|
Rotterdam, 17 juli. De 15e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis CATHARINA ELIZABETH, kapt. F. Wachter, van Riga en zeilde ELIZABETH, kapt. P. Pybus, naar Bergen; de 16e, des morgens, DOLPHYN, kapt. B.J. Bakker, naar ….. . De 16e, des morgens, zeilde van Brielle SNELHEID, kapt. H.P. de Jonge, naar Oleron; BROEDERLIJKE LIEFDE, kapt. J.A. van der Wall, naar Bergen; DE BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. H.C. Kool, naar Duinkerken. De 16e dezer, des morgens, zeilden van Maassluis DE VROUW GEZINA, kapt. J. van der Woude, naar Sunderland; CATHARINA, kapt. J.B. Mulder, naar ….. ; ENIGHEDEN, kapt. H. Hillebrands, naar Kopenhagen. De 16e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis MARIA (opm: MARIE), kapt. B.P. van Weyland, van Batavia, laatst van Bergen en AUGUSTA CHARLOTTA, kapt. M.T. Darmer, van Wolgast; de 17e, des morgens, CATHARINA MARIA, kapt. C. Muller, van Pernau; NARIA DOROTHEA, kapt. J.F. Schultz, van Libau; MERCUUR, kapt. H.H. Hendriks en CAROLINA JOHANNA, kapt. Niemann, van Riga. De 16e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas GRAAF CANCRIA, kapt. H. Blad, van Duinkerken; de 17e, des morgens, de TWEE GEBROEDERS, kapt. H.H. Sprik, van Libau; HENDRIKA, kapt. O.G. Sap, van Kiel en SOPHIA ELIZA, kapt. O. Freyber, van Rustersiel. Kapt. J. Hillebrands, van Batavia in Texel binnengekomen, rapporteert, gepraaid te hebben, de 27e februari in Straat Sunda, de schepen HOLLAND, kapt. G.W. van Barneveld Kooy en MERCURIUS, kapt. J.H. Seepe, beide van Amsterdam naar Batavia, laatst van Baltimore. Het schip DE HELD, kapt. B.C. ten Ham, de 25e februari van Soerabaya naar Rotterdam vertrokken, is de 10 dezer te Cowes binnengelopen.
|