Inloggen
Gezagvoerder

Chevalier, Everhardus Martinus

Naam: Chevalier, Everhardus Martinus
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 4
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
KOSMOPOLIET II 1865 Clipperfregat Sailing Vessel 7885 Bekijk schip
KOSMOPOLIET III 1871 Clipperfregat Sailing Vessel 7886 Bekijk schip
ZAANDAM 1882 Vracht-/passagiersschip Steamship 7414 Bekijk schip
J.C. SCHOTEL 1849 Bark Sailing Vessel 14125 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Everhardus Martinus Chevalier werd geboren op 02 oktober 1836 te Dordrecht als zoon van Everhardus Martinus Chevalier, kapitein der koopvaardij, en Catharina Juriana Gips. In 1856 woonde hij in de Steegoversloot C1013 te Dordrecht. en in 1879 woonde hij aan de Wolwevershaven B326a te Dordrecht.

Hij trouwde  met Teuntje van der Hoeven, geboren te Sliedrecht op 13 februari 1851 en overleden te ’s Gravenhage op 25 juni 1929

Op 07 februari 1879 in de voormiddag om 11.30 werd te Dordrecht geboren Everhardus Martinus Chevalier als zoon van Everhardus Martinus Chevalier en Teuntje van der Hoeven. De aangifte werd, wegens afwezigheid van de vader, gedaan door doctor Herman Johannes de Graaf, verloskundige. De geboorte vond plaats in de Wolwevershaven B326A.

Blijkens het Zeeuws Archief huwde deze Everhardus Martinus, oud 30 jaar, op 08 februari 1909 te Vlissingen als eerste stuurman eener Stoomvaartmaatschappij met Hendrika Lijntje van den Heuvel, oud 20 jaar, geboren te Koudekerke op 14 oktober 1888 als dochter van Johan Pieter van den Heuvel en Helena Adriana Hendrina van Regenmorter. Gegevens van dit echtpaar zijn nà het huwelijk niet meer in het Zeeuwsarchief gevonden.

Cornelis Chevalier uit Maarn (0343 – 441426), 78 jaar, zegt dat zijn vader het wel had over een Oom Evert, die gezagvoerder was geweest en had gevaren voor de KPM. Ik heb geen verdere gegevens van deze derde Everhardus Martinus kunnen vinden. Het woord “KPM” duidt op een vertrek naar NOI.

 

Er was nog een kind van Everhardus Martinus Chevalier en Teuntje van der Hoeven en wel Catharina Juriana, geboren te Vlissingen op 02 maart 1890. Deze huwde te Vlissingen op 19 augustus 1915 met de scheepsbouwkundige Leendert Jan van Blerkom, 31 jaar, geboren te Delfshaven als zoon van Pieter van Blerkom en Francina Martina Lijders. Leendert Jan overleed te Vlissingen op 08 september 1951 op de leeftijd van 67 jaar en toen vermeld als zijnde zonder beroep.

Op de begraafplaats te Doorn ligt begraven Catharina Juriana Chevalier, geboren 02 maart 1890 en overleden 27 december 1974.

(Ten aanzien van van Blerkom op 16 maart 2008 gebeld met J. van Blerkom te Swifterbant. De Leendert Jan van Blerkom was een broer van zijn grootvader. Hij kon mij over de belevenissen van Everhardus M.Chevalier uit 1879, de eerste stuurman, geen bijzonderheden vertellen.)

Voorts een zoon Cornelis Johannes, geboren te Vlissingen op 03 december 1892. Vader Everhardus wordt aangeduid als directeur van een stoomboot dienst. Deze zoon overleed te Vlissingen op 16 september 1908 op 15-jarige laaftijd

Everhardus (de tweede!) overleed in te Vlissingen op 08 september 1903, oud 66 jaar, zoon van Everhardus Martinus Chevalier en Catharina Juriana Gips, directeur van de Provinciale Stoombootdienst, gehuwd met Teuntje van der Hoeven. Er is een successiememorie nr. 7/3478, inventarisnummer 860, filmcassettenummer 147. (niet ingezien).zeeuws archief

 

Tot nu toe zijn de reacties van de opgebelde Chevaliers dat zij afstammelingen zijn van de drukkerijtak, heden ten dage nog actief in Hednrik Ido Ambacht.

Genoemde heer Chevalier uit Maarn, meende dat er wel een relatie is tussen de drukkers, (waarvan er nu nog nakomelingen zijn in Hendrik Ido Ambacht) en de zeeliedentak maar concrete aanwijzingen kon hij niet geven. Die relatie ligt erg voor de hand, want zowel de drukkerstak als de zeeliedentak komen uit Dordrecht.

 

Hij werd op 22 december 1866 met nummer 498 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Hij was effectief lid met vlagnummer 44 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” van 14 maart 1867 t/m zijn overlijden op 08 september 1903.

 

E.M.Chevallier was met vlagnummer R35 in de periode 1877 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij 1885 is overleden. (dit zal moeten zijn, dat hij in dat jaar zijn lidmaatschap heeft opgezegd.)058.

 

In het kasboek van het Dordtse college “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat dd 01 september 1903 een uitgave van f 300,- aan de de weduwe E.M.Chevalier geb. van der Hoeven. Deze eenmalige uitkering aan erven van overleden effectieve leden is reglementair bepaald en is in de loop van de jaren verhoogd tot f 300,-.064b

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat E.M.Chevalier als gezagvoerder064a:

*    1874                       stoomboot “Maas”                 Ned. Amerikaansche Stoomb. Maatschappij

      1891                       geen vermelding van een schip

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein E.M.Chevallier met vlagnummer R35 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1877, 1878, 1880   van het ss. “Schiedam”   2404 ton n.m.    varend voor Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam

*    1881                       van het ss. “Schiedam”     2745 ton            varend voor Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam

*    1882, 1883            van het ss “Zaandam”       3063 ton            varend voor Ned.Amer.Stoomv.Mij te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt E.M.Chevalier als gezagvoerder gedurende:

*    1868 van de bark “J.C.Schotel, gebouwd in 1849 te Dordrecht, 632 ton o.m., varend voor de Gebr. Blussé te Dordrecht;

*    1869 t/m 1871 op het fregat “Kosmopoliet II”, gebouwd in 1864 op de werf “De Merwede” van Cornelis Gips & Zn te Dordrecht, 1077 ton o.m., varend voor Gebr. Blussé te Dordrecht.

*    1872 van het 3/m schip “Kosmopoliet III”, gebouwd in 1869/1871 op de werf van Cornelis Gips & Zn aan de Wilgenbosch )te Dordrecht, 1385 ton o.m., varend voor de Gebr. Blussé te Dordrecht (zie ook 064)

*    1875 van het schroefstoomschip “Maas”, gebouwd in 1872 te Renfrew, 2037 ton o.m., varend voor de Ned. Amerik. Stoomv. Maatsch.;(van Blokland064 vermeldt hem in 1874 als gezagvoerder op de “Maas”

*    1878 t/m 1882 van het ijzeren schroefstoomschip “Schiedam” ex San Marcos, gebouwd in 1874 te Dumbarton, 2850 ton o.m., varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv. Maatsch. te Rotterdam;

*    1882 t/m 1885 van het schroefstoomschip “Zaandam”, gebouwd in 1882 te Rotterdam, 3063, varend voor de Nederl. Amerik. Stoomv. Maatsch. te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Gegevens van de “Kosmopoliet II” staan o.a. in De glorietijd van het zeilschip door Edward P. de Groot (Alkmaar, 1989). Het Maritiem Museum te Rotterdam bezit twee olieverfschilderijen van de “Kosmopoliet II” vervaardigd door E. de Vries resp. F.J. van den Blijk.

 

E.M.Chevalier (sic) vervoerde per 28 juli 1868 van Brouwershaven met de “J.C.Schotel” een detachement van 25 landmachtsoldaten naar Indië. In St.George d’Elmina werden 80 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 07 januari 1869 na een reis van 163 dagen.

Hij vertrok op 25 april 1869 van Brouwershaven met de “Kosmopoliet II” een transport van 2 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 juli 1869 na een reis van 86 dagen.

Hij vertrok op 07 mei 1870 van Brouwershaven met de “Kosmopoliet II” en een detachement van 2 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 10 augustus 1870 na een reis van 95 dagen065.

Hij vertrok op 17 oktober 1872 van Rotterdam met de “Kosmopoliet III” en 1 landmachtofficier naar Indië en arriveerde te Batavia op 04 januari 1873 na een reis van 79 dagen065*.

 

      De bark “J.C.Schotel” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 13 reizen waarvan de een aantal onder kapitein E.M.Chevalier. Data en bestemmingen niet genoemd.

      De medium clipper “Kosmopoliet II” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 10 reizen waarvan een aantal onder gezag van kapitein E.M.Chevalier.

      De medium clipper “Kosmopoliet III” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 2 reizen waarvan de eerste in juli 1871 naar Batavia onder gezag van kapitein E.M.Chevalier. Datum terugkomst niet vermeld.

Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.

 

Ontleend aan van Blokland-Visser064 is het volgende:

MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht.

Op 04 april 1851 (MRD 1487) monsterde E.M.Chevallier aan als jongen van 14 jaar, met een maandgage van f 4,- op het fregat “Bernard Hertog van Saksen Weimar”, onder gezag van kapitein Pieter Hendriks Hazewinkel uit Veendam reder Hendrik Brunner te Dordrecht, voor een reis naar Batavia.

Op 29 november 1855 (MRD 1718) monsterde hij als 3e stuurman, oud 19 jaar, met een maandgage van f 24,- op het fregat “Bato”onder kapitein W.F.Broeksmit voor een reis naar Batavia.

Op 06 september 1858 (MRD 1845) is hij, oud 22 jaar, wonend te Dordrecht , voor een maandgage van f 40,-,  2e stuurman op de bark “Cornelis Gips”, reeder G.van Hoogstraten te Dordrecht onder kapitein Marinus van Rijn van Alkemade voor een reis naar Australië, Java en Londen.

Op 15 juni 1863 (MRD 2044) monsterde Everhardus Martinus Chavalier als 1e stuurman aan op de “Kosmopoliet I” onder gezag van kapitein Jan Koning. Everhardus was toen 27 jaar en wonend te Dordrecht. Op 30 mei 1864 (MRD) monsterde hij wederom als 1e stuurman op hetzelfde schip voor een reis naar Batavia en op 06 juni 1865 (MRD 3264) voor een derde keer.

Op 16 maart 1867 (MRD 2252)  is hij gezagvoerder op de bark J.C.Schotel” met als reder de Gebr. Blussé te Dordrecht.

Op 10 april 1869 (MRD 2362) is hij kapitein op de “Kosmopoliet II” en vertrekt voor een reis naar Java met 35 man.

Op 22 juli 1871 (MRD 36) is hij kapitein van de “Kosmopoliet III” met een equipage van 35 man voor wederom een reis naar Java.

In 1874 was hij gezagvoerder op het stoomschip “Maas” voor de reederij Ned/Amerikaanse Stoomboot Maatschappij.

In 1877/82 is hij kapitein op de s.s. “Schiedam” 2404 ton reder Ned/Amerikaans Stoomboot My. te Rotterdam. In 1883/85 is hij kapitein op de ss “Zaandam” reder Ned/Amerikaans Stoomboot My te Rotterdam.

In 1891 heeft hij geen schip meer064

 

p.37-38. Besproken is de historie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij. Na het in de vaart zijn van een aantal schepen werd gepleit om een 5de schip aan de vloot toe te voegen. “Het waren Prins Hendrik der Nederlanden en W.A.Scholten die de jonge rederij de helpende hand boden. Onder hun leiding werd een syndicaat gevormd dat in 1877 een 2236 brt metend schip kocht, de       SAN MARCOS, dat aan de rederij werd verhuurd en onder de naam van SCHIEDAM in de vaart werd gebracht. In de voorwaarden werd nadrukkelijk gestipuleerd dat de NASM het schip te allen tijde tegen de koopprijs, verminderd met 5 procent per jaar voor afschrijving, kon overnemen. De rederij nam voor f 50,000,- deel aan het syndicaat. De aankoop bleek een goede te zijn. De SCHIEDAM voer vanaf het begin zeer voordelig.”

Een overzicht van de opbrengst van dit schip, in de periode dat Chevalier gezagvoerder was, staat op p. 38:

                                                       1873           1874        1875           1876             1877             1878

kajuitpassagiers                                   17                14               24                  25                  29                   27

tussendekpassagiers                       235              75              79               114                 86                 96

passagegelden                        f 15.812         5.331         6.220            8.335            6.765            6.755

goedernvrachten                    f 49,054       38.725      39.438         44.361         42.531          46.282

aantal reizen                                      12                20            23                 23                  25                 30

Uit:” Brug over den oceaan. Een eeuw geschiedenis van de Holland Amerika Lijn”, door A.D.Wentholt, 1973 Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam/’s Gravenhage

 

Een genealoog  (dd 2013) van de familie Chevalier is Ir. Peter Chevalier, Hoef ten Halve 3, 5268 LT Helvoirt, 0411-641267, e-mail peterchevalier@gmail.com