|
Rotterdam, 17 november. De 14e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ANNA MARIA, kapt. T.C. Reus, DE VROUW PETRONELLA, kapt. W. Leeuwrick, van Bergen; UNDINE, kapt. N. Munt, van Yarmouth; STAD LINGION, kapt. T. Schipman, van Libau; LUDOLF THEODOR, kapt. J.A. Zyl, MINERVA, kapt. L. Jansen en DE JONGE HENDRIK, kapt. C.W. Antons, van Riga. De 15e, des namiddags, arriveerden INDUSTRIE, kapt. P. van Duivenboden, AGATA, kapt. B.J. Potjewijd en DE GOEDE HOOP, kapt. H.J. Klein, van Liverpool; DE HOLLANDER, kapt. H. van der Kolff, van Nantes; JANNA HAZYNS (opm: kof JOHANNA HANSINA), kapt. B.P. Kolk, van Marennes; SOPHIA CHARLOTTA, kapt. J.F. Pertiet, van Pernau.
Van Brielle wordt van de 15e dezer gemeld, dat de vorige avond op de binnenvlakte van de Maas vastgeraakt is het kofschip TITIA, kapt. J.J. Zelling, komende van Arendsdahl; doch is de volgende dag vlot geworden en aldaar op de rede gekomen.
De 15e, des morgens, arriveerde te Brielle MERCURIUS, kapt. C. Bakker, van Hull; DE VRIENDSCHAP, kapt. B.J. de Boer, van Riga en NEÉRLANDS KROONPRINS, kapt. Van der Meyde, van Ostende. De 16e, des morgens, arriveerden JOHANNIS EN WILHELMINA, kapt. D. Mooyekind, van Lynn en LOUISE, kapt. D. Guyt, van Jersey.
De 16e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis HERSTELLING, kapt. W.A. Smith, van Marennes; de VEENSTROOM, kapt. S.E. Hoveling, van Bordeaux.
De 17e, des morgens, arriveerden DE JONGE WILLEM, kapt. J. Hartwyk, van Liverpool en JUFVROUW JOHANNA, kapt. J.G. Seifferts, van Marennes.
Te Antwerpen zijn gearriveerd ANNETTE (opm: schoenerbrik HENRIETTA), kapt. Akkerman, van de Havannah; CLARENCE, kapt. De Haan, van Liverpool.
|