Inloggen
Gezagvoerder

Das, H.

Naam: Das, H.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ADDER (TESTSCHIP) 1871 Rammonitor Steamship 18226 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Das was met vlagnummer R108 in de periode 1826 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken, en het is dus mogelijk dat H.Das in één van de jaren uit deze periode lid is geworden058.

 

Een H.S.Das was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 60 in de periode 1856-1857. Er zijn van deze kapitein geen BS-standgegevens gevonden. Ook niet vermeld op de monsterrollenlijst van het Noordelijk Scheepvaart Museum. Ook niet in de monsterrollen van Amsterdam.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1827 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam J/126) staat een opmerking gerefereerd uit het Verslag van 1826 omtrent door de leden te betalen reisgeld waarbij “drie daarvan in Vergadering zijn vrijgesteld, L. de Koning, P. van Zouw en H.Das, als geen genoegzaam bestaan en zich onmagtig verklaard hebbende …”058.

In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief Rotterdam - J.126) staat dat zijn “behoeftigen staat aan de Maatschappij te kennen hebben gegeven, zijnde H.Das, n.o 108” een uitkering van de Maatschappij heeft gekregen. In het Jaarverslag 1832 staat dat kapitein H.Das “¾ jaar provisionele onderstand … tot 30 September” heeft gekregen, zijnde f 150,-058.

In de Jaarverslagen van 1837 t/m 1841, 1851, 1855 en 1858 (Maritiem Museum, Rotterdam) is nog steeds sprake van een uitkering aan kapitein H.Das zijnde f 200,- en in 1859 van nog 1 maand, zijnde f 16.67. (hieruit concludeer ik dat hij in februari 1859 is overleden)058.

In het Jaarverslag 1859 van het College  staat vermeld dat hij in 1859 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van 1849, 1851, 1855 en 1858 staat kapitein H.Das met vlagnummer R108 wèl als gezagvoerder vermeld maar zonder schip en reederij058.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 17 juni 1815114

Van Lissabon wordt in dato van 26 mei laatstleden gemeld, dat kaptein Hendrik Das, de 21e tevoren uit de Taag uitgezeild, de volgende dag door een Algerijns fregat ontmoet werd, hetwelk daadlijk op hem afkwam, doch dat hij door het snel zeilen ontkwam; dan naauwlijks uit het gezicht van hetzelve zijnde, bevond hij zich op zijde van een andere rover, met een stijve noorden wind: dezelve schoot daadlijk met handgeweer, zodat de kogels door de zeilen vlogen, zonder dat echter de equipagie gekwetst werd; kaptein Das wendde daarop naar land, en sneller zeilende dan het roofschip, geraakte hij vooruit, wanneer er verscheidene kanonschoten op hem gelost werden, die echter niet raakten; de wind was zo hevig, dat de beide schepen bijna onder water doorzeilden, en nabij het land gekomen zijnde, liet het roofschip af en kaptein Das kwam weder behouden in de Taag, alwaar de schepen reeds gewaarschuwd waren. Onder anderen lagen nog binnen de kapteins Verschoor, Van Rijn, Helm, L. Das, C. van Gelderen, Furrtman, K.J. de Grooth en H. Siegers. Kaptein A. Riedijk was de 20e vertrokken; men hoopte dat hij het gevaar zoude ontkomen zijn. Volgens rapporten hadden de Algerijnen een Kof en een Pink genomen, de eerste onderstelde men van Amsterdam te komen; kaptein Smit van Rotterdam was behouden gearriveerd.

(opm: op 24 juni 1815 arriveerden veilig vanuit Lissabon in de Maas kapt. L. Das met de HOOP en kapt. C. van Gelderen met de VROUW ELIZABETH; kapt. H. Das met de ZEEVRUCHT liep daar een dag later binnen)

 

Rotterdamsche Courant 10 februari 1818114

Amsterdam, 8 februari. Het schip de ZEEVRUGT, kaptein H. Das, van Lissabon te Helvoet binnen, heeft gedurende de reis bijna aanhoudend zware stormen doorgestaan, en in het opkomen der gronden twee man van deszelfs equipagie verloren, die door een zee over boord geslagen zijn, bij welke gelegenheid het schip in het uiterste gevaar geweest is van geheel te vergaan; hetzelve is in een slechte staat, zijnde geheel ontzet, de mast aan stukken, en aan tuig, want, enz. zeer beschadigd; de lading zal waarschijnlijk mede beschadigd zijn.

 

 

Rotterdamsche Courant 08 maart 1821114

Rotterdam, 7 maart. Den 5 dezer arriveerden te Helvoetsluis de schepen de VROUW CATHARINA, A.H. Schuring, van Bordeaux, en VLASBLOEM, G. Hulshoff, van Dublin.

Den 7 arriveerde het schip VERWISSELING, H. Das, van Lissabon.