1828

Op 12 mei 1828 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door H.A. Zeilinga, Schiermonnikoog, voor kapitein W.J. Mellema.

DC 260628
Dordrecht, 25 juni. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen de JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Neustad met tarwe.
RC 300828
Rotterdam, 29 augustus. De 28^e dezer, des namiddags, zeilden uit de Maas DIANA EN GEZINA, kapt. A.J. Bootsman, van Bergen en DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Marennes.
RC 130928
Rotterdam, 12 september. De 10^e dezer, des namiddags, zeilden uit de Maas MARIA WILHELMINA, kapt. H.C. Witt, naar de Oostzee en DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar ……… .

1829

RC 190929
Amsterdam, 17 september. De schepen HET JONGE REINTJE, kapt. P.J. Colle, naar Koningsbergen en DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar Dantzig, van Amsterdam, zijn, volgens rapport van een loods, de 14^e dezer uit het Vlie in zee gezeild.

1830

Op 27 mei 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door H.A. Zeilinga, Schiermonnikoog, voor kapitein W.J. Mellema.

AH 110930
Carga-lijsten. Amsterdam 10 september. MINERVA, kapt. J.D. Zijlstra en SARA ANNA CORNELIA, kapt. K. Hofkamp van Archangel; CLARA MARGARETHA, kapt. E.P. Dik, DE WAAKZAAMHEID, kapt. J.C. Praater; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. T.T. Borst, DE VRIENDSCHAP, kapt. M.M. Pot Jr., SARA JACOBA, kapt. P.J. Carst en JANTINA, kapt. J.K. de Boet, van Petersburg; DE EENDRAGT, kapt. M.J. Zeeman, van Riga; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, GEZINA CATHARINA, kapt. H.K. Stutvoet en MARIA MAGDALENA, kapt. T.L. Kerkstra, van Koningsbergen;
AH 021230
Carga-lijsten. Amsterdam, 1 december. TWEE GEBROEDERS, kapt. T.T. Borst, van Dantzig; HET JONGE RIJNTJE, kapt. P.J. Colle, JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen; DE JONGE TJALLING, kapt. H.H. Mellema en VROUW GEERTRUIDA, kapt. H.D. Klatter, van Hamburg.

1831

AH 210531
Vlie, 17 mei. Vertrokken: JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, op avontuur; DE JONGE IJPEUS, kapt. H. de Weerd, op avontuur; ARIUS JOHANNES, kapt. H. van Wijk, op avontuur; DE ONDERNEMING, kapt. T.J. Hazewinkel, naar Riga;
AH 050731
Vlie, 2 juli. Binnengekomen: VREDE EN HOOP, kapt. H.J. Buining, van St. Petersburg; CHRISTINA, kapt. J. Dettloff, van Riga; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen; liggen quarantaine;
AH 300731
Vlie, 26 juli. Naar Wieringen gezeild de JACOBA, kapt. A.K. de Groot, van St. Petersburg en DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen.

1832

AH 040432
Vlie, 1 april. Vertrokken: EENDRAGT, kapt. H.T. Smit, naar Kopenhagen; VROUW MARGARETHA, kapt. A.F. Steffens, naar Hamburg; WILLEM DEN EERSTE, stoomboot, kapt. J.H. Savert, naar Hamburg; JONGE RIJNTJE, kapt. P.J. Colle, op avontuur; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, op avontuur.
AH 300532
Vlie, 27 mei. Binnengekomen: TWEE GEBROEDERS, kapt. J.R. Bossinga, van Libau; VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit, van Danzig; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen.

Op 4 juni 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door H.A. Zeilinga, Schiermonnikoog, voor kapitein W.J. Mellema.

AH 120632
Vlie, 7 juni. Vertrokken: ELEONORA, kapt. H.H. Fradlandt, naar Riga; FREDERIKA, kapt. E.H. Nordstrom, naar Christinastad; VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. de Jong, naar Stockholm; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar koningsbergen;
AH 070832
Terschelling, 2 augustus. Binnengekomen: DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen; DE JONGE GERBRAND, kapt. R.C. Jaski, van Koningsbergen; MEINSIENA, kapt. D.D. Klontje, van Lübeck; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. B.W. Donema, van Neustadt; GEBROEDERS ZEILINGA, kapt. M. Douwes, van Kiel; DE VROUW ANTJE, kapt. M.G. Feyes, van Koningsbergen, laatst uit het Holsteinse Kanaal, ligt in quarantaine.
(opm: allen met thuishaven Schiermonnikoog)

1833

AH 290633
Advertentie. Schepen in lading. Naar Koningsbergen. De Nederlandse kof DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema.
Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.
AH 120833
Scheepstijdingen. Uitgezeild: Vlie, 8 augustus. MARGARETHA, kapt. H.J. Veen, naar Riga; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar Koningsbergen;
AH 170933
Binnengekomen:Terschelling, 10 september. DE TWEE GEBROEDERS, kapt. P.F. Visser, FENNEGINA, kapt. H.H. Duit en DE MORGENSTER, kapt. K.H. Meyer, van Dantzig; ROELINA, kapt. K.J. Pronk, van Eckernförde; DE GOEDE HOOP, kapt. L.B. Flonk, van Rostock; DE JONGE HENDRIK, kapt. W.T. Hitman, van Riga; DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen;

1834

AH 290134
Advertentie. Schepen in lading. Naar Koningsbergen. De Nederlandse kof DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema.
Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
AH 130534
Uitgezeild: Vlie, 10 mei. JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar Koningsbergen.
AH 230734
Binnengekomen: Terschelling, 18 juli. FORTUNA, kapt. J.J. Mewes, van Cuxhaven; EGBERTUS, kapt. L.E. Tiktak, van Christiaansand; DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen; CATHARINA, kapt. J.H. Middel, van Petersburg; ALETTA, kapt. C.H. Slagter, van Dantzig.
AH 260734
Carga-lijsten Amsterdam: VRIENDSCHAP, kapt. D.G. Doeksen, van Suriname met suiker, katoen en koffie; CATHARINA, kapt. J.H. Middel, van Petersburg met potasch, bedveren, paardenhaar, borstels, drogerijen, koperen munt, koper, koopmansgoederen, juchten (opm: vellen juchtleer) en pelterijen; HILLEGINA, kapt. W.J. Panman, van Stralsund met tarwe; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Koningsbergen met lijnzaad;
AH 220834
Binnengekomen: Uitgezeild: Vlie, 19 augustus. VIER GEBROEDERS, kapt. H.G.L. Prins, naar Drammen; HERMINA, kapt. R.W. Lukens, naar Droback; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, op avontuur; JONGE JUFVROUW SARA, kapt. J.H. de Weerd, naar Riga; VIER ZUSTERS, kapt. J.H. Middel, naar Stavanger; HENRIKUS BERNHARDUS, kapt. H.J. Beekman en JONGE JUFVROUW TRYNTJE, kapt. J.O. Stuit, beide op avontuur.

1835

AH 080135
Advertentie. Schepen in lading. Naar Dantzig. Het Nederlands kofschip DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
AH 260335
Uitgezeild: Vlie, 22 maart. JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar Dantzig.
AH 040435
Uitgezeild: Terschelling, 31 maart. DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar Dantzig;
AH 080535
Binnengekomen: Vlie, 4 mei. HENDRIKA, kapt. W.J. Drewis, van Koningsbergen; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema en GOEDE HOOP, kapt. J.J. de Boer, van Dantzig; ALIDA KLASINA, kapt. K.E. Tiktak, van Christiaansand.
AH 140535
Carga-lijsten Amsterdam: DE JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Dantzig, met tarwe, schoppen en barnsteen; ALBERDINA, kapt. H.J. Schoemaker, met tarwe;
AH 200835
Uitgezeild: Vlie, 18 augustus. JONGE LEEUW, kapt. K.J. Musch, naar Newcastle; CATHARINA MARIA, kapt. C.J. Kroneman, naar Straalsund; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, naar Riga; JANTINA MARGARETHA, kapt. B.H. Plukker, NEPTHUNUS, kapt. R.J. Stapert en JONGE PIETER, kapt. G.S. Brouwer, naar Drammen;
AH 281035
Binnengekomen: Terschelling, 25 oktober. JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Riga.
AH 091135
Carga-lijsten Amsterdam: HELENA JACOBA, kapt. W.S. Helling, van New-Port met ijzer en gietijzer; JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema, van Riga met lijnzaad; DRIE GEBROEDERS, kapt. J. Nommels, van Bremen met tabak, stelen, lood en koehaar; VROUW AALTJE, kapt. B.J. Schipper, van Morden met koehaar, honing en was.

1836

PGC 120436
Aankomst en vertrek van schepen. Uit het Vlie den 6 april: W.J. Mellema, de JONGE WILLEM, Harm Koops, REINA, Jacob H. Ugen, ANNA SIBERDINA, en J.J. Greven, de VREDE, alle vier naar Dantzig.

Op 8 mei 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door W.J. Mellema, te Schiermonnikoog voor zichzelf als kapitein.

AH 030936
Scheepstijdingen. Binnengekomen. Dantzig, 24 augustus. de JONGE WILLEM, Mellema,van Amsterdam.

1837

AH 250337
Schepen in lading. Naar Dantzig, het Nederlands kofschip de JONGE WILLEM, kapt. W.J. Mellema. Adres bij de weduwe Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
OHC 091137
Scheepvaart tijdingen. Te Tonningen en in die nabijheid waren den 2^de november wegens tegen wind nog liggende de schepen de JONGE WILLEM, kapitein Mellema, van Dantzig en de VROUW SIEVER, kapitein Buss, van Nestved, beide naar de Zaan.

1838

AH 280538
Zeetijdingen. Binnengekomen. Vlie, 24 mei. J.T. Mellema, JONGE WILLEM, van Koningsbergen.

Op 31 mei 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE WILLEM, aangevraagd door W.J. Mellema, te Schiermonnikoog voor kapitein J.T. Mellema.

1839

ZP 070139 – 281
Gearriveerd te Amsterdam de 5^e januari:
H.B. Engelsman, CHRISTINA, Hull (Oosterdok) (manufacturen, aardewerk en ijzerwerk).
Gearriveerd te Amsterdam de 7^e januari:
R. Tjebbes, JONGE LODEWIJK ANTHONIE, Suriname (Oosterdok) (suiker enz.)
C.M. Corbière, RIO DE JANEIRO PACKET, dito (Oosterdok) (suiker en katoen).
A.H. van Wijk JOHANNA OTTILLIA, Havre (Westerdok) (suiker).
W.J. Drewes, VROUW HENDRIKA, dito (Entrepotdok) (suiker).
J.T. Mellema, JONGE WILLEM, dito, (Westerdok) (suiker).
D.H. Gust, DE HOOP, Bergen, (Oosterdok) (stokvis en traan).

1840

LC 080940
Harlingen. Uitgezeild: Den 27 augustus de kofschepen de GOEDE WELVAART, kapt. J.G. Vos, ZELDENRUST, kapt. G.A. Jonkhoff, beide naar Noorwegen en de JONGE WILLEM, kapt. J.T. Mellema, naar Dantzig.

1841

PGC 060441
Aankomst en vertrek van schepen. Vertrokken uit het Vlie den 1 april, Mellema, de JONGE WILLEM, naar Dantzig.
AH 220541
Scheepstijdingen. Uitgezeild. Dantzig, 11 mei; Nieman, ELIZABETH, Rotterdam. Mellema, JONGE WILLEM, Amsterdam.
PGC 030841
Lijst der schepen welke de Sond gepasseerd zijn.
Den 26 juli: Mellema, de JONGE WILLEM (Schiermonnikoog), van Amsterdam naar Dantzig. Parrel, VROUW NEELTJE (Dordrecht), van Dordrecht naar Riga. Sap, MIJN GENOEGEN (Wildervank), van Petersburg naar de Zaan.

1844

AC 010644
Allinge (Bornholm), 21 mei. Het schip de JONGE WILLEM, kapt. Mellema (opm: kof, kapt. Jacobus Teunis Mellema), van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) met rogge naar Amsterdam, is in de voormiddag van de 19^e dezer, bij mistig weder op de Hammer gestrand en op de klippen verbrijzeld; doch de equipagie gered en een gedeelte van het wrak en inventaris geborgen; ook de lading is geheel weg.