Inloggen
THORBECKE VI - ID 6533


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1884-00-00 / 1892-12-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1884
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: A.H. Meursing, Nieuwendam, Noord-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1883-09-22
Launch Date: 1884-09-24
Delivery Date: 1884-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 911.00 Net tonnage
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1890
Datum agenda: 1890-05-16
Register nr: 0
Scheepsnaam: THORBECKE VI
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Vries & Co., de
Plaats: Amsterdam
Opmerkingen: ja
1890-05-16, uitvoering83-

Ship History Data

Date/Name Ship 1884-00-00 THORBECKE VI
Manager: Aalrik Hooite Meursing (1824-1904), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Aalrik Hooite Meursing (1824-1904), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PTRH

Date/Name Ship 1892-12-00 JABEZ
Manager: Lundegaard & Salvesen, Farsund, Norway
Eigenaar: Lundegaard & Salvesen, Farsund, Norway
Shareholder:
Homeport / Flag: Farsund / Norway
Callsign: JGDS
Additional info: Bought for 42.000 Kroner.

Date/Name Ship 189?-00-00 JABEZ
Manager: G.C. Brövig, Farsund, Norway
Eigenaar: G.C. Brövig, Farsund, Norway
Shareholder:
Homeport / Flag: Farsund / Norway
Callsign: JGDS

Ship Events Data

1883-09-22: NRC 250983. Nieuwendam, 22 september. Heden namiddag is van de werf van de heer A.H. Meursing alhier, met goed gevolg te water gelaten het houten klipperschip THORBECKE V, groot circa 800 ton, bestemd voor de Indische vaart, onder boekhouderschap van genoemde scheepsbouwmeester. Onmiddellijk werd de kiel gelegd van een nieuw schip van ongeveer 900 ton, dat de naam zal dragen van THORBECKE VI.
1887-09-06: Collision
Londen, 6 september 1887. De schepen THORBECKE VI en JOHN PETTERSON zijn te Soerabaja in aanvaring geweest. Beide schepen hebben lichte schade bekomen. Ten tijde van de aanvaring lag het eerste schip ten anker.
1892-00-00: Sold to foreign country
5 April 1892 limped into Durban heavily leaking o/v Panaroekan (12 February) - Falmouth with a cargo of sugar
15 May 1892 condemned at Port Natal
December 1892 sold at Port Natal for 42.000 kroner to Lundegaard & Salvesen at Farsund; renamed "JABEZ" call sign JGDS
189. sold to G.C.Brövig at Farsund; not renamed
1896-12-14: Final Fate: Condemned

2 September 1896 towed into Papeete o/v Sydney NSW - Rotterdam with a cargo of wood.
Condemned and sold at Papeete on 14 December 1896. (Bron: L.H.)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Geen

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 07 maart 1907 vraagt de oud-gezagvoerder F.A. van der Meij om enige ondersteuning. Hem wordt een gratificatie van f 25,- uit de bussen toegekend.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 oktober 1918 wordt een brief vermeld met een gratificatieverzoek van kapitein F.A.v.d.Meij. “De heer van Gorcum deelt mede dat hij op verzoek van den voorzitter en secretaris een onderzoek naar aanleiding van deze aanvrage instelde. – Hij brengt rapport uit en vond den toestand hoogst treurig; gaf aan de dochter f 10,-  voor eerste hulp en stelt voor toe te kennen ten hoogste f 100,- voor aanschaffing van hoognoodige dekking en kleeding voor man, vrouw en twee dochters en om tot 30 april 1919 f 5,- in de week bij te dragen alles echter uit te betalen aan de dochter en niet aan van der Meij, omdat deze, althans vroeger , misbruik maakte van sterke drank. Aangenomen.”042.

In de notulen dd 07 april 1919 vraagt F.A. van der Mey om een verlenging en het Bestuur kent hem een uitkering toe van f5,- per week tot 01 november 1919. Op 08 september 1819 volgt een verlenging met een half jaar.042. (Ik heb geen voorgaande toekenningen aangetroffen of ik heb die gemist.). Idem per 12 april 1920. Idem per 27 oktober 1920. Idem per 04 april 1921 voor de periode-1 mei 1821-01 november 1821. In de notulen dd 31 oktober 1921 staat vermeld dat hij een beroerte heeft gehad en zich niet meer kan bewegen. De uitkering wordt weer voor een half jaar verlengd. In de notulen dd 06 februari 1922 wordt meegedeeld dat F.A. van der Meij is overleden.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 april 1922 vraagt de wed. F.A. van der Meij om steun en zij krijgt f 2,50 per week. Dit wordt op 09 april 1923 gecontinueerd voor de periode 1923/24. Hoe het verdere verloop van uitkeringen is, kan niet worden nagegaan omdat de notulen van de bestuursvergaderingen vanaf 1923 niet openbaar zijn.042.

In een Bijlage van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop van 07 maart 1907 is een verzoek van kapitein F.A. van der Meij om onderstand. Hij meldt dat hij 61 jaar is en leeft van het inkomen van 2 dochters, die naaiwerk verrichten. Ze wonen in een drukkerij de Kolk op de Zeedijk 16 met vrij wonen en licht en de verplichting tot het schoonhouden van de zalen en het kantoor.042

In een Bijlage van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop is een verzoek gedateerd 9 augustus 1918 van F.A. van der Mey om steun. Een volgend stuk in de Bijlage is een “Rapport over Kaptt. F. van der Meij.”. (Stadsarchief Amsterdam, 491-46, stuk 7495).

      “Op verzoek van den Voorzitter, die een schrijven had gekregen van Kapt. van der Meij om onderstand, heb ik hem opgezocht in zijn woning Zandstraat 5 1e verdieping..

      Hij woont daar met vrouw, 2 dochters en 1 kleindochter waar alleen het hoogstnoodzakelijke staat en kon ik mij dan ook niet begrijpen hoe iemand zoo achteruit was geraakt.

      Kapt. v.d.Meij is 75 jaar, zijn vrouw 68, twee dochters van 41 & 31 en een kleindochter van 9 jr., die op de Christelijke school gaat.

      Zij eenige inkomen is f 2,- per week die hij krijgt als ouderdomsrente, waarvan hij f 1,- afgeeft.

      Zijne vrouw is 3 Jr geleden gevallen en is daar na hulpbehoevend geworden.

      De vrouwelijke leden verdienen de kost met het naaien van overhemden en dames bloeses waarvoor zij 2 trapnaaimachines hebben gekocht, waar wekelijks f 2,- op afbetaald moet worden. De verdiensten zijn ongeveer f 13, per week waar f 3,25 voor huishuur afgaat, zoodat men wel kan begrijpen hoe hier fatsoenlijke armoede geleden wordt, wanneer ik daarbij nog moet vermelden dat goede ligging en verwarming ontbreekt in bed bij de aanstaande winter.

      v.d.Meij heeft 16 jaar gevaren als kapitein bij de firma Meursing alhier en het laatst op de Thorbecke VI, waarvan hij in 1891 ontslagen werd wegens dronkenschap.

      Daarna heeft hij van 1893 t.m 1894 gevaren als kapitein op de Geertruida Gerarda van de firma P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek, waarvan hij ook, volgens geruchten, om dezlefde reden ontslagen is.

      Volgens zijn beweren heeft de effecten makelaar Bruck indertijd hem opgelicht toen hij op zee was. Onder voorwendsel dat er obligatiën uitgeloot waren, waarvan hij de nummers op kantoor had, heeft zijn vrouw alle effecten afgegeven zonder reçu.

      Toen genoemde makelaar kort daarop failliet werd verklaard, zijn die effecten en de failliete boedel opgenomen en als eigendom van hem aangenomen, omdat het tegendeel niet bewezen kon worden.

      Ontegenzeggelijk lag de schuld hoofdzakelijk bij Kapt van der Meij door het misbruiken van sterke drank, doch dat doet hij nu niet meer, waarom ik het bestuur ernstig in overweging geef, termen te willen vinden het huisgezin te willen hebben (helpen?), om het van verdere ondergang te behouden..”

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 06 juni 1907 staat vermeld dat een gratificatie ad f 25,- is toegekend aan de oud-gezagvoerder F.A. van der Mey.  In de notulen dd 07 november 1907 staat vermeld een: “Brief van F.A. van der Mey bedankende voor de toegestane gratificatie, en zich aanbevelend voor eene betrekking.”023.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein F.A.van der Mey was in de periode 1877-1885 gezagvoerder van de driemast clipperbark "Thorbecke". In die periode was Johannes Kuipers zijn eerste stuurman (zie aldaar)010-p.80.

 

F.A.van der Mey was van 1892-1893 kapitein op de stalen bark “Geertruida Gerarda”, gebouwd in 1889/90 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, varend voor P.van der Hoog052

 

Bouma025 vermeldt F.A.v/d Mey als gezagvoerder van/in:

*    1881 t/m 1885 van de bark “Thorbecke Ib”, gebouwd in 1875 te Amsterdam, 962 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Nieuwendam;

*    1886 t/m 1891 van de bark “Thorbecke VI”, gebouwd in 1884 te Nieuwendam, 911 ton n.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam;

*    1893 t/m 1895 van de stalen bark “Geertruida Gerarda”, gebouwd in 1890 te Krimpen aan de Lek, 1300 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

 

Overige bijzonderheden

De bark “Geertruida Gerarda” onder kapitein F.A. van der Meywas op 14 mei 1893 te Newcastle NSW en, via de Pacific, op 08 juli te Valparaiso. Via Guayacan en Tocopilla arriveerde het schip via Kaap Hoorn op 05 februari 1894 te Duinkerken.121

 

 

Datum vanaf: 1884
Kapitein: Mey, F.A. van der

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Jacob Reinders werd geboren te Wildervank 21 december 1851 als zoon van de schipper Reinder Hendriks Reinders en Jacobtje Tjakkes Hazewinkel.

Hij trouwde op 18 augustus 1882 te Sappemeer, verblijvende te Batavia met de handschoen met Elizabeth Lever, geboren te Noordbroek 26 maart 1862 als dochter van de schipper Hindrik Lever en Jantje Tiemens Timmer.

Gezien de scheepgegevens zal een deel van het leven van dit echtpaar zich in Nederlands Oost-Indië hebben afgespeeld.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.J. Reinders Rz. was met vlagnummer R67 in de periode 1881 t/m 1883 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

H.J. Reinder Rz was vlaggelid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 66 in de periode 1882 t/m 1896. Hij nam het nummer over van zijn vader Reinder H.Reinders.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein H.J. Reinders Rz. met vlagnummer R67 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1881           van de 3/m sch. “Annie”    506 ton varend voor P.Landberg & Zn & B.C. de Jong te Batavia

*   1882           van de 3/m sch. “Annie”    346 ton varend voor P.Landberg & Zn & B.C. de Jong te Batavia

*   1883           van de bark “J. de Jong”    766 ton varend voor P.Landberg & Zn & B.C. de Jong te Batavia

 

Bouma025 vermeldt H.J. Reinders Rz als gezagvoerder gedurende:

*   1892 van de bark “Thorbecke VI”, gebouwd in 1884 te Nieuwendam, 911 ton n.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip is in 1892 te Port Durban geabandonneerd.

 

Er zijn geen verwijzingen naar H.J. Reinders in de collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1892
Kapitein: Reinders, Hendrik Jacob Rz

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten