Inloggen
Gezagvoerder

Jonker, Fokke

Naam: Jonker, Fokke
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
COLONIST 0 Fregat Sailing Vessel 12311 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

 

Fokke Jonker

Het natrekken van de personage van Kapitein Jonker leverde de minste problemen op. In het Nationaal Archief te ’s-Gravenhage zijn de Stamboeken van de Marine te raadplegen2). Daarin is de carrière van officieren bij de Marine uitgebreid gedocumenteerd.

Fokke Jonker is afkomstig uit Groningen, waar hij werd geboren op 16 december 1777. Als jochie van tien ging hij naar zeevaartschool te Amsterdam. Twee jaar later maakte hij, 12 jaar oud, zijn eerste zeereis als scheepsjongen bij de koopvaardij. In 1795 kwam Jonker bij de marine, bij het begin van de Frans-Bataafse tijd. Als roerganger maakte hij in 1797 de zeeslag bij Kamperduin (afb. 3) mee, waar de Nederlandse vloot roemloos werd verslagen door de Britten. Terwijl Napoleon rond 1800 zijn veldslagen voerde, waren het ook op zee bijzonder roerige jaren. Jonker voer toen als kapitein bij de koopvaardij onder een neutrale vlag. Kort daarna deed hij als luitenant ter zee dienst bij de Keizerlijke Franse Marine, onder andere bij de Bataafse flottieljes in Noord-Frankrijk en bij de Engelse invasie van Zeeland in 1809. Hij stichtte in die jaren, woonachtig in Duinkerken, een gezin. Nederland herwon zijn zelfstandigheid in 1814 en Jonker keerde terug bij de Nederlandse Marine, in de rang van luitenant ter zee der 1e klasse. Maar al in hetzelfde jaar nam hij verlof. De Nederlandse marinevloot moest opnieuw worden opgebouwd en Jonker ging weer varen bij de koopvaardij. In 1828 koos hij opnieuw voor de Marine. Hij kreeg de rang Kapitein ter Zee en werd in 1842 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Na 54 jaar op zee werd Jonker op 31 december 1843 eervol uit het Korps Zeeofficieren afgevoerd. Hij verhuisde naar Utrecht, waar hij in 1864 op 87-jarige leeftijd overleed.

v

 

 

 

 

 

 

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt F.Jonker als gezagvoerder gedurende:

*    1823 t/m 1825 van het 3/m schip “Kolonist”, gebouwd in 1817 te Middelburg, 520 ton o.m., varend voor Spoors & Sprenger te Middelburg;

*    1825 t/m 1829 op het 3/m schip “Middelburg”, gebouwd in 1814 te Archangel, 596 ton o.m., varend voor v/d Broeke, Luteyn & Schouten te Middelburg.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Fokke Jonker op de:

“Middelburg”, dd 08 november 1826.

 

Overige bijzonderheden

Tijdens zijn opleiding aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam wordt Pieter Arenspoot op 27 oktober 1820 als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Johanna Maria" met kapitein Jonker voor een reis naar Batavia vanuit Middelburg004(531-1290). (zie ook bij Arenspoot). De "Johanna Maria" wordt niet genoemd in Bouma025. Bouma begint zijn lijst in 1820. Schriftelijk meldde hij me: "Dit schip voer dus wèl na 1820, maar is niet vermeld. De gegevens uit de jaren '20 zijn onvolledig. Misschien nog te vinden in Veritas, maar dat begint pas in 1829 en vermeldt niet het bouwjaar. Daar beginnen ze pas mee in 1847" zie de navolgende gegevens uit van Sluijs013.

 

Het fregat de Johanna Maria (220 roggelasten, 545 ton), thuishorende te Middelburg, zeilde op 14 oktober 1818 uit Middelburg op weg naar Batavia onder gezag van kapitein Fokke Jonker (Amsterdamsche Courant 20 oktober 1818013). Het schip arriveerde te Batavia op 17 maart 1819 "na tusschen 19 en 20 Jan muiterij a/b te hebben gehad, onder de troepen die zich van het schip trachten meester te maken en trachten de bemanning te vermoorden, doch door den braven kapitein en zijn volk bijgestaan, door het dooden van een aantal muitelingen dit geheel is voorkomen ... Voorts heeft door tegenstand der muiters de equipage weinig geleden en allen zijn in goeden staat te Batavia aangekomen".013.

De Johanna Maria keerde op 25 december 1821 te Middelburg terug van een reis naar Batavia013. Vermoedelijk betrof dit een volgende reis waar eind oktober 1820 ligtmatroos Arenspoot werd aangemonsterd.

 

J.Jonker (dit moet ongetwijfeld F.Jonker zijn) verzorgde per 14 oktober 1818 vanuit Middelburg met de “Johanna Maria” een troepentransport van 14 oktober 1818 naar Nederlands Oost-Indië065.

F.Jonker verzorgde per 21 juli 1825 vanuit Veere met de “Middelburg” een troepentransport van 6 officieren en 120 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Het schip arriveerde op 24 december 1825 te Batavia na een reisduur van 156 dagen. Er was onderweg 1 militair overleden en 1 onderweg gedeserteerd.

Per 18 januari 1827 voer hij met hetzelfde schip weer van Veere uit met een detachement van 4 officieren en 124 manschappen. Na een reisduur van 136 dagen arriveerde hij te Batavia op 03 juni 1827 met het complete detachement065.

 

Rotterdamsche Courant 09 december 1817114

Advertentie. Passagiers naar Rio-Estequebo en Demerary (opm: Demerara [Georgetown], Guyana), genegen zijnde te vertrekken met het Fregatschip de JOHANNA MARIA, kaptein F. Jonker, in de maand januari 1818, adresseren zich ten Kantore van Serlé en Zonen.

 

Leeuwarder Courant 28 september 1819114

Middelburg, 22 september. Bij nader ingekomene brieven van Batavia (opm: Djakarta), onder dato 17 maart 1819, wordt de tijding bevestigd, dat aldaar behouden was gearriveerd het schip de JOHANNA MARIA, kapt. Fokke Jonker, van deze stad, en wordt gemeld, dat in de nacht van den 19 en 20 januari dezes jaars, op de zuiderbreedte van 39 gr. en 2 gr. oosterlengte, het detachement troepen, hetwelk voor Batavia was ingescheept, heeft gerevolteerd (opm: in opstand is gekomen), zich zoekende meester te maken van het schip en de equipagie te vermoorden, doch dat door de brave (opm: dappere) kapitein, door zijn volk bijgestaan, na het doden van een aantal muitelingen, dit onheil is voorgekomen; zijnde drie der oproermakers in boeijen gesloten, en te Batavia aan de regter overgeleverd. Voorts had de ganse equipagie door de tegenstand der oproermakers zeer weinig geleden en allen zijn in goede welstand te Batavia gearriveerd.

 

Rotterdamsche Courant 05 oktober 1819114

Bataviasche Berigten, van den 1 mei tot den 5 juni.

Den 9 mei is van Batavia vertrokken het schip JOHANNA MARIA, Jonker, naar Middelburg; den 14 dito HERO, Poppin, naar Antwerpen; den 24 dito FLORA, Tieman, naar Amsterdam; den 28 dito WILHELMINA, Palm, naar Rotterdam

 

Rotterdamsche Courant 07 oktober 1819114

Amsterdam, 5 oktober. Kapt. M. Pantekoek, voerende het schip de VREDE, van Batavia, naar Dordrecht gedestineerd, te Mauritius met schade binnengelopen, meldt van daar, in dato 26 juli, dat hij, alzo de Schout-bij-Nacht Buijskens een schip gekocht had, ten einde de gehele equipagie van het verongelukte Oorlogschip de ADMIRAAL EVERTSEN (opm: zie RC 020919 en 160919) overtevoeren, besloten had zijn lading weder in te nemen en dezelve op 4 of 500 zakken rijst na reeds weder aan boord had; hij dacht over 8 of 10 dagen de reis te vervolgen en had voor de gemaakte kosten op bodemarij getrokken. (opm: bodemarij of bodemerij (van bodem = schip) omschrijft Mr. J.A. Molster als eene overeenkomst tussen een geldschieter en een geldopnemer, waarbij eene som gelds wordt opgeschoten, met beding van premie en onder verband van schip of goed of beide, met dat gevolg, dat indien het verbondene, geheel of gedeeltelijk, door toevallen op zee vergaat of vermindert, de geldschieter zijn recht op de opgeschoten penningen en op de premie verliest, voor zoover dit een en ander niet op hetgeen overblijft kan worden verhaald; maar indien het verbondene schip behouden ter plaatse zijner bestemming aankomt, de hoofdsom, benevens de premie moet betaald worden)

Voorts meldt hij (opm: kapt. Pantekoek), dat, 14 dagen geleden (opm: 12 juli), te Mauritius mede binnengelopen was het schip JOHANNA MARIA, kapt. F Jonker, van Batavia naar Middelburg (den 9 mei vertrokken).

 

Rotterdamsche Courant 04 december 1819114

Londen, 30 novem,ber. Het schip JOHANNA MARIA, Jonker, is den 12 juni van Batavia te Mauritius gearriveerd.

 

Rotterdamsche Courant 29 juli 1820114

Advertentie. Men zal op donderdag den 3 augustus 1820, des middags te 12 uren precies, in het Heeren-Logement van Oranje, binnen Middelburg, ten overstaan van de Notaris P. van de Graft en Getuigen, publiek presenteren te verkopen: het Nederlands snelzeilend eikenhouten Pinkschip, genaamd de JOHANNA MARIA, laatst gevoerd bij kapitein F. Jonker, groot 220 rogge-lasten, gemonteerd met 6 ps. ijzeren kanonnades à 6 pond, lang over steven 113 voet, wijd op zijn uitwatering 28 voet, hol in zijn groot-luik van de buikdelling tot het bovendek 18 voet, tussen deks hoog 6 voet, alles Amsterdamse maat; met deszelfs staand en lopend want, masten, rondhouten, ankers, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, volgens inventaris; zijnde in 1818 geheel nieuw gekoperd en in 1819 te Mauritius zwaar vertimmerd, en voorzien van 40 stuks ijzeren kniën, zo als het thans in de Dok binnen die stad is liggende en op den 1 en 2 augustus kan bezigtigd worden.

De conditiën zullen acht dagen te voren bij bovengemelde Notaris ter lezing liggen, en verdere informatiën te bekomen zijn ten Kantore van Serlé en Zoonen te Middelburg.

Zijnde inmiddels voorn. schip uit de hand te koop.

 

 

Rotterdamsche Courant 06 februari 1821114

Rotterdam, 5 februari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 2 februari 1821:

Het schip GEORGE, Robins, van Amsterdam naar Providence, is den 30 december 1820 zeer lek te Lissabon binnengelopen; ook is aldaar den 19 januari gearriveerd het schip (opm: pink) de JOHANNA MARIA, F. Jonker, van Middelburg naar Batavia, met verlies van de grote mast, zeilen enz…..

 

Rotterdamsche Courant 06 maart 1821114

Amsterdam, 4 maart. Het schip (opm: pink) JOHANNA MARIA, F. Jonker, van Middelburg naar Batavia, den 19 januari wegens schade te Lissabon binnengelopen, heeft den 30 dito deszelfs reis voortgezet.

 

Rotterdamsche Courant 27 maart 1821114

Amsterdam, 25 maart. Volgens brief van Port Mahon, van den 28 februari, waren aldaar aangeland twee man van de equipagie van het schip (opm: pink) JOHANNA MARIA, kapt. F. Jonker, van Middelburg naar Batavia gedestineerd; welk schip wegens schade te Lissabon binnengeweest), en den 30 januari van daar vertrokken zijnde, op de hoogte van Madeira zoude gezonken zijn.

 

Rotterdamsche Courant 31 maart 1821114

Amsterdam, 29 maart. Wegens het zinken van het schip JOHANNA MARIA, kapt. F. Jonker, van Middelburg naar Batavia gedestineerd, blijkt thans uit nadere berichten, dat de twee te Port Mahon aangelande manschappen, die het rapport daarvan hebben gegeven, niet tot de equipage hebben behoord van dit schip, maar gedeserteerd zijn van een Nederlands schip, te Kadix (opm: Cadiz) gelegen hebbende en deze blijkens valse tijding te Port Mahon hebben uitgestrooid, ter bereiking van hun bijzondere oogmerken; zij zijn reeds aan boord van Zijner Majesteits oorlogsschip WASSENAAR in verzekerde bewaring genomen.

 

Rotterdamsche Courant 29 december 1821114

Rotterdam, 28 december. Van Middelburg wordt van den 25 dezer gemeld: heden is alhier in goede staat gearriveerd het schip de JOHANNA MARIA, kapt. F. Jonker, van Batavia.

 

Bataviashce Courant 04 mei 1822114

Batavia, 5 mei. In ons vorig nommer maakten wij bekend, dat onder de aangekomen schepen in Holland zich de PIETER EN EMMA bevond. Wij hebben nadere berichten dien aangaande van een der huizen van negotie alhier ontvangen, welke wij gaarne onze lezers mededelen:

Volgens nadere berichten uit Rotterdam tot de 28 december a.p. (opm: verleden jaar) met het schip JORINA, kapt. Duijvenboden blijkt, dat het schoenerschip PIETER EN EMMA, kapt. Steenwijk Galles van hier naar Rotterdam vertrokken, totaal gebleven was. Ook meldt een brief van Londen, van de 24 december, dat de zekere tijding aldaar van het blijven van gemelde schoener af en aan Ascension, benoorden St. Helena, was ingekomen. Schip en lading waren weg, doch het volk, benevens enige dépêches geborgen. (opm: zie RC 251221)

Voorts waren, buiten de schepen CORNELIA, de JONGE JACOBUS en de CORNELIA SARA, nog aangekomen te Middelburg de JOHANNA MARIA, kapt. Jonker benevens MIDDELBURG, kapt. Bulsing.

 

Rotterdamsche Courant 21 mei 1822114

Rotterdam, 20 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 mei:

Den 16 dezer was op de hoogte van Newhaven het schip COLONIST (opm: fregat, kapt. F. Jonker) van Demerarij naar Middelburg.

Den 14 is te Scilly binnengelopen het schip JONGE PELKO, IJzenbeck, van Liverpool naar Harlingen.

 

Rotterdamsche Courant 25 mei 1822114

Rotterdam, 24 mei. Den 20 mei is te Middelburg gearriveerd het schip de COLONIST (opm: fregat, kapt. F. Jonker, van Demerarij.

 

Dordtsche Courant 28 mei 1822114

Middelburg, 22 mei. Betrekkelijk het treurig uiteinde van de heer F.F. Ferber, gevoerd hebbende het schip de KOLONIST (opm: fregat COLONIST, nieuwe kapitein F. Jonker), hetwelk eergisteren alhier is binnengekomen, kunnen wij de volgende omstandigheden melden, opgemaakt uit berichten, welke de Royal Gazette, Guiana Chronicle en particuliere brieven deswegens behelzen:

Den 27 februari was kapt. Ferber met mejuffrouw A.A. Staal, in Berbice, gehuwd; twee dagen daaraan, den 1 maart, vertrokken zij met de schooner the CLYDE, kapt. Stevenson, van daar naar Demerarij, en wie zou het kunnen geloven, indien de zekerheid het niet al te zeer bevestigde? Vier uren daarna was dit ongelukkig paar, benevens nog een scheepsjongen, reeds in de eeuwigheid! Het weder was onstuimig en een zware stortzee heeft de schooner omvergeslagen; zij wilden zich nog met de sloep redden, dan die onderging hetzelfde lot. Kapt. Stevenson hield zich aan de boot vast, en werd, na 16 uren in angst en gevaar geworsteld te hebben op het strand geworpen. De overig equipagie, bestaande in twee blanke matrozen en een zwarte jongen, hielden zich zo lang mogelijk aan het wrak en vervolgens aan de mast geklemd, waarmede zij, na een worsteling van 24 uren, aan wal zijn gedreven. Waarschijnlijk hebben de pogingen van de heer Ferber, om zijn vrouw te redden, hem spoediger doen bezwijken; zijn lijk was nog niet gevonden, maar dat van zijn beklagenswaardige echtgenote was opgevist, en zaterdag den 2 maart, op de plantagie Lichtfield, plechtig ter aarde besteld. Dit droevig voorval heeft, zo wel in de kolonie als hier ter plaatse, de treurigste belangstelling verwekt.

 

Rotterdamsche Courant 22 augustus 1822114

Rotterdam, 21 augustus. Den 19 is van Middelburg naar zee gezeild het fregatschip de KOLONIST, kapt. F. Jonker, naar Demerarij.

 

Rotterdamsche Courant 07 december 1822114

Rotterdam, 6 december. Men meldt van Middelburg, van den 4 dezer, dat, volgens berigt van Demerarij, aldaar den 7 oktober laatstleden gearriveerd is het schip de KOLONIST (opm: fregat COLONIST), F.F. Jonker; schip en equipagie waren in goede staat.