeen het geval bleek te zijn; dat hij zich daarna naar zijn hut heeft begeven en omstreeks te 5.30 uur voormiddags naar bed ging; dat hij te 6.45 uur door den tweede-machinist werd gewaarschuwd, omdat er water in de motorkamer stond; dat met behulp van een bergings- vaartuig de motorkamer leeggepompt is; dat hij, zoodra dit mogelijk was, de beide buiten- boordsafsluiters en daarna de afsluiters aan de ballastverdeelkasten heeft dichtgezet en de lensafsluiters controleerde, welke alle dicht stonden; dat hij waarnam, dat het water in de motorkamer vermeerderde na het sluiten van de buitenboordsafsluiters door water uit de voorpiek; dat hij daarna alle non-returnkleppen van de lens- en ballastinrichting heeft gedemonteerd, doch hieraan niets bijzonders vond; dat hij vermoedt, dat eenig voorwerp tusschen een klep is blijven steken; dat hij toegeeft, dat het verkeerd is de kranen zonder eenig toezicht open te laten staan. De expert Schuringa zegt in zijn rapport: dat hij van meening is, dat na het openzetten van de beide buitenboordsafsluiters en de afsluiters aan de ballastverdeelkasten door den eerste-machinist water door non-returnkleppen in de motorkamer is geloopen : dat tusschen één of meer van deze kleppen en hun zittings iets moet gezeten hebben, zoodat de kleppen niet afsloten; dat een en ander wordt bewezen door de omstandigheid, dat na het dichtzetten van de buitenboordsafsluiters water uit de voorpiek in de motorkamer is gevloeid. De inspecteur-generaal voor de scheepvaart heeft zich gerefereerd aan de beschouwingen van den expert bij de scheepvaartinspectie, onder opmerking voorts, dat blijkens het gehouden onderzoek de betrokkene in volle confessie is. De Raad is van oordeel, dat dit ongeval aan de schuld van den betrokkene, den eerste-machinist Adrianus Werner, is te wijten. Het is altijd onverantwoordelijk, zonder onmiddellijk toezicht buitenboordsafsluiters te laten openstaan. De betrokkene geeft dit dan ook toe. Wat de oorzaak van het loopen van water in de motorkamer is geweest, valt achteraf niet meer met zekerheid vast te stellen. Hoogstwaarschijnlijk heeft er een returnklep onklaar gezeten. De betrokkene heeft wel verklaard, dat een voorafgaande doeltreffende controle niet mogelijk is, maar het onmiddellijk toezicht heeft dan toch dit voordeel, dat men het water, dat in ruim of motorkamer komt, dadelijk op het spoor is en dan dadelijk de noodige maatregelen kunnen worden genomen. Trouwens er kan dan voortdurend worden gepeild, hetgeen ook behoort te geschieden, als men tanks op laat loopen. Het is den Raad bekend, dat het euvel van het zonder controle open laten staan van buitenboord- safsluiters zich meermalen voordoet. De Raad wil thans nog met een berisping volstaan. Mitsdien: Straft den betrokkene, Adrianus Werner, geboren 26 Maart 1900, wonende te Schiedam, door het uitspreken van een berisping. Aldus gedaan door de heeren prof. mr. B. M. Taverne, eersteplaats- vervangend-voorzitter, A. L. Boeser en J. N. Egmond, leden, E. Kramer en J. B. Piscaer, buitengewone leden, T. Tammes, plaatsvervangend buitengewoon lid, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. H. B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door voornoemden voorzitter ter openbare zitting van den Raad van 3 Maart 1939. (get.) B. M. Taverne, H. B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H. B. Tjeenk Willink, Secretaris.
1938-12-01: Algemeen Handelsblad 01-12-1938: Verkochte Schepen. Door bemiddeling van de makelaars Jacq. Pierot Jr. & Zn. te Rotterdam, is het Nederlandsche zeemotorvrachtschip “Bothnia”, 650 dwt., gebouwd in 1937 door J.Smit Czn. te Alblasserdam, voorzien van 400-480 I Pk 8 cylinder de Deutz-dieselmotor en toebehoorende aan de N.V. Motorvrachtvaart “Oke” te Groningen, naar Marokko verkocht.
1973-02-00: Gesloopt te Baia door Cantiere Nettuno.

Afbeeldingen


Omschrijving: Tewaterlating Bothnia 5 mei 1937
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Tewaterlating

Omschrijving: MAGHREB
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Onbekend *