Inloggen
ADDER (TESTSCHIP) - ID 18226


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1875-05-16 / 1882-07-05 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1871
Categorie: Marine
Voorstuwing: Steamship
Type: Rammonitor
Material Hull: Composite, iron frame, wood planked
Construction Data

Scheepsbouwer: 'Rijks Marinewerf, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Werfnummer:
Date Laid Down: 1870-12-31
Launch Date: 1871-09-28
Delivery Date: 1873-10-24
Technical Data

Gross Tonnage: 1566.00 Net tonnage
 
Length 1: 59.56 Meters Length overall (Loa)
Beam: 13.60 Meters ***Unknown***
Depth: 2.90 Meters ***Unknown***
 
Passengers:
1st 2nd 3rd Steerage Deck Total
0 0 0 0 0 113
Ship History Data

Date/Name Ship 1875-05-16 DE ADDER
Manager: Koninklijke Marine, The Hague, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Koninklijke Marine, The Hague, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: The Hague / Netherlands

Ship Events Data

1875-05-16: Het schip is bestemd voor de binnenlandse dienst, namelijk de verdediging van de Zuiderzee.
1875-06-20: Vertrek van Den Helder naar Hellevoetsluis. De tocht wordt in ruim 12 uur volbracht. Het schip wordt tot Hoek van Holland begeleid door het ramschip "Stier".
1882-07-04: Vertrek van Amsterdam via IJmuiden naar de Noordzee met bestemming Hellevoetsluis. Bij Buitenhuizen, halverwege het Noordzee-kanaal wordt overnacht.
1882-07-05: Final Fate: Sunk

Vertrek van IJmuiden om 10.30 uur. Tegen de voorschriften in wordt dit niet telegrafisch gemeld, zodat men in Amsterdam en Hellevoetsluis niet weet dat het schip op zee is. Het weer is goed, met een zwakke aflandige wind, al is de barometer dalende. De getijdestroom is echter zodanig dat men halverwege de reis de vloedstroom tegen zal krijgen. Deze zal, samen met de aflandige wind, een flinke golfslag veroorzaken. Men moet de vuren volop stoken om voldoende vermogen te krijgen en ook de besturing van het schip zal moeilijk worden. Onder deze omstandigheden is een bekwame bemanning noodzaak en dat is het zwakke punt, want geen van de officieren, inclusief de commandant, heeft ooit op een monitor gevaren. Bij de stokers is de situatie nog bedenkelijker: zes van de tien hebben nog nooit gevaren en van de overige vier zijn er maar twee ervaren. In de loop van de middag neemt de wind toe en komt er steeds meer water over het lage, nauwelijks boven water uitstekende dek van het schip. Tussen 16.00 uur en 18.00 uur vordert het schip slechts 3 km. Het is een raadsel dat de commandant onder dergelijke omstandigheden niet heeft besloten naar IJmuiden terug te keren. Om 18.00 uur kunnen de schroeven niet meer draaien, zoals blijkt uit een briefje dat later op het lijk van een der officieren wordt gevonden.
1882-07-21: Een commissie van onderzoek (K.B. 21-07-1882, nr.1) wordt ingesteld onder voorzitterschap van v.adm. R.L.de Haes.
1882-09-08: Een marineduikploeg onder bevel van ltz1 H.Nijgh doet onderzoek naar het schip
1882-10-20: De duikwerkzaamheden worden beeindigd.
1882-10-26: Het rapport wordt uitgebracht. (De commissie wordt ontbonden bij K.B. 15-11-1882, nr.15).

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.Wey als gezagvoerder gedurende:

*   1846 t/m 1851 van de tjalk “Drie Gezusters”, gebouwd in 1837, bouwlocatie niet vermeld, 80 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Alkmaar.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1876
Kapitein: Wey, P.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Das was met vlagnummer R108 in de periode 1826 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken, en het is dus mogelijk dat H.Das in één van de jaren uit deze periode lid is geworden058.

 

Een H.S.Das was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 60 in de periode 1856-1857. Er zijn van deze kapitein geen BS-standgegevens gevonden. Ook niet vermeld op de monsterrollenlijst van het Noordelijk Scheepvaart Museum. Ook niet in de monsterrollen van Amsterdam.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1827 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam J/126) staat een opmerking gerefereerd uit het Verslag van 1826 omtrent door de leden te betalen reisgeld waarbij “drie daarvan in Vergadering zijn vrijgesteld, L. de Koning, P. van Zouw en H.Das, als geen genoegzaam bestaan en zich onmagtig verklaard hebbende …”058.

In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief Rotterdam - J.126) staat dat zijn “behoeftigen staat aan de Maatschappij te kennen hebben gegeven, zijnde H.Das, n.o 108” een uitkering van de Maatschappij heeft gekregen. In het Jaarverslag 1832 staat dat kapitein H.Das “¾ jaar provisionele onderstand … tot 30 September” heeft gekregen, zijnde f 150,-058.

In de Jaarverslagen van 1837 t/m 1841, 1851, 1855 en 1858 (Maritiem Museum, Rotterdam) is nog steeds sprake van een uitkering aan kapitein H.Das zijnde f 200,- en in 1859 van nog 1 maand, zijnde f 16.67. (hieruit concludeer ik dat hij in februari 1859 is overleden)058.

In het Jaarverslag 1859 van het College  staat vermeld dat hij in 1859 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van 1849, 1851, 1855 en 1858 staat kapitein H.Das met vlagnummer R108 wèl als gezagvoerder vermeld maar zonder schip en reederij058.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 17 juni 1815114

Van Lissabon wordt in dato van 26 mei laatstleden gemeld, dat kaptein Hendrik Das, de 21e tevoren uit de Taag uitgezeild, de volgende dag door een Algerijns fregat ontmoet werd, hetwelk daadlijk op hem afkwam, doch dat hij door het snel zeilen ontkwam; dan naauwlijks uit het gezicht van hetzelve zijnde, bevond hij zich op zijde van een andere rover, met een stijve noorden wind: dezelve schoot daadlijk met handgeweer, zodat de kogels door de zeilen vlogen, zonder dat echter de equipagie gekwetst werd; kaptein Das wendde daarop naar land, en sneller zeilende dan het roofschip, geraakte hij vooruit, wanneer er verscheidene kanonschoten op hem gelost werden, die echter niet raakten; de wind was zo hevig, dat de beide schepen bijna onder water doorzeilden, en nabij het land gekomen zijnde, liet het roofschip af en kaptein Das kwam weder behouden in de Taag, alwaar de schepen reeds gewaarschuwd waren. Onder anderen lagen nog binnen de kapteins Verschoor, Van Rijn, Helm, L. Das, C. van Gelderen, Furrtman, K.J. de Grooth en H. Siegers. Kaptein A. Riedijk was de 20e vertrokken; men hoopte dat hij het gevaar zoude ontkomen zijn. Volgens rapporten hadden de Algerijnen een Kof en een Pink genomen, de eerste onderstelde men van Amsterdam te komen; kaptein Smit van Rotterdam was behouden gearriveerd.

(opm: op 24 juni 1815 arriveerden veilig vanuit Lissabon in de Maas kapt. L. Das met de HOOP en kapt. C. van Gelderen met de VROUW ELIZABETH; kapt. H. Das met de ZEEVRUCHT liep daar een dag later binnen)

 

Rotterdamsche Courant 10 februari 1818114

Amsterdam, 8 februari. Het schip de ZEEVRUGT, kaptein H. Das, van Lissabon te Helvoet binnen, heeft gedurende de reis bijna aanhoudend zware stormen doorgestaan, en in het opkomen der gronden twee man van deszelfs equipagie verloren, die door een zee over boord geslagen zijn, bij welke gelegenheid het schip in het uiterste gevaar geweest is van geheel te vergaan; hetzelve is in een slechte staat, zijnde geheel ontzet, de mast aan stukken, en aan tuig, want, enz. zeer beschadigd; de lading zal waarschijnlijk mede beschadigd zijn.

 

 

Rotterdamsche Courant 08 maart 1821114

Rotterdam, 7 maart. Den 5 dezer arriveerden te Helvoetsluis de schepen de VROUW CATHARINA, A.H. Schuring, van Bordeaux, en VLASBLOEM, G. Hulshoff, van Dublin.

Den 7 arriveerde het schip VERWISSELING, H. Das, van Lissabon.

 

 

Datum vanaf: 1878
Kapitein: Das, H.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt B. de Haan als gezagvoerder gedurende:

      *    1868 t/m 1882 van de tjalk “Ida Annechiena”, gebouwd in 1866 te Sappemeer, 65 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip ging in 1882 in de binnenvaart.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Haan, B. de

Monsterrollen

Opgemaakt Nieuwe Pekela
Datum: 1902-03-29
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: CATHARINA WILHELMINA
Schipper: Zeven, H.
Scheepstype: schoener
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Externe informatie - Archieven
Datum: 1882.00.00
Archiefinstelling: Nationaal Archief Den Haag
Toegangnummer: 1.10.72
Inventarisnummer: 513 Verslag aan den Koning van het onderzoek naar de vermoedelijke oorzaken waaraan de zeeramp van Z.M. rammonitor ‘Adder’ moet worden toegeschreven, uitgebracht door de commissie benoemd bij KB van 21 juli 1882 nr. 1, gedrukt. 1882 1 deel Het verslag bevat ondermeer tekeningen. overzicht alle reizen van de Adder en informatie over de bemanning., 1882 - 1882
Externe informatie - Overig
Wikipedia: Historie
RCE - stapstenen van maritieme geschiedenis: Ondergang van de Adder
Afbeeldingen


Omschrijving: De Adder
Collectie: Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Vervaardiger: Onbekend

Omschrijving: De Adder
Collectie: Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Vervaardiger: Onbekend
Algemene informatie

Het schip is bestemd voor de binnenlandse dienst, namelijk de verdediging van de Zuiderzee.

kolenvoorraad: 75 ton
schroeven: 2 Griffiths (2.13 m í)

bewapening:
2 getrokken kanons van 23 cm
pantser: 140-114 mm gordel
280-204 mm geschuttoren
140 mm commandotoren
27- 19 mm dek

bouwkosten:  NLG 755.955 eerste uitrusting

Het schip is bestemd voor de binnenlandse dienst, namelijk de verdediging van de Zuiderzee.
 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten