Familiegegevens en opleiding
Jan Jacob Reinhardt werd geboren ca. 1796 te Eefde als zoon van Jan Jacob Reinhardt en Magdalena Dorenhaagen.
Vanwege de ondertekening van de overlijdensadvertentie is hij wellicht ongetrouwd gebleven.
Jan Jacob overleed op 27 mei 1846 te Eefde/Lochem als koopvaardijkapitein. Ook in deze akte werd geen relatie genoemd.
Algemeen Handelsblad 03 juni 1846
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Reinhardt (adres Meyer op de Martelaarsgracht) werd met vlagnummer 351 per 17 april 1832 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van C.Koert. Zijn schip was de "Sara en Maria". Toegevoegd is "overleden in 1845"002.
Op de Algemene Vergaderingen van 10/17 april 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgesteld/benoemd Jan Jacob Reinhardt, oud 36 jaar, voerende het fregat Twee Cornelissen, wonende op de Nieuwedijk ten huize van J.D.Meyes, op voordracht van kapitein C.Koert. Er is geen vlagnummer genoemd023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 maart 1845 vraagt J.J.Reinhardt om een uitkering. In de Vergadering dd 24 april 1845 wordt hem een uitkering voor 12 maanden toegekend, ingaande 01 mei 1845.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van 21 april 1846 wordt een continuering van onderstand voor 12 maanden toegekend aan J.J.Reinhardt.023 Dit is in tegenspraak met de opmerking over overlijden in 1845.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
351 1832-1833 fregat Twee Cornelissen Gebr.Hartsen
1834 geen vermelding van schip en boekhouder
1835 bark Sara en Maria Gebr.Hartsen
239 1836 bark Sara en Maria idem
1837-1840 bark Sara en Maria P.Hartsen
1841-1844 bark Sara en Maria Jonkh.P.Hartsen
1845 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.J.Reinhardt als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1834 op het 3/m schip “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam;
* 1836 t/m 1845 van de bark “Sara & Maria”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 374 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" uitzeilend van Nieuwe Diep op weg naar Batavia057:
06 oktober 1839 "... hadden 4 hollandsche bij ons met ons uitgezeild zijnde ... kaptijn Reinhart bark Sara Maria ...".
De bark "Sara & Maria" onder gezag van Jan Jacob Reinhard en met 19 manschappen dateerde de monsterrol op 07 augustus 1838 met bestemming Batavia. De boekhouders waren de gebr. Hartsen011.
"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:
01 januari 1839 "Alhier lagen ter reede de navolgende Nederlandse Schepen als volgens .. kaptijn Reinhard…”.
In een typoscript van de heer P.C.J. Martens te Den Haag dd oktober 2011 staan de volgende bijzonderheden betreffende Broder Paul Martens 1812-1881.
Leydsche Courant 01 aprilt 1836
“Volgens een brief van Kapt. B.P. Martens voerende het schip ‘de Eensgezindheid’ van Amsterdam naar Batavia in dato 2 februari was hij toen in goede staat zeilende op 1o56’ Z.breedte, 19o Z’.W.lengte.
Voorts meldt Kapt. Martens dat hij op den 25 januari op 0o56’ N.breedte gezien heeft een groote Hollandse bark, zo hij meende het schip Catharina Johanna, Kapt. J.E. Schneebeke, van Amsterdam naar Batavia alsook den ….dito eene kleinen Hollandse bark, zijnde zo hij meende, het schip Sara Maria, Kapt. J.J. Reinhardt, mede van Amsterdam naar Batavia.”
Javasche Courant 11 juni 1833114
Uit berichten van St. Helena, lopende van de 1e januari tot de 18e maart j.l. blijkt, dat aldaar waren aangeweest de onderstaande Nederlandse schepen:
De 23. januari het schip ANTHONY, kapt. H. Bruhn, van Canton naar Rotterdam.
De 26. januari het schip GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.
De 27. januari het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. J. Reinhardt, van Batavia naar Amsterdam, en het schip WILLEM, kapt. A. Plug, van Batavia naar Rotterdam.
De 28. januari het schip ASIA, kapt. J. Boot, van Batavia naar Middelburg.
De 30. januari het schip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam.
De 16. februari het schip DORTENAAR, kapt. P. Kraaij, van Batavia naar Dordrecht.
De 28. februari het schip MARCO BOZZARIS, kapt. J.G. Adriaan, van Batavia naar Amsterdam.
De DORTENAAR en de MARCO BOZZARIS waren ten gevolge van orders uit Engeland onder embargo gelegd. Kapt. P.Kraaij van de DORTENAAR was ten gevolge van een val van zijn paard op de 23 februari, 11 dagen later overleden
REINHOLD, FRANS PHOEBUS
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.P.Reinhold werd met vlagnummer 366 per 17 januari 1837 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van J.G.Veening. Zijn schip was de Betsy en Sara. Toegevoegd is "overleden002.
In de Algemene Vergaderingen van 10/17 januari 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Frans Phoebus Reinhold, oud 30 jaar, voerend de “Betsy & Sara”, wonende op de Leliegracht bij de Heerengracht te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.G.Veening023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 oktober 1839 staan enkele verzoeken om een ondersteuning door bemanningsleden van de “Betsy en Clara” onder kapitein F.P.Reinhold wegens schipbreuk. Er worden een maand gage toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 november 1839 van Zeemanshoop staat de mededeling dat er één maand gage is toegekend aan enkele bemanningsleden vanwege de schipbreuk van de“Betsy en Sara” onder “wijlen kaptn F.P.Reinhold, later wijlen kaptn B.Blaupot.”023.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
366 1837-1838 fregat Betsy en Sara Trakranen & Co
Bouma025 vermeldt F.P.Reinhold als gezagvoerder gedurende:
* 1838 op het 3/m schip “Betsy & Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 840 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Als opvolger in 1839 noemt Bouma een kapitein Blaauwpot (zonder initialen).
Het schip zou in 1842 verongelukt zijn in de baai van Algor (Z.Afrika). Deze melding dd. 1842 zou betekenen dat het schip in 1838 niet is vergaan.
Overige bijzonderheden
F.P.Reinhold verzorgde per 20 september 1837 vanuit Nieuwediep met de “Betsy en Sara” een troepentransport van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 02 januari 1838 na 104 dagen. Onderweg is 1 officier overleden065.
Bossenbroek065 vermeldt op p.46 het dagboek van de Duitser E.Selberg, die in 1837 met de “Betsy en Sara” naar Indië voer: “In zijn reisverslag beklaagde hij zich over het gebrek aan waardering van de kant van zijn patiënten, dit ondanks zijn ‘vriendelijk voorkomend gedrag’. Rond de evenaar bezorgde de daar niet ongebruikelijke windstilte en bijbehorende extreme hitte hem bovendien handenvol werk: ‘Gedurig waren bij de matrozen en soldaten aderlatingen noodig’.065.
Zeepost 04 juli 1839 – 433
Het schip BETSEY EN SARA kapt. B. Blaauwpot voor wijlen F.P. Reinholdt, van Soerabaya naar Amsterdam, is volgens brief van de Kaap de Goede Hoop van de 9e mei, bewesten Bushman’s River verongelukt. De kapitein en 17 man der equipage zijn daarbij verdronken (opm: zie ook ZP 050739).