Familiegegevens en opleiding
Jan Wiebes Overmeer werd geboren te Parrega (Westhem), en gedoopt te Parochie Blauwhuis op 16 oktober 1775 als zoon van Wiebe Gerbens en Alida Thomas.
Jan was getrouwd te Wonseradeel op 24 december 1825 met Henderina Willems Nieuwenhuis, geboren te Bolsward rond 1785 als dochter van Willem Hendriks en Agnietje Willems Witteboer. Zij was weduwe van Jan Gerrits Schutte, geboren te Wijhe en overleden te Makkum op 26 oktober 1824
Jan Wiebes overleed op de Noordzee op 31 oktober 1829 vlg extract te Wonseradeel, dd 27 november 1829, aktenr. B52b/1-2
Gegevens J.H.Boon te Zuidhorn, dd 28 maart 2010
Volgens dit extract was Jan Wiebes Overrmeer gezagvoerderr van de kof “Otto en Barbera” (“nu Hylke Jans genaamd”).
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.P.Overmeer (zal moeten zijn J.W)als gezagvoerder gedurende:
* 1830 van de kof “Goede Verwachting”, geen gegevens over bouw, varend voor E.J.Haitsma te Makkum.
* 1830 van de kof “Hilke Jans”, gebouwd in 1826, bouwlocatie niet vermeld, 116 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Makkum.
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam bevindt zich een monsterrol van de smak “Goede Verwagting” onder kapitein Jan Wiebes Overmeer uit Makkum met als bestemming Koningsbergen dd 04 maart 1825.
Voorts een rol van de “Otte & Berbera”, dd 18 april 1827; 11 augustus 1828.
Overige bijzonderheden
GrArchieven: Vredegerecht Appingedam 1829 tg 143 inv.nr. 181
Sietjen Johannes Koning, Matroos varende op het Nederlandsch Kofschip Hylke Jansz vermits de Kapitein Overmeer en ook de Stuurman met name Jacob Jans Schaap beide gedurende de reis van het schip af in zee geslagen en verongelukt zijn, welk schip is beladen met een Lading rogge en een partijtje graauwerwten van Koningsbergen en bestemd naar Amsterdam, echter ten gevolge van zwaare zeeschaden, de haven van Delfzijl binnen gevallen. Enz.
Uit een Gerzinsstaat van Cornelis Klaasz Schaap, opgesteld door J.H.Boon te Zuidhorn, dd 28 maart 2010
Terschelling extract overlijdensakte 11-12-1829:
Extract Procesverbaal geschreven in dorso:
Op de Monsterrol van het schip Otto en Barbera, (nu Hylke Jansz) van Makkum: Op heden den 31sten October 1829 aan boord van het Nederlandsch Kofschip Otto en Barbara (naderhand genoemd Hylke Jansz) gevoerd geweest door Jan Wijbes Overmeer wonende te Makkum ‘des morgens ten zeven uur is met een stortzee over boord geslagen en vermist onze stuurman, volgens Monsterrolle genaamd Jacob C. Schaap, oud 38 jaar, wonende te Terschelling, zijnde geschiedende Noordzee, zonder bekend te zijn op welke hoogte of breedte.
wg
de kok Symen Jetzes Tromp
de matroos Sietjen J. Koning
voor extract conform de Burgemeester (geteekend) J.J. Vos
Voor extract voor extract conform de Burgemeester van de Gemeente Delfzijl,
officier van de BS (was geteekend) J.J. Vos
Voor geëxtraheerd afschrift geregistreerd op heden den
Elfden December 1829 conform artikel 87 van het
Burgerlijk Wetboek door mij ondergeteekende, assessor,
ambtenaar van de BS der Gemeente Terschelling
Uit een Gerzinsstaat van Cornelis Klaasz Schaap, opgesteld door J.H.Boon te Zuidhorn, dd 28 maart 2010
Leeuwarder Courant 07 augustus 1818114
Harlingen, 6 augustus.
Den 5 dito is van hier uitgezeild het smakschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan W. Overmeer, met granen naar Londen.
Leeuwarder Courant 23 oktober 1818114-
Harlingen, 22 oktober. ….
Den 21 dito is van hier uitgezeild het smakschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan W. Overmeer, ledig naar Makkum.
Leeuwarder Courant 08 december 1818114
Workum, 4 december. Alhier is den 1 december binnen gekomen het smakschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan W. Overmeer, met hout van Christiansand (opm: Kristiansand), en den 3 dito het schip de VROUW MARIA, kapt. J.A. Koch, met teer van Bremen.
Rotterdamsche Courant 25 maart 1820114
Amsterdam, 23 maart. Zo men zegt is voor gaats M. Lels (opm: fregat ONDERNEMING) van Batavia.
Van de rede is naar Terschelling gezeild J.W. Overmeer, naar de Oostzee.
Leeuwarder Courant 21 november 1820114
Harlingen. ……..Den 16 dito binnengekomen het tjalkschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan Wiebes Overmeer, met granen en erwten uit de Oostzee. Niets uitgezeild……
Leeuwarder Courant 19 juni 1821114
Harlingen. Den 9 juni binnen gekomen de smakschepen de JUFFER GEERTRUIDA, kapt. Johan S. Banier, met hout van Dantzig (opm: Gdansk), de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan Wiebes Overmeer, met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen ALLEGONDA HILLEGONDA, kapt. E.E. Kuilema, HELENA, kapt. G.A. Schuiring, de VROUW MARGARETHA, kapt. E.A. Pot, de VROUW ETTINA, kapt. A.J. Seeman, alle met ballast op avontuur…..
Leeuwarder Courant 10 juli 1821114
Harlingen. ….
….Den 30 dito Uitgezeild de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, met ballast, NEPTHUNUS, kapt. H. Harmens, met dakpannen, de smakschepen de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan Wiebes Overmeer, de DRIE VRIENDEN, kapt. H.G. Haverbult, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, het brikschip WILHELM FREDRIK, kapt. U. Angel, het schonerschip MARTHA, kapt. Jens Larsen, alle met ballast op avontuur…..
Leeuwarder Courant 21 augustus 1821114
Harlingen.
….Den 16 dito binnen gekomen de smakschepen de JUFFER FOCCOLINA, kapt. H.I. Dokter, de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan W. Overmeer, de VROUW ZWAANTJE, kapt. Jan C. Hazewinkel, alle 3 met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, de DAGERAAD, kapt. Jan A. Smit, het tjalkschip WILHELMINA, kapt. Dirk de Jong, alle drie met ballast naar Noorwegen…..
