1829
AH 040329
Advertentie. Voor passagiers naar Batavia. Het nieuw gebouwd en gekoperd brikschip MERCURIUS, gevoerd door kapt. Jappe Aldert Engels, zal in de maand maart aanstaande van Amsterdam naar Batavia vertrekken. Degenen, welke als passagiers van deszelfs welingerichte gelegenheid wensen gebruik te maken, worden verzocht zich tijdig aan te melden bij de scheepsmakelaars Floris der Kinderen of B.D. Bosscher te Amsterdam.
Op 26-03-1829 wordt voor de MERCURIUS door de Amsterdamsche Rederij Sociëteit een eerste zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jappe Aldert Engels.
OHC 260529
Op de hoogte van Salcombe waren den 15de mei de schepen MERCURIUS, kapt. J.A. Engels en de NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struyk, beiden van Amsterdam naar Batavia.
NIH 150929
Batavia, 13 september. Binnengekomen MERCURIUS, kapt. J.A. Engels, den 10 mei van Amsterdam vertrokken.
NIH 300929
Batavia. Invoer per het schip MERCURIUS, kapt. J.A. Engels. 536 staven ijzer, 45 halve pijpen bier, 16 manden seltzerwater, 50 kistjes Leidse kaas, 40 vaatjes boter, 100 hammen, 1.155 staven ijzer, 40 kisten opium, 13 kisten papieren, 300 kelders jenever, 21 balen kurken en 7 pakken lakens. F.N.H.M.
JC 250929
Den 23 september zijn te Batavia gearriveerd het schip HARRIET, kapt. W.B. Zeeberg (opm: kapt. G.L. Buisman moet onderweg van Antwerpen naar Batavia zijn overleden), met twee passagiers, den 19 mei van Antwerpen vertrokken, en de brik MERCURIUS, kapt. J.A. Engels, den 10 mei van Amsterdam vertrokken.
JC 011029
Batavia, 29 september. Vertrokken MERCURIUS, J.A. Engels naar Padang.
NIH 151029
Batavia. Uitvoer per het schip MERCURIUS, kapt. J.A. Engels, over Padang naar Amsterdam. 536 staven ijzer, 25 hammen en 6 kisten opium. Aan boord gebleven zijnde, geladen in Amsterdam.
1830
OHC 200430
Bij Kaap de Goede Hoop, J.A. Engels van Padang naar Amsterdam.
OHC 240430
Texel, 22 april. Binnengekomen MERCURIUS, J.A. Engels van Padang.
AH 240430
Cargalijst Amsterdam. 23 April 1830. MERCURIUS, kapt. J.A. Engels, van Padang met 5.019 balen koffie, 330 balen peper, 16 kistjes Gum-Benzoin, 146 stuks huiden, 100 bossen rotting, Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Op 07-05-1830 wordt voor de MERCURIUS door de Amsterdamsche Rederij Sociëteit een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jappe Aldert Engels.
OHC 150530
Texel, 13 mei. Uitgezeild ONDERNEMING (opm: MERCURIUS), J.A. Engels naar St. Thomas en Curaçao.
OHC 070930
Te St. Thomas J.A. Engels voor G.W. van Barneveld Kooy.(Opm: de kapiteins zijn van schepen gewisseld)
SUC 260730
Paramaribo. Het schip MERCURIUS, Kapt. G.W. van Barneveld Kooij qq., van Amsterdam; passagiers: Mevrouw Jane Christie, met deszelfs twee kinderen en dienstbode.
RC 281030
Volgens bericht van Suriname, zou de 10e september van daar naar Rotterdam vertrekken het schip AGENORIA, kapt. W. van der Kolff; de 15e dito naar Antwerpen het schip (opm: brik) SURINAME, kapt. L.J. Luijtjes en in de loop van die maand naar Amsterdam het schip MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, voor J.A. Engels.
OHC 131130
Texel, 10 november. Binnengekomen MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy van Suriname.
AH 131130
Carga-lijsten. Amsterdam, 12 november. MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, van Suriname met suiker, melasse, katoen en rum.
Op 14-12-1830 wordt voor de MERCURIUS door de Amsterdamsche Rederij Sociëteit een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. G.W. van Barneveld Kooy.
OHC 211230
Voor passagiers naar Batavia. Het extra op de zeillage gebouwd en gekoperd tweedeks brikschip genaamd MERCURIUS, gevoerd door kapitein G.W. van Barneveld Kooij, ten spoedigste naar Batavia zullende vertrekken, zoo worden de genen welke als passagiers van deszelfs bijzonder voor den overtocht naar Java ingerichte kajuit wensen gebruik te maken, verzocht zich aan te melden bij den cargadoor B.D. Bosscher, op den Binnekant N°. 5, te Amsterdam.
1831
AH 240331
Texel, 21 maart. Uitgezeild MERCURIUS, Van Barneveld Kooy naar Batavia.
RC 160631
Rotterdam, 15 juni. Kapitein G.M. Jansen, voerende het schip JOHANNA CORNELIA, gisteren van Soerabaja in Helvoet binnengekomen, heeft den 3 mei gepraaid het schip MERCURIUS, gevoerd bij kapt. Kooy, van Amsterdam naar Batavia bestemd, op 22 gr. 32 min. en 00 gr. 40 min. zuiderbreedte, aan welks boord mede alles in de beste staat was.
JC 300731
Batavia, 28 juli. Heden arriveerden alhier het schip MARIA, kapt. J. Admiraal, met zes passagiers, den 13 april vertrokken van Rotterdam, en de brik MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, met een passagier, den 24 maart vertrokken van Amsterdam.
JC 060931
Soerabaja, 28 augustus. Binnengekomen MERCURIUS, G.W. van Barneveld Kooy van Batavia den 12 augustus.
NIH 300931
Batavia, 12 september. Binnengekomen MERCURIUS, G.W. van Barneveld Kooy van Soerabaja.
1832
JC 190132
Batavia, 16 januari. Heden arriveerde alhier de brik CORNELIA SARA, kapt. D. Leeuwerik Wz., den 6 september vertrokken van Amsterdam, en de brik MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooij, met een passagier, den 2 januari vertrokken van Canton in China.
RC 020232
Den 15 september 1831 is van Batavia naar Canton in China vertrokken de brik MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy en den 30 van Batavia naar Rotterdam het schip NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, kapt. F.H. von Lindern.
OHC 030332
Te Macau het schip MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy van Batavia.
OHC 060332
Te Whampoa de schepen MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld en SUSANNA, kapt. G. Feykes, beide van Batavia.
RC 260532
Rotterdam, 25 mei. Het schip MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, zou volgens brief van Canton van den 29 december 1831, de volgende dag van daar naar Amsterdam vertrekken.
LC 050632
Leeuwarden, 4 juni. De gewone jaarlijkse bijeenkomst van den raad der Nederlandsche Handel-Maatschappij is den 30 mei met een aanspraak van de heer president Schimmelpenninck geopend, waarin, als naar gewoonte, een verslag der handelingen dier maatschappij in het laatste jaar voorkomt. Dit belangrijk stuk is te uitgebreid om in zijn geheel medegedeeld te worden waarom wij hier den hoofdzakelijk inhoud laten volgen.
Niettegenstaande de tijdelijke stremming in de handel der Maatschappij op en van de Oost-Indische bezittingen tijdens het uitbreken der vijandelijkheden met de Belgen in augustus 1831, is die handel zeer belangrijk geweest en worden de uitzichten daarvoor steeds gunstiger, te meer, daar een gewenste rust op Java heerst, en de landbouw aldaar onder de aanmoediging en bescherming van de Gouverneur Generaal zich steeds meer uitbreidt.
De gesteldheid van zaken te Canton heeft genoemde Factorij aangemoedigd, een kleine onderneming met de brik MERCURIUS daarheen te wagen, welk schip spoedig met een lading thee te Amsterdam kan worden tegemoet gezien. (opm: sterk bekort)
AH 090632
Texel, 7 juni. Binnengekomen: MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, van Canton, laatst van Batavia.
AH 090632
Cargalijst Amsterdam. MERCURIUS, kapt. G.W. van Barneveld Kooy, van Canton met kisten thee van de volgende soorten:Congo, Souchon, Pecco, Hysant, Uxim, Joosjes (grof blad), Joosjes (fijn bad) en 500 bundels Cassia-Lignea. N.H.M.
Op 14-07-1832 wordt voor de MERCURIUS door de Amsterdamsche Rederij Sociëteit een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Hendrik Seepe.
AH 110832
Texel, 9 augustus. Vertrokken: Zr.Ms. korvet TRITON, kapt. luitenant Van Sonn, naar Vlissingen; MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, naar Baltimore en Batavia.
RC 180832
Rotterdam, 17 augustus. Volgens brief van kapt. J.C. Willems, van Suriname naar Amsterdam, in dato Nieuwediep den 15 dezer, was hij die ochtend in Texel binnengekomen; hij rapporteert den 11 dito, des ochtends zeven ure, in de Hoofden bij Zuid-Voorland, met westenwind kruisende, het schip MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Amsterdam naar Baltimore en Batavia en dezelfde dag, des ochtends ten elf ure, een schip, hetwelk hij dacht te zijn AURORA, kapt. J.A. de Haas, mede van Amsterdam naar Baltimore en Batavia.
AH 171032
Texel, 15 oktober. Kapitein G.L. Röperhoff, rapporteert den 1 september te hebben gepraaid, 3 mijlen van Braamspunt (opm: Suriname), het schip CATHARINA ANNA HELENA, kapt. P.H. Bos, van Amsterdam naar Suriname, aan boord was alles wel en den 20 september laatstleden op 33˚ 36' NB en 45˚ WL, het schip MERCURIUS, kapt. Seepe, van Amsterdam naar Baltimore, aan boord was alles wel.
RC 081132
Rotterdam, 7 november. Kapitein C. Jessen, (opm: fregat de PLANTER) van Demerary in Texel binnen, heeft den 26 september, op 33º 38’ NB 55º WL, gepraaid het schip MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Amsterdam naar Baltimore en Batavia en den 30 oktober, op de hoogte van Wight, een Nederlands schip, tonende de vlag van het College Zeemans Hoop met 304, zijnde die van kapt. B.F. Ipsen, voerende het schip SOPHIA CECILIA, van Amsterdam naar Suriname, aan beider boord was alles wel.
AH 201132
Baltimore, 16 oktober. Binnengekomen HOLLAND, G.W. van Barneveld Kooy, en MERCURIUS, J.H. Seepe beide van Amsterdam.
1833
JC 020333
Batavia, 25 februari. Heden zijn alhier gearriveerd het schip de HOLLAND, kapt. Van Barneveld Kooij, de 1e september vertrokken van Amsterdam en de brik MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, de 4e november vertrokken van Baltimore.
RC 180733
Kapt. J. Hillebrands, van Batavia in Texel binnengekomen, rapporteert, gepraaid te hebben, de 27e februari in Straat Sunda, de schepen HOLLAND, kapt. G.W. van Barneveld Kooy en MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, beide van Amsterdam naar Batavia, laatst van Baltimore.
JC 201133
Batavia, 16 november. Binnengekomen MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe van Palembang den 10 november met troepen.
JC 071233
Batavia, 7 december. Uitgezeild MERCURIUS, J.H. Seepe, naar Amsterdam.
AH 171233
Uitgezeild: Soerabaja, 10 augustus. MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, naar Palembang, met troepen.
1834
RC 060534
De Straat Sunda zijn doorgezeild de schepen CORNELIA SARA, kapt. S. Veenstra, MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, beide van Batavia naar Amsterdam.
AH 120534
Binnengekomen: Texel, 9 mei. LA LIBERTÉ, kapt. A.H. Trip, van Samarang; CORNELIA SARA, kapt. S. Veenstra en MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Batavia.
AH 120534
Carga-lijsten Amsterdam: MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Batavia met koffie, suiker en tin.
AH 091034
Advertentie. In lading naar: Batavia. Het gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
Op 15-11-1834 wordt voor de MERCURIUS door de Amsterdamsche Rederij Sociëteit een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Hendrik Seepe.
AH 161234
Uitgezeild: Texel, 14 december. MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, naar Batavia.
1835
RC 240335
Rotterdam, 23 maart. Volgens brief van kapt. J.H. Seepe, voerende het schip MERCURIUS, van Amsterdam naar Batavia, in dato 21 januari, was hij toen in goede staat en aan boord alles wel zijnde zeilende op 03º40’ NB 23º30’ WL. Deze brief is te Bordeaux aangebracht door het schip LE BORDELAIS, kapt. Laporte, van Bourbon, waardoor blijkt dat het bovengemelde het door die kapitein gepraaide Hollands schip zal zijn geweest.
JC 250435
Batavia. Invoer per het Nederlandse brik MERCURIUS, J.H. Seepe: papier, kramerijen, boter, kaas, likeur, glas, eau de cologne, waskaarsen en wijn.
RC 260935
Kapt. H. Zoetelief, van Padang, laatst van St. Helena, in Texel binnen, rapporteert, dat de 29e juli te St. Helena gearriveerd is het schip MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Batavia naar Amsterdam en dat hij de 27e juni, op 32º57’ ZB 32º27’ OL, gepraaid heeft het schip HENRIETTE EN HENRY, kapt. F.J. Vlieger, van Soerabaya en Batavia naar Amsterdam, aan boord alles wel.
AH 300935
Binnengekomen: St. Helena, 29 juli. MERCURIUS (van Batavia), kapt. J.H. Seepe, naar Amsterdam.
AH 051035
Binnengekomen: Texel, 3 oktober. MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Batavia.
AH 061035
Carga-lijsten Amsterdam: MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Batavia met koffie, suiker, peper, tin en bindrottingen.
1836
AH 020136
Uitgezeild: Texel, 31 december 1835. MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, naar Batavia.
LCO 180136
Het schip MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Amsterdam naar Batavia, is den 6 januari te Dartmouth binnengelopen.
AH 190136
Dartmouth, 11 januari. Uitgezeild MERCURIUS, J.H. Seepe, naar Batavia.
AH 160336
Liverpool, 6 maart; Uitgezeild MERCURIUS, J.H. Seepe, (van Amsterdam) naar Batavia.
RC 220336
Rotterdam, 21 maart. Kapt. C. Wessels, voerende het schip de SNELHEID, de 8e februari van Suriname vertrokken en de 16e dezer in Texel binnengekomen, rapporteert, dat de 3e februari van Suriname was vertrokken het schip NICOLAAS WITZEN, kapt. F. Lange, naar Amsterdam. Voorts heeft kapt. Wessels de 13e dezer, op de hoogte van Lezard, in goede staat zeilende, gepraaid de bark MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Amsterdam en Liverpool naar Batavia.
RC 020436
Het schip MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, van Amsterdam en Liverpool naar Batavia, was, na door de aanhoudende westelijke stormen het Kanaal ingestormd te zijn, de 18e maart op de hoogte van Plymouth; de wind als toen noordelijk zijnde, veronderstelde men het spoedig weer buiten het Kanaal zou geraken; aan boord was alles wel.
JC 270736
Batavia, 24 juli. Aangekomen MERCURIUS, J.H. Seepe, van Amsterdam den 31ste december 1835.
JC 300736
Batavia. Invoer van Amsterdam en Liverpool, met de Nederlandse bark MERCURIUS, J.H. Seepe: 395 kisten lijnwaden, 5 kisten lakens, 16 kisten regenschermen, 6 kisten zadelwerken, 31 vaten ijzer en glaswerken, 10 ankers, 6 ketting kabels, 20 kisten koperen bladen, 4 vaten koperen nagelen.
JC 140936
Batavia, 11 september. Uitgezeild de bark MERCURIUS, J.H. Seepe naar Amsterdam.
AH 101236
De schepen MERCURIUS, kapt. Seepe en RESOLUTIE, kapt. Suyders, lagen de 27e augustus te Batavia in lading naar Amsterdam.
RC 241236
Rotterdam, 23 december. Kapt. M. Harkema, van Batavia te Helvoetsluis binnen, rapporteert, dat met hem de 16e september van Batavia gezeild zijn de schepen JAVA, kapt. Peters; HANDEL-MAATSCHAPPIJ, kapt. Bruykes; RESOLUTIE, kapt. Snijders en AZIA, kapt. Ritchie; als mede de 8e november te St, Helena gesproken te hebben kapt. Seepe, voerende het barkschip MERCURIUS.
1837
AH 110137
Texel, 9 januari. Binnengekomen MERCURIUS, J.H. Seepe van Batavia.
AH 180237
In lading te Amsterdam naar: Livorno. Het gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. Jan Hendrik Seepe. Adres bij B. D. Bosscher.
Op 18-02-1837 wordt voor de MERCURIUS door de Amsterdamsche Rederij Sociëteit een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Hendrik Seepe.
LCO 260437
Te Livorno J.H. Seepe, van Amsterdam in 29 dagen.
AH 290537
Livorno, 8 april. Uitgezeild MERCURIUS, J.H. Seepe naar Batavia.
JC 230937
Batavia, 20 september. Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, de 8e mei vertrokken van Livorno, en het schip HOLLAND, kapt. J.H.M. Struben, met een aantal passagiers, de 15e april vertrokken van Amsterdam.
JC 300937
Batavia, 27 september. Uitgezeild MERCURIUS, J.H. Seepe naar Wijnkoopers Baai met passagiers.
1838
AH 090338
Texel, 7 maart. Binnengekomen MERCURIUS, J.H. Seepe van Batavia.
AH 090338
Cargalijst Amsterdam. MERCURIUS, J.H. Seepe van Batavia met 5.000 balen koffie, 514 schuitjes tin, 345 bossen bindrotting en 70 picols sapanhout. N.H.M.
AH 080538
Advertentie. G.J. Roland Holst, J.H.A. Balwé, J. Corver, H. Salm en B.D. Bosscher, makelaars, als lasthebbende van hun principalen, zullen op maandag de 11e juni 1838, des avonds ten zes ure, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen:
Het extra ordinair welbezeild en gekoperd Nederlands brikschip de ONDERNEMING, kapt. R. Dekker, volgens Nederlandse meetbrief lang 24 ellen 80 duimen, wijd 4 ellen 62 duimen, hol 4 ellen 24 duimen en alzo gemeten op 216 tonnen.
Het extra ordinair welbezeild en gekoperd Nederlands barkschip MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, volgens Nederlandse meetbrief lang 27 ellen 72 duimen, wijd 5 ellen 9 duimen, hol 4 ellen 37 duimen, en alzo gemeten op 274 tonnen.
Het extra ordinair, welbezeild en gekoperd Nederlands barkschip HOLLAND, kapt. J.H. Struben, volgens Nederlandse meetbrief lang 30 ellen 85 duimen, wijd 5 ellen 71 duimen, hol 4 ellen 58 duimen, en alzo gemeten op 364 tonnen, en dat met al derzelver rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, touwen, kettingen, zeilen en andere scheepsbehoeften. (opm: zie ZP 120638)
Breder bij inventarissen vermeld.(Verkoop wegens ontbinding van de Amsterdamsche Rederij Sociëteit)
ZP 120638
Verkoop van schepen te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg op maandag 11 juni:
- Het gekoperd barkschip HOLLAND, gevoerd door kapt. J.H.M. Struben: NLG 30.300, in slag NLG 2.800, NLG 33.100. koper Abrahamsz.
- Het gekoperd barkschip MERCURIUS, gevoerd door kapt. J.H. Seepe: NLG 15.300, in slag NLG 2.800, NLG 18.100. koper F. der Kinderen.
- Het gekoperd brikschip de ONDERNEMING, gevoerd door kapt. R. Dekker: NLG 8.000, in slag NLG 1.400, NLG 9.400. koper A. van der Sluis.
- Tezamen NLG 60.600.
Vervolgens alle drie de schepen bij elkander geveild aan de meestbiedenden en opgeboden tot NLG 3.800, zijnde dezelve alstoen verkocht voor NLG 64.600, koper B.D. Bosscher. (opm: deze makelaar handelde in opdracht van J.H. Hackman Asschenbergh, Amsterdam; nieuwe kapitein voor de HOLLAND werd R. Dekker; de MERCURIUS werd op 25 juni voor NLG 19.000 doorverkocht aan Fredrik Smelt, nieuwe kapitein C. Wessels; op 3 juli werd de ONDERNEMING voor NLG 11.100 doorverkocht aan de Gebrs. Reelts, nieuwe naam HEPPENS, kapt. G.D. Swart)
AH 131138
In lading te Amsterdam: Suriname: het nieuwe gekoperde tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. Claus Wessels, adres bij B.D. Bosscher.
Op 15-11-1838 wordt voor de MERCURIUS door F. Smelt uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Claus Wessels.
AB191238
Texel, 17 december. Uitgezeild MERCURIUS, C. Wessels naar Suriname.
1839
SUC 060239
Paramaribo. Den 1 februari aangekomen MERCURIUS, C. Wessels van Amsterdam, hebbende 41 dagen reis.
SUC 110339
Passage naar Amsterdam. Het nieuw gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. C. Wessels. Adres bij L.D.J. van Bommel. Sluit 27 maart.
NSU 300339
Paramaribo, 29 maart. Uitgeklaard het schip MERCURIUS, kapt. C. Wessels naar Amsterdam lading: 400 vaten suiker, 60 balen schone en 14 balen vuile katoen naar Amsterdam.
ZP 250439 – 374
Volgens brief van Suriname van de 2e maart lagen aldaar in lading naar Amsterdam de schepen MERCURIUS, kapt. Wessels, en HENDRIKA, kapt. Sietzema, beide om het eerste 25 en het laatste medio maart te vertrekken.
AH 110639
Texel, 9 juni. Binnengekomen MERCURIUS, C. Wessels van Suriname.
ZP 010739 – 430
In lading naar: Suriname: het gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. Claus Wessels, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij B.D. Bosscher.
AH 050839
Texel, 2 augustus. Vertrokken MERCURIUS, C. Wessels naar Suriname.
AH 160839
Bij Falmouth 9 augustus; MERCURIUS, C. Wessels van Amsterdam naar Suriname.
NSU 021039
Paramaribo, 30 september. Binnengekomen het schip MERCURIUS, kapt. C. Wessels, van Amsterdam, hebbende 58 dagen reis.
SUC 181039
Passage naar Amsterdam. Het barkschip MERCURIUS, kapt. C. Wessels. Adres bij L.D.J. van Bommel. Is voorzien van een polis. Sluit 28 november.
SUC 031239
Paramaribo, 29 november. Uitgeklaard MERCURIUS, C. Wessels naar Amsterdam met 332 vaten suiker, 39 balen schone en 1 baal vuile katoen, 50 puncheons rum en 2.985 pond oud koper.
1840
ZP 040140
De 7de november waren te Suriname bezig met laden de schepen de ZEEVAART, kapt. Haasnoot, (om medio november te vertrekken) MERCURIUS, kapt. Wessels, om de 20ste november te vertrekken, MARIA, kapt. Rotgans, JACOBA, kapt. De Groot, alle voor Amsterdam en ANTHONY, kapt. Mugge, voor Rotterdam.
OHC 210140
Texel, 18 januari. Binnengekomen MERCURIUS, C. Wessels van Suriname.
AH 210140
Cargalijst Amsterdam. MERCURIUS, C. Wessels van Suriname met 332 vaten suiker, 50 vaten rum, 40 balen katoen en een partij oud koper.
AB 190240
In lading naar: Suriname, het gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. C. Wessels, in Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
SUC 050540
Paramaribo. Passage naar Amsterdam met het gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. A.P. Havinga. Adres bij L.D.J. van Bommel.
SUC 090740
Paramaribo. Uitgeklaard den 6den juli, het schip MERCURIUS, kapt. A.F. Havinga, naar Amsterdam, lading: 332 vaten suiker, 4 vaten hele koffie, 57 balen schone- en 2 balen vuile katoen, 130 balen cacao, 60 pucheons rum en 3.500 pond oud koper. Passagier; de heer R. Taylor.
GRC 010940
Van Suriname, 6 juli, MERCURIUS, A.F. Havinga, naar Amsterdam.
AB 020940
Texel, 31 augustus. Binnengekomen MERCURIUS, A.F. Havinga van Suriname.
AB 160940
Naar Suriname, het gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. A.P. Havinga, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
Op 19-09-1840 wordt voor de MERCURIUS door F. Smelt & Zonen uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. A.P. Havinga.
GRC 231040
Texel, 17 oktober. Uitgezeild MERCURIUS, A.F. Havinga naar Suriname.
AH 271040
Het schip MERCURIUS, kapt. Havinga (opm: bark ex-brik, bouwjaar 1829, kapt. A.P. Havinga), van Amsterdam naar Suriname, is in de nacht van de 21e oktober op Kentish Knock gestrand, en na zwaar gestoten te hebben vol water gelopen. De equipage en passagiers, uitgenomen de kapitein, welke niet te bewegen was het wrak te verlaten, hebben zich in de boot gered, en, na door een Engels schip opgenomen te zijn, te Ramsgate aangebracht, van waar boten zijn afgezonden om zo mogelijk de kapitein te redden.
AH 281040
Aangaande het schip MERCURIUS, kapt. Havinga, van Amsterdam naar Suriname bestemd, op Kentish Knock gestrand, wordt nader gemeld, dat van hetzelve 34 kisten jenever, enige vaten boter, benevens andere voorwerpen van weinig aanbelang, geborgen zijn. Van de kapitein was nog niets naders bekend. Het schip was geheel verbrijzeld. (opm: zie LP 301040)
LP 301040
Oostende, 29 oktober: Men heeft verscheidene wrakstukken gevonden waaronder de plank met het naambord van een schip met de naam MERCURIUS, geschilderd op een zwarte ondergrond. Men meent dat het hier de Nederlandse kof (opm: bark) betreft die op 21 oktober op het Kentish Knock in de ingang van de Theems verloren ging. Haar kapitein was aan boord gebleven en men vreest dat hij met het schip ten onder is gegaan.
PGC 301040
Het schip MERCURIUS, kapt. Havinga, van Amsterdam naar Suriname, is, volgens brief van Ramsgate van den 21 oktober, dien ochtend op de Kentish Knock vastgeraakt en, na hevig gestoten te hebben, vol water gelopen. De equipage, uitgezonderd de kapitein, die het wrak niet wilde verlaten, benevens 4 passagiers, hebben zich in de boot gered, en zijn daaruit door een Engelse sloep opgenomen en te Ramsgate aangebracht, van waar vaartuigen waren afgezonden, om zo mogelijk nog de kapitein te redden.Volgens brief van den 22 dito, waren de genoemde vaartuigen teruggekomen, zonder kapitein Havinga te hebben gevonden, zijnde het schip geheel verbrijzeld.
1841
AH 010241
Correspondentie. Z. verheft zeer de daad van de kapt. A.P. Havinga, omdat deze bij het stranden van zijn schip MERCURIUS op de Kentish Knock in de nacht van 21 oktober l.l. geweigerd heeft met de equipage zijn bodem te verlaten en dan ook zijn dood in de golven heeft gevonden. Hij meent hierdoor een plicht te vervullen, omdat het manmoedig gedrag van de kapitein niet algemeen op zijn juiste waarde is geschat. (opm: zie AH 271040)