Familiegegevens en opleiding

Kornelius werd geboren/gedoopt op 02/12 juni 1796 te Pekela als zoon van Jan Kornelius van Driesten en Geessien Jans Dik.

Kornelius trouwde te Veendam op 11 februari 1820 als zeeman met Annechien Edzes Pot, geboren te Veendam op 07 december 1794 als dochter van schipper Edze Aaldriks Pot en Grietje Obbes de Vreede. Annechien  overleed op 16 januari 1871 te Veendam, 76 jaar, weduwe.

Cornelius Jan overleed te Veendam op 25 januari 1869, oud 73 jaar, rentenier.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Kornelius/Kornelis vermeld als zeeman in 1820, als schipper in 1820, als zeeman in 1823, als schipper in 1825, 1828, 1831, 1833, 1836, 1837, 1845, 1846, 1850, 1852, 1853, als oud-schipper in 1856, zonder beroep in 1857, en als rentenier in 1869.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.J.van Driesten, adres Kranenborg & Zⁿ, werd met vlagnummer 446 ingeschreven als effectief lid van “Zeemanshoop” per 15 december 1835 op voorspraak van B.J.Smeengh. Zijn schip was "de Zwaan"^002. (in 1836 werd nummer 446 vervangen door 333).

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 08/15 december 1835 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Jans van Driesten, oud 39 jaar, voerend de bark “De Zwaan”, wonende te Groningen, adres bij Kranenborg & Zonen, op voordracht van B.Smeengh⁰²³.

C.J. van Driesten was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer in de periode 1835 t/m 1836 en met vlagnummer 108 in de periode 1836 t/m 1868

 

C.J.van Driesten was met vlagnummer 30 lid van het Dordtse zeemanscollege “Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 1827 (of eerder) t/m 1859.

 

C, van Driesten was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer N6 resp 134 in de periode 1850 t/m 1858.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 februari 1851 vraagt de A.E. van Driesten “regt op onderstand voor haren man C.J. van Driesten”. In de vergadering dd 27 maart 1851 kent het Bestuur per 01 mei 1851 een uitkering toe voor 12 maanden maar dan voor driekwart van de huidige uitkering. ⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 juni 1852 meldt kapitein van Driesten dat hij is hersteld en bedankt voor de genoten uitkering.⁰⁴².

In de Bestuursvergadering dd 12 juni 1855 vraagt de huisvrouw van kapitein C. van Driesten wederom om een uitkering voor haar man, die hem in de vergadering dd 30 augustus 1855 voor 12 maanden wordt toegekend, ingaande 01 augustus 1855. Idem per 30 oktober 1856. Idem voor 6 maanden per 26 november 1857. Idem voor 6 maanden per 24 juni 1858. Op verzoek van A.E. van Driesten-Pot wordt weer een verlenging van 12 maanden toegestaan.(Jaar? 1859)  Idem per 29 november 1860. Idem per 28 november 1861 voor 12 maanden. Idem per 30 oktober 1862. Idem per 29 oktober 1863. Continuering tot 01 mei 1865 per 27 oktober 1864. In de vergadering dd 29 juni 1865 wordt de uitkering verlengd met ingang van 01 juli 1865 tot 01 mei 1866. Op 03 mei 1866 een verlenging tot mei 1867. Op 02 mei 1867 verlenging tot 01 mei 1868. Op 30 april 1868 verlenging tot 01 mei 1869.⁰⁴².

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 februari 1869 staat een brief van de heer E.Koning die namens de wed. C.J.van Driesteng geb. Pott om een uitkering verzoekt. Deze wordt haar in de vergadering van 25 mei 1869 geweigerd, omdat niet bewezen is dat het overlijden van haar man door een ziekte aan boord is opgetreden. In de vergadering dd 29 april 1869 reclameert zij waarbij het Bestuur nader onderzoek vraagt “ten aanzien der kwaal waaronder van Driesten is overleden, daar hij terzake van krankzinnigheid onderstand heeft genoten” In de vergadering dd 27 mei 1869 wordt de secretaris verzocht nadere inlichtingen te geven. In de vergadering dd 24 juni 1869 wordt het verzoek afgewezen “als zijnde niet gebleken dat van Driesten is overleden aan de ziekte op zijne laatste reize opgedaan.” In de vergadering dd 28 oktober 1869 staat weer een verzoek tot herziening van het Bestuursbesluit dat op 25 oktober weer wordt afgewezen . Het Bestuur stel daarbij “dat zo zij inlichtingen te geven heeft zij die aan het Bestuur moet inleveren, maar het Bestuur die niet behoeft bij haar te gaan halen.”  Ook een herhaald verzoek per 30 maart 1870 levert niets op.⁰⁴²

Er is al in voorgaande jaren een bestuursdiscussie geweest waarin werd besloten om nader onderzoek te doen naar de vele verzoeken om continuering van onderstand. Het leek er immers op dat de argumentatie voor verlenging niet altijd valide en conform het Reglement waren gedaan. Kennelijk is bij de wed. C.J. van Driesten sprake van zo’n geval.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 22 april 1851 staat een verzoek van A.E.van Driesten geb.Pot om een uitkering voor haar man “wegens lichaamsgebreken”. Deze wordt toegekend voorlopig voor 12 maanden in de 1^e klasse “ten bedrage van drie vierde gedeelte der uitkeering, ingaande 1^e Mei 1851.”⁰²³

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 september 1855 staat de mededeling dat per 01 augustus 1855 een uitkering voor 1 jaar is toegekend aan kapitein C.J.van Driesten. Deze is gecontinueerd voor 12 maanden op 11 november 1856, op aanvraag van de heren Kranenborg & Zⁿ. Continuering voor 6 maanden op 15 december 1857. Idem voor 6 maanden op 06 juli 1858. Idem voor 12 maanden op 30 november 1858 op verzoek van A.E.van Driesten geb. Pot voor C.J. van Driesten. Idem voor 12 maanden op 13 december 1859. Idem op 18 december 1860. Idem per 03 december 1861. Per 11 november 1862 op aanvrage van zijn vrouw A.E. van Driesten. Per 17 november 1863 voor 12 maanden op verzoek van A.E.Pot voor haar man C.J. van Driesten. Op 22 november 1864 een verlenging tot 15 mei 1865. Op 18 juli 1865 continuering tot 01 mei 1866 ingaande 01 juli 1865. Verlenging met 12 maanden op 29 mei 1866. Idem voor 12 maanden per 21 mei 1867.^023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 20 april 1869 staat vermeldt een “Aanvrage om regt op uitkeering van de Wed^e Kaptⁿ C.J. van Driesten geb Pott … is … gewezen van de hand zijnde niet bewezen dat kapitein van Driesten is overleden aan de ziekte waarvoor hij trekkende was.”. Het verzoek van de wed. van Driesten-Pot werd herhaald in de notulen dd 06 juli 1869, 28 december 1869, 09 maart 1870, 26 april 1870 maar wederom afgewezen. ⁰²³.

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 21 september 1839 staat het volgende:

“Wordt door kaptein Meppelder en Noort en vanwegen de kapteins Mik en van Driesten aanklagt gedaan tegen kaptein Abbema welke bij het passeren op de rivier dezer Stad hunne N^o vlag hebben gehijscht doch door genoemde Abbema niet is beantwoord op gelijke wijze.” Het Bestuur legt kapitein Abbema conform artikel 22 van het Reglement een boete op van f 8,-.^064a

In de notulen dd 28 maart 1845 wordt het persbericht vermeld dat de naam van het schip de “Zwaan” is gewijzigd in “Merwede”.^064a

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat C.J. van Driesten als gezagvoerder⁰⁶⁴:

*      1837; 1842 t/m 1845     kof “De Zwaan”                      boekhouder A.N.Bouvy te Dordrec ht

*      1846                                 kof “De Merwede”                  boekhouder F.C.Déking Dura te Dordrecht

*      1850; 1852 t/m 1854     bark “Merwede”                      boekhouder G. van Hoogstraten & Zⁿ  te Dordrecht

*      1855 t/m 1858                geen schip vermeld

*      1859                                 geen kapiteins aam meer bij vlagnummer 30 vermeld

 

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer          jaren        type                 scheepsnaam                naam reder/boekhouder

        333            1836-1837  bark                 de Zwaan                      A.N.Bouvy te Dordrecht

                            1838-1840  barkentijn       de Zwaan                      idem

                            1841-1842  kof                   de Zwaan                      idem

                            1843-1844  bark                 de Zwaan                      idem

                            1845-1846  3m.galj.           Merwede                        geen opgave

                            1848-1850  3m.galj.           Merwede                        G.van Hoog(en)straten en Zⁿ te Dordt

                                 1851        geen opgave van schip en boekhouder

                                 1852        bark                 Merwede                       geen opgave

                                 1853        bark                 Merwede                       G.van Hoog(en)straten en Zⁿ te Dordt

        108                 1854        bark                 Merwede                       idem

                            1855-1868  geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt C.J. van Driesten als gezagvoerder gedurende:

*    1837 t/m 1845 van de bark-kof “de Zwaan”, gebouwd in 1827 te Sappemeer, 320 ton o.m., varend voor A.N.Bouvy te Dordrecht. Het schip voer in 1846 voor G. van Hoogstraten & Zⁿ te Dordrecht en was herdoopt in “Merwede”;

*    1846 t/m 1854 van de bark-galjoot “Merwede”, ex Zwaan. gebouwd in 1827 te Dordrecht, 237 ton o.m., varend voor G. van Hoogstraten & Zⁿ te Dordrecht.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

11 februari 1818, smak “Vrouw Lummegina”, kapitein Jan Berends Goossens, matroos Kornelis J. van Driesten uit Nieuwe Pekela.

13 januari 1817, smak “Vrouw Lummegina”, kapitein Jan Berends Goossens, matroos Kornelis J. van Driesten uit Nieuwe Pekela.

28 februari 1821, smak “Helena”, schipper Pieter Abrahams Schuuring, stuurman Kornelius van Driesten uit Nieuwe Pekela.

 

In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het Groninger college “Eendracht” staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein C. van Driesten als gezagvoerder van de “Merwede” met vlagnummer N6.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo⁰⁵⁷:

06 oktober 1837         "... heden vertrok alhier ... Captijn van Driesten met de kof de Zwaan naar Amsterdam".

 

Monsterrol dd 10 mei 1837 te Amsterdam van de barkentijn de "Zwaan" onder gezag van Corneles Jans van Driesten met 11 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders Kranenburg & Zoon⁰¹¹.

 

Ontleend aan. van Blokland-Visser⁰⁶⁴:

Op 01 oktober 1829 (Monsterrol 386 Gemeentearchief te Dordrecht) is hij gezagvoerder van het nieuwe kofschip “De Zwaan” voor een reis op avontuur met 10 man.

Op 13 oktober 1849 is hij kapitein op de galjoot “Merwede” en vertrekt hij voor een reis naar Rochefort.

 

In: Tj.E.Swierstra. De veenkoloniale familie Hazewinkel: geschiedenis en stamboom.

Amsterdam 1997 (op het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag)            

staan fragmenten uit de jaarverslagen van het verzekeringscompact van Veendam, opgetekend door Hendrik Jans Hazewinkel (1793-1853) over de jaren 1837-1842

“Op Westindiën voeren met koffen: Cornelius van Driesten, Gieze Eilts Boer, mijn vrouws broeder en Barend van Wijk, doch somtijds op Amerika en dan op de Oostzee of Noorwegen. …”

 

Rotterdamsche Courant 01 juni 1837

Rotterdam, 31 mei. Kapt. C.A. Hazewinkel, voerende het smakschip AURORA, den 28 dezer in de Maas binnengekomen, rapporteert, dat hij den 24 in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gepraaid heeft een driemast-kof, tonende nommer 333 van het Collegie Zeemanshoop, zijnde die van C. van Driesten.^Marhisdata