Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.C.van der Meij werd per 19 januari 1872 met vlagnummer H4 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Symon Martina", boekhouder J.Middelhove te Zaandam. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Jantje Martens van der Wal, geboren te Harlingen op 13 april 1849.

Hij was met vlagnummer H4 lid van het College in de periode 1872-1880⁰³⁴.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Hij overleed op 09 november 1880 te Danamunde bij Riga, laatstelijk gezagvoerder van de "Plutus". Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦1050,- uit te betalen in 14 halfjaarlijkse termijnen. Zijn kinderen Marten Cornelis (24 januari 1872) en Magdalena (04 augustus 1880) kregen ieder een uitkering van ¦10,- ineens^028-fol.130.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen⁰³⁶

vlagnummer      periode     type           naam van het schip                                          boekhouder/reder

         H4           1872-1873 brik            Simon & Martina (ex Mercurius, ex Hendrik     J.Miidelhoven, Zaandam

                                                & Anna, ex Commerce d'Amiens)

                                                1873 gestrand op Vlieland en wrak

                           1874-1877 bark           Elisabeth (ex George)                                              Repko & C^o, Harlingen

                           1878-1880 brik            Plutus (ex Willem Jacobus, ex Suzanna)                        Jan van 't Vliet, Harlingen

                                                het schip bij Riga verongelukt en

                                                de kapitein op 09 november te Danamunde overleden.

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt G. van der Meij als gezagvoerder gedurende:

*    1872 t/m 1873 van de brik “Simon & Martina” ex Mercurius, ex Hendrik & Anna, ex Commerce d’Amiens, gebouwd in 1850 te Boulogne, 160 ton o.m., varend voor J.Middelhoven te Zaandam. Het schip strandde in 1873 op Vlieland en geraakte wrak;

*    1875 t/m 1878 van de bark “Elisabeth” ex George, gebouwd in 1845 te Friars Goose, 268 ton o.m., varend voor Repko & C^o te Harlingen;

*    1879 van de brik “Plutus” ex Willem Jacobus, ex Suzanna, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 212 ton o.m., varend voor Craandijk & Derckesen te Amsterdam;

*    1880 van hetzelfde schip maar nu varend voor J. van ’t Vliet te Harlingen. Het schip is bij Riga verongelukt.

 

Overige bijzonderheden

Geen