Familiegegevens en opleiding
Reink Dobbinga werd geboren te Schiermonnikoog op 21 januari 1855 als zoon van Meindert Reinks Dobbinga en Hend(e)rika Elderts Bakker.
Hij trouwde te Schiermonnikoog op 30 december 1879 als zeeman met Leentje Lootsman, geboren te Schiermonnikoog op 05 december 1857 als dochter van Teunis Lootsman en Trijntje Wielema. Zij overleed te Schiermonnikoog op 30 juni 1938.
Reink nam in 1903 een winkel in kruidenierswaren, serviesgoed en textiel over van Jelle Bartels Lemstra aan de Voorstreek, die deze zaak in 1886 startte en in 1903 naar Den Haag vertrok.
Reink overleed te Schiermonnikoog op 28 juli 1931. Hij ondertekende zijn huwelijksakte met Dobbenga.
Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 3120. Het graf is eigendom en beschermd.117.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.(M.) Dobbinga was met vlagnummer 43 in de periode 1896 t/m 1917 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
De schepen van de kapitein
R.Dobbinga was gezagvoerder gedurende:
* 1896 t/m 1897 van het stalen schroefstoomschip “Theodora”, gebouwd in 1892 bij de Mij. “de Maas” te Rotterdam, 852 ton, varend voor Jos. de Poorter te Rotterdam;
* 1898 t/m 1899 van het stalen schroefstoomschip “Johanna”, gebouwd in 1897 bij G.McLean & Co te Greenock, 1153 ton, varend voor Jos. de Poorter te Rotterdam;
* 1900 t/m 1901 van het schroefstoomschip “Josephina”, gebouwd in 1899 bij R.Duncan & Co te Pt.Glasgow, 1092 ton, varend voor Jos. de Poorter te Rotterdam. Het zou kunnen dat Rienk Folkertsz Dobbinga de eerste kapitein op dit schip was.
Overige bijzonderheden
J.Teensma in de Dorpsbode 39(15):1985.Bijdrage 23 vermeldt Reink Meinderts Dobbinga als gezagvoerder van 1907 t/m 1914 van het stalen stoomschip “Alwina”, gebouwd in 1884, 1115 brt., varend voor Jos. de Poorter te Rotterdam. Deze opgave wordt niet ondersteund door de Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardij, die dit schip in 1907 inderdaad plaatst onder gezag van kapitein Dobbinga maar vanaf 1908 onder kapitein D. de Graaf.
Rotterdamsch Nieuwsblad 27 februari 1898
Londen, 26 februari. Door scheepswerf Carmichael, Maclean & Co werd heden te Greenock te water gelaten het voor rekening Jos. de Poorter te Rotterdam gebouwde stoomschip JOHANNA.
Provinciale Groninger Courant 14 april 1898
Londen, 12 april. Het stoomschip JOHANNA, gebouwd door de heren Carmichael, Maclean & Co te Greenock voor rekening van de heer Jos. de Poorter te Rotterdam, heeft heden de officiële proeftocht tot volle tevredenheid der vertegenwoordigers van de firma volbracht. Het van staal gebouwde schroefstoomschip is 250 voet lang, breed 34 voet en hol 16 voet. Het meet ongeveer 1120 ton. De machines zijn van het triple expansie systeem. Het stoomschip, in de hoogste klasse van Lloyd’s opgenomen, zal worden gevoerd door kapt. Dobbenga. (opm: na oplevering vertrok de JOHANNA op 20 april naar Sunderland om aldaar kolen te laden)
Provinciale Groningerr Courant 27 september 1898
Rotterdam, 26 september. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is het stoomschip JOHANNA hedenochtend zonder schade vlot- en te Caen binnengekomen.
NRC 03 mei 1899
Caen, 29 april. De gezagvoerder van het Nederlandse s.s. JOHANNA, van Cardiff met kolen, rapporteert op 26 dezer hevig stormweder te hebben gehad, waardoor een van de ventilatoren werd vernield en er zoveel water naar beneden kwam, dat het stoomschip slagzijde kreeg. Er stond 13 duim water bij de pomp.
NRC 16 september 1899
Cardiff, 14 september. Het Nederlandse stoomschip JOHANNA arriveerde te Hill’s Dock met één van de platen aan bakboordsboeg beschadigd.
Provinciale Groninger Courant 01 februari 1900
Rotterdam, 31 januari. De schade door aanvaring te Bilbao met het stoomschip RAGUSA aan het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA veroorzaakt is niet zeer ernstig. Men zal die thans te Bilbao voorlopig repareren waarna het naar Rotterdam vertrekt.
Provinciale Groninger Courant 30 december 1901
Rotterdam, 27 december. Het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, ligt sedert de 23e dezer te Decida op goed weer te wachten om te kunnen laden.
