Familiege gevens en opleiding
Govert Crans werd geboren/gedoopt te Dordrecht op 03/10 oktober 1810 als zoon van Jan Crans en Johanna Schoenmakers (neef van de scheepsbouwer Jan Schouten te Dordrecht).
Hij huwde op 18 september 1839 te Dordrecht met Helena Pieternella Adriana de Mey (16 jaar!), geboren te Dordrecht 21 juli 1823 als dochter van Willem Johan van der Mey (winkelier) en Maria Eysbergen.
Hij huwde voor de tweede maal in 1855 met Susanne Marie Beatrix Geistman, geboren op 07 juni 1830 te Brielle als dochter van Jan Geistman, koopvaardijkapitein. Hij woonde in 1857 in de Boomstraat C.154 met zijn vrouw en twee zoons Adriaan Johan, geboren 1840 en Govert, geboren 1856, beiden te Dordrecht. De wed. Crans-Geistman overleed in december 1882.
Bij zijn overlijden op 04 juni 1872 te Dordrecht was Govert oud-zeekapitein en woonde in de Voorstraat C935 te Dordrecht.
Govert werd op 27 december 1838 met nummer 213 als lid ingeschreven van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064
Govert Crans werd op 10 mei 1824 als leerling ingeschreven aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam010(532-1514).
Volgens het doopcedul werd hij te Dordrecht gedoopt op 10 oktober 1810 als zoon van Jan Crans uit Dordrecht, gereformeerd en Johanna Schoenmakers uit Dordrecht, eveneens gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving van zoon Govert waren beide ouders overleden. "...de voogden des jongelings de heeren Dirk Crans en Johannes Schoenmakers Jz te Dordrecht hebben den jongeling aangeboden ...". Govert was 1 el/41½ duim lang, 13½ jaar oud en gevaccineerd.
De vorderingen werden in een drie-maandelijkse rapportage vastgelegd:
"1 july 1824 3/m rappt leert de wiskundige tekens ...
1 jan.1826 geplaatst bij de engelsche meester ...
9 april 1827 ... geplt als kajuitwachter op het schip Neerlandsch Kroonprins Captn Heins naar Batavia voor Rotterdam
18 maart terug van de reis met goede attestatie
7 july 1828 als ledemaat aangenomen bij Do Wander
18 november 1828 geplaatst als ligtmatroos op het schip Anna Louisa kapt.K.de Jong naar Demmerary
1 augs 1829 terug van de reis met goede attestatie
5 augs 1829 als kweekeling eervol ontslagen met attestatie en certift vrijst. voor de mil. militie".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Crans, adres A.Huidekoper, werd met nr.460 effectief lid van Zeemanshoop per 16 april 1839 op voorspraak van C.C.Kat. Zijn schip was de "Delta"002. Ten tijde van de inschrijving was de man 29 jaar en de vrouw 17 jaar. Ingeschreven staan twee zonen geboren in 1840 en 1848002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 09/16 april 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Govert Crans, oud 29 jaar, voerend het schip “Delta”, wonend te Dordrecht en met als adres de heer van der Meulen te Amsterdam, op voordracht van kapitein C.C.Kat. Hij kreeg vlagnummer 460023.
Govert Crans uit Dordrecht was met vlagnummer 5 in de periode 15 maart 1839 t/m 1851 en met vlagnummer 9 in de periode 1852 tot aan zijn overlijden op 03 juni 1872 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Bij de inschrijving wordt als schip de “Delta” genoemd.111 en 064.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 augustus 1857 vraagt kapitein G.Crans om een vermindering van zijn contributie, hetgeen wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van 04 februari 1858 vraagt kapitein G.Crans om onderstand welke hem in de vergadering dd 25 februari 1858 voor 3 maanden wordt toegestaan ingaande 01 februari 1858. Verlenging met 12 maanden per 29 april 1858. Op 26 augustus 1858 staat het bericht omtrent de “voortdurende ongesteldheid” van kapitein G.Crans. Per 28 april 1859 wordt een verlenging van 12 maanden toegestaan. Idem per 01 mei 1860. Idem per 06 juni 1861. Idem per 05 juni 1862. Idem per 28 mei 1863. Idem per 26 mei 1864. Op 11 mei 1865 wordt de uitkering verlengd tot 01 mei 1866. Op 03 mei 1866 een verlenging tot mei 1867. Op 02 mei 1867 verlenging tot 01 mei 1868. Op 28 mei 1868 verlenging tot 01 mei 1869. Op 29 april verlenging tot 01 mei 1870. Op 28 april 1870 verlenging tot 01 mei 1871. Op 04 mei 1871 verlenging tot 01 mei 1872. Op 25 april 1872 een verlenging tot 01 mei 1873.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 juni 1872 vraagt de wed. G.Crans geb. Gerstman om onderstand welke hem in de vergadering van 06 augustus 1872 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1872 voor haar en 5 kinderen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 januari 1880 wordt vermeld: “Brief van de wed. Crans Geistman te Dordrecht verzoekende dat haar alle 3 maanden hare uitkeering worde geremitteerd. Verwijzen naar art. 64 van het Oude Reglement.” Dit artikel regelt de wijze van inning van de uitkering
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1880 komt de wed. G.Crans-Geistman uit Dordrecht terug op haar vroegere verzoek (maar wat dat betekent staat niet vermeld)042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 december 1882 staat het overlijden vermeld van de wed. G.Crans geb. Geistman.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 01 september 1857 staat een verzoek van kapitein G.Crans om een vermindering van contributie toe te staan, hetgeen door het Bestuur wordt afgewezen.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering Zeemanshoop dd 09 maart 1858 staat vermeld dat voor 3 maanden een uitkering is toegekend aan kapitein G.Crans. In de notulen dd 31 augustus 1858 wordt vermeld een: “Brief van kapt G.Crans inzendende bewijs van voortdurende ongesteldheid.” De uitkering wordt voor 12 maanden gecontinueerd in de vergadering van 14 juni 1859. Idem op 29 mei 1860. Idem op 18 juni 1861. Idem op 17 juni 1862 Idem op 21 juni 1864. Op 30 mei 1865 continuering tot 01 mei 1866. Verlenging met 12 maanden op 29 mei 1866. Op 26 mei 1868 verlenging met 12 maanden. Op 11 mei 1869 verlenging met 12 maanden. Idem per 24 mei 1870. Idem per 20 juni 1871 Idem per 21 mei 1872.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 20 augustus 1872 staat vermeld dat per 01 augustus 1872 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. G.Crans geb. Geistman voor haar en 5 kinderen.023.
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd begin 1839 staat de boeking van het entreegeld ad f 15,- van G.Crans.064b
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
460 1839-1840 fregat Delta A.Kist Ez te Dordrecht
1841-1849 fregat Delta H.v.d.Sande Hz c.s. te Dordrecht
1850-1851 fregat Delta idem
1851-1853 fregat Osiris idem
180 1854-1855 fregat Osiris idem
1856-1871 geen opgave van schip en boekhouder
G.Crans was van 1840-1842 gezagvoerder van het 3/mschip de “Delta”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 950 ton n.m., varend voor A.Kist Ez te Dordrecht025.
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat G.Crans als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1846; 1850; fregat “Delta” boekhouder Herm. v.d.Sande Hz c.s. te Dordrecht
* 1852 t/m 1857 fregat “Osiris” boekhouder F. van Wageningne c.s. te Dordrecht
* 1858, 1859; 1861 geen vermelding van schip
Bouma025 vermeldt G.Crans als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1841 op het 3/m schip “Delta”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 950 ton o.m., varend voor A.Kist En te Dordrecht;
* 1842 t/m 1847 op hetzelfde schip maar nu varend voor H. v/d Sande te Dordrecht;
* 1848 t/m 1852 op hetzelfde schip maar nu varend voor F.& J. van Wageningen te Dordrecht;
* 1853 t/m 1856 op het 3/m schip “Osiris”, gebouwd in 1840 te Dordrecht, 975 ton o.m., varend voor F. & J. van Wageningen te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Volgens een monsterrol dd 05 december 1831 (Gemeentearchief van Dordrecht) monsterde hij als 4e stuurman op het fregat “Stad Dordrecht” onder kapitein Klaas Schinkel voor een reis naar Batavia en een equipage van 41 man. In 1837 was hij 1e stuurman op de brik “Nijverheid” (onder kapitein T.J.J.Bouman) en geraakte bij een brand aan boord door blikseminslag op de Indische Oceaan in de grote top met de gehele bemanning op de kust van Mocambique.
Hij vertrekt als gezagvoerder van het fregat “Delta” op 05 deember 1839 voor een reis naar Batavia met als 1e stuurman Isaac Stam de Jonge. Volgens de monsterrol is hij per 04 augustus 1841 gezagvoerder op het fregat “Delta” voor een reis naar Batavia met een equipage van 40 man. Per 15 maart 1850 (monsterrol nr. 1442 in het Gemeentearchief van Dordrecht) is hij gezagvoerder van de “Delta” voor een reis naar Australië met aan boord 1e stuurman Daniel Bakker, 2e stuurman A.Amstrong en 3e stuurman Cornelis van Heemstede Obelt. Op 23 januari 1853 vertrekt hij als gezagvoerder op het fregat “Osiris” voor een reis naar Australië/Java en is weer terug op 28 november 1853064.
Dordrecht heeft een rederij gehad die naar het schijnt uniek in ons land is geweest. Het was een rederij, waarvan aandeelhouders en bestuurders vrijmetselaars evenals de bouwer van de schepen en de kapiteins (markering door S.P. Om deze reden opgenomen in deze Lexicon). Het eerste schip van deze rederij was de Broedertrouw, een fregat van 810 ton dat gebouwd werd door Jan Schouten en in 1836 te water werd gelaten, tot het in 1857 werd verkocht. Na de Broedertrouw volgden de Delta en de Osiris, waarin uitsluitend leden van de Dordtse loge La Flamboyante participeerden. Het vierde schip van de maçonnieke rederij liep in 1853 van stapel en werd genoemd naar de in 1852 overleden scheepsbouwmeester Jan Schouten. Dan volgt als nummer vijf een schip dat voor rekening kwam van de gehele Nederlandse vrijmetselaraij Ter ere van een maçonniek jubileum en ter gelegenheid van het feit dat prins Frederik, een zoon van Koning Willem I, zijn veertigjarig jubileum als grootmeester van de Nederlandse vrijmetselarij vioerde, werd dit barkschip van 775 ton Gootmeester Nationaal genoemd049
D.Crans verzorgde per 23 mei 1847 vanuit Hellevoetsluis met de “Delta” een troepentransport van 5 officieren en 200 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 augustus 1847 na 92 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.
Ontleend aan. van Blokland-Visser064 de volgende bijzonderheden:
MRD = Monsterrol uit het Gemeentearchief van Dordrecht
Op een monsterrol (MRD 463) wordt G.Crans. oud 30 jaar, wonend te Dordrecht, op 05 december 1831 ingeschreven als 4e stuurman met een maandgage van f 24 - op het fregat “Stad Dordrecht” onder kapitein Klaas Schinkel en vertrok hij met 41 man naar Batavia
In 1837 werd hij 1e stuurman op de brik “Nijverheid” op de Indische Oceaan. Het schip raakte door bliksem inslag in brand in de grote top en strandde met de gehele bemanning op de kust van Mocambique.
Op 05 december 1839 (MRD 995) was Govert Crans, wonend te Dordrecht, oud 29 jaar, kapitein op het nieuwe fregat “Delta” en vertrok op 7 januari 1840 uit Hellevoetsluis met 40 man naar Batavia. Hij arriveerde aldaar op 23 april 1840 en kwam in Nederland terug op 2 januari 1841.
Op 15 maart 1850 (MRD 1442) was de aanmonstering voor een reis naar Australie van het fregat “Delta”, met als 1e stuurman Daniel Bakker 27 jaar uit Groningen/ (maandgage f 65,-) 2e stuurman A.Armstrong 27 jaar uit Bergen op Zoom en 3e stuurman Cornelis van Heemstede Obelt 23 jaar uit Zwolle (De kapitein en stuurlieden waren allen lid van de vrijmetselarij Loge ,,La Flamboyante”) Hij maakte met dit schip 7 reizen tot 15 augustus 1851.
Op 23 januari 1853 werd is hij kapitein op het fregat “Osiris” en vertrok naar Australie/Java. Hij keerde terug in Holland op 28 november 1853. Daarna maakte hij nog 2 reizen. In 1858 had hij geen schip meer.
Familiegegevens en opleiding
Jan Gerrits Kunst werd geboren op 07 december 1807 te Akersloot als zoon van Gerrit Kunst (overleden in 1829 te Boxmeer) en Wilhelmina Renske Jongsma (overleden 1815 te Grave)..
Hij trouwde op 28 september 1836 te Dordrecht met Ettina Eddes, geb. 1815 te Groningen als dochter van koopvaardijkapitein Folkert Hendrik Eddes en Trientje Nakken, beiden uit Dordrecht. Hij woonde in 1856 aan de Kuipershaven 282a te Dordrecht.
Hij overleed op 26 december 1872 te Dordrecht en was toen commissaris bij de zakkendragers, wonende aan de Nieuwe Haven A419 te Dordrecht.
Hij was in 1850 (of 1842?) met nr. 251 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064
NRC 28 decceember 1872
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 25 februari 1848 wordt kapitein J.G.Kunst benoemd als honorair lid.064.
In de notulen dd 26 mei 1848 staat dat zijn honorair lidmaatschap wordt omgezet in een effectief lidmaatschap vorende vlag 3. Hij bleef lid t/m 1852. Vanaf 1852 t/m zijn overlijden op 27 december 1872 is zijn vlagnummer 5.111
Hij was met vlagnummer R119 in de periode 1841 t/m 1873 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip058.
De schepen van de kapitein
Op 20 augustus 1858 vertrok van Texel het fregat "Arij Scheffer" van rederij Gerard Maurits te Dordrecht onder kapitein J.G.Kunst en arriveerde op 26 november 1858 te Batavia na een reis van 97 dagen026(38/161).
In 1848/52 was hij gezagvoerder op het fregat “Broedertrouw”.Blijkens een monsterrol nr 1448 (Gemeentearchief Dordrecht) was hij op 22 mei 1850 gezagvoerder op de “Broedertrouw”, voor een reis naar Batavia varend voor de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante en met als boekhouder F.van Wageningen. Hij had toen als ligtmatroos aan boord zijn 13 jarige zoon Gerrit Kunst. Per 28 augustus 1852 monsterde hij als gezagvoerder op het fregat “Delta” wederom voor een reis naar Batavia. Hij komt dan weer terug op 23 mei 1853. Met de “Delta” lijdt hij op de terugreis van Batavia op 30 mei 1854 schipbreuk bij Kenn’s Rif. De bemanning wordt gered door de Engelse kapitein R.Chamers van het schip “Culdee”. In 1858/67 was hij gezagvoerder op het fregat “Ary Scheffer”064.
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.G.Kunst als gezagvoerder064:
* 1850 fregat “Broedertrouw” boekhouder F. van Wageningen te Dordrecht
* 1852 t/m 1854 fregat “Delta” boekhouder F. van Wageningen te Dordrecht
* 1855 geen vermelding van een schip
* 1856 t/m 1859; 1861 fregat “Arij Scheffer” boekhouder G.Mauritz te Dordrecht
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.G.Kunst met vlagnummer R119 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van het fregat “Broedertrouw” 449 last varend voor F. & J. van Wageningen te Dordrecht
* 1851 van het fregat “Delta” 449 last varend voor F. & J. van Wageningen te Dordrecht
* 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867
van het fregat “Ary Scheffer” 395 last varend voor Gerard Mouritz/Mauritz te Dordrecht
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.G.Kunst Ary Scheffer 13 november 1862 09 december 1862
Ary Scheffer geen melding 17 november 1863
Bouma025 vermeldt J.G.Kunst als gezagvoerder gedurende:
* 1846 t/m 1847 van de 2/mSch “Polaris”, gebouwd in 1845 te Rotterdam, 144 ton o.m., varend voor (vermoedelijk) J.G. Hudig te Rotterdam;
* 1849 t/m 1852 van het fregat “Broedertrouw”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 848 ton o.m., varend voor F.& J.van Wageningen te Dordrecht;
* 1853 t/m 1854 van het 3/mschip “Delta”, gebouwd in 1839 te Dordrecht, 950 ton o.m., varend voor F.&.J.van Wageningen te Dordrecht. Het schip is op Kenn’s Rif verongelukt gaande van Port Philip naar Batavia;
* 1857 t/m 1870 van het 3/m schip “Ary Scheffer”, gebouwd in 1856 te Dordrecht, 754 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
J.Kunst is op 28 augustus 1852 gezagvoerder op het fregat “Delta” en vertrekt naar Batavia. Hij keert terug op 23 mei 1853
Op 30-5-1854 lijdt kapitein Kunst schipbreuk met de “Delta” op de terugreis uit Batavia bij Kenn’s Rif. De bemanning wordt gered door de Engelse Kapitein R .Chamers van het schip de “Culdee” Op 23-4-1856
Volgens monsterrol 1736 (gemeentearchief te Dordrecht) is hij op 23 april 1856 de 1e kapitein op het nieuwe fregat Arij Scheffer” en vertrekt met 26 man naar Java. Aan boord is zijn zoontje Folkert Kunst 10 jaar als passagier.
J.Kunst vertrok per 02 december 1862 vanuit Nieuwediep met de “Ary Scheffer” en 1 landmachtofficier en arriveerde te Batavia op 25 maart 1863 na een reis van 113 dagen065.