Inloggen
TITIA - ID 9812


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1828-03-12 / 1835-11-07 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1828
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Geboren Kleinemeer op 28 augustus 1782.
Overleden te Oude Pekela op 23 december 1845.
Zoon van Hindrik Berends Drenth en Tibechien Jans Dirsens.
Gehuwd op 21-06-1809 te Oude Pekela met Geessien Jans Wortelboer (1789? - 1812)

Scheepsbouwer: Liefke Hindriks Drenth, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1827-00-00
Delivery Date: 1828-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 68.00 lasts
Gross Tonnage 2: 128.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 25.40 Meters Registered
Beam: 4.60 Meters Registered
Depth: 2.47 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1828
Datum agenda: 1828-03-12
Register nr: 18280179
Scheepsnaam: TITIA
Type: Cargo
Lasten: 68
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Smedes, H.B., en Zelling, J.J.
Plaats: Nieuwe Schans
Kapitein op moment van verzoek: Zelling, J.J.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1828-03-12 TITIA
Manager: Hindrik Berends Smedes, Liefke Hindriks Drenth (Oude Pekela) en Jan Jans Zelling, Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Hindrik Berends Smedes, Liefke Hindriks Drenth (Oude Pekela) en Jan Jans Zelling, Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Pekela / Netherlands

Date/Name Ship 1830-03-01 TITIA
Manager: Liefke Hendriks Drenth, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Liefke Hendriks Drenth, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Oude Pekela / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Mede reders:
Hindrik Berends Smedes, Nieuwe Schans.
Liefke Hindriks Drenth, Oude Pekela, 
Jan Jans Zelling, Nieuwe Schans.

Hindrik Berends Smedes trouwde op 27-05-1812 te Winschoten met Titia Scholtens, de latere naamgeefster van de kof.

Ship Events Data

1829-05-05: Stranded
Het schip TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Antwerpen naar Liverpool, in de baai van Holyhead gestrand, is, volgens brief van daar van de 6e dezer, weder vlot geworden en in een haven gebracht (opm: schip blijft tot eind 1835 in de vaart !).
1835-11-07: Final Fate: Sunk

Op 7 november 1835 is de TITIA bij Goodwin Sands gezonken.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jan Jans Zelling werd geboren te Nieuweschans als zoon van de kleermaker Jan Zelling en Geeske Eilderts.

Hij trouwde op 24 november 1824 te Nieuweschans met Pieterke Jans Smid, geboren te Nieuweschans als dochter van smidsbaas Jan Doedes Smid en Geeske Freerks. Zij overleed op 28 april 1840 op zee, 33 jaar

J.J.Zelling hertrouwde met Gesina Klein, overleden in januari 1858

Jan Jans overleed in 1852.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Zelling (adres H.A.Hespe) werd met vlagnummer 378 per 15 april 1834 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordraccht van kapitein H.M.Swart. Als zijn schip is genoemd de “Alida Giesen (sic). Toegevoegd is “overleden”.002

 

In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 08/15 april 1834 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Jan Jans Zelling, 31 jaar, voerend de kof “Titia”, wonend te Nieuweschans in Groningen, adres bij H.A.Hespe te Amsterdam op voordracht van kapitein H.M.Swart. Zijn vlagnummer werd 378023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 december 1851 staat een verzoek van G.D.Klein, weduwe van kapitein J.J.Zelling om een uitkering. Op 29 januari 1852 ging het Bestuur accoord met een uitkering voor haar en drie kinderen met ingang van 01 februari 1852.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 mei 1856 staat vermeld dat een aanvrage voor ondersteuning is afgewezen “als reeds trekkende”.042

Om de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 juli 1862 vraagt Aukje Zelling om haar uitkering “bij het verlaten van de Hervormde Diaconie Weeshuis”042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 februari 1852 wordt de uitkering gemeld aan de wed. van kapitein J.J.Zelling voor haar en drie kinderen ingaande 01 februari 1852.023

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 24 juni 1856 wordt gemeld dat een aanvrage voor ondersteuning van de hand is gewezen.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlag             jaren              type          scheepsnaam             reder/boekhouder

378           1834-1835         sch.kof     Titia                             geen opgave

265              1836             geen vermelding van schip en boekhouder

                  1837-1842         kof            Alida Geziena            geen opgave

                  1843-1851         kof            Geziena                       geen opgave

                      1851            overleden

 

Bouma025 vermeldt J.J.Zelling als gezagvoerder gedurende:

*      1829 t/m 1836 van de schoenerkof “Titia”, gebouwd in 1828, bouwplaats niet vermeld, 112 ton o.m., varend voor Smeets te Pekela. Het schip is in 1836 bij de Goodwins gezonken, waarbij de bemanning werd gered.

*      1836 van de kof “Alida Giezen”, gebouwd in 1833 te Veendam, 107 ton o.m., varend voor H.Sinninge te Veendam;

*      1838 t/m 1842 van de tjalk “Alida Giezen, gebouwd in 1836, bouwplaats niet vermeld, 115 ton o.m., varend voor Giezen te Muntendam;

*      1843 t/m 1848 van de kof “Geziena”, gebouwd in 1842 te Muntendam, 90 ton, varend voor T.R.Giezen te Muntendam;

*      1849 t/m 1852 van hetzelfde schip maar nu varend voor R.J.Giezen & Zn te Muntendam. Het schip is in november 1852 gestrand bij Madsböll (Thisted) en wrak geraakt. De kapitein is in 1852 overleden

 

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Zelling, Jan Jans
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1828-07-04
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: TIETIEA (TITIA?)
Schipper: Zeeling, Jan
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1828

Op 12 maart 1828 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de TITIA, aangevraagd door H.B. Smedes, Nieuwe Schans, en mede reder Jan Jans Zelling, voor kapt. Jan Jans Zelling.

AH 070628
Cargalijsten. Amsterdam, 6 juni. TETINA (opm: kof TITIA), kapt. J.J. Zelling; DE VROUW FIJKA, kapt. J.J. Groenewold (opm: smak VROUW SIJKA, kapt. Israel Jans Groenewold)  en CATHARINA, kapt. M.M. Pot Jr., van Koningsbergen.
RC 181128
Van Brielle wordt van de 15e dezer gemeld, dat de vorige avond op de binnenvlakte van de Maas vastgeraakt is het kofschip TITIA, kapt. J.J. Zelling, komende van Arendsdahl; doch is de volgende dag vlot geworden en aldaar op de rede gekomen.

1829

RC 180429
Rotterdam, 18 april. De 16e, des morgens, zeilden ELIZABETH EN CORNELIA, kapt. J. Parlevliet en TITIA, kapt. J.J. Zelling, naar Liverpool;
RC 070529
Amsterdam, 5 mei. Het schip (opm: kof) TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Rotterdam naar Liverpool, is bij Holyhead gestrand en verbrijzeld, doch het volk gered. (opm: zie echter RC 260529)
RC 260529
Amsterdam, 24 mei. Het schip TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Antwerpen naar Liverpool, in de baai van Holyhead gestrand, is, volgens brief van daar van de 6e dezer, weder vlot geworden en in een haven gebracht (opm: schip blijft tot eind 1835 in de vaart !).
RC 220929
Rotterdam, 21 september. Te Antwerpen zijn gearriveerd TITIA, kapt. Zelling, STAD EN LANDE, kapt. Leeuw en MERCURIUS, kapt. Roose, van Liverpool; HOOP, kapt. De Groot, van Petersburg en NIEUW UNION, kapt. Broecke, van Londen.
RC 191229
Rotterdam, 18 december. Te Antwerpen zijn gearriveerd PEGASE, kapt. Wagenaar en BRUSSELAAR, kapt. De Vries, van Villanova; VRIENDSCHAP, kapt. Valom en TITIA, kapt. Zelling.

1830

Op 1 maart 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de TITIA, aangevraagd door Liefke Hendriks Drenth, Oude Pekela, voor kapt. Jan Jans Zelling.

AH 070830
Advertentie. In lading liggende schepen te Amsterdam naar: Marseille. Het Nederlands kofschip TITIA, kapt. J.J. Zelling. Adres bij Jan Corver & Co.

1831

AH 260331
Vlie, 24 maart. Vertrokken: 21 maart. FRIESLANDS WELVAREN, kapt. F.D. van Veen, naar Liverpool; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. S.A. van der Werf, naar Liverpool; DE TWEE VRIENDEN, kapt. G.T. Schipper, naar Hull; DE JONGE DIRK, kapt. H.E. Vos, naar Riga; DE VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen, naar Koningsbergen; ENGELINA, kapt. E.J. Brons, naar Koningsbergen; DE JONGE YPEUS, kapt. H. de Weerd, naar Koningsbergen; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Zeven, naar Koningsbergen; DE JONGE RENGER, kapt. J. de J. Brouwer, naar Bergen; DE VROUW LUMMEGINA, kapt. H.J. Hubert, naar Drobach; DE VROUW MARTHA, kapt. H.H. Naatje, naar Oudsoen; DE JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, op avontuur; JACOBA CATHARINA, kapt. T.L. Kuiper, op avontuur; HELENA GEERTRUIDA, kapt. C. Roskamp, op avontuur; TITIA, kapt. J.J. Zelling, op avontuur;
LC 080731
Leeuwarden, 7 juli. Aangaande de cholera morbus meldt men van Koningsbergen van den 24 juni, dat aldaar en 30 mijlen in de omtrek geen spoor van dezelve of enige andere aanstekende ziekte te ontdekken was en men de volkomenste gezondheid genoot. Ook te Libau was alles wel. Te Astrakan was de cholera uitgebroken. Door een brief van kapitein J.J. Zelling, voerende het schip TITIA, van Riga naar de Zaan, in dato rede van Elseneur den 28 juni, aan de Nederlandse consul, aldaar wordt het afnemen van de cholera te Riga, bevestigd; Kapitein Zelling, den 17 juni van Riga vertrokken zijnde, rapporteert dat destijds dagelijks hoogstens 12 tot 15 mensen aan dezelve overleden; enige tijd te voren was dit getal 85 geweest, welke vermindering men toeschreef aan de behandeling van een van Petersburg gezonden geneesheer. Kapitein Zelling en zijn equipage waren tot dus verre geheel gezond geweest. Op Christiansoe, bij Bornholm, zijnde de zogenaamde Erdholmen, wordt een quarantaineplaats voor dadelijk besmette schepen gevestigd. Volgens een brief van Christiansand van den 24 juni, lagen aldaar een vijftigtal schepen onder quarantaine, aan derzelver boord was alles wel, uitgezonderd bij een, den 20 juni aangekomen; zijnde de schoener LUNA, van Gromstad, kapt. Anders Johnsen, met vlas, zeildoek, rogge, hennep enz., van Riga naar Christiana, welke kapitein en een gedeelte van zijn equipage door de cholera op de reis aangetast geweest, doch weer geheel hersteld geworden waren; hetzelve werd ten strengste bewaakt. In Engeland is de invoer van wollen lompen geheel verboden; linnen lompen moeten van een certificaat vergezeld gaan, dat dezelve behoorlijk gewassen en gereinigd zijn. Van Duinkerken meldt men van den 30 juli, dat schepen uit Holland in Frankrijk als verdacht zullen worden aangemerkt, en de naar Duinkerken bestemden naar het eiland Tatihou, bij Cherbourg, verwezen worden, om quarantaine te liggen. De gehele kust van Noord Holland wordt door daartoe aangestelde personen stipt bewaakt; de plaats, alwaar enige strandgoederen of lijken aanspoelen, mag op een daarbij bepaalde afstand niet genaderd worden.
AH 120731
Vlie, 9 juli. Binnengekomen: ACTIF, kapt. Hedman, van Riga; TITIA, kapt. Zelling, van Riga; DE MORGENSTER, kapt. Meijer, van Riga, liggen quarantaine; Na posttijd 6 of 7 schepen de namen onbekend.
AH 270831
Vlie, 24 augustus. Van de quarantaine zijn ontslagen: ALETTA, kapt. F.B. Nepperus, van Riga; DE VREDE, kapt. R.W. Vos, van Riga; TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Riga; GUTE HOFFNUNG, kapt. J.H. Brons, van Riga; COLUMBUS, kapt. N. Madsen, van Memel; JETSKA HILLEGINA, kapt. G.E. Broekema, van Koningsbergen; De MORGENSTER, kapt. K.H. Meijer, zeilt naar Wieringen.
AH 081231
Texel, 6 december. Binnengekomen: TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Riga. Ligt in quarantaine.

1832

AH 140332
Vlie, 10 maart. Vertrokken: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuiper, naar Liverpool; JONGE FREERK, kapt. P.A. Visser, naar Hull; TITIA, kapt. J.J. Zelling, op avontuur.
AH 190932
Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam: Naar Marseille. Het Nederlandse kofschip TITIA, kapt. J.J. Zelling. Adres bij Jan Corver en Co, vertrekt vóór of op 30 september.

Op 22 september 1832 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de TITIA, aangevraagd door Liefke Hendriks Drenth, Oude Pekela, voor kapt. Jan Jans Zelling.

AH 221032
Texel, 19 oktober. Vertrokken: ABEL TASMAN, kapt. H.H. Zylstra, naar Batavia; MARIA, kapt. F. v.d. Berg, van Rotterdam naar Batavia; JONGE EVERT, kapt. J.J. Kiers, naar Suriname; OSCAR, kapt. W. Flegg, naar Genua; TITIA, kapt. J.J. Zelling, naar Marseille;

1833

AH 210733
Scheepstijdingen. Te Alicante lag op de 8e juli zeilvaardig het Nederlandse schip TITIA, kapt. Jan G. Zelling, naar Amsterdam.
AH 310833
Carga-lijsten Amsterdam: FORTUNA, kapt. J.H. de Boer, van Petersburg met hennep, zeildoek, koper en andere stukgoederen; TITIA, kapt. S.J. Zelling, van Alicante met zoethout, wijn en andere stukgoederen;

1834

AH 050234
Advertentie. Schepen in lading naar: Petersburg. Het Nederlands kofschip TITIA, kapt. Jan Jans Zelling. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.

Op 5 april 1834 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de TITIA, aangevraagd door Liefke Hendriks Drenth, Oude Pekela, voor kapt. Jan Jans Zelling.

AH 220534
Uitgezeild: Vlie, 19 mei. ELISABETH, kapt. H.H. Pott en TITIA, kapt. J.J. Zelling, beide naar Petersburg;
GRC 071034
Elseneur, 30 september. Lijst der Nederlandse schepen welke de Sond gepasseerd zijn.
30 sept. LIBRA, G.R. Engelsman (Veendam), van Koningsbergen naar Amsterdam.
Idem JONGE JUFVROUW SARA, J.H. de Weerd (Harlingen), van Riga naar Amsterdam.
Idem TITIA, J.J. Zelling (Nieuweschans), van Petersburg naar Amsterdam
AH 031134
Binnengekomen: Texel, 30 oktober. JONGE FREDERIK, kapt. H.E.W. Boswyk, van Sunderland; TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Petersburg; ST. ANTHONIUS, kapt. A.H. Klein, van Drimmen.

1835

AH 020435
Advertentie. Schepen in lading naar Riga. Het Nederlands kofschip TITIA, kapt. J.J. Zelling. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
AH 090435
Uitgezeild: Vlie, 5 april. CORNELIA, kapt. R.H. Oortjes, naar Noorwegen; BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. J.H. Savert, naar Hamburg; VRIENDSCHAP, kapt. K.H. Bakker, op avontuur. 6 april. TITIA, kapt. J.J. Zelling, naar Riga;
AH 120635
Binnengekomen: Vlie, 9 juni. TITIA. Kapt. J.J. Zelling en MARIA ENGELINA, kapt. H.J. Lange, van Riga.
AH 150635
Carga-lijsten Amsterdam: TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Riga met lijnzaad
AH 030735
Vlie, 30 juni. Uitgezeild HARMANNA, kapt. R.W. Lukens, naar Memel; KLASINA MARGARETHA, kapt. J.J. Schippers en TWEE GEBROEDERS, kapt. B.H. v. de Werf, naar Oosterisoer; VROUW ANTJE, kapt. D.K. de Groot, naar Oudsoen; ANNEGINA, kapt. P.R. Huisman, naar Holmstrand; TITIA, kapt. J.J. Zelling en CASTOR EN POLLUX, kapt. H.H. Horn, op avontuur.
AH 020935
Binnengekomen: Texel, 31 augustus. EENDRAGT, kapt. A.K. Mulder, van Petersburg, CONCORDIA, kapt. H.W. Laarman, van Riga; TITIA, kapt. J.J. Zelling en ANNA CATHARINA, kapt. A. Rozema, van Dantzig;
LC 080935
Harlingen. Binnengekomen: Den 2 september, het kofschip TITIA, kapt. J.J. Zelling, van Dantzig.
LC 220935
Harlingen. Uitgezeild: Den 20 september het kofschip TITIA, kapt. J.J. Zelling, naar de Oostzee.
AH 240935
Vlie, 20 september. Uitgezeild ANNA CATARINA, kapt. A. Rozema en ALBERDINA, kapt. G. Veneman, naar Memel; ANNETTA, kapt. O.T. Maas, naar Rostock; AMASIS, kapt. K.A. Stek en GEERTRUIDA, kapt. A.A. Hansen, naar Drammen; EENDRAGT, kapt. J.H. Hutt en DRIE GEBROEDERS, kapt. T.J. Kramer, naar Noorwegen, TITIA, kapt. J.J. Zelling, op avontuur.
AH 141135
Volgens bericht van Ramsgate d.d. 8 november is de TITIA, kapt. J.J. Zelling (opm: kof, bouwjaar 1828, kapt. Jan Jans Zelling, zie ook AH 040136), van Dantzig naar Guernsey, de vorige nacht op de Goodwind Sands geraakt en weder afgekomen, doch gezonken. De equipage is gered.

1836

AH 040136
Amsterdam, 3 januari. Men verneemt, dat het Z.M. behaagd heeft aan de Franse visser G. Rousselot, die zich, benevens vijftien onderhebbende manschappen, bij de redding van het scheepsvolk van het in november j.l. nabij Ramsgate gezonken Nederlands koopvaardijschip TITIA, kapt. J.J. Zelling (opm: zie AH 141135), bijzonder loffelijk heeft gedragen, een schadevergoeding van ƒ 300,-  wegens bij die gelegenheid geleden verliezen, te verlenen; terwijl daarenboven aan ieder der manschappen, tot beloning van hun menslievend gedrag, een geldelijke beloning van NLG 10,00 benevens een vererend getuigschrift ; aan gemelde visser G. Rousselot is nog bovendien een zilveren gedenkpenning toegewezen, welke van ’s Konings beeltenis is voorzien en een toepasselijk opschrift voert.
RC 190536
’s Gravenhage, 17 mei. De 5e dezer heeft de Maire van Boulogne, in zijn hoedanigheid van consul der Nederlanden, namens Z.M. onze koning, aan de schipper Rousselot een grote zilveren medaille en aan ieder zijner bootsgezellen een tienguldenstuk met een schriftelijk getuigenis ter hand gesteld, wegens de redding der equipage van het Nederlandse schip TITIA, kapt. J.J. Zelling, met graan beladen, welk vaartuig de 8e november laatstleden twee mijlen van Ramsgate schipbreuk heeft geleden (opm: zie AH 141135). Aan bovengemelde scheepsgezellen gezamenlijk was reeds 300 franken verstrekt, wegens het verlies van kabels, dat zij geleden hadden.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: G.A, Groningen, Notaris Piccardt, Oude Pekela, toegang 121 inventarisnr 26, 1828 nr 40
N.A. Den Haag, Verbalen zeebrieven, diverse bestanden
Gemeente archief Winschoten, huwelijksregister 1812, aktenummer 9
Gemeente archief Oudezijl gemeente Nieuweschans, geboorteregister1824, aktenummer 2b, geboorteakte zoon Hendrik Smedes 17-01-1824
AH = Algemeen Handelsblad
LC = Leeuwarder Courant
PGC = Prov. Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant