Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.B.L.Evers was met vlagnummer R321 in de periode 1851 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij staat vermeld dat hij in 1858 is overleden. In het Jaarverslag 1859 staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat zijn weduwe in dat jaar een uitkering voor 14 maanden heeft ontvangen van f 210,99 voor haar en twee kinderen. Hieruit is te concluderen dat kapitein Evers in c oktober/november 1858 is overleden 058.
In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat de weduwe H.B.L.Evers weer is gehuwd (en dus niet langer een ondersteuning van het College ontvangt)058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.B.L.Evers met vlagnummer R321 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 van de bark “Jonge Jan” 256 last varend voor C.Smit te Alblasserdam
* 1855 van de bark “Souburg” 361 last varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam
Bouman025 vermeldt L.Evers als gezagvoerder gedurende:
* 1852 op het fregat “Jonge Jan”, gebouwd in 1830 aan de Kinderdijk te Alblasserdam, 490 ton o.m., varend voor reder C.Smit te Alblasserdam;
* 1854 t/m 1859 op de bark “Souburg”, gebouwd in 1851 te Alblasserdam, 690 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam. Het schip is in 1859 gestoten bij Probolingo en gezonken.
Overige bijzonderheden
Geen