Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Cornelis van der Meij op de:
“Fortuna”. dd 01 juli 1814;
“Cornelia”, dd 23 september 1819; 02 oktober 1820; 30 maart 1821; 09 oktober 1821.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 13 oktober 1814114
Amsterdam, den 11 October. De 8e oktober is te Maassluis wegens slecht weer met enige schade binnengelopen het schip FORTUIN, kapt. C. van der Mey, van Londen naar Amsterdam gedestineerd. Hetzelve zou zo spoedig mogelijk binnendoor herwaarts zeilen.
Rotterdamsche Courant 18 november 1819114
Amsterdam, 16 november. Volgens een brief van een passagier, aan boord van het schip CORNELIA, kapt. C. van der Mey, van Amsterdam naar Maranhao (opm: San Louís) en Suriname gedestineerd, in dato den 1 november, had hetzelve schip, 53 uren na deszelfs vertrek uit Texel, het einde van het Kanaal bereikt, en was toen op 48 gr. 3 min. (opm: Noorder)-breedte, 8 gr. 12 min. lengte West van Greenwich, in goede staat zeilende.
Rotterdamsche Courant 10 augustus 1820114
Amsterdam, 8 augustus. Het schip CORNELIA, kapt. C. van der Meij, van Surinamen in Texel binnen, is den 2 juli op 26º breedte 64º38’ lengte gejaagd geworden door een kleine schooner, voerende een lang metaal stuk voor de fokkemast en 20 tot 25 man equipagie; de kapitein gelast zijnde met de papieren over te komen, weigerde zulks; de rover ziende, dat hij met geweld niets konde winnen, alzo de CORNELIA wel gewapend en tot tegenweer gereed was, riep toen, dat het schip de reis konde voortzetten; kapitein Van der Meij heeft dezelfde schooner naderhand op 36º44’ breedte 52º43’ lengte gezien, doch dezelve deed toen geen beweging om te molesteren.
Rotterdamsche Courant 03 mei 1821114
Amsterdam, 1 mei. Volgens brief van kapt. H.J. de Bloom, voerende het schip de HARMONIE, den 21 april uit Texel gezeild, in dato den 24 april, was hij in goede staat zeilende, hebbende Lézard (opm: Lizard) N.W. vijf mijlen van zich; de wind ZZW en stil. Van de met hem naar Surinamen gezeilde schepen ARGYLE, M. Spreeuw en de STREVER, J. Atssick, had hij sedert het passeren van de Hoofden (opm: Nauw van Calais) niets vernomen, doch de CORNELIA, C. van der Meij, was eerst die nacht van hem afgeraakt.
Rotterdamsche Courant 08 september 1821114
Amsterdam, 6 september. Het schip HAMMONIA, kapt. O.O. de Jong, van Bahia naar Hamburg, is, 67 dagen reis hebbende, gepraaid op 48º58’ N.B. 10º30’ W.L. door kapt. C. van der Meij, van Surinamen den 2 dezer te Texel binnen.
Amsterdamsche Courant, Zeetijdingen, 09 december 1822:
“In den storm van gisteren zijn van hunne ankers geraakt en gedreven de volgende: … C.van der Meij, Johanna Maria Constantia, van Amsterdam naar Suriname, is op den Rug bij Texel gedreven, zit vol water; de 2e stuurman is aan wal gebracht; eenige van de equipagie hebben zich in de boot begeven, van hunnen redding is tot nog toe niets vernomen; men is bezig de lading te lossen … “
Rotterdamsche Courant 23 maart 1822114
Amsterdam, 21 maart. Volgens brief van Paramaribo, van den 28 januari, zouden van daar vertrekken de schepen de VEREENIGING, kapt. W. de Boer, en de AMSTEL, Charlau, en in maart het schip CORNELIA, kapt. C. van der Meij, allen met koffij naar Amsterdam; het schip GUIJANA, G. Straatman, had den 31 januari de retourlading aan boord.
