Inloggen
Gezagvoerder

Delft, Johannes(Jan) Cornelisz. van

Naam: Delft, Johannes(Jan) Cornelisz. van
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JOHANNES MARINUS 1841 Bark Sailing Vessel 13450 Bekijk schip
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE YACHTCLUB 1849 Bark Sailing Vessel 14175 Bekijk schip
SOUBURG 1852 Bark Sailing Vessel 14428 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

De lezer wordt gewaarschuwd voor verwarring in de navolgende opgaven. Er is sprake van twee broers met de naam J.C. van Delft, zijnde Johannes Cornelisz en Jan Cornelisz. De diverse bronnen halen deze twee broers door elkaar. De geinteresseerde genealoog dient deze knoop te ontwarren.

Jan van Delft Corneliszoon werd geboren te Rijnsburg op 29 juni 1806.

Hij huwde met Elisabeth van Marion, geboren te Rijnsburg op 29 maart 1817.003

 

Jan van Delft werd geboren op 29 juni 1806 te Rijnsburg als zoon van de Nederlands Hervormde Cornelis van Delft, landbouwer en/of koopman, en Grietje van der Mey.

Hij trouwde op 02 september 1829 te Waddinxveen met Willemina Blok. Hij trouwde voor de 2e maal op 05 juli 1840 te Rijnsburg met Elizabeth van Marion, dochter van Arelis Van Marion, onderwijzer. Jan woonde te Rijnsburg, Waddinxveen, Overschie en Delft.

Hij overleed op 02 april 1866 te Delft.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.van Delft, adres H.H.van Straten, werd met vlagnummer 545 effectief lid van Zeemanshoop per 04 augustus 1840 op voorspraak van J.Andresen. Als zijn schip is genoteerd de "Jonge Cornelia"002. Ten tijde van de inschrijving waren van Delft en zijn vrouw 33 resp. 23 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1833. Toegevoegd is “bedankt” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van 21/28 juli 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/aangenomen Jan van Delft, oud 34 jaar, voerend de bark “De Jonge Cornelis”, wonend te Rijnsburg, en met als adres H.H.van Stralen te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Andresen.02

  1. van Delft werd per 13 mei 1835 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop Bedankt in maart 1854003.

 

  1. van Delft Cz was met vlagnummer R160 in de periode 1838 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren   type             scheepsnaam     naam reder/boekhouder

      545                     1840   fregat          De Jonge Cornelia                      Kuyper,van Dam en Smeer te Rotterdam

                               1841-1844                   fregatJohannes Marinus            Hoogewerf en Chabot te Rotterdam

                               1845-1848 bark          Johannes Marinus                      F.H.v.Lindern te Alblasserdam

                                   1849   bark            Koninkl.Nederl.-Yachtclub       idem

                                   1850   geen opgave van schip en boekhouder         

                                   1851   fregat          De Schelde         geen opgave

                                   1852   bark            Souburg                                        F.H.von Lindern te Alblasserdam

                                   1853   fregat          Voorwaarts                                  C.G.van der Lee te Alblasserdam

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat J.van Delft Cz met vlagnummer R160 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849               van de bark “K.N.Yachtclub     330 last     varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam

*   1851               van de bark “Souburg”             365 last      varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam

*   1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1865         geen vermelding van schip en reederij

 

Bouma025 vermeldt J.van Delft als gezagvoerder gedurende:

*   1839-1843 van het fregat “Jonge Jan”, gebouwd in 1830 aan de Kinderdijk te Alblasserdam, 490 ton o.m., varend voor reder C.Smit te Alblasserdam;

*   1841-1842 op de bark “Jonge Cornelis”(sic), gebouwd in 1840 te Alblasserdam, 346 ton o.m., varend voor Kuijper, van Dam & Smeer te Rotterdam;

*   1842 t/m 1845 op het fregat “Johannes Marinus”, gebouwd in 1841 te Elshout, 610 ton o.m., varend voor Hoogewerf & Chabot te Rotterdam;

*   1845 t/m 1854 van hetzelfde schip maar nu varend voor F.H. von Lindern te Rotterdam.

en J.van Delft Cz van

*   1850-1853 op de bark “Kon.Ned.Yachtclub”, gebouwd in 1849 te Elshout, 625 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;

*   1852 op de bark “Schelde”, gebouwd in 1851 te Zierikzee, 658 ton o.m., varend voor J.de Jonge & Keller te Zierikzee;

*   1853 op de bark “Souburg”, gebouwd in 1851 te Alblasserdam, 690 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;

*   1853-1855 op de bark “Voorwaarts”, gebouwd in 1852 te Alblasserdam, 706 ton o.m., varend voor C.G.van der Lee te Alblasserdam.

Er zijn overlappingen in gezagvoerderschap op de “Jonge Jan” en de “Jonge Cornelis” resp“ Johannes Marinus” en de “Koninklijke Nederlandsche Yachtclub” Kennelijk zijn er twee personen met dezelfde naam en was de een lid van Zeemanshoop en de ander van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De opgaven bij Bouma slaan kennelijk op de beide broeders met dezelfde namen Ik meen dat de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 de juiste zijn voor de hier behandelde Johannes Cornelis. De overlappingen zouden dan op conto van de andere kapitein Johannes Cornelis komen.

 

Overige bijzonderheden

 “DE SCHELDE

De bark  De Schelde had een grootte van 658 ton en werd gebouwd op de Commerciewerf door de bekwame bouwmeester C.Mak Cz. Op 1 februari 1851, ’s middags om half twaalf, werd de bark te water gelaten. Het schip behoorde tot de rederij De Jonge en Keller. Op 25 april 1851 vertrok het schip op zijn eerste reis naar Batavia, bevracht door de Nederlandsche Handelmaatschappij. Kapitein was Jan van Delft Corneliszoon. Tijdens deze eerste reis overleden twee lichtmatrozen … In januari 1852 was het schip weer terug in haar vertrouwde Scheldewateren. De volgende reis - in februari 1852 vertrok De Schelde naar Swansea en Hongkong - stond onder bevel van kapitein P.van Duijn. … “074.

 

L.H.Enklaar Reis door den Indischen Archipel, in: Aangeraakt door Insulinde, KITLV Uitgeverrij, Leiden, 1992 p. 22

Beschrijft de “Reis door den Indischen Archipel, in het belang der Evangelische zending.” door L.J. van Rhijn, Rotterdam: Wijt, 1851.

In het artikel van Enklaar staat op p. 22 de alinea:

“De uitreis vond plaats op 8 mei 1846 vanuit Hellevoetsluis op de ‘Johannes Marinus’ met een equipage van dertig man en Van Rhijn als enige passagier. De reis verliep vlot, net binnen honderd dagen naar Batavia. De dominee had zoveel invloed aan boord, dat er elke dag morgen- en avondgebed voor de bemanning door hem werd geleid, en elke zondag gepreekt, waarrbij de attractie was dat hij zelf het psalmen gezang op zijn accordeon begeleidde.”