Inloggen
FORTITUDO - ID 13162


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1819-06-00 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1833-08-27 / 1840-00-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1809
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: Built abroad
Delivery Date: 1809-00-00
Technical Data

Net Tonnage 2: 615.00 Net tonnage
 
Length 1: 34.90 Meters Registered
Beam: 7.14 Meters Registered
Depth: 4.16 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1819
Datum agenda: 1819-06-07
Register nr: 18170004
Scheepsnaam: FORTITUDO
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Lauwers, Charles Francois
Plaats: Ostende
Kapitein op moment van verzoek: Lieves, Siewert (nieuwe kapt
Opmerkingen: Nieuwe zeebrief
Zeebrief vervallen door wisseling van naam schip en kapitein - 1817-01-03
Vorige naam LA FORTITUDE - bevaren geweest door kapitein Steffen Aggens

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1809-00-00 FORTITUDE
Manager:
Eigenaar:
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Onbekend

Date/Name Ship 18??-00-00 FORTITUDE
Manager: Charles François Lauwers, Bruges (Brugge), Netherlands
Eigenaar: Charles François Lauwers, Bruges (Brugge), Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Ostend (Oostende) / Netherlands

Date/Name Ship 1819-06-00 FORTITUDO
Manager: Charles François Lauwers, Bruges (Brugge), Netherlands
Eigenaar: Charles François Lauwers, Bruges (Brugge), Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Ostend (Oostende) / Netherlands

Date/Name Ship 1824-11-09 FORTITUDO
Manager: Jean Baptiste Roelandts, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: Jean Baptiste Roelandts, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 25.300,-

Date/Name Ship 1833-00-00 SUMATRA
Manager: Firma J. Roelandts & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma J. Roelandts & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1819-11-05: Op 5 november 1819 is de FORTITUDO met verlies van het roer binnengelopen te Mauritius. Voor de reparatie moest de lading worden gelost.
1825-01-23: Op 23 januari 1825 is de FORTITUDO bij het afzakken van de Schelde op een zandbank gelopen.
1825-03-21: Op 21 maart 1825 is de FORTITUDO te Plymouth gelost om te worden gerepareerd.
1826-10-01: Op 1 oktober 1826 is de FORTITUDO, op de terugreis van Batavia, bij het inkomen van het Kanaal gepraaid. Het fregat heeft de grote- en bezaansteng en de voorbramsteng verloren.
1837-01-20: Op 20 januari 1837 is de SUMATRA bij Soerabaya aan de grond gelopen.
1840-00-00: Final Fate:
De Sumatra is eind 1840 of in 1841 in Rotterdam gesloopt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

De naam wellicht ook gespeld als Aggentz

 

De schepen van de kapitein

Zie hierna

 

Overige bijzonderheden

In een e-mail dd 20 april 2006 meldt André Delporte uit Luik het volgende:

FORTITUDO (zie ook bij Bulsing,  Lievens en van den Broecke)

1816-1818: capt. S.Aggentz

03-01-1818  verlaat Batavia naar Oostende, op 09-03-1818 te Kaap de Goede Hoop

 

Rotterdamsche Courant 31 januari 1818114

Amsterdam, 29 januari. Volgens brieven van Batavia, van den 1 tot 6 september, was het schip COLUMBUS, kapt. H. van Uijen, den 27 augustus aldaar in twee dagen van Samarang (opm: Semarang) gearriveerd, alwaar in goede staat nog liggende was het schip WATERLOO, kapt. D. Hensken. Ter rede van Batavia was liggende Zijner Majesteits fregat WILHELMINA, kolonel Dibbets, alsmede de particuliere schepen HENRIETTA ELISABETH, kapt. C.F. Jansen, half beladen; FORTITUDE, kapt. S. Aggentz; SELLINA, kapt, G. Jansen, en AUGUSTE, kapt. J. Grevelink, ledig, benevens verscheidene Amerikaanse en Engelse schepen, welke door hun lage concurrentie in de vrachten bij de geringe voorraad producten aan de Nederlandse schepen weinig vooruitzigt overlieten om spoedig lading te bekomen. Er was een Amerikaans schip door het Gouvernement, met rijst bevracht. Het schip de HOOP, kapt. M.D. Irnken (opm: eerste drie letters van de naam slecht leesbaar), was den 6 september in het opzeilen naar de rede.

 

Rotterdamsche Courant 05 maart 1818114

Amsterdam, 3 maart. Volgens een brief van Batavia, van den 18 oktober (opm: 1817), waren aldaar destijds liggende de Nederlandse schepen COLOMBUS, kaptein H. van Uven, WATERLO, kapt. D. Hensken, de HOOP, M.D. Ihnken, L'AUGUSTE, kapt. J. Grevelink, FORTITUDE, kapt. S. Aggensz, en SEMILA, kaptein Gideon Jansen.

 

Rotterdamsche Courant 13 juni 1818114

Amsterdam, 11 juni. In een brief van de Kaap de Goede Hoop, van den 11 maart, wordt gemeld, dat kaptein S. Argentz, voerende het schip FORTITUDE, van Batavia naar Ostende gedestineerd, den 9 dito aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd, rapporteert, dat bij zijn vertrek van Batavia, op den 3 januari, in het opzeilen waren drie Hollandse schepen, vermoedelijk de CORNELIA, kaptein F. Sipkes, de KOORNZAAIJER, kaptein A. Smit, en de VROUWE IDA ALEYDA, kaptein Klaas Sipkes, van Amsterdam, alle drie in de maand december (opm: 1817) van de Kaap vertrokken. Een Zuid Amerikasche kaper, van 32 stukken, kruiste in die zeeën, en had een groot schip genomen en enige kustvaarders gemolesteerd. Zijner Majesteits oorlogschip TROMP, gecommandeerd door kaptein Wolterbeek, was uitgezonden om dezelve op te zoeken; voorts wordt gemeld, dat het schip de ZEEUW, kaptein L. Woutersen, van Canton naar Middelburg gedestineerd, tegen den 15 mei (opm: bedoeld is maart) de reize zou voortzetten.

 

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Aggens, Steffen
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Zie hierna

 

Overige bijzonderheden

In een e-mail dd 20 april 2006 meldt André Delporte uit Luik het volgende:

FORTITUDO (zie ook bij Bulsing, Aggen, en van den Broecke)

1819-1823: Capt. S.Lievens. 

26-06-1819 verlaat Oostende naar Batavia. 30 september 1819 met schade te Port Louis van Oostende naar Batavia. 05 november 1819 te Mauritius terug met verlies van roer.

25 februari 1820 te Batavia; 24 maart 1820 van Batavia naar Indramajoe; 14 april 1820 naar Batavia; 16 april 1820 te Batavia van Indramajoe; 18 juni 1820 van Batavia naar Japan; 10 deccember 1820 van Japan naar Batavia; 06 januari 1821 te Batavia; 03 februari 1821 van Batavia naar Soerabaja; 08 februari 1821 te Soerabaja; 19 april 1821 van Soerabaja naar Batavia; 24 april 1821 te Batavia; 20 juni 1821 van Batavia naar Japan; 07 november 1821 van Japan naar Batavia; 12 december 1821 te Batavia; 14 februari 1822 van Batavia naar Soerabaja; 22 februari 1822 te Soerabaja; 30 april 1822 van Soerabaja naar Batavia; 05 mei 1822 te Batavia; 07 juni 1822 van Batavia naar Soerabaja; 16 juni 1822 te Samarang; 24 juni 1822 van Samarang naar Soerabaja; 29 juni 1822 te Soerabaja; 04 october 1822 van Soerabaja naar Batavia; 13 october 1822 te Batavia; 27 october 1822 van Batavia naar Antwerpen.

 

Bataviasche Courant 08 januari 1820114

Batavia, 6 januari. Het schip FORTITUDE, van Nederland naar Java bestemd, is met verlies van deszelfs roer te Mauritius binnen gelopen.

(opm: fregat, thuishaven Oostende, kapt. S. Lievens, was 26 juni 1819 van Oostende naar Batavia vertrokken en 30 september met schade te Port Louis [Maritius] binnengelopen; na reparatie vertrokken en 5 november dus teruggekeerd; zie ook RC 040420)

 

Rotterdamsche Courant 04 april 1820114

Londen, 31 maart. Het schip the FORTITUDE (opm: fregat, thuishaven Oostende), S. Lievens, van Ostende naar Batavia, is den 5 november 1819, met verlies van het roer, te Mauritius binnengelopen; hetzelve moest de lading lossen, om te repareren, en was den 15 december gereed, om zee te kiezen

 

Kapitein Lieves (initialen niet genoemd) verzorgde per 15 juni 1819 vanuit Oostende met de “Fortitudo” een troepentransport van 10 officieren en 50 manschappen naar Nederlands Oost-In dië065.

 

Rotterdamshe Courant 26 augustus 1815114

Amsterdam, 24 augustus. Te Deal is met schade en verlies van anker en touw binnengelopen het schip de VROUW ESTHER, kapt. H. Lieves, van Amsterdam naar Suriname.

 

Rotterdamsche  Courant 31 augustus 1815114

Amsterdam, 29 augustus. Kapt. H. Lieves, voerende het schip DE VROUW ESTHER, van Amsterdam naar Suriname gedestineerd, meldt van Deal, van de 21e augustus, dat hij de 17e dito genoodzaakt was geweest, wegens schade, aldaar binnen te lopen, doch zou de volgende dag de reis weder vervolgen.

Staan deze meldingen op de goede plek?

 

 

 

 

Datum vanaf: 1819
Kapitein: Lieves, S.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van den Broeke was met vlagnummer 11 in de periode 1826-1830 lid van het zeemanscollege in Oostende.108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt geen schip met de naam “Raymond”.

Van Sluijs013 vermeldt een kapitein G. v.d. Broeke in 1827 met de “Fortitudo”, in 1828 met de “Union” en in 1818 met de “Jeune Antoinette”. De “Union” werd gebouwd in 1815, mat 101 ton en had als gezagvoerder/reeder kapitein van Broecke uit Oostende.

 

Het Archief van de Waterschout (ingang 38) in het Stadsarchief van Amsterdam bevat een monsterrol van de “Jeanne Annette” op naam van kapitein Gaspard van den Broeke, die op 28 november 1817 werd opgesteld met een bemanning van 27 koppen, varend voor de boekhouder P.de Lecluse & Zn te Brugge onder Nederlandse vlag. Enkele bemanningsleden waren: opperstuurman Heronimus de Boo, uit Oostende; onderstuurman Josephus Poodts uit Oostende; derde waak Judocus van den Broeke, uit Oostende; ligtmatroos Carel H.Guzman uit Amsterdam en ligtmatroos Jan Brugman uit Amsterdam.

Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen, verklaart te Antwerpen op 18 december 1827, dat het fregat RAYMOND,  thans gevoerd door kapt. G. van den Broek, op zijn timmerwerf nabij het dok te Antwerpen is gebouwd voor rekening van J. Roelandts & Co (1/4e deel), F. Biolley & Zoon te Verviers voor 2/4e deel en Charles Loyaerts te Antwerpen voor 1/4e deel, en op 3 december 1827 is te water gelaten.

De RAYMOND maakte twee rondreizen naar Batavia en terug naar Antwerpen:

  • Vertrek 6 mei 1828 en 13 november 1829 terug. (A.D.)
  • Vertrek vanuit Antwerpen 22 oktober 1829, van Vlissingen 13 november 1829 met een troepentransport van 3 officieren en 164 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 februari 1830 na 105 dagen. (L.v.C.)

Op 18 juli 1830 was hij weer ‘thuis’. (A.D.)De RAYMOND bleef tot 5 november 1832 in Antwerpen, waarna het met een andere kapitein naar Rotterdam vertrok. (L.v.C.)

Van 20 oktober 1831 tot januari 1832 heeft het schip voor onderhoud en reparatie in het Grote Dok in Antwerpen gelegen. (A.D.)

Overige bijzonderheden

  1. van den Broeke verzorgde per 13 november 1829 vanuit Vlissingen met de “Raymond” een troepentransport van 3 officieren en 164 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 februari 1830 na 105 dagen065.

Luc van Coolput, Ninove, België meldde in een e-mail dd. 01 december 2001 het volgende:

“van den Broeke

Erg moelijk geval! Wat Belgische rederijen vanaf 1830 betreft: er was slechts één ´Van den Broecke” reder ter koopvaardij. De man bezat in Oostende sinds vóór 1830 de kof NIEUWE UNION, die op 25 februari 1831 naar Boom vertrok (waarschijnlijk om gesloopt te worden).

Wat kapiteins betreft: ik heb verscheidene “VandenBroeck(e)” en “Vanden Broucke” voor de jaren 1830 tot 1880. Een zekere “G.VandenBroeck” voerde sinds voor 1830 het bevel over het volschip RAYMOND. Met dit schip, gebouwd in Antw. in 1827, vertrok “Vanden Broecke” op 22 oktober 1829 naar Batavia en was terug op 18 juli 1830. Het schip bleef in Antwerpen liggen tot 5 november 1832, toen het, met een andere kapitein, uit Antw. vertrok en uitweek naar Nederland, alwaar het in GENERAAL CHASSE herdoopt werd.

De andere “Van den Broucke” waarover ik nota’s heb komen zeker niet in aanmerking voor Uw dossiers, aangezien ze later voeren en enkel onder Belgische vlag of een andere voornaam hadden ( Gaspard, Auguste, Edouard, Eugène, Jacobus).

Wel heb ik een nota uit de krant Feuille d’Ostende dd. 16 juni 1853: “Vanden Broeck, un des plus anciens capitains de la marine belge et depuis nombre d’années expert juré pour les assureurs, est mort le 13 au matin à Anvers, après une longue maladie. Il etait âgé de 72 ans”. Er is, denk ik, veel kans dat dit de man is die U zoekt.”

 

In een e-mail dd 20 april 2006 meldt André Delporte uit Luik het volgende:

FORTITUDO

Na vermelding van de vorige kapiteins Aggens en Lievens volgen gegevens van kapitein G. van de Broecke:

23 februari 1825 verlaat Antwerpen naar Batavia via Londe; 29 juli 1829 vertrokken van Engeland; 12 november 1825 te Batavia; 23 december 1825 van Batavia naar  Antwerpen.

  1. van de Broecke verlaat op 22 september 1826 Antwerpen naar Batavia. 28 januari 1827 te Batavia; 12 maart 1827 van Batavia naar Antwerpen. Na deze reis wordt van den Broecke vervangen door Derk Bulsing.

Volgende alinea’s zijn ontleend aan gegevens van Marhisdata

Op 6 november 1832 kocht in Antwerpen de firma J. Roelants & Co, kooplieden en scheepsreders te Rotterdam, per onderhandse akte 3/4e aandeel in de RAYMOND. Hiervoor werd een prijs betaald van in totaal NLG 27.000, waarmee de waarde van het gehele schip werd vastgesteld op NLG 36.000.

Dit eigendom werd op 2 maart 1833 te Rotterdam geregistreerd in deel 21, folio 103, recto, vak 2 en volgende.

Vermoedelijk werd het schip in maart 1833 verdoopt in GENERAAL CHASS?.

 

In de akte staat de naam Franciscus Biolley; hij tekent echter als François Biolley.

Le Carpentier, scheepsbouwmeester te Antwerpen, verklaart te Antwerpen op 18 december 1827, dat het fregat RAYMOND,  thans gevoerd door kapt. G. van den Broek, op zijn timmerwerf nabij het dok te Antwerpen is gebouwd voor rekening van J. Roelandts & Co (1/4e deel), F. Biolley & Zoon te Verviers voor 2/4e deel en Charles Loyaerts te Antwerpen voor 1/4e deel, en op 3 december 1827 is te water gelaten.

Mail Delporte, Luik, 07 november 2008

Over Van den Broeck moeten wij goed oppassen : zij zijn met heel een reeks !! Mijn bestand is nog niet klaar om op korte termijn een ganse historie te vertellen, maar over Gaspard Van den Broecke kan ik als volgd verbeteren : 1814-20 JEUNE ANNETTE en dus niet ANTOINETTE ! dan rond 1822-24 VROUW JANNETJE, 1825-27 FORTITUDO van Roelandts en 5/1828-30 op de RAYMOND.

 

Rotterdamsche Courant 24 januari 1818114

Amsterdam, 22 januari. Kaptein G. van den Broeke, voerende het schip la JEUNE ANNETTE (opm: de JONGE ANNETTE ?), van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, meldt van West-Cowes, van den 11 januari, dat hij zijn reis, onder aanhoudend slecht weer, zo veel mogelijk vervorderd hebbende, zich den 7 dito, naar gissing 6 à 7 mijl van St. Albanshead bevond, toen hij des avonds ten 10 uren, voor de wind zeilende, met kracht een schip op hem zag aankomen, met dat gevolg, dat niettegenstaande hij het roer wendde, een lantaarn vertoonde en met zijn roeper waarschuwde, het gezegde schip met de boegspriet over het zijne tussen de grote en bezaanmast kwam te leggen, en toen tegen de bezaanmast aankwam, waar door deze met het want een vadem (opm: 6 voet, 1,83 m.) boven het dek afbrak en over boord viel; vervolgens raakte het even het achterschip en brak de kraanbalk van het hek, waardoor de sloepen van boven nedervielen, aan de lijkraanbalk bleven hangen en agteraan sleepten; van gemelde schip ontslagen zijnde, had kaptein Van den Broeke getracht het tuig, zeilen en sloepen te bergen, doch zulks door het zwaar slingeren ondoenlijk zijnde, dezelve ter voorkoming van verdere schade moeten kappen en laten drijven; met de dageraad Wight in het gezigt krijgende, besloot hij West-Cowes aan te doen, waar hij ook den 9 door een loods binnengebragt werd en zich het benodigde zo spoedig doenlijk zou aanschaffen.

 

Rotterdamsche Courant 31 oktober 1818114

Londen, 27 oktober. Den 18 juni is te Batavia gearriveerd het schip JEUNE ANNETTE, Van den Broecke, en den 20 het schip BATAVIA, De Gelder, van Amsterdam; het schip JAN EN CORNELIS, Duif, is den 12 dito vandaar naar Amsterdam gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 15 mei 1819114

Amsterdam, 13 mei. Volgens een brief van Batavia, van den 15 december 1818, was den 26 november (opm: 1818) aldaar in goede staat gearriveerd het schip WILLEM DEN EERSTEN, J. Abes, van Amsterdam, laatst van Rio-Janeiro; de equipagie was in de beste welstand; behalve dit schip lagen den 15 december 1818 ter rede van Batavia de volgende Nederlandse schepen: ARINUS MARINUS, A. Langeveld; de ZEEMEEUW, P.F. Wegener; FRANKLIN, C. Swaan; JAVA, A. Jongheim; de VREDE VAN DORDRECHT, J. Slijk; CANTON, J. Schindehutte; la JEUNE ANNETTE, G. van den Broek; ANNA, C.R. Stolte; ELISABETH, …. (opm: niet ingevuld); CORNELIA, G. Havestein; de VRIENDSCHAP, …..; de HOOP, M.D. Ihuke; de GOEDE VOORNEMENS, ….; SIMON FREDRIK, ……; ANNA MARIA, ……; de JONGE CHRISTINA, …..; en CATHARINA DE TWEEDE, …….

 

 

Rotterdamsche Courant 14 september 1819114

Amsterdam, 12 september. Kapt. C. Swaan, voerende het schip FRANKLIN (opm: gekomen van Batavia), meldt van Sourabaija van den 8 maart, dat aldaar lagen de schepen la JEUNE ANNETTE, kapt. G. van den Broeke, naar Ostende, en FLORA, kapt. W. Tiedeman, naar Amsterdam gedestineerd; beiden waren bezig rijst te laden; alsmede het schip ARINUS MARINUS, kapt. A. Langeveld, door het Gouvernement bevracht naar Amboina (opm: hoofdplaats van Ambon).

 

 

Datum vanaf: 1824
Kapitein: Broeke, Gaspard van den
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Derk Jan Bulsing werd gedoopt te Edam op 28 januari 1791 als zoon van de logementhouder Jan Anthonie Bulsing en Barbara de Winter

Hij huwde op 08 augustus 1822 te Groningen met Sypke Boethia Peerlkamp, gedoopt te Groningen op 25 december 1793 als dochter van de preceptor (leraar) IRudolphus Peerlkamp en Henrica Veenhorst.

Sypke overleed op 16 maart 1867. 003 en 118.

Javasche Courant van 19 april 1843

 

Dirk Jan Bulsing werd op 28 maart 1804 ingeschreven als leerling aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/975). Volgens doopcedule nr.942 werd hij op 28 januari 1791 gedoopt (vermoedelijk) te Edam. Zijn ouders waren Jan Anthonie Bulsing uit Edam, gereformeerd, en Barbara de Winter uit Edam, eveneens gereformeerd. Bij de inschrijving waren beiden nog in leven en wonende te Zaandam met als adres “cardelijn in de otter”.

Bij de inschrijving was Dirk Jan 13 jaar en 3 voet lang.

Vanaf 01 april 1804 werd een driemaandelijkse voortgangsrapportage vermeld:

“1 april 1804  3/m rappt leert additie ...

29 augt 1804  een prijs gehad Gellorts fabelen...

16 jan 1805  bij de fr. meester

20 maart 1805  bij de constapel

25 septb 1805  een prijs gehad  Sparmans reise...

11 decbr 1805  bij de eng. meester

5 junij 1806  geplt als cajuitachter op het transportschip Capt Thijs de Haas (op 24 augustus 1805 en 24 juni 1809 was Thijs de Haas kapitein van de “Waakzaamheid”011”).

29 novbr 1806  terug van boord ...

27 mei 1807  op schriftelijk verzoek van zijn vader bij wien hij toen op deszelfs verzoek na Groningen te komen gegaan was … omdat waarschijnlijk een reis voor hem had, ontslagen”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.J.Bulsing, adres bij van der Meulen Warmoesstraat, werd met nr.24 effectief lid van Zeemanshoop. Geen vermelding van aanname-datum en referentie. Als schepen zijn vermeld de “’s Gravenhage” en de “Lucie”002. In de notulen van de algemene ledenvergadering van het college van 07 juni 1822 wordt gemeld dat J.Bulsing als effectief lid is aangenomen op voorspraak van L.Heyde en vlagnummer 24 kreeg toegewezen023.

D.J.Bulsing werd per 07 mei 1827 deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

Derk Jan Bulsing was effectief lid van Zeemanshoop met vlagnummer 24 in de periode 1827 t/m 1836 en met vlagnummer 10 in de periode 1836 t/m 1843.

 

Derk Jan Bulsing was met vlagnummer R47 in de periode 1826 t/m 1843 lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”. De ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken. Het is derhalve mogelijk dat hij in één van de jaren uit genoemde periode tot het College is toegetreden058.

D.J.Bulsing was in 1840 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.

D.Bulsing was met vlagnummer 71 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 januari 1826 is sprake van een “… brief van Cap. D.B.Lutjens, de dato Batavia 13 Augustus 1825 hoofdzakelijk berichtende dat hij zich met onze medeleden kapiteinen C.Schröder & D.J.Bulsing had verenigd om liefdegiften in te zamelen ten behoeve der noodlijdenden door den watersnood in Noord-Holland … “Het totale bedrag was f 261,-.042 (dit bericht slaat op de bemoeienissen van het College bij het helpen bij de watersnoodramp van 1825, waarbij flinke delen van Nederland, waaronder Waterland onder zijn gelopen. Zie o.a  het artikel”Veel mensen in bezwaren” van F.D.Zeiler in het Jaarboek Centraal Buereau voor Genealogie, 2003, p. 219.)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 december 1832 staat een aanvrage van kapitein D.J.Bulsing om verhoogde deelneming en hogere contributie. Deze wordt toegestaan.042.

In de Bestuursvergadering dd 31 augustus 1843 staat een verzoek om uitkering door de wed. van kapitein D.J.Bulsing, geb. S.P.Peerlkamp. Deze wordt toegestaan in de vergadering van 28 september 1843 voor haar en 3 kinderen ingaande 01 mei 1843.042.

In de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop op 14 december 1824 wordt een ingekomen “missive” gemeld van “kaptn D.J.Bulsing van deszelfs boord de Industrie geankerd in de Kil de dato 8 decbr 1824 ... voor ene reize naar Batavia”023.

In de Algemene Vergadering van 03 oktober 1843 van Zeemanshoop werd met ingang van 01 mei 1843 een uitkering toegestaan aan S.B.Peerlkamp, de weduwe van kapitein D.J.Bulsing, voor haar en haar 3 kinderen.023

In de Jaarverslagen 1849, 1851, 1855, 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat bij de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe D.J.Bulsing een jaarlijkse uitkering krijgt van f 150,-.

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat de “trekkende weduwe” van D.Bulsing is overleden.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer      jaren          type           scheepsnaam                    naam reder/boekhouder

         24               1825          fregat        Industrie                            geen opgave

                             1826          fregat        Industrie                            E.Suermondt en Co te Rotterdam

                         1827-1831     fregat        Fortitude                            J.Roelandts te Antwerpen

                         1832-1835     fregat        ‘s Gravenhage                  J.Roelands te Rotterdam

         10               1836          fregat        ‘s Gravenhage                  J.Roelands en Co te Rotterdam

                             1837          fregat        De Stad ‘s Gravenhage   idem

                         1838-1843     fregat        Lucie                                  idem

 

Derk Jan Bulsing maakte de volgende reizen005:

  • Dolphijn 1823      vertrek Hellevoetsluis   geen lading vermeld

1823         Hellevoetsluis - St. Thomas  geen lading vermeld

  • Industrie 1825      Hellevoetsluis - Batavia geen lading vermeld

Op 25 januari 1825 terug uit zee en ligt buiten de Goereese haven ten anker. Heeft de 22e met het uitzeilen op den droogen zijn roer aan stukken gestoten en heeft een loodsboot bij zich tot assistentie. Op 27 januari 1825 door behulp van een Poonschuit en een ijssloep van de reede naar boven gezeild. Vertrek naar Batavia op 07 maart 1825

                                      1826                             Batavia - Hellevoetsluis                                        geen lading vermeld

                                      1826/27                       Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetslui             geen lading vermeld

  • ’s Gravenhage 1833/34   Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis  geen lading vermeld

                                      1834                             Hellevoetsluis - Batavia                                       geen lading vermeld

                                      1837                             Batavia - Rotterdam                                              koffie

                                      1838                             Batavia - Hellevoetsluis                                        geen lading vermeld

06 juni 1838: Volgens rapport van de zeeloodsen is voor de wal “s Gravenhage, D.J.Bulsing van Batavia. Bulsing rapporteert: “den 20 mei op 30 gr. 15 min. NB en 33 gr. 7 min. WL zagen een Holl. brik en presumeerende dat hij eene Dordtsche nommervlag hees, doch konde dezelve niet onderkennen. Den 25 mei op 45 gr. 34 min. NB en 18 gr. 10 min. WL zagen de “Minerva” kapt. Albers. Den 2 juni op de hoogte van Staartpunt 4 mijl van ons zagen de “Menado” kapt. Charlau. Den 4 juni de “Janette Philiphine” kapt. Boulet onder de Singels”.

  • Lucie 1839      Hellevoetsluis - Batavia

01 oktober 1839: Bij Pampus ten anker. Op 06 oktober 1839 naar Batavia. Is op de Scheelhoek gevaren, heeft een loodsboot bij zich tot assistentie. 08 oktober: “Het schip “Lucie” is heden nacht met hoogwater van Scheelhoek in vlot water ten anker gekomen en zal heden namiddag door assistentie van Z.M.stoomschip “Ceberus” naar zee worden gesleept.” 09 oktober 1839: “Het schip “Lucie” die naar zee zou worden gesleept is over het pampus ten anker gekomen” Vertrek naar Batavia op 10 oktober 1839.

1841/42 Hellevoetsluis - Batavia - Rotterdam   terug: koffie

Kapt. J.B.Huising, “Red Rover”, van Palermo, praaide op 49 gr. 46 min. WL kapt. Bulsing, “Lucie”, van Rotterdam naar Batavia. 24 februari 1842:  Aankomst te Hellevoetsluis van Brouwershaven.

 

Het fregat “Industrie” met kapitein D.J.Bulsing (reder E.Suermondt & Co te Rotterdam) vertrok op 22 januari 1825 van Hellevoet naar Batavia. “...kwam den 25en uit zee terug, had op de droogte het roer stuk gestoten. De loodsboot verleende assistentie. Het schip is 29 Mei 1827, na gedane reis te Rotterdam verkocht ...”026(36/449).

Van Sluijs011 meldt dat op 18 juli 1819 te Middelburg arriveerde het fregat de “Middelburg” onder gezag van kapitein D.J.B.Bulsingh als vervanger van kapitein J.A.van de Putte, die op 16 april 1819 te Kaapstad was overleden. Ook zouden in de Amsterdamsche Courant van 1819-1821 mededelingen hebben gestaan over kapitein Dirk Jan Bulsing als gezagvoerder van de “Middelburg”.

Na het overlijden van kapitein van de Putte werd de “Middelburg” onder commando van kapitein D.J.Bulsing naar Middelburg gevaren:

Amsterdamsche Courant 23 juli 1819 in de rubriek Zee-Tijdingen.

“Den 18den arriveerde te Middelburg D.J.B.Bulsingh (wijlen J.A.van de Putte)  Middelburg, van Canton, in China”.

 

Bouma025 vermeldt D.J.Bulsing als gezagvoerder gedurende:

  • geen kapitein Bulsing bij een “Dolphijn” genoemd, maar wèl bij van Sluijs013: “Dolphijn 1824  D.J.Bulsing van R’dam te St.Thomas”.
  • 1819 t/m 1824 op het 3/m schip “Middelburg”, gebouwd in 1814 te Archangel, 596 ton o.m., varend voor v/d Broeke, Luteyn & Schouten te Middelburg;
  • 1825 t/m 1827 op het 3/m schip “Industrie”, bouwjaar en -plaats niet vermeld; 296 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1827 verkocht, maar de nieuwe eigenaar niet vermeld;
  • Fortitudo wordt niet genoemd door Bouma, maar wèl bij van Sluijs013: “Vlag A24 1828 - 1832 Kapt. D.J.Bulsing, Boekh. J.Roelants te Antwerpen”. Volgens van Coolput (e-mail 13 maart 20020) is volgens Bureau Veritas Register de Fortitudo gebouwd in 1809 (met vraagteken), mat 506 ton en was getuigd als volschip;
  • 1833 t/m 1838 op het 3/m schip “s’Gravenhage”, gebouwd in 1829, 300 ton o.m., varend voor J.Roelands te Rotterdam;
  • 1839 t/m 1843 op het 3/m schip “Lucie”, gebouwd in 1839 te Schiedam, 720 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

“De Vrienden” op de rede van Batavia057:

30 november 1834 “... Vertrok van Hier Naar Surabaja het schip ‘s Gravenhage Capt Bulsing ...”.

De ligtmatroos Pieter Marinus Vogelsang (zie aldaar) werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geplaatst op de “Industrie” onder kapitein Bulsing voor twee reizen naar Batavia. De eerste vertrok uit Rotterdam omstreeks 19 oktober 1824 en keerder terug omstreeks 22 februari 1826. De tweede vertrok (uit Rotterdam?) omstreeks 05 april 1826 en keerde terugomstreeks 02 april 1827004(532-1468).

Jan de Vries werd per 17 juli 1834 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip “s Gravenhage onder kapitein Bulsing voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug op 15 juli 1835004-532/1708.

Klaas Teylaar werd per 09 september 1837 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip ’s Gravenhage onder kapitein Bulsing voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug per 16 juni 1838004-532/1760.

“Uit de stortingsregisters van het college “Zeemanshoop” blijkt dat Dirk Jan Bulsing, D.Charlau, Carl Friedrich Hempel, S.van de Koppel, Joannes Andries Scott en F.W.E.Schuchard een maandgage van negentig gulden genoten. Zij waren in dezelfde periode actief in de Oost-Indië vaart als Douwe de Boer, dat wil zeggen in de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw” (die had een maandgage van honderd gulden).005

D.J.Bulsing verzorgde per 19 april 1826 vanuit Hellevoetsluis met de “Industrie” een troepentransport van 3 officieren en 75 manschappen. Het schip arriveerde te Batavia op 26 augustus 1826 na 129 dagen. Onderweg was 1 militair overleden en 1 gedeserteerd.

Hij vertrok op 07 juni 1829 vanuit Vlissingen met de “Fortitudo” met een detachement van 170 militairen en arriveerde te Batavia op 18 september 1829 na 103 dagen, waarbij onderweg 1 militair was overleden.

Hij verzorgde per 01 oktober 1839 vanuit Hellevoetsluis met de “Lucie” een troepentransport van 1 officier en 3 manschappen en arriveerde op 01 februari 1840 te Batavia na 123 dagen.

Tenslotte vervoerde hij met hetzelfde schip vanuit Hellevoetsluis per 14 december 1842 2 officieren naar Batavia, waar hij op 17 april 1824 na 124 dagen arriveerde065.

In een e-mailcorrespondentie met de heer Luc van Coolput, Ninove, België, dd. 24 oktober 2001 schreef hij me het volgende:

“De FORTITUDO kwam onder Bulsing op 6 maart 1830 in Antwerpen aan uit Batavia. In mei 1830 stond de FORTITUDO aangekondigd in de kranten voor de volgende reis naar Batavia met “D.J.Bulsing” als kapitein. Echter, er moet op het laatste ogenblik een kapiteinswissel geweest zijn, want uiteindelijk vertrok de FORTITUDO op 13 augustus 1830 dan uit Antwerpen met bestemming Batavia, doch met als kapitein een zekere L.Delafontaine ! De FORTITUDO, steeds met Delafontaine, kwam op 5 augustus 1831 op de rede van Oostende aan, in afwachting van orders om naar Antwerpen te mogen doorvaren. Uiteindelijk week het schip naar Nederland uit en kwam in de vaart als SUMATRA. En ik vind dat Bulsing zelf naar de STAD ANTWERPEN was gegaan, die dan op 10 september 1830 naar Batavia vertrok en op het einde van de thuisreis niet meer naar Antwerpen tergukeerde, doch in Vlissingen bleef liggen tot eind 1832, toen de STAD ANTWERPEN onder Nederlandse vlag in dienst kwam als ’s GRAVENHAGE, met steeds D.J.Bulsing als gezagvoerder.”

In een e-mail van André Delporte uit Luik dd 20 april 2006 stonden de volgende bijzonderheden:

FORTITUDO

3-mast schip, 506t, gebouwd in 1809(?). Wellicht sedert 1816 een schip van Roelandts, die zich in 1809 in Antwerpen vestigde. De Fortitudo verscheen in 1816-1817 in de kranten met als kapitein Steffen Aggens: op 03 februari 1816 te Vlissingen komende van Oostende, en op 04 april 1817 vertrokken van van Vlissingen naar Batavia met troepen.

Daarna meldingen van het schip onder de kapiteins Lievens en van den Broecke (zie aldaar). En vervolgens onder Bulsing:

07 januari 1828 verlaat Vlissingen naar Batavia; 27 mei 1828 te Batavia; 25 juni 1828 van Batavia naar Antwerpen; 04 oktober 1828 in pos 36 NB 38 WL; 11 november 1828 te Antwerpen van Batavia.

07 juni 1829 verlaat Antwerpen naar Batavia; 17 september 1829 te Batavia; 02 oktober 1928 van Batavia naar Samarang; 09 oktober 1829 te Samarang; 27 oktober 1829 van Samarang naar Batavia; 31 oktober 1829 te Batavia; 05 november 1829 van Batavia naar Antwerpen. In september 1830 vervangen door kapitein L. de la Fontaine.

STAD ANTWERPEN  zie hierna bij P. Bulsing

Rotterdamsche  Courant 21 januari 1819114

Middelburg, 18 januari. Thans zijn wij in staat gesteld het ontvangen relaas van het gebeurde tussen kaptein J.A. van de Putte, voerende het schip MIDDELBURG, op zijn reis van deze stad naar Batavia, en een zeerover mede te delen

“Op den 12 juni 1818, omstreeks 2 uren in de namiddag, zagen wij, ten noord-oosten van ons, twee zeilen, waarvan een, in ons kielwater gekomen zijnde, met ons koerste, en, gedurende de avond, meer en meer naderde, zo dat wij die voor een schooner erkenden, vermoedelijk op de Canarische eilanden thuis behorende.

Wij hadden een noord-noord-ooste frisse bramzeilskoelte, met eerste kwartiers maanlicht en liepen 7 mijlen vaart, wanneer, in de eerste wacht, circa 11 uren, door de achter ons zeilende schooner een kanonschot werd gedaan, hetgeen ons tot een teken van inwachting strekte; waarop wij langzamerhand onze lijzeilen, stagzeilen, bezaan- en grootzeil innamen, terwijl wij intussen de gehele equipagie lieten opkomen, de militaire kanonniers bij het geschut plaatsten, en, onder de directie van de militaire luitenant, de Heer E.J. Wagener, onze scheepsgeweren, pistolen en sabels aan de oudste soldaten werden ter hand gesteld; onze matrozen wapenden zich tegen een entering met bijlen, koevoeten, handspaken, enz, en alles bereidde zich dus tot een regelmatige defensie. Te half 12 uren was de schooner zo nabij gekomen, dat wij onder zijn geschut waren, en dit bewees hij dadelijk, door ons een kogel toe te zenden, welke aan stuurboordszijde, digt bij ons voorschip, te water kwam. Ieder was nu met de beste gezindheid op de aangewezen post, het kanon met kogels en schrootbossen geladen, de lonten brandende en voorraad van kruit, kogels enz. bij de hand; nu lieten wij de bramzeilen strijken en de fok opgeijen, ook de ra’s aanbrassen en het schip tot een streek van zuid-oost oploeven, om alzo de vijand een zijde aan te bieden en van ons achterschip te verwijderen; ook behielden wij daardoor het voordeel van voortgang en alzo stuur in het schip te behouden; daarentegen kwam de vijand in dwarszee, en alzo in een moeijelijker water dan voor de wind; in deze half wachtende positie naderde de schooner ons stuurboords achterschip tot onder de spreekroeper; wij hadden de Hollandse vlag waaijen, waarvan het maanlicht nog even de kleuren deed onderscheiden, doch de schooner vertoonde geen vlag. De opper-stuurman D.J. Bulsing vroeg in het Hollands ”tot welke Natie hij behoorde en wat hij van ons begeerde”, waarop in de Engelse taal werd geantwoord “I am a pirate, give over, or else I will fire on you”. (Ik ben een zeerover; gij moet u overgeven of ik zal op u vuren). Het was toen 40 minuten over 11 uren; het scheen ons toe zijn voornemen te zijn om ons te enteren. Waartegen al ons volk onder de regelingen (opm: railings) van het boord gemaskerd was geplaatst, en er een algemene stilte heerste. De hoogte van ons schip en de moeijelijke zee deden hem zeker van dit plan afzien, want hij verwijderde zich tot op een geweerschot langs onze stuurboordszijde, en wij kwam hem daarmede te hulp door het afhouden van twee kompasstreken. Nu riep men ons andermaal toe om te strijken en ons over te geven; doch daar op hem door de opper stuurman toegeroepen zijnde “Indien gij schiet, schurk, zullen wij het u dubbel betaald zetten”, begon hij ons dadelijk de laag te geven, zo uit zijn kanon, als donderbussen en handgeweer. Alzo geattakeerd zijnde, werd met onze gepointeerde (opm: gerichte) kanonnen op de vijand losgebrand, en daar hij continueerde, werd dit van onze zijde niet onbeantwoord gelaten; de vijandelijke kanonskogels vlogen tussen de hoogte onzer masten en boven onze hoofden over, en zijn schroot van het handgeweer rolde, zonder te beschadigen, rond en langs onze benen; van onzentwege moeten wij gelukkiger contra gesalueerd hebben, wijl wij eerst zijn topzeil-ra en vervolgens zijn achterzeils-piek zagen vallen. Intussen manoeuvreerden wij in dier voege, dat de schooner niet voor of achterwaarts kwam, om alzo onze stuurboords stukken op de beste wijze te kunnen gebruiken; en daar wij ons werk maakten om niet driftig te schieten, maar wel te pointeren (opm: richten), deed dit, zo wel als het vuren uit ons handgeweer, de rover, reeds vijf minuten na middernacht, van zijn voornemen afzien, en men zag hem nu bij de wind om den noord-westen zich van ons verwijderen en zijn schieten staken. Nu roerde men de trom, en onder het gejoel der gehele equipagie zond men hem kogels na, zo verre hem die nog konden bereiken, terwijl men zich verheugde, spoediger dan men had durven hopen, van een brutale vijand, die niets dan moord en plundering bedoelde, ontslagen te zijn.

Gelukkig niemand onzer zich gekwetst bevindende, hadden ook zijn kogels aan ons schip of tuig geen schade toegebragt, dat aan de meerdere beweging, die de vijandelijke schooner door het holle water onderging, hoogstwaarschijnlijk is toe te schrijven; daarentegen durven wij ons, uit zijn spoedige aftogt, vleijen, hem een aanzienlijke schade, ook door ons schroot aan zijn manschappen, te hebben toegebragt, want, na 15 à 20 minuten erkende hij ons voor de sterksten, door het op een lopen te zetten.

De schooner, welke wij, om zijn geringe grootheid, in de namiddag niet geteld hadden, scheen het maaksel van een Amerikase loodsboot, van ca. 100 à 120 ton, waarschijnlijk met 50 man; terwijl zijn geschut op vier 24 ponds karonnades begroot wordt, waaruit hij 10 of 12 schoten op ons heeft gedaan, die hem met 11 uit de onzen zijn beantwoord, zo wel als het vuren uit het handgeweer.

Onder het bivouak van de ganse equipagie, gedurende de gehele nacht, en alle mogelijke voorzorgen, koersten wij naar het eiland Palma (opm: Canarische eilanden), op welks breedte en gegiste lengte wij ons bevonden; terwijl wij ons, op de middag van den 13 juni, op de noorder breedte van 27 graden 43 minuten, en de lengte van 18 graden 30 minuten bewesten Greenwich, bevonden en onze reis zonder hinder vervolgden.”

Bij dit relaas wordt grote tevredenheid betuigd over de contenance (opm: houding) en de activiteit van de opper-stuurman D.J. Bulsing, en van de militaire Luitenant, de heer E.J. Wagener, zo wel als van de andere stuurlieden, van de equipagie en enige der militairen.

Dit zelfde had ook plaats bij de ontmoeting, twee dagen bevorens, van een kaper van 16 zware karonnades, zeggende te Buenos-Ayres thuis te horen, doch welk bezoek, na wederzijdse verkenning en gevraagde onderrigtingen, vreedzaam afliep.

Kaptein Van de Putte is den 30 september 1818 op de rede van Batavia gearriveerd, hebbende den 18 augustus te voren de Kaapse Baai-Fals (opm: False Bay) verlaten.

 

Rotterdamsche Courant 22 juli 1819114

Rotterdam, 21 juli. Van Middelburg wordt in dato den 19 juli het volgende gemeld: Gisteren avond arriveerde op de rede het schip MIDDELBURG, van Canton (opm: Guangzhou) in China, onder bevel van D.J. Bulfingh; zijnde kapitein J.A. van de Putte op de reis overleden.

Het schip de ZEEUW, kapitein Leendert Woutersen, is aan de Kaap de Goede Hoop in goede staat aangetroffen, en heeft op den 8 mei, toen kapitein Bulfingh die rede verliet, om naar het vaderland terug te keren, zijn reis naar Batavia voortgezet.

Volgens berigt van kapitein Bulfingh, was het schip JAVA, kapitein Jongheim, van Batavia, den 4 juli laatstleden, in goede staat ter hoogte van de Azorische Eilanden (opm: Azoren).

 

Rotterdamsche Courant 18 juni 1820114

Rotterdam, 17 juli. Den 13 juli is van Middelburg naar zee gezeild het schip (opm: fregat) MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, over Batavia naar Canton (opm: Guangzhou) in China bestemd.

 

 

Rotterdamsche Courant 25 juli 1820114

Amsterdam, 23 juli. Kapt. R.T. Rinses, voerende het schip de VRIJHEID, van Surinamen, den 18 juli, des avonds omtrent 8 uren, op de rede van Texel ten anker gekomen, heeft den 2 dito op de Gronden (opm: het ondiepe gedeelte van de Atlantische Oceaan voor de ingang van Het Kanaal; ruwweg het gebied binnen de 100 vademlijn), 20 mijl N.O.t.O. van Kaap Lezard (opm: Lizard), in goede staat gepraaid het Nederlands fregatschip de GRAAF BÜLOW, kapt. J.J.D. Scharmberg, met troepen, uit Texel naar Batavia, en den 14 dito, bij de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness), het Nederlands fregatschip MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, van Middelburg naar Batavia en Canton (opm: Guangzhou).

 

Rotterdamsche Courant 05 augustus 1820114

Amsterdam, 3 augustus. Het schip (opm: fregat) MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, van Middelburg naar Batavia en Canton (opm: Guangzhou), was den 17 juli op de hoogte van Plymouth in goede staat zeilende.

 

Rotterdamsche Courant 08 januari 1821114

Rotterdam, 8 januari. Den 20 September is het schip MIDDELBURG van Bahia naar Batavia gezeild.

 

Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114

Rotterdam, 22 januari. Het te San Salvador binnengelopen schip (opm: fregat) MIDDELBURG, kapt. D.J. Bulsing, van Middelburg naar Batavia en Canton, heeft den 26 september 1820 deszelfs reis voortgezet.

 

Bataviasche Courant 03 februari 1821114

Te Batavia …..Vertrokken:…..28 Januari schip ARINUS MARINUS, Arij Langeveldt, naar Rotterdam, passagiers kolonel Boions, kapitein en mevrouw Thijssen, de heren J. Hommes, H. Jommes, J. Matak en familie, W.A. Ploem, de weduwe B. van Hak geb. Greepman, mejufvr. H. Greepman, de jonge jufvrouwen Morin, E.C.W. en L.A.F. Sack, de jonge heren H. Meijlan en P. van Heerdt, de chirurgijn der 3e klasse Clement, en 40 gepasporteerde militairen, schip MIDDELBURG, D.J. Bulsing, naar Canton, schip RACE HORSE, G. Ingram, naar Samarang en Sourabaija…..:

 

Rotterdamsche Courant 13 november 1821114

Rotterdam 12 november. Van Middelburg wordt van den 9 dezer gemeld: op den 17 juli laatstleden is van Canton te Batavia gearriveerd het schip MIDDELBURG, D.J. Bulsing, en dacht binnen weinige dagen de reis naar herwaarts (opm: Rotterdam) aan te nemen.

 

Rotterdamsche Courant 20 november 1821114

Rotterdam, 18 november. Van Middelburg wordt van den 16 gemeld: heden is alhier ter rede gekomen het schip MIDDELBURG, D.J. Bulsing, komende van Canton in China en bestemd naar deze stad.

 

Batavische Courant 04 mei 1822114

Batavia, 5 mei. In ons vorig nommer maakten wij bekend, dat onder de aangekomen schepen in Holland zich de PIETER EN EMMA bevond. Wij hebben nadere berichten dien aangaande van een der huizen van negotie alhier ontvangen, welke wij gaarne onze lezers mededelen:

Volgens nadere berichten uit Rotterdam tot de 28 december a.p. (opm: verleden jaar) met het schip JORINA, kapt. Duijvenboden blijkt, dat het schoenerschip PIETER EN EMMA, kapt. Steenwijk Galles van hier naar Rotterdam vertrokken, totaal gebleven was. Ook meldt een brief van Londen, van de 24 december, dat de zekere tijding aldaar van het blijven van gemelde schoener af en aan Ascension, benoorden St. Helena, was ingekomen. Schip en lading waren weg, doch het volk, benevens enige dépêches geborgen. (opm: zie RC 251221)

Voorts waren, buiten de schepen CORNELIA, de JONGE JACOBUS en de CORNELIA SARA, nog aangekomen te Middelburg de JOHANNA MARIA, kapt. Jonker benevens MIDDELBURG, kapt. Bulsing.

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Bulsing, Derk Jan
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Zie hierna

 

Overige bijzonderheden

In een e-mail dd 20 april 2006 meldt André Delporte uit Luik het volgende:

FORTITUDO

Na de gezagvoerders Aggens, Lievens, van den Broecke en Bulsing in de periode 1818/1830 wordt L. de la Fontaine de gezagvoerder van dit 3/mast schip , vermoedelijk gebouwd in 1809, 506t:

08 september 1830, verlaat Antwerpen naar Batavia; 26 januari 1831 te Batavia van Antwerpen; 10 februari 1831 van Batavia naar Soerabaja; 14 februari 1831 te Soerabja; 03 maart 1831 van Soerabaja naar Oostende.

Het schip werd in 1833 herdoopt in “Sumatra” voor J.Roelandts te Rotterdam met als kapitein H.Poppen.

 

 

Datum vanaf: 1830
Kapitein: Fontaine, L. de la
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Poppen werd geboren te Amsterdam op 22 april 1795.

Hij huwde met Charlotta Louisa Peerlkamp, geboren te Groningen op 23 juli 1809.003

 

Hendrik Poppen werd geboren op 22 april 1795 te Amsterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Gerrit Poppen en Alida Folkerts. Hij woonde te Rotterdam, vertrok naar Schiedam en vestigde zich op 26 juni 1852 opnieuw te Rotterdam o.a. aan de Hoge Zeedijk Wijk 13 nr. 83.

Hij trouwde op 17 april 1833 te Rotterdam met Charlotta Louisa Peerlkamp, gedoopt op 23 juli 1809 te Groningen als dochter van de Nederlands Hervormde Rudolphus Peerlkamp en Henrica Veenhorst.

Hij overleed op 04 november 1874 te Rotterdam aan de Eendrachtsweg005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Ene H.Poppen was met vlagnummer 93 in de periode 1826-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd108.

 

H.Poppen werd met vlagnummer 369 effectief lid van Zeemanshoop per 10 september 1833 op voorspraak van J.van den Oever. Als zijn schip wordt genoemd "Willem de Eerste". Toegevoegd is "Hon.lid geworden"002.

In de Algemene Vergaderingen van 03/10 september 1833 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd Hendrik Poppe, 38 jaar, wonende te Rotterdam, met als adres bij en op verzoek van E.H. van der Meulen, op voordracht van kapitein J. van den Oever, voerende het fregat Sumatra. Zijn vlagnummer werd 369023.

 

Hij werd per 17 september 1833 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop Toegevoegd is: "de Kapitein voor een andere Haven als Amstm varende, betaald ingevolge Art 35* voor Don. ¦25,-  de donatie vervalt 1 Mei 1851.  Bedankt Maart 1857"003.

 

H.Poppen was met vlagnummer R44 in de periode 1833 t/m 1851 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 november 1834 staat vermeld een brief van kapitein H.Poppen “voorstellende het oprigten van eene ziekenbus of fonds voor Zeevarende … “ In de vergadering dd 24 december 1834 staat een reactie van het Bestuur en wel “dat zijn voorstel aan het Bestuur minder aannemelijk is voorgekomen en hem tevens de gronden van dit besluit op te geven.”042

In de notulen van de Bestuursvergadering  van Zeemanshoop dd 26 februari 1857 staat het verzoek van kapitein H.Poppen om zijn effectieve lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap. In de vergadering van 26 maart 1857 staat het bericht dat kapitein H.Poppen wel correspondent wil blijven. Het Bestuur gaat accoord en bedankt hem voor zijn bewezen diensten.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 04 februari 1858 staat een bericht van H.Poppen dat hij bedankt als honorair lid “doch aanbiedende Correspondent van het College te zijn. Secr. moet vragen naar de eigenlijke bedoeling.”042

In de Bestuursvergadering dd 01 april 1858 wordt besloten aan H.Poppen het Buitengewoon honorair lidmaatschap aan te bieden.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 mei 1860 bedankt H.Poppen voor het correspondentschap te Rotterdam. In de vergadering dd 28 juni 1860 herroept hij dat besluit. Hij neemt het buitengewoon honorair lidmaatschap aan.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop (datum?) staat het bericht dat B.J.Martens, correspondent van het College te Rotterdam, zijn funktie neerlegt “uit hoofde van veelvuldige bezigheden”. Zijn taak wordt overgenomen door H.Poppen.023.

In de notulen dd 16 januari 1866 van de Algemene Vergadering wordt medegedeeld dat de heer H.Poppen ontslag heeft gevraagd als agent van het College te Rotterdam. In zijn plaats wordt de heer F. de Winter benoemd..023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        369                       1833-1835     fregat               Sumatra                                                J.Roelands te Rotterdam

        256                            1836           fregat               Makassar                                              J.B.Donet & Co te Rotterdam

                                      1837-1840     fregat               Willem de Eerste                                  Scheepsreederij te Schiedam

                                      1841-1846     fregat               Willem de Eerste                                  B.J.Suermondt te Rotterdam

                                      1848-1849     fregat               Willem de Eerste                                  J.Loopuit te Schiedam

                                      1850-1853     geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein H.Poppen met vlagnummer R44 als gezagvoerder vermeld in de ledenlijsten van058:

*    1849                       het fregat “Willem de Eerste”       474 last              varend voor J.Loopuyt te Schiedam

 

In 1824 was ene Poppen (voorletters zijn niet vermeld) gezagvoerder van de Antwerpse brik de "Maria" (120 lasten). De boekhouder was N.J.L.de Wael012.

 

Bouma025 vermeldt H.Poppen als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1831 op de brik “Pieter en Karel”, gebouwd in 1828 te Antwerpen, 320 ton o.m., varend voor Elsen & v/d Linden te Rotterdam;

*    1834 t/m 1836 op het 3/m schip “Sumatra” ex Fortitude, gebouwd in 1819(?), 506 ton o.m., varend voor J.Roelants te Rotterdam;

*    1834 t/m 1837 op het 3/m schip “Makassar”, gebouwd in 1830, 640 ton o.m., varend voor J.B.Donnet & Co te Rotterdam;

*    1838 t/m 1850 op het 3/m schip “Willem den Eersten”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 876 ton o.m., varend voor de Schiedamsche Scheepsreederij B.J. Suermondt.

 

Overige bijzonderheden

De Willem de Eerste was een 3/m schip van de Schiedamsche Scheepsreederij. De eerste gezagvoerder was Hendrik Poppen, die "zijn sporen in de Antwerpse vaart op Oost-Indië (had) verdiend. Reeds in 1824 voer hij als kapitein op de Hero, en tot 1837 maakte hij in totaal acht reizen als gezagvoerder naar Azië, waaronder één op de Russische tramp Hoopoe, en de laatste op de Macassar van de naar Rotterdam verhuisde rederij van J.B.Donnet & Co. Tweemaal keerde hij van Padang naar Antwerpen terug en eenmaal bezocht hij, met de brik Pieter en Karel, Canton in China. Hoewel hij een nogal heetgebakerd en impulsieve persoonlijkheid geweest moet zijn, getuige zijn verontwaardigde reactie op het ontvangen van zijn eerste instructie van de Scheepsreederij, moet hij een bekwaam en betrouwbaar gezagvoerder zijn geweest. Hij voer tot volkomen tevredenheid op de Willem de Eerste tot 1849, in welk jaar hij ontslag nam"039.

Hendrik Poppen was in (tot?)1837 gezagvoerder van de "Macassar" en gaf het commando in dat jaar over aan H.F.Gieseke039.

 

H.Poppe verzorgde per 06 januari 1829 vanuit Vlissingen met de “Pieter en Karel” een troepentransport van 150 manschappen. Hij arriveerde op 28 april 1829 te Batavia na 112 dagen.

Met hetzelfde schip vertrok hij op 30 april 1830 vanuit Vlissingen en 125 militaire manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 augustus 1830 na 108 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.

Hij vertrok per 04 mei 1835 vanuit Vlissingen met de “Macassar” en een contingent van 5 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 augustus 1835 na 111 dagen065*.

 

In een e-mail dd 23 april 2006 meldt André Delporte uit Luik het volgende:

Kapitein H.Poppen was in de periode 1821-1826 gezagvoerder van het schip de “Heros” als opvolger van kapitein G.Poppen

20 mei 1821 kapitein Poppen op de “Heros” verlaat Antwerpen naar Batavia; 28 oktober 1821 te Kaap de Goede Hoop; 29 december 1821 te Batavia; 24 februari 1822 van Batavia naar Antwerpen; 09 juni 1822 te Kaap de Goede Hoop van Batavia naar Antwerpen; 28 october 1822 te Helvoet van Batavia.

Volgens een advertentie in de Rotterdamsche Courant zal het fregat “De Heros” onder kapitein H.Poppen, groot 378 ton op 03 december 1822 te Rotterdam worden verkocht. het schip vertrekt op 22 december 1822 van Vlissingen naar Rotterdam en blijkbaar is de verkoop niet doorgegaan.

06 februari 1824: het schip verlaat Antwerpen naar Batavia; 30 september 1824 aankomst te Batavia; 07 november 1824 van Batavia naar Antwerpen.

06 juni 1825, het schip verlaat Antwerpen naar Batavia; 08 october 1825 aankomst te Batavia; 13 november 1825 van Batavia naar Antwerpen; 14 november 1825 lek terug te Batavia; 26 november 1825 wederom naar Antwerpen vertrokken; 06 januari 1826 in positie 30 ZB/45 OL.; aankomst te Antwerpen niet teruggevonden.

In de volgende jaren komt het schip onder commando de kapiteins W.B.Zeeberg (1826-1827), J.Sietzes (1827-1829), C.Böhme (1829) en B.C. ten Ham (1830-1831).

 

In een e-mail dd 20 april 2006 meldt André Delporte uit Luik het volgende:

Na de gezagvoerders Aggens, Lievens, van den Broecke en Bulsing in de periode 1818/1830 wordt L. de la Fontaine de gezagvoerder van de “Fortitudo” een 3/mast schip , vermoedelijk gebouwd in 1809, 506t, in 1833 herdoopt in “Sumatra”:

1833/1842 “Sumatra” ex Fortitudo: het schijnt dat het schip in 1842 voor sloop is verkocht, maar dit is onzeker.

 

Rotterdamsche Courant 29 juli 1837

Rotterdam, 28 juli. Heden werd op de scheepstimmerwerf de Nijverheid, gelegen aan de Maas te Schiedam, met het beste gevolg te water gelaten het door de scheepsbouw-meesters Gebrs. Gips aldaar gebouwde barkschip EENDRAGT, groot 500 lasten, gevoerd bij kapt. J.IJ. van der Zweep, en onmiddellijk daarna de kiel gelegd voor een fregatschip van gelijke grootte, genaamd WILLEM DE EERSTE, waarover kapt. H. Poppen het bevel zal voeren, beide voor rekening van de aldaar gevestigde Rederij.

 

Rotterdamsche Corant 05 oktober 1819114

Bataviasche Berigten, van den 1 mei tot den 5 juni.

Den 9 mei is van Batavia vertrokken het schip JOHANNA MARIA, Jonker, naar Middelburg; den 14 dito HERO, Poppin, naar Antwerpen; den 24 dito FLORA, Tieman, naar Amsterdam; den 28 dito WILHELMINA, Palm, naar Rotterdam

 

Rotterdamsche Courant 23 januari 1821114

Rotterdam, 22 januari. Den 15 dezer zijn te Vlissingen, voor Antwerpen bestemd, aldaar ter rede gekomen TWEE DAMES, kapt. M. Jansen, van Malaga, en de HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen), H. Poppen, van Batavia.

Den 17 arriveerden ter rede van Vlissingen de VROUW MARIA, H. Wehmhoff,van Batavia, en de JONGE ANTJE, H.J. Prins, van Nantes, beide naar Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 26 mei 1821114

Rotterdam, 25 mei. Van Vlissingen wordt van den 22 gemeld:

…..en van den 17 tot heden van de Schelde afgekomen en naar zee gezeild LORD NELSON, T. Smithren, naar Hull; la BELLE ALLIANCE, O.A. Wilman, naar Memel (opm: Klaipeda); l’ADÈLE, A. Ferber, naar Boulogne; MARIA, J. Sicker, de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, en le CHARLES (opm: brik uit Antwerpen), J.C. Rasmussen, naar Liverpool; de TWEE GEBROEDERS, S. Bakker, naar Oleron; de JUFVROUW AKKE, M. Jeltes, naar Liverpool; de VROUW GEZINA, H. Ebes, en de VROUW ELLINA, H. Oortjes, naar Hamburg; FREDERICH WILHELM, D. Reinders, naar de Oostzee; NEERLANDSCH KROONPRINS (opm: pink NEERLANDS KROONPRINS), A. van der Meijde, naar Lissabon; LOUISE WILHELMINE (opm: brik LOUISA WILHELMINA, thuishaven Gent), J.G. Lovgreen, naar Liverpool; ZELIMA, C.J. Neurenberg, naar Batavia; MERCUUR (opm: brik, thuishaven Antwerpen), J.F.P. Smit, naar Marseille; MARIA, J. Lovgreen, la PRÉVOYANTE, J. Langhetee (opm: driemaster, thuishaven Antwerpen, kapt. Jacob Langethée), naar Liverpool; MARGARETH, I. Hall, en JAMES CORLTAR (opm: slecht leesbaar), W.F. Hill, naar Philadelphia; GEZINA CHARLOTTE, G. van Veen, naar Noirmoutier; de HERO, H. Poppen, naar Londen (opm: driemaster HEROS, thuishaven Antwerpen, kapt. Hendrik Poppen, bestemming Batavia); NEPHTUNES, J. Jurgenson, naar Marseille; CATHARINA, J. Endicot, naar Batavia, la DAME HARRIETTE (opm: kof DAME HENRIETTE, thuishaven Oostende), L. Cornelis, naar …; de PORTLAND, P. Drinkwater, naar Batavia; ELIZA, J. Deetjen, en COMMERCIAL PACKET, T.M. Collins, naar Londen; de ESSEX, D. Wise jr, naar la Rochelle; ALEXANDER, J. Schnelle, en de MILFORD, J. Wecks, naar Petersburg, en ANDREAS, B. Pahlson, naar Amsterdam…..

 

Rotterdamsche Courant 27 deceember 1821114

Amsterdam, 25 december. Het Nederlandse schip HERO (opm: fregat HÉROS), kapt. H.J. Poppen, van Antwerpen naar Batavia, laatst uit Engeland, den 27 september aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen, heeft schade en moet repareren; gemelde kapitein heeft den 1 dito in zeer goede staat gepraaid het schip de VROUW MARIA, kapt. F. van den Berg, van Rotterdam naar Batavia.

 

Rotterdamsche Courant 20 augustus 1822114

Rotterdam, 19 augustus. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 16 augustus:

Het schip HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen, kapt. Hendrik Poppen), van Batavia naar Antwerpen, is den 6 juni gepraaid op 15º18’ breedte 34º59’ lengte; zeilende naar de Kaap, om deszelfs roer te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 29 augsutsu 1822114

Batavia, 23 maart. Den 17 februari is van Batavia, over de Molukken, naar Nederland vertrokken het schip IDA ALEIJDA (opm: fregat VROUW IDA ALEYDA), kapt. K. Sipkes; den 24 dito het schip HERO (opm: fregat HÉROS), H. Poppen, naar Amsterdam.

Den 22 is te Batavia gearriveerd het schip CORNELIA, G. Mackeno, en den 1 maart het schip COLUMBUS, J. Grevelink, van Amsterdam, en den 3 dito het schip BARON VAN DER CAPELLEN, W. Purvus (opm: Wm. Purvis), van Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 31 augustus 1822114

Rotterdam, 28 augustus. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 27 augustus:

Het schip HERO (opm: HÉROS), Poppen, van Batavia naar Antwerpen, is den 9 juni aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen, om schade te herstellen.

Den 24 dezer was op de hoogte van Portsmouth het schip PALEMBANG, Heije (opm: L. Heijde), van Amsterdam naar Batavia.

Te Cowes is den 25 binnengelopen het schip INDUSTRIE, L. Spaanderman, van Rotterdam naar Dublin.

 

Rotterdamsche Courant 16 november 1822114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbenden van hun meester, zijn van mening, na gedane aangifte, ingevolge de wet, op dinsdag den 3 december 1822, des namiddags te vijf uren, in het Logement genaamd het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en verkopen: het extra snelzeilend gekoperd en met koperen bouten voorzien Nederlands Fregatschip, genaamd DE HERO (opm: HÉROS, thuishaven Antwerpen), laatst gevoerd geweest door kapt. H. Poppen, volgens meetbrief lang 26 ellen 25 honderdsten, wijd 4 ellen 95 honderdsten, diep 4 ellen 36 honderdsten (opm: 26,256 x 4,95 x 4,36 m.), en alzo groot 378 Tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere scheepsgereedschappen, zo als hetzelve zal zijn liggende in de Haringvliet, en aldaar daags vóór en op de dag der veiling door een ieder zal kunnen worden bezigtigd. Nadere onderrigting bij gemelde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 31 december 1822114

Rotterdam, 30 december. Van Vlissingen meldt men den 24 dezer:

Eergisteren zijn alhier ter rede gekomen de schepen de HERO (opm: fregat HÉROS, thuishaven Antwerpen), H. Poppen, van Rotterdam naar deze stad, en NEPTUNES, H.A. Locke, van Drontheim naar Dordrecht gedestineerd.

Sedert onze vorige is van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de VROUW MARGINA, D.J. Oortjes

 

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Poppen, Hendrik
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Kapiteinslijst van van Sluijs013 staat bij J.Joossen de “Paulina” (1828), “De Cock”(1830/31) en “Batavia” (1832/34) en Jan Joossen met de “Sumatra” 1836/37.

 

Bouma025 vermeldt J.Joosen/Joossen/Joosten als kapitein gedurende:

*    1818 t/m 1821 van het 3/mschip “Pieter Anthony”, geen vermelding van bouwgegevens, varend voor Charbon & Zn te Amsterdam;

*    de Paulina wordt niet door Bouma vermeld;

*    1830 t/m 1831 op de brik “de Cock”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 177 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam (J.Joossen);

*    1832 t/m 1833 op het 3/m schip “Batavier”, gebouwd in 1830 te Antwerpen, 442 ton o.m., reederij niet vermeld. (van Sluijs spreek t van J.Joossen);

*    1837 t/m 1838 op het 3/m schip “Sumatra”, ex Fortitudo, gebouwd in 1819, bouwplaats niet vermeld, 506 ton o.m., varend voor J.Roelants te Rotterdam. (J.Joosen) Van Sluijs013 spreekt van Jan Joossen.

 

Overige bijzonderheden

In de notulen dd 15 oktober 1834 van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop is sprake van een kapitein J.Joses van het schip de “Batavia”.042. Is dit Joosen van de “Batavier”? Hij vraagt aan het Bestuur om lid van het College en Deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds te mogen worden en zegt 46 jaar te zijn. Het Bestuur wijst dit verzoek af, daar het Reglement van het WZF een maximale leeftijd voor deelname kent van 40 jaar.

 

Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, kapt. S.Veenstra Stadsarchief Amsterdam 491-216

20 maart 1835 Indische Oceaan 15o23’ZB/105o33’OL “… om 6½  uur kwam aan boord de sloep van het schip Sumatra kaptn Joosten van Rotterdam naar Batavia 116 dagen in zee in goede staat …”

 

Rotterdamsche Courant 01 december 1814114

Advertentie. J. Salm. J.E. Lublink en P. Bel Junior, makelaars, zullen ten overstaan van een daartoe bevoegde Beambte, op maandag den 12 December 1814, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezyds Heeren-Logement aan de Haarlemmerdyk, verkopen: een extraordinair welbezeild Brikschip, genaamd de MARIA, gevoerd door kaptein Jan Joossen, lang over steven 82 voet, wyd 22½ voet, hol 11 voet, ’t Verdek hoog 5½ voet, alle Amsterdamse maat, breeder by den Inventaris omschreven.

 

Rotterdamsche Courant 08 december 1818114

Amsterdam, 6 december. Het schip de PIETER ANTHONY, Joosten, den 12 september van Amsterdam te Berbice (opm: rivier in Guyana, Zuid-Amerika) gearriveerd, was door de Tol-officieren in beslag genomen, uit hoofde van een overtreding der wet op de inkomende regten.)

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Joosen/Joossen, J(An)
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Johannis Michel de Winter werd gedoopt te Amsterdam op 07 november 1807 als zoon van Michael de Winter en Wilhelmina Jacoba Raket.

Hij was getrouwd met Antonetta Jacoba van der Koppel, gehuwd te ’s Gravendeel op 05 augustus 1814. Zij overleed op 15 februari 1892.118

Hij overleed op 19 mei 1857 te Rotterdam aan deWesterstraat Wijk 15 nr. 773003.

Hij werd met nr. 222 op 01 december 1839 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064 en 003

 

Joannes Michael de Winter uit Amsterdam werd per 24 september 1824 “ingenomen” als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij was toen bijna 14 jaar, 1 el/42 duim lang ,gevaccineerd en beleed het Roomse geloof. Volgens doopcedule 1454 werd hij gedoopt op 07 november 1807 als zoon van Michael de Winter uit Diets en Rooms Katholiek, en Wilhelmina Jacoba Raket, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving waren beide ouders in leven en wonende in de Weteringdwarsstraat te Amsterdam. De vader was chirurgijn.

Van de schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden in de periode 01 oktober 1821 t/m 01 oktober 1825. Voorts zijn de volgende bijzonderheden vermeld:

05 augustus 1824     “heeft met de kwekelingen Rolman, Moes en Stokvliet naar de prijs gedongen in ’t scheepswerk en is dezelve bij loting aan Stokvliet ten deel gevallen”;

13 oktober 1824       “bekomt eenen prijs in het scheepswerk rijk handleiding tot de scheepsbouw”;

23 oktober 1824       “geplaatst als ligtmatroos op ’t schip Willem de Eerste kapt. J.Johanssen naar Suriname”;

18 juni 1825              “terug van de reis met ’t schip Anna & Maria kapt. Rinses zijnde het schip Willem de Eerste te Suriname verbrand”;

15 oktober 1825       “geplaatst als ligtmatroos op ’t schip de Amazone kapt. J.van der Zwiep (moet zijn J.Y.van der Zweep) naar Lima voor Antwerpen à ƒ15,- ’s maands”;

30 mei 1827              “terug van de reis zonder attestatie doch is gebleken uit de missive van den Heer N.J.de Cock te Antwerpen dat de rede daarvan meerendeels aan de Captn te wijten was”;

06 juni 1827              “honorabel ontslagen met attestatie en Certificaat vrijstelling voor de Nation.Militie” 004-532/1454.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.M.de Winter (adres P.de Bruijn te Amsterdam) werd met vlagnummer 429 per 21 augustus 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Smeengh. Als zijn schip wordt genoemd de “Sumatra”.Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 30 en de vrouw 24 jaar. Vermeld staan een zoon, geboren in 1840, en twee dochters, geboren in 1838 en 1842002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 21/28 augustus 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Johannes Michael de Winter, geen leeftijd vermeld, voerend het schip “Sumatra”, wonend te Rotterdam en met als adres de heer J.Bondix te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeeng. Hij kreeg vlagnummer 429023.

Hij was effectief lid van “Zeemanshoop” met vlagnummer 429 in de periode 1838-1854 en met vlagnummer 162 in de periode 1854-1857

Hij werd op 14 januari 1845 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop 003.

 

J.M. de Winter was met vlagnummer R163 in de periode 1838 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

J.M.de Winter was afwisselend commissaris in 1846 en 1855 en vice president van de Maatschappij in 1849058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 juni 1857 verzoekt de weduwe J.M. de Winter geb. van de Koppel om een uitkering voor haar en 1 kind, die haar in de vergadering dd 30 juli 1857 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1857.042.

 

In de notulen van 18 augustus 1857 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de melding van een uitkering in de 1e klasse per 01 augustus 1857 aan de weduwe van J.M. de Winter geb. van de Koppel.023.

 

In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart  (Maritiem Instituut, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein de Winter een jaarlijkse uitkering kreeg van f 170,- voor haar en haar kind058.

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” (datum vergeten te noteren) wordt als honorair lid benoemd kapitein J.M. de Winter uit Rotterdam 064a

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                        naam reder/boekhouder

      429                          1838          fregat              Sumatra                                 geen opgave

                                     1839-1846    fregat              Generaal Chassé                  J.Roelandts & Co te Rotterdam

                                     1848-1853    fregat              Edouard                                 idem

      162                       1854-1855    fregat              Edouard                                 idem

                                        1856          stoomsch.      Bordeaux                              geen opgave

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein J.M. de Winter met vlagnummer R163 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849, 1851           van het fregat “Edouard”     371 last               varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam

*   1855                      geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.M.de Winter als gezagvoerder gedurende:

*   1838 t/m 1840 van het 3/m schip “Sumatra” ex Fortitudo, gebouwd in 1819, bouwplaats onbekend, 506 ton o.m., varend voor J.Roelants te Rotterdam;

*   1840 t/m 1852 van het 3/m schip “Generaal Chassé”, gebouwd in 1827 te Rotterdam, 612 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1852 afgekeurd na stoten in de haven van Cardiff met een ijzerlading.

            Er is sprake van een tweede J.M. de Winter, die met vlagnummer 749/370 effectief lid was van Zeemanshoop. Deze heeft van 1848-1852 als gezagvoerder op de “Generaal Chassé” gevaren. Bouma heeft deze twee kapiteins kennelijk samengevoegd.

*   1847 t/m 1855 van het 3/m schip “Edouard”, gebouwd in 1841 te Schiedam, 706 ton o.m., varend voor J.Roelants & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1856 verkocht aan A.T.Ebeling & Co te Amsterdam en herdoopt in “Hollandia”;

*   1857 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P. van Hoeij Smith te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:

26 januari 1839        "... ontvingen van het schip Sumatra kaptijn Winter 5 manden aardappelen ...".

 

Op 26 juni 1840 werd een monsterrol (nr.1003) opgesteld (Gemeentearchief van Dordrecht) waarbij wordt vermeld dat hij als gezagvoerder met de “Generaal Chasse” vertrekt naar Batavia. Hij is dan 21 jaar en woonde te Amsterdam.064.

 

Le Precuseur 17 juli11840

Helvoet. Uitgezeild (opm: na een aanzienlijke reparatie) GENERAAL CHASSÉ, De Winter, naar Batavia.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Winter, Johannis Mich(a)el de
Overige informatie: 0

Algemene informatie

Notities van André Delporte († 10/2010), Luik, geven 1809 als bouwjaar aan. Waar de FORTITUDE ‘buitenslands’ is gebouwd is onbekend. Het fregat heeft volgens deze notities gevaren onder Russische vlag, zodat de bouw in dat land in de rede ligt. De reder zou een Oostenrijkse zeebrief hebben aangevraagd, maar voer tot – mogelijk augustus – 1815 onder Franse vlag. Wanneer C.F. Lauwers, Oostende, eigenaar werd is onbekend, vermoedelijk in de ‘Franse tijd’.

1817

Op 3 januari 1817 werd een Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDE, aangevraagd door Charles François Lauwers, Oostende, voor kapitein Steffen Aggens. De voordien uitgegeven zeebrief uit 1815-1816 is niet gevonden; de aanvraag is  waarschijnlijk tijdens oorlogshandelingen verloren gegaan. 

BC 160817
Advertentie. Vracht naar Amsterdam. Per het snel-zeilend gekoperd Fregatschip LA FORTITUDE, kapt. Steffens Agent (opm: Steffen Aggens), adres bij J.J. Gildenhuis op de Tijgers-gracht.                                                                                                
BC 300817
Batavia. Liggende ter reede, het schip FORTITUDE (opm: fregat, kapt. S. Aggens).
BC 011117
Batavia, 29 oktober. Vertrokken het schip (opm: fregat) FORTITUDE, kapt. S. Aggens, naar Samarang en Japara.                                                                                                            
BC 151117
Samarang, 5 november. Aangekomen het schip LA FORTITUDO (opm: fregat FORTITUDE), kapt. S. Aggens, van Batavia; passagiers de Heren Vos en Tromp. (opm: 7 november vertrokken naar Joanna)                                  
BC 131217
Samarang, 28 november. Vertrokken het schip  LA FORTITUDE (opm: fregat FORTITUDE) , kapt. S. Aggens, over Paccalongang (opm: Pekalongan) naar Batavia.

1818

RC 310118
Amsterdam, 29 januari. Volgens brieven van Batavia, van den 1 tot 6 september was ter rede van Batavia liggende Zijner Majesteits fregat WILHELMINA, kolonel Dibbets, alsmede de particuliere schepen HENRIETTA ELISABETH, kapt. C.F. Jansen, half beladen; FORTITUDE (opm: fregat), kapt. S. Aggentz (opm: S. Aggens); SELLINA (opm: SELIMA), kapt, G. Jansen, en AUGUSTE, kapt. J. Grevelink, ledig, benevens verscheidene Amerikaanse en Engelse schepen, welke door hun lage concurrentie in de vrachten bij de geringe voorraad producten aan de Nederlandse schepen weinig vooruitzigt overlieten om spoedig lading te bekomen. Er was een Amerikaans schip door het Gouvernement, met rijst bevracht.
RC 050318
Amsterdam, 3 maart. Volgens een brief van Batavia, van den 18 oktober (opm: 1817), waren aldaar destijds liggende de Nederlandse schepen COLUMBUS, kapt. H. van Uijen, WATERLOO, kapt. D. Hensken, de HOOP, M.D. Ihnken, l'AUGUSTE, kapt. J. Grevelink, FORTITUDE (opm: fregat), kapt. S. Aggensz(opm: S. Aggens), en SEMILA (opm: SELIMA), kapt. Gideon Jansen.
OHC 160618
Kaap de Goede Hoop, 15 maart. Vertrokken het schip (opm: fregat) FORTITUDE, kapt. S. Aggensz (opm: S. Aggens) van Batavia naar Oostende.
RC 130618
Amsterdam, 11 juni. In een brief van de Kaap de Goede Hoop, van den 11 maart, wordt gemeld, dat kapitein S. Argentz (opm: S. Aggens), voerende het schip (opm: fregat, thuishaven Oostende) FORTITUDE, van Batavia naar Oostende gedestineerd, den 9 dito aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd, rapporteert, dat bij zijn vertrek van Batavia, op den 3 januari, in het opzeilen waren drie Hollandse schepen, vermoedelijk de CORNELIA, kapt.F. Sipkes, de KOORNZAAIJER, kapt. A. Smit, en de VROUW IDA ALEYDA, kapt. Klaas Sipkes, van Amsterdam, alle drie in de maand december (opm: 1817) van de Kaap vertrokken. Een Zuid Amerikaanse kaper, van 32 stukken, kruiste in die zeeën, en had een groot schip genomen en enige kustvaarders gemolesteerd. Zijner Majesteits oorlogsschip TROMP, gecommandeerd door kaptein Wolterbeek, was uitgezonden om dezelve op te zoeken.

1819

Op 11 januari 1819 werd een Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDE, aangevraagd door Charles François Lauwers, Oostende, voor kapitein Jurgen Arfsten. De bestemming was Havanna, maar deze werd in februari gewijzigd in Batavia. Kapitein Arfsten werd vervangen en om onduidelijke reden werd de scheepsnaam in juni gewijzigd in FORTITUDO.

Op 7 juni 1819 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDO, aangevraagd door Charles François Lauwerts, Oostende, voor kapitein Siewert Lieves.

OHC 270219
Advertentie. In lading te Brugge, provincie West-Vlaanderen, voor Batavia, het Nederlandse fregatschip  FORTITUDE (opm: vanaf nu meestal FORTITUDO genoemd), groot 360 lasten en gevoerd door kapitein Sievert Lieves, om te vertrekken in de loop van de maand april aanstaande.                                                        
Dit schip ’t welk koopmanschappen en alle andere door het Gouvernement geoorloofde goederen op vracht zal medevoeren, zowel als passagiers, wordt erkend voor een der schoonste, zo niet het schoonste Schip uit het Koninkrijk, en is sterk, welgebouwd en in alle opzigten voldoende; hetzelve heeft alreeds eene reize naar Batavia gedaan en bij de gehele tweede expeditie troepen derwaarts overgevoerd hebbende, de kortste reize gedaan, te weten van 4 maanden en 14 dagen, gerekend van den dag der inscheping op de Schelde, tot den dag der finale ontscheping op Batavia. Weinige schepen kunnen meerdere gemakken opleveren, want behalve dat het tussen-deks zoo ruim is, als menig oorlogsfregat, en men aldaar gemakkelijk regt op kan wandelen, en de frisse lucht inademen, zonder aan de brandende zonneschijn, of aan de regen te zijn blootgesteld, blijft er nog genoegzame ruimte over om er kamers voor gehele families op te slaan, welke zich van elkanderen kunnen afgescheiden houden, zonder dat iets zal hinderen, door dien in plaats van knieën of kromhouten het schip met ijzeren staven en banden betimmerd is.
Ter bezigtiging van het voornoemd schip zich te adresseren bij de Consignatarissen van hetzelve de Heren J.J. Moke en Comp., te Brugge, of bij den kapitein aan boord, en voor nadere informatien wegens de conditiën bij den Reeder en enige eigenaar van het voornoemde schip den Heer C.F. Lauwers te Oostende, of wel aan de Heren D. en C. Blankenheijm, te Rotterdam. Brieven franco.

1820

BC 080120
Batavia, 6 januari. Het schip FORTITUDE (opm: fregat), van Nederland naar Java bestemd, is met verlies van deszelfs roer te Mauritius binnen gelopen.(opm: fregat, vanaf 1819 meestal FORTITUDO genoemd, thuishaven Oostende, kapt. S. Lieves, was 26 juni 1819 van Oostende naar Batavia vertrokken en 30 september met schade te Port Louis [Mauritius] binnengelopen; na reparatie vertrokken en 5 november dus teruggekeerd; zie ook RC 040420)                         
RC 040420
Londen, 31 maart. Het schip the FORTITUDE (opm: fregat, thuishaven Oostende), kapt. S. Lievens (opm: S. Lieves), van Oostende naar Batavia, is den 5 november 1819, met verlies van het roer, te Mauritius binnengelopen; hetzelve moest de lading lossen, om te repareren, en was den 15 december gereed, om zee te kiezen (opm: zie ook BC 080120).

1821

RC 160621
Bataviase berigten tot den 24 februari behelzen:
Te Sourabaija liggen:  schepen VIAGANTE, CLARA, JAVA, EMILE, BATAVIA, FORTITUDE (opm: fregat, kapt. S. Lieves, thuishaven Oostende), JACOBA, ADMIRAAL BUIJSKES, ROSALIE.
RC 120721
Rotterdam, 11 juli. Bataviase berichten tot den 3 maart melden:
Te Sourabaija liggen: schepen CLARA, JAVA, EMILE, BATAVIA, FORTITUDE , JACOBA, ADMIRAAL BUIJSKES, ROSALIE.
RC 140821
Batavia, 16 maart. Te Sourabaija liggen: schepen VIAGANTE, CLARA, JAVA, EMILE, BATAVIA, FORTITUDE, JACOBA, ROSALIE, KUMBANG JATIE, MARIA LOUIZA, VREDE EN RUST, HELENA CHRISTINA, RACE HORSE, HUNTER.

1822

RC 300422
Batavia, 22 december 1821. Te Batavia liggen ter rede: schepen DIANA, FRANKLIN, APOLLO, VROUW MARIA, CATHARINA THEODORA, de GEZUSTERS, MARIJ, CATHARINA ELIZABETH, de JONGE ANTHONIJ, JAVA, FORTITUDO (opm: fregat, kapt. S. Lieves, thuishaven Oostende) , de BARONESSE VAN DER CAPELLEN.
BC 160222
Batavia, 14 februari. De FORTITUDO, kapt. S. Lieves, is met passagiers aan boord vertrokken naar Soerabaija.
BC 090322
Sourabaija. De FORTITUDO ligt ter rede. (opm: op 30 april vertrokken naar Batavia)
BC 110522
Batavia, 5 mei. De FORTITUDO, kapt. S. Lieves, is vanuit Soerabaija aangekomen; aan boord Europese militairen. (opm: datum terugkeer naar Sourabaija is onbekend)
BC 080622
Batavia. De FORTITUDO, kapt. S. Lieves, is op 7 juni vertrokken naar Soerabaija met aan boord Zr.Ms. troepen en passagiers.
BC 010622
Advertentie. Vracht en passage. De FORTITUDO, kapt. S. Lieves, zal in de loop van de maand juli dit jaar, van Soerabaija afzeilen. (opm: wishful thinking)
Adres bij Colville, Jutting & Co., Batavia en De Roock.
BC 130722
Soerabaija. De FORTITUDO is op 29 juni aangekomen en ligt nu ter reede. (opm: BC 261022 meldt dat de FORTITUDO nog steeds op de rede van Soerabaija ligt.

1823

Het uiteindelijke vertrek van de FORTITUDO van Soerabaija via Batavia naar Nederland is onbekend maar moet medio januari 1823 zijn geweest. Afgezien van twee kustreizen Batavia – Soerabaija vice versa had het fregat circa 13 maanden in Indië doorgebracht alvorens de thuisreis met lading kon worden aanvaard.

OHC 260423
Antwerpen, 24 april. Aangekomen FORTITUDO, kapt. S. Lieves, van Batavia.

Na lossing in Antwerpen heeft de FORTITUDO tot eind 1824 opgelegd gelegen, waartoe de slechte ervaringen in Indië ook alle aanleiding hadden gegeven. De reders van een aantal fregatten, barken en brikken volgden eenzelfde strategie in afwachting van betere exportverwachtingen in de Oost.

1824

Op 2 december 1824 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDO, aangevraagd door Jean Baptiste Roelandts, Antwerpen, voor kapitein G. van den Broecke. De Turkse Pas werd na afloop van de reis via de Gouverneur te Antwerpen naar Den Haag teruggezonden en op 30 mei 1826 geroyeerd. 

1825

RC 250125
Amsterdam, 23 januari. Het schip FORTITUDE, (opm: fregat FORTITUDO, thuishaven Antwerpen, kapt. G. van den Broecke), van Antwerpen naar Batavia, is, bij het afzakken van de Schelde, drie mijl van Antwerpen, op een zandbank geraakt, doch, na aldaar drie dagen gezeten en een gedeelte van de lading gelost te hebben, weer vlot geraakt en te Antwerpen terug gekomen, om geïnspecteerd te worden.   
RC 220325
Rotterdam, 21 maart. De FORTITUDE (opm: fregat), kapt. G. van den Broecke, naar Batavia bestemd, is te Plymouth begonnen te lossen, om te repareren.

1826

Op 1 september 1826 werd een Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDO, aangevraagd door Jean Baptiste Roelandts, Antwerpen, voor kapitein G. van den Broecke. Deze werd wegens beëindiging van de reis op 7 augustus 1827 door de Gouverneur van de provincie Antwerpen naar Den Haag teruggezonden, waarna het document op 10 augustus werd geroyeerd.

DC 010626
Vlissingen, 15 mei.  Van den 20 mei tot heden voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: de HEMMINA, kapt. S.F. Taay en de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, beide van de Marennes met zout; L’UNION, kapt. J. Rickmers, van Bordeaux met wijn enz.; DE VROUW ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, van de Marennes met zout; MAGDALENA, kapt. H.R. Lutje, van Bayonne met stukgoederen; MARGARETHA, kapt. W. Simpson en FORTITUDE (opm : fregat), kapt. G. van den Broeke (opm: G. van den Broecke), beide van Batavia met koffie, suiker enz.
DC 031026
Vlissingen, 23 september. Van Antwerpen de Schelde afgekomen, en gisteren en heden van onze rede naar zee gezeild: FORTITUDE (opm: fregat), kapt. G. van den Broeke (opm: G. van den Broecke), naar Batavia met troepen.
RC 141026
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 10 oktober: De FORTITUDE,(opm: fregat, kapt. G. van den Broecke) van Nederland naar Batavia, is den 1 dezer gepraaid bij het inkomen van Het Kanaal, hebbende de grote- en bezaansteng verloren en de voorbramsteng. Er waren 150 man troepen aan boord, van welke tien gekwetst waren en twee de benen gebroken hadden.

1827

Op 29 oktober 1827 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDO, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Antwerpen, voor kapitein  D.J. Bulsing.                                                                         

RC 240527
Amsterdam, 22 mei. Te Antwerpen is gearriveerd FORTITUDO (opm: fregat), kapt. Van den Broeke (opm: G. van den Broecke), van Batavia.
RC 271127
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading naar Batavia het Nederlands fregatschip FORTITUDE, kapt. D.J. Bulsing, om in de loop van december te vertrekken. Dit schip heeft uitmuntende inrichtingen ter overbrenging van families en passagiers.
Adres bij J.B. Fleurij; scheepsmakelaars.

1828

RC 120128
Rotterdam, 11 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE MARIA, kapt. A. Vollemaire, naar Marseille; ELEONORE, kapt. A.P. Moller, naar Corunha; HULL-PACKET, kapt. H.H. Lange, naar Hull; DE VRIENDEN, kapt. T. Nosten, NEPTUNES, kapt. P. Petijt, WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Langhetee en ALEXANDER, kapt. A.E. van Dijck, naar Rio-Janeiro (opm: de kof ALEXANDER, ex GOEDE HOOP [kapt. H.H. Pot], thuishaven Antwerpen; werd na aankomst in Rio de Janeiro verkocht; de zeebrief werd in oktober 1829 door de consul-generaal naar Den Haag teruggestuurd); DE JONGE JOHANNA, kapt. J. van Puijvelde, MARIANNA, kapt. A. van der Kan, DE LEEUW, kapt. J. Verbruggen en ELIZA, kapt. J. Renken, naar Londen; DE ELIZA, kapt. T. Azon Jacometti en FORTITUDO (opm: fregat), kapt. D.J. Bulsing, naar Batavia LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuiper, naar Corham en SOLON, kapt. J. Past, naar ……
JC 290528
Batavia, 27 mei. Gisteren is alhier aangekomen het schip ZEEUW, kapt. C. Riekels, met Zr.Ms. troepen, den 6 januari van Middelburg vertrokken; heden zijn alhier gearriveerd de brik ELIZA, kapt. T. Azon Jacometti, met een passagier, den 6 januari van Antwerpen vertrokken, en het schip FORTITUDO (opm: fregat, kapt. D.J. Bulsing, met Zr.Ms. troepen, den 7 januari van Antwerpen vertrokken.
RC 131128
Rotterdam, 12 november. Te Antwerpen zijn gearriveerd FORTITUDO (opm: fregat), kapt. Bulsing (opm: D.J. Bulsing), van Batavia; JONGE JOHANNA, kapt. Muys, van Londen; CHRISTINA VOS, kapt. Smaal en TWEE GEBROEDERS, kapt. Potjewijd, van Liverpool.

1829

Op 16 mei 1829 werd een Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDO, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Antwerpen, voor kapitein D.J. Bulsing.

RC 130629
Rotterdam, 12 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild THERESIA, kapt. L.J. Besseling en DE JULIA, kapt. J.P. Visser, naar Liverpool; DE HOOP, kapt. S. Koorn, naar Nantes; FORTITUDE (opm: fregat), kapt. D.J. Bulsing, naar Batavia en DE VROUW GRIETJE, kapt. E.R. Smilde, naar Rouaan.
JC 190929
Den 16 september is te Batavia gearriveerd het schip GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, met een passagier en 96 man koloniale zeelieden, den 27 maart van Amsterdam vertrokken; den 17 september het schip FORTITUDO (opm: fregat), kapt. D.J. Bulsing, met Zr.Ms. troepen, den 7 juni van Antwerpen vertrokken.

1830

Op 7 juni 1830 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDO, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Antwerpen, voor kapitein D.J. Bulsing.                                                           

Op 1 juli 1830 werd een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de FORTITUDO, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Antwerpen, voor kapitein L. Delafontaine.                                                                  

Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de 196 schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Eén daarvan was het fregat FORTITUDE, kapt. L. Delafontaine, in eigendom van J. Roelandts & Cie. te Antwerpen.

RC 090330
Rotterdam, 8 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE CAMILLE, kapt. Bakker en VROUW HELENA, kapt. De Vries, van Londen; VROUW JANTINA, kapt. Kuiper en FREDERIK WILHELM DRIE, kapt. Dirksens, van Bordeaux; AURORA, kapt. Wygers van Sevilie (opm: Sevilla); MERCURE, kapt. Smit, ANTWERPS WELVAREN, kapt. Peters, HARLINGER, kapt. Harrison en MARIA MATHILDA, kapt. Lofgreen, van Rio-Janeiro; HARMONY, kapt. Reus, CONCORDIA, kapt. Bonjer en MAGDALENA, kapt. Lutje, van Riga; ELISA, kapt. Hend, PLEADAS, kapt. Lassen, van New York; ELISA, kapt. Harkema, van Valparaiso; EIZO DE WEND, kapt. Hellinga, van Marseille; FORTITUDO (opm: fregat), kapt. Bulsing en HEROS, kapt. de Jonge, van Batavia.
JDA 150830
Antwerpen, 13 augustus. Vertrokken FORTITUDO, kapt. L. Delafontaine, naar Batavia.

1831

JC 290131
Batavia, 27 januari, Gisteren arriveerde alhier het schip FORTITUDO (opm: fregat, kapt. L Delafontaine), den 7 september (1830) vertrokken van Antwerpen.  
AH 110631
Scheepstijdingen. Den 8 februari lagen ter rede van Batavia de Nederlandse schepen MINERVA, kapt. G.H. Ahlers; DE NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struik, (den 10 naar Amsterdam vertrokken); DE VRIENDEN, kapt. Lelsz; HELENA CHRISTINA, kapt. Martens (reeds te Rotterdam gearriveerd); ANTHONIJ, kapt. Schaap; DE VIER GEBROEDERS, kapt. Lupcke; ANNA CATHARINA, kapt. Veer, (van Japan); NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, (van Japan); DE STAD ANTWERPEN, kapt. Bulsing; DIANA, kapt. Nannings; VASCO DE GAME, kapt. Brandaris; FORTITUDE, (opm: fregat, kapt. L. Delafontaine).
JDA 120831
Oostende, 10 augustus. Heden is van de rede Oostende binnengekomen FORTITUDO, kapt. L. Delafontaine, van Sourabaija met 9000 balen koffie en 200 kanasters suiker (opm: het fregat was 5 augustus op de rede aangekomen).

Na lossing in Oostende is de FORTITUDO aldaar opgelegd. Een Nederlandse zeebrief kon niet worden verkregen zolang de rederij Belgisch was. Hierdoor kon het schip geen gebruik maken van de door de Nederlandse Handel-Maatschappij gesubsidieerde vrachten vanuit Oost-Indië, terwijl het fregat in de economisch zeer zwakke vrije markt niet rendabel kon worden geëxploiteerd. 
De rederij J. Roelandts & Co verplaatste daarom in 1833 haar zetel van Antwerpen naar Rotterdam. Nu kon een voorlopige Nederlandse zeebrief worden aangevraagd, zodat met de nieuwe naam SUMATRA (of voorlopig toch nog als FORTITUDO ?) vanuit Oostende naar Rotterdam kon worden gevaren om na een inspectie door de autoriteiten op 27 augustus alsnog haar definitieve zeebrief toegewezen te krijgen.

1832

LC 050632
Leeuwarden, 4 juni. De gewone jaarlijkse bijeenkomst van den raad der Nederlandsche Handel-Maatschappij is den 30 mei met een aanspraak van de heer president Schimmelpenninck geopend, waarin, als naar gewoonte, een verslag der handelingen dier maatschappij in het laatste jaar voorkomt. Dit belangrijk stuk is te uitgebreid om in zijn geheel medegedeeld te worden waarom wij hier den hoofdzakelijken inhoud laten volgen.De directie heeft gedurende het afgelopen jaar 500 aandelen ingekocht, door welker vernietiging het getal der in omloop gebleven aandelen tot op 23.500 zal zijn verminderd. De politieke omstandigheden en de mogelijkheid van een stremming in de terugvloeiing van de kapitalen, door de Maatschappij in de Indische handel gebezigd, hebben het haar tot een wet gemaakt, niet dan met de grootste omzichtigheid tot die inkopen over te gaan. Het hoofdbestuur heeft, na de verplaatsing van zijn zetel naar Amsterdam, bij de handels-stand der hoofdstad bijzondere belangstelling en medewerking ontmoet. Ook op Java zijn de wijzigingen in de statuten der Maatschappij, waardoor de voordelen en het beheer daarvan onherroepelijk aan de Noord-Nederlanders is verzekerd, levendig toegejuicht. Niettegenstaande de tijdelijke stremming in de handel der Maatschappij op en van de Oost-Indische bezittingen tijdens het uitbreken der vijandelijkheden met de Belgen in augustus 1831, is die handel zeer belangrijk geweest en worden de uitzichten daarvoor steeds gunstiger, te meer, daar een gewenste rust op Java heerst, en de landbouw aldaar onder de aanmoediging en bescherming van de Gouverneur Generaal zich steeds meer uitbreidt. De suikerteelt is aldaar zodanig toegenomen, dat aanzienlijke hoeveelheden daarvan in Nederland worden aangebracht, en wegens de verbeterde hoedanigheid grif vertier ontmoeten. De aanvoer van indigo uit Java is nog beperkt geweest, doch de directie vleit zich in het vervolg genoegzame hoeveelheid daarvan te ontvangen om onze handel op te beuren, en niet meer van de aanvoeren uit Engeland afhankelijk te zijn. Ook voor de teelt van andere artikelen zijn op Java proeven genomen en gunstige uitzichten geopend. De uitzendingen der Maatschappij van die goederen, welke zij vroeger uit België trok, zijn noodwendig in 1831 verminderd, en hebben bestaan uit de zodanige, welke zich nog in die gewesten bevonden, of volgens bestaande contracten vandaar moesten geleverd worden. Al die goederen zijn langs een omweg over Duitsland in het bezit der Maatschappij gekomen en in de eerste helft van 1831 naar Indië afgescheept. De directie vleit zich, dat de verkopen van de verzonden goederen voortaan gemakkelijker zullen gaan, en verheugt zich daarover te meer, omdat er gegrond schijnt te bestaan, op het wel gelukken der pogingen om hier te lande de manufacturen, welke de Maatschappij te voren uit België trok, te fabriceren, zelfs na het wegvallen van een groot gedeelte der rechten, waardoor men derzelver voortbrenging had aangemoedigd.                                             
Hier te lande hebben de operaties der Maatschappij voornamelijk bestaan in het te gelde maken harer ontvangen goederen. Zij heeft het genoegen gehad te ondervinden, dat, nu de massa harer retouren over onze Vaderlandse zeesteden wordt verdeeld, de verkoop daarvan eer gemakkelijker dan moeilijker wordt, en de aandacht der vreemdelingen meer en meer op haar veilingen wordt gevestigd. Daarom verheugt de directie zich ook te meer, dat het haar gelukt is, de ladingen van bijna alle Belgische schepen, die uit Indië terug kwamen, in onze havens te doen overbrengen, en alzo tot groot voordeel onzer handelaren in hare veilingen op te nemen. Slechts twee uitzonderingen bestaan in de lading der FORTITUDO (opm: fregat, kapt. L. Delafontaine), die op een alleszins voldoende voet te Oostende is gerealiseerd, en in die van het schip de GOUVERNEUR GRAAF DE BAILLET, waarvan de opbrengst nog ten gevolge van een ongegronde verordening te Brugge onder tijdelijk beslag wordt gehouden.

1833

Op 27 augustus 1833 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SUMATRA, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor kapitein H. Poppen. 

RC 220833
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia het nieuw gekoperd Nederlands fregatschip SUMATRA (opm: onder Nederlandse vlag gebrachte ex-Zuid-Nederlandse FORTITUDO), kapt. H. Poppen, hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers, om in het laatst der maand september te vertrekken. Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen en bij de kapitein aan boord.
RC 081033
Rotterdam, 7 oktober. Op 6 oktober, des morgens, zeilden KLAZINA EN DIRKJE, kapt. A. Schilperoord, naar Lissabon en SUMATRA, kapt. H. Poppen, naar Batavia.

1834

Op 4 november 1834 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SUMATRA, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor kapitein J. Joosens. 

JC 250134
Te Batavia is de 23e dezer aangekomen het Nederlandse fregat SUMATRA, kapt. H. Poppen, van Rotterdam vertrokken de 6e oktober 1833.
DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam:
de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DE GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA (opm: fregat, kapt. H.Poppen), de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
AH 130534
Binnengekomen:Batavia, 24 januari. SUMATRA (opm: fregat), kapt. H. Poppen, van Rotterdam.
AH 160834
Binnengekomen:Texel, 16 juni. SUMATRA (opm: fregat), kapt. H. Poppen, van Batavia.
RC 301034
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading: Naar Rouaan (direct, het Nederlandse smakschip AGATHA, kapt. Roelf Pieters Dik, om vóór of op 12e november te vertrekken.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip SUMATRA, kapt. J. Joossens(opm: J. Joosens), om de 15e november te vertrekken; hetzelve heeft zeer goede inrichtingen voor passagiers. 

1835

JC 110435
Te Batavia zijn aangekomen: de 8e april het Nederlandse schip SUMATRA (opm: fregat), kapt. J. Joses (opm: J. Joosens, de 23e november 1834 vertrokken van Rotterdam.
RC 230735
Rotterdam, 22 juli.Heden morgen, zeilde uit de Maas WEBBINA, kapt. J.A. Kuiper, naar ….. .
Kapt. S. Veenstra, van Batavia, Soerabaya en Passaroeang in Texel binnen, rapporteert, dat de ?? maart met hem Straat Balie is doorgezeild het schip DE NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, kapt. A. van der Valk, van Batavia, Soerabaya en Passaroeang naar Rotterdam, alsmede dat hij de 19e dito, op 15º23’ ZB 104º10’ OL, gepraaid heeft het schip SUMATRA (opm: fregat), kapt. J. Joses (opm: J. Joosens), van Rotterdam naar Batavia.
RC 290935
Rotterdam, 28 september. De 27e september, des namiddags, arriveerde te Hellevoetsluis SUMATRA (opm: fregat), kapt. J. Joossens, van Batavia.
RC 211135
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, met zeer goede inrichtingen voor passagiers, het Nederlands gekoperd fregatschip SUMATRA, kapt. J. Joses (opm: J. Joosens); vertrekt in het begin der maand december. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.
RC 241235
Rotterdam, 23 december. De 21e december, des namiddags, zeilden van Hellevoetsluis SUMATRA (opm: fregat), kapt. J. Josens (opm: J. Joosens), ANNA, kapt. A. Hazekamp en MADURA, kapt. B.C. ten Ham, naar Batavia.

1836

In 1836 is geen zeebrief verstrekt; de SUMATRA was in december 1835 op de nog geldige zeebrief naar Batavia vertrokken, heeft enige tijd in de Oost doorgebracht en kwam in september 1837 terug in Rotterdam.

AH 080836
Volgens brief van kapt. J.E. Schneebeke, voerende het nieuw gebouwde schip CATHARINA JOHANNA, van Amsterdam naar Batavia, in dato 11 april, was hij toen in goede staat bij Poelau Babi (opm: Varkenseiland), bij Batavia, aangekomen; het schip had in alles boven verwachting goed voldaan. Kapt. Schneebeke rapporteert, de 25e januari tussen Madera en de Kaap de Goede Hoop gepraaid te hebben het schip SUMATRA (opm: fregat), kapt. Jan Joosens, van Rotterdam naar Batavia en de 31e dito, op 2º19′ ZB 23º ?L, het schip DE VROUW HENDRIKA, kapt. Hendrik Zoetelief, van Amsterdam naar Batavia, aan beider boord was alles wel.
JC 091136
Batavia, 5 november. Heden is alhier aangekomen het Nederlandse schip SUMATRA, kapt. J. Joses (opm: fregat, kapt. J. Joosens), met twee passagiers, vertrokken van Manilla de 30e september.

1837

RC 140337
Rotterdam, 13 maart. In de Javasche Couranten tot den 16 november 1836 vindt men:Te Batavia lagen ter rede de Nederlandse schepen FATAL HAIR, ADMIRAAL DE RUITER, MERCURY, SUMATRA (opm: fregat, kapt. J. Joosens), HELENA, DE HOOP VAN ALBLASSERDAM, JEANNETTE PHILIPPINE, ANTHONY, KORTENAER, L’ESPERANCE en MAKASSER.
RC 300337
Rotterdam, 29 maart. In de Javasche Courant van den 23 november (opm: 1836) vindt men het volgende:Van Batavia zijn gezeild  de Nederlandse schepen SUMATRA (opm: fregat, kapt. J. Joossens) en HELENA naar Soerabaya.
RC 250437
Rotterdam, 24 april. In de Javase Courant tot den 7 december 1836 vindt men het volgende:Te Soerabaya lagen ter rede de Nederlandse schepen SINGAPOERA, GENERAAL CHASSẾ, DE VRIENDEN, de STAD AMSTERDAM, SUMATRA (opm: fregat, kapt. J.Joosens), MASTORA, LOUISA en CLARA HENRIETTE.
RC 250437
De Javasche Courant van den 21 december 1836 bevat geen bijzonder nieuws.Te Samarang zijn gearriveerd de Nederlandse schepen JACOB CATS van Passaroeang en SUMATRA (opm: fregat, kapt. J. Joosens) van Soerabaya.
RC 110537
Rotterdam, 10 mei. De Javasche Couranten tot den 7 januari behelzen: Van Samarang is naar Batavia gezeild het Nederlandse schip SUMATRA (opm: fregat, kapt. J.Joosens).
RC 010637
Rotterdam, 31 mei. Het schip (opm: fregat) SUMATRA, kapt. J. Joosens, van Batavia en Soerabaya naar Rotterdam, heeft, volgens brief van Soerabaya van den 20 januari, bij Soerabaya aan de grond gezeten, en was bezig met lossen om te repareren.
RC 130637
Rotterdam, 12 juni. Den 31 januari lagen ter rede van Soerabaya de Nederlandse schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, MARY EN HILLEGONDA, L’ESPERANCE, ERICH, SUMATRA (opm: fregat, kapt. J. Joosens), NAWAN ELJOESOOR, ATHAIET, ULMAULAH, ANTOINETTE MARIA en HET SCHOON VERBOND.
RC 010737
Rotterdam, 30 juni. Alhier zijn aangebragt de Javasche Couranten tot den 4 maart.Te Soerabaya lagen den 22 februari ter rede de Nederlandse schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, L’ESPERANCE, SUMATRA (opm: fregat, kapt. J. Joosens), ERICH, ELEONORA, MIDDELBURG, HELENA CHRISTINA en PRINSES MARIANNE.    
RC RC 200737
Rotterdam, 19 juli. De Javasche Couranten tot den 25 maart behelzen het volgende: Den 9 maart lagen ter rede van Soerabaya de Nederlands schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, L’ESPERANCE, ERICH, SUMATRA (opm: fregat, kapt. J. Joosens), MIDDELBURG, KOLONEL KOOPMAN en OCEAAN.
RC 080837
Rotterdam, 7 augustus. De Javasche Couranten van den 29 maart en 2 april behelzen geen bijzonder nieuws. Ter rede van Soerabaya lagen den 22 maart de Nederlandse schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, L’ESPERANCE, ERICH, SUMATRA (opm: fregat, kapt. J. Joosens), GRACE, ATIAT RACHMAN, JOHANNA SUSANNA, PRINSES MARIANNE en KOLONEL KOOPMAN.                              
RC 120937
Rotterdam, 11 september. Den 8 september arriveerde te Hellevoetsluis SUMATRA, J. Joses (opm: fregat, kapt. J. Joosens), van Batavia.

1838

Op 13 september 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SUMATRA, aangevraagd door J. Roelandts & Co., Rotterdam, voor kapitein J.M. de Winter.

RC 290938
Hellevoetsluis, 26 september. Heden afgezeild naar Batavia SUMATRA (opm: fregat), kapt. J.M. de Winter.

1839

JC 230139
Batavia, 21 januari. Aangekomen SUMATRA, kapt. J.M. de Winter, van Rotterdam.
JC 260139
Batavia, 22 januari. Vertrekkende schepen. Vracht en passagie naar Rotterdam per het fregat schip SUMATRA, om tegen het eind van februari a.s. hier te vertrekken.
JC 060239
Batavia, 4 februari. Schepen in lading naar Rotterdam, SUMATRA; agent A. Meijer & Co.
JC 090239
Batavia, 1 februari. Vertrokken SUMATRA, kapt. J.M. de Winter, met passagiers aanboord naar Rotterdam.
JC 200239
Samarang, 6 februari. Aangekomen SUMATRA, van Batavia.
JC 270339
Banjoewangi, 4 maart. Aangekomen SUMATRA, van Samarang.
RC 280739
Hellevoetsluis, 27 juli. Aangekomen SUMATRA, kapt. J.M. de Winter, van Batavia.

Na lossing in Rotterdam in augustus 1839 moet het schip zijn opgelegd, in afwachting van positieve ontwikkelingen in de vrachtenmarkt. Toen deze zich in 1840 niet aandienden werd besloten het fregat af te stoten. De ‘markt’ zag er kennelijk ook geen heil in om het schip nog weer in de vaart te brengen, zodat slechts sloop restte.

1840

DC 090740
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndrecht, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag de 21e juli 1840, des namiddags ten vier ure, in het Lokaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, n°.458, publiek te veilen het snelzeilend Nederlands gekoperd fregatschip SUMATRA, laatst gevoerd door kapt. M. de Winter, volgens meetbrief lang 34,90 ellen, wijd 7,14 ellen, hol 4,16 ellen en alzo groot 615 ton, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, kettingen, geschut, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve thans is liggende alhier in de Leuvehaven, oostzijde, nabij de Scheepmakershaven.(opm: het fregat, bouwjaar 1809, ging niet meer aan de vaart; eerst op 27 december 1841 werd de zeebrief in Den Haag geroyeerd onder vermelding van ‘schip gesloopt’; wanneer de sloop heeft plaatsgevonden is onbekend)
           
 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.138
DVD - XXXI – 132-II 137-138
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip FORTITUDO

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Antwerpen, 9 november 1824

type schip fregat

bouwwerf/verkoper Charles François Lauwers, Brugge

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper J.B. Roelandts, koopman te Antwerpen

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 307 last (zeebrief van 7 juni 1819)

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Antwerpen, 11 november 1824

nummer van registratie blad 199 recto vak 6-7

notaris voor makelaar Charles Bréquigny

prijs NLG. 25.300,-

bijzonderheden ligt in het dok te Antwerpen






researcher/datum research: AD/040409

Naam FORTITUDO
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1824
Toegang 512.0044
Inventaris 132

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.288 Foto DVD III – 044-046 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: FORTITUDO

Plaats en datum acte koop/verkoop, Antwerpen, 9 november 1824

Soort schip Nederlands fregat

Bouwwerf / verkoper Charles François Lauwers, Brugge

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper J.B. Roelandts, koopman te Antwerpen

Te voeren door kapt.

Groot volgens zeebrief, op 7 juni 1819 afgegeven: 307 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Antwerpen, 11 november 1824

Nummer van registratie blad 199, recto, vak 6 en 7

Notaris Charles Bréquigny, scheepsmakelaar te Antwerpen

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 25.300,-

Bijzonderheden: de FORTITUDO lag bij deze koop/verkoop van 1824 in het Dok te Antwerpen.
(opm: deze acte werd op 28 augustus 1833 te Rotterdam ingeschreven met als opmerking in de kantlijn van de acte, dat het schip thans heet SUMATRA, en eigendom is van de firma J. Roelandts & Co.)









Researcher/datum research ML/020307

Naam FORTITUDO
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1833
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.138
N.A. Den Haag, Archiefnummer Rott.3.03.56.65.288
N.A. Den Haag, toegangsnr. 2.08.01.07, diverse bestanddelen zeebrieven
N.A. Den Haag, Collectie 051 Goldberg, toegangnummer 2.21.006.51
De heer. André Delporte, Luik
De heer Luc van Coolput, Antwerpen
De Heer S. Parma, Hilversum
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JDA = Journal d’Anvers
JC = Javasche Courant
LC = Leeuwarder Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant