Inloggen
Gezagvoerder

Feyes, Hendrik

Naam: Feyes, Hendrik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
WILLEM EGGERTS 1885 Bark Sailing Vessel 7317 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Feyes werd geboren te Schiermonnikoog op 30 november 1862 als zoon van Feye Remts Feyes en Lotje Teunis Hitman.

Hij trouwde op 11 december 1890 te Schiermonnikoog als zeeman met Aukje Dubblinga, geboren op 15 november 1863 te Schiermonnikoog als dochter van Ambrozius Jans Dubblinga en Aafke Rienks Dobbinga. Zij overleed op 21 november 1927 te Schiermonnikoog.

Hendrik overleed op 22 december 1929 te Den Haag. Volgens kleinzoon H.Feyes, (Ursulalaan 55, 070-3833667), te Den Haag zou hij zijn begraven te Rijswijk.

In de overlijdensakte wordt de naam gespeld als Feijes. In Tresoar staan alle meldingen uit dit geslacht gespeld als Feyes.De kleinzoon uit Den Haag spelt zijn naam als Feijes.

 

Portretten van Hendrik Feijes en Aukje Dubblinga staan op p. 66 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Feyes was met vlagnummer 18 in de periode 1900 tot nà 1919 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”. Daar de vermelding van ledenlijsten in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart  van “De Herkenning” stopt ná 1919 is het mogelijk dat kapitein Feyes tot een later jaar lid is gebleven.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

H.Feyes was gezagvoerder gedurende:

*    1901 t/m 1910 van de bark “Willem Eggerts”, gebouwd in 1885 te Paisley, Schotland, 1353 ton, varend voor N. Brantjes te Purmerend. Het schip werd in 1910 voor £ 2.500,- verkocht naar Rennie & Co te Londen en diende in 1911 als pakhuis/kolenhulk in Durban. Vanaf 1910 staat de rederij Brantjes niet meer in de jaarlijkse rederslijst.

*    De Dorpsbode 39(8):1985.Bijdrage 18 meldt dat eerste stuurman H.Feyes het roer overnam na het overlijden op 30 december 1899 van kapitein Janneke Grilk (vlagnummer 18);

*    1920 t/m 1921 van het stalen motorschip “Bovenkarspel”, gebouwd in 1919 bij Wortelboer Co te Westenbroek, bruto/netto 615/451 ton, varend voor de N.V.Scheepv. Maatschappij Europa te Amsterdam. Het schip staat in de Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardij ook in 1922 en 1923 vermeld als varend voor de N.V.Scheepv.Maatschappij Europa maar zonder vermelding van een kapitein. In 1924 t/m 1926 voer het schip voor de N.V.Algemene Scheepvaart-kantoor en werd in 1926 verkocht naar rederij L.Ghirardi te Genua.

      Nà 1921 is er geen vermelding meer van een gezagvoerder Feyes in de Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardij.

 

Een afbeelding van de ijzeren bark “Willem Eggerts” staat op p.64 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het portret is in bezit van W. Maris-Faber te Schiermonnikoog.

 

 

Overige bijzonderheden

 “In 1899 vaart Hendrik als opperstuurman op de bark Willem Eggerts. Janneke Grilk is zijn kapitein. Op 30 december 1899 overlijdt kapitein Grilk in Soerabaja. Hendrik Feyes neemt het gezag over. Het schip is groot bruto 1884 tonnen en netto 1298 tonnen, gebouwd in 1885 op de scheepswerf Mc.Intire te Paisly aan de Clyde, voor rekening van de rederij Brantjes in Purmerend. Het naamsein is Q.C.S.D. Hendrik vaart erop tot 1910. Dan verkoopt de reder het schip aan Renny en Co te Londen voor £ 2500, -.

Feyes is lid van het zeemanscollege onder no. 18. Dit nummer neemt hij tegelijk met het schip over van zijn overleden kapitein.

In 1904 maakt Wopke Fenenga op de Willem Eggerts II zijn eerste zeereis. Die ging naar Australië (De latere schipper van de reddingsboot op Schiermonnikoog.)

Tussen rederij Brantjes en de eilander zeelieden bestond een zekere relatie. Op de bark Willem Eggerts II voeren als kapitein achtereenvolgens: 1885-1886 Teunis Lourens Jaarsma, in 1887 Feye Karst, 1888-1899 Janneke Grilk, 1900-1910 Hendrik Feyes. Vanaf 1911 deed de Willem Eggerts II dienst als kolenhulk in Port Natal.”061

Bron:De Dorpsbode

 

In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Het eerst behandelde schip was de ijzeren bark “Willem Eggerts”, in 1885 bij de werf McIntyre te Paisly aan de Clyde in Schotland gebouwd en varend onder Nederlandse vlag voor de reeders N.Brantjes & Co te Purmerend. “met 1298 register ton, had zij een laadvermogen van ongeveer 1800 ton. Zij werd gevoerd door de kapiteins T.L.Jaarsma (1885) , F.Carst (moet zijn Karst, S.Parma) (1886), J.G.Grilk (1889-1893) en H.Feijes (1894-1908).”

      “De “Willem Eggerts” was 30 Juni 1907 met een lading kolen vertrokken van Newcastle NSW om na een, voor dit oude schip snelle, reis van 54 dagen (22 dagen korter dan het “snelle”fregat “Europa”, dat drie weken eerder uit Newcastle vertrok) op 23 Augustus ter reede van Junin (op de Chileense kust, 30 mijl beN. Iquique) aan te komen en daar haar kolen te lossen. Na op de reede van het nabij gelegen Caleta Buena salpeter te hebben geladen, gaat zij op 28 November 1907 onder zeil naar Europa. In de eerste helft van Januari 1908 zal Kapt. H.Feijes met de “Willem Eggerts” voor de`laatste maal rond Kaap Hoorn zijn gekomen. Zij wordt op 23 Februari 1908 in 10oZ.Br.35oW.L. gepraaid en komt 22 Maart 1908, na 115 dagen reis, voor Plymouth ten anker. Op nieuw geen slechte reis voor dit ijzeren schip uit 1885. Na bekomen orders en na 28 Maart Beachy Head te zijn gepasseerd, komt het schip op 29 Maart 1908 te Duinkerken aan. Voor haar volgende reis laadt zij tussen 14 Mei en 9 Juli 1908 kolen te Shields (river Tyne) voor Java. Op 17 November 1908 komt het schip na een lange reis van 131 dagen te Batavia aan, “met schade”. Wat is die schade geweest? Schade aan de lading, in dit geval broei in de lading kolen, lijkt niet waarschijnlijk; dat veroorzaakt niet een lange reisduur. Waarschijnlijk stormschade. Ze lost ook nog te Semarang (aankomst 4 December) en te Soerabya (aankomst 22 December 1908). Of de “Willem Eggerts” lang heeft moeten repareren, lang op de lading heeft moeten wachten en waar zij op Java heeft geladen (vermoedelijk een lading suiker) heb ik nog niet kunnen achterhalen. Vast staat dat zij 13 Maart 1909 zeilklaar is van Batavia, maar nog vanuit Straat Soenda teruggesleept moest worden naar Batavia waar ze op 19 Maart weer is. Blijkbaar weer schade of de vorige schade toch niet afdoende gerepareerd. Pas na drie en een halve maand, op 5 Juli 1909 kan het schip weer van Batavia vertrekken. Het lijkt dat zij vlug Straat Soenda uit kan want het passeren van Anjer wordt op 6 Juli gerapporteerd. Volgens de scheepstijdingen is ze van 10 tot 11 September nog op de reede van Jamestown op St.Helena ten anker geweest. Als de “Willem Eggerts” op 11-12 November 1909, na 129 dagen reis, te Amsterdam aankomt zal zij de Nederlandsche vlag voorgoed strijken, na 24 jaar in de vaart te zijn geweest. Voor f 2500 wordt het schip in 1910 gekocht door de reeders J.Rennie & Son te Londen, doch reeds het volgend jaar wordt zij uit vaart genomen en slijt haar laatste jaren als kolenhulk in Durban. Rond 1918 wordt zij als onderdeel van de havenhoofden afgezonken.”

 

In een artikeltje in het Noord-Hollands tijdschrift “De Speelwagen” uit 1951, 6de Jg. p.38-40 staat een herinnering van C.Oud uit Purmerend onder de titel “`Zeilschepen te Purmerend op het eind van de 19de eeuw”.

“De firma Brantjes (een houthandel in Purmerend) had zelf ook zeilschepen, waarvan ik mij nog de barken “Christoforos” en “Koophandel” en de brik “Marie” herinner. De “Koophandel” is in de Oostzee gestrand en verlaten, en de “Marie” na aanvaring in de Oostzee voor sloop verkocht.

“…De firma Brantjes had ook nog een mooi ijzeren zeilschip, de “Willem Eggerts”, een schip, dat nooit in Purmerend kwam, in tegenstelling met de “Koophandel” en de “Marie”, die als regel in Purmerend overwinterden.”

“Toen ik zelf als jongen een reis met een schip naar Indië maakte en op de rede van Soerabya ten anker lag, zag ik op een goede dag de “Willem Eggerts”, komende van Australië, de rede komen opzeilen. Daar stond het op de spiegel, hoor: “Willem Eggerts, Purmerend”. Vol trots wees ik de matrozen (meest Rotterdammers en “eilanders”) op het feit, dat dat schip ook van Purmerend kwam. Daar ben ik wat mee geplaagd, ik mag wel zeggen gehoond. De een vond het schip nog lelijker dan de ander, wijzende op de mooie grote Franse en Amerikaanse viermast-barken, die ook op de rede lagen. Ik was zeer teleurgesteld, want als Purmerender jongen was ik er nog wel zo trots op, dat daar zo ver van huis de naam “Purmerend” door een zeilschip over de wereldzee werd voortgedragen.”

 

In (vermoedelijk) de Nieuwe Dokkummer Courant, waarvan ik de aflevering plus jaar niet heb gekregen, staat een rubriek “Uit de oude foto-doos” door Bram Spier. Daarin een brief van ene Epke van der Geest (85 jaar) uit Ameland, die zegt zich te herinneren dat ene Douwe Borsch in het laatst van de vorige eeuw (dus de 19e eeuw) heeft gevaren op de “Willem Eggerts” onder kapitein Janneke Grilk. “In 1940 zag Dirk Borsch (de zoon van Douwe Borsch) op een wandeling door Amsterdam bij een kunsthandelaar of antiquair een olieverfschilderij hangen waarop de “Willem Eggerts” was afgebeeld. … Hij heeft er f200,- voor betaald. … Tegenwoordig is het schilderij in het bezit van een dochter van Dirk Borsch die in Alkmaar woont. …

Na deze telefonische informatie die we vanaf Ameland ontvingen, bracht de post ons een brief van de heer H.KONING van Schiermonnikoog, die ons het volgende berichtte: Er bestaat nog een schilderij van de ‘Willem Eggerts’ nl één uit 1885, van de hand van de her JAARSMA. Dit schilderij hing omstreeks 1912 in de zeevaartschool. … Toen ik in 1857 benoemd werd aan de openbare lagere school op het eiland hing daar in de klas hetzelfde schilderij als in de zeevaartschool. …

Het bijzondere van de ‘Willem Eggerts’ is toch wel geweest dat in de 25 jaar dat het schip onder de Nederlandse vlag gevaren heeft steeds onder commando is geweest van een kapitein van Schiermonnikoog: TEUNIS JAARSMA 1885-1886; FEYE KARST 1887; JANNEKE GRILK 1888-1899; HENDRIK FEYES 1899-1910. Het schip werd daarna verkocht naar Natal.”

Een journaal van een reis van de “Willem Eggerts” bevind zich in het archief van het Bezoekerscentrum op Schiermonnikoog. Het behandelt c. 1905 een reis onder kapitein Feyes naar NOI.

Mededeling Pieter Jan Borsch, Hollum, Ameland

 

De bark “Willem Eggerts” onder kapitein H.Feijes was op 30 juni 1907 te Newcastle NSW, op 23 augustus 1807 te Junin, op 28 november 1907 te Caleta Buena en via Kaap Hoorn op 29 maart 1908 te Duinkerken.

Uit: “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.

 

Schuttevaer, 16 november 1901

In de Noordzee is door een noodlottig toeval overboord geslagen en verdronken de kok P.J. Nijboer uit Edam. Hij maakte deel uit der bemanning van het Ned. barkschip WILLEM EGGERTS uit Purmerend.

 

Provinciale Groninger Courant 19 november 1901

Antwerpen, 14 november. Het Nederlandse barkschip WILLEM EGGERTS, kapt. H. Feijes, van Port Pirie hier aangekomen, heeft op de reis veel stormweder gehad, waardoor het schade geleden heeft aan de zeilen.

 

Provinciale Groninger Courant 06 januari 1902

Amsterdam, 3 januari. Het Nederlandse schip WILLEM EGGERTS, kapt. H. Feijes, de 13e november (1901) van Port Pirie te Antwerpen aangekomen, is vandaag bevracht naar Kaapstad, januari/februari te laden. Lumpsum GBP 2200.

 

Provinciale Groninger Courant 01 mei 1902

Amsterdam, 30 april. Het Nederlandse s.s. WILLEM EGGERTS, kapt. H. Feijes, is bevracht voor een lading suiker van Java naar U.S, UK of Continent, Azoren voor orders.

 

Provinciale Groninger Courant 26 augustus 1903

Londen, 24 augustus. Op het Nederlandse barkschip WILLEM EGGERTS, kapt. H. Feijes, de 9e mei van New-York naar Fremantle vertrokken en dat thans 107 dagen reis heeft, werd van 7 tot 8 guineas percent voor herverzekering betaald.