Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt M.Dijkstra als gezagvoerder gedurende:

*    1874 t/m 1875 van de 2/msch “Stella”, gebouwd in 1869 te Wärnasäs, 104 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Derk Wijkmeijer werd geboren te Oude Pekela op 22 maart 1843 als zoon van de schipper Klaas Klaassens Wijkmeijer en Geessina Derks Greven.

Derk trouwde te Nieuwe Pekela op 27 januari 1870 als schipper met Jantje Naatje. geboren te Nieuwe Pekela op 22 november 1846 als dochter van de schipper Lammert Jans Naatje en Elisabeth Klaassens Oosting. Jantje overleed te Nieuwe Pekela op 04 december 1920, 74 jaar, weduwe.

Derk overleed te Nieuwe Pekela op 05 november 1912, 69 jaar, zonder beroep.

 

De Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermeld Derk Wijkmeijer als schipper in 1870 en zonder beroep in 1912. Het echtpaar heeft eind 1870 een kind gekregen, dat een maand later weer overleed. Verder geen kinderen geregistreerd.

 

Lidmaatschap van zeemanscollege(s)

D.K.Wijkmeijer was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 3 in de periode 1875 t/m 1913.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein Wijkmeyer was in 1891/92 gezagvoerder van de houten bark "Nelly en Helena". Het schip voer in juli 1891 uit met bestemming Java⁰³⁰.

 

D.K.Wijkmeyer was in 1893-1896 de eerste gezagvoerder van de bark "Columbus" als voorganger van de kapiteins G. en C.G.Spanjer (zie aldaar). De "Columbus" (1363 registerton, volgens Sweys 1312 registerton) werd gebouwd van staal op de werf De Boot voor rekening van rederij "Neptunus" te Amsterdam (directie G.v.d.Gevel)^{010-p.117-120}.

 

D.K.Wijmeyer was van 1893-1895 kapitein op de stalen bark “Columbus”, gebouwd in 1893 door F.F.(H.F.) Groen te Amsterdam, 1311 ton, varend voor rederij Zeilvaart Maatschappij “Neptunus”, G.van der Gevel te Rotterdam⁰⁵²

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt D.K.Wijkmeyer als gezagvoerder gedurende:

*   1871 t/m 1875 van de schoenerkof “Helena”, gebouwd in 1855 te Papenburg, 123 ton o.m., varend voor W.W.Pott te Pekela. Het schip voer in 1876 voor kapitein/eigenaar J.K.Veldman te Termunterzijl en was herdoopt in “Nijssiena”;

*   1881 t/m 1886 van de 3-mastschoener “Koerier ex Roebuck, gebouwd in 1869 te Dundee, 160 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd in 1886 verkocht naar Oldenburg;

*   1889 van de 2-mastschoener “Koerier” ex Domingo Solari, gebouwd in 1875 te Plymouth, 192 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd in 1889 te Savanilla afgekeurd;

*   1892 van de bark “Nelly & Helena” ex Burgemeester Schorer, gebouwd in 1876 te Middelburg, 1236 ton n.m., varend voor v/d Gevel & van Vessem te Rotterdam;

*   1893 op hetzelfde schip maar nu varend voor G. v/d Gevel te Rotterdam. Het schip werd in 1893 verkocht naar Larochelle;

*   1893 t/m 1895 van de stalen bark “Columbus”, gebouwd in 1893 te Amsterdam, 1312 ton n.m., varend voor de Zeilvaart Maatschappij Neptunus, dir. G.v/d Gevel.

 

De ledenlijst van het college”Voorzorg” in de “Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart” vermeldt in de periode 1881 t/m 1920 de schepen van de leden. Voor D.K.Wijkmeijer waren dit de “Koerier” in de periode 1881 t/m 1889, de “Nelly & Helena” in 1892 t/m 1893 en de “Columbus” in de periode 1894 t/m 1898.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

 

Overige bijzonderheden

De Raad van Tucht bij de koopvaardij deed op 27 oktober 1877 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Dirk Klaassens Wijkmeyer, gezagvoerder van de schoenen “Stella”. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. ^104*

 

In de Harlinger Courant dd 25 oktober 1874 staat in de rubriek SCHEEPSTIJDINGEN het volgende bericht⁰⁹⁶:

“Binnengekomen VLIE 10 Oct. Helena, D.K.Wijkmeijer, Memel.”

 

Een getranscribeerd brievenboek onder de naam van “Bron Privaat” is uitgegeven in A-4 vorm door de heer Bron te Heemskerk. ¹⁰².

In het brievenboek staan opmerkingen over de werkzaamheden van kapitein Hinderikus Johannes Bron, met soms ook opmerkingen over zijn collega-kapiteins. Het lezen van het brievenboek zelf wordt aanbevolen door degene, die is geïnteresseerd in de maritieme levensloop van kapitein Bron in de periode 1894-1897.

p.054/061, Port Natal 19 januari 1895, brief aan een Schneijder:

“Wanneer Nijhmeijer met de Columbus niet meer terecht komt, zou het mij leed doen, omdat ik hem zeer goed ken niet alleen, maar ook wegens het treurige lot van al die lieden. Wat zijn dat toch voor soort schepen, ik denk dat de zeelui bang zullen worden om op te gaan.”

 

De bark “Columbus” onder kapitein D.K.Wijkmeyer was op 06 februari 1894 te Wellington. ´Doubtless shorter route via Cape Horn” en op 01 juni te Londen.¹²¹

 

NRC 12 november 1869¹¹⁴

Amsterdam, 11 november. De schepen AGATHA, kapt. Schuur, HELENA, kapt. Wijkmeijer, en NOVA SCOTIA, kapt. Brunn, alle de 2^e dezer van Harlingen naar Noorwegen vertrokken, zijn de 9^e dezer wegens aanhoudend stormweer uit de Slenk te Harlingen teruggekomen.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Gerrit Jans Klip werd geboren te Ballum/Ameland op 08 april 1827als zoon van Jan Gerrits Klip en Janke Foekes Koster.

Hij trouwde te Ameland op 30 november 1854 met Elisabeth Pieters Akkerman, geboren ca 1827 te Amsterdam als dochter van Pieter Pieters Akkerman en Trijntje Gerrits Klip. Zij overleed op 30 december 1905 te Ameland, 78 jaar en weduwe.^{allegroningers}

Gerrit overleed  in 1897.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.J.Klip werd met vlagnummer 901 per 11 april 1882 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop^002a.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 04/11 april 1882 wordt als effectief lid voorgesteld/benoemd kapitein G.J.Klip, voerend het schip de “Stella”, op voordracht van kapitein H.A.Tekelenburg.⁰²³.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 mei 1860 staat een verzoek om onderstand van G.J.Klip, dat wordt afgewezen.⁰⁴²  Gezien de entree-datum in het College moet het hier een andere persoon betreffen met dezelfde initialen. Dezee is in ieder geval geen effectief lid van Zeemanshoop geweest. – S.P.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 augustus 1883 meldt G.J.Klip, gezagvoerder van de schooner “Stella” dat hij een maagkwaal heeft, die hem waarschijnlijk beletten zal te varen.⁰⁴²

In de Bestuursvergadering dd 25 oktober 1883 vraagt hij om een uitkering. In de vergadering dd 29 november wordt hem een maandgeld toegekend van f 6,30 ingaande 01 november 1883. In de vergadering dd 27 maart 1884 meldt G.J.Klip dat hij is hersteld en zijn beroep weer heeft opgenomen.⁰⁴²

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 augustus 1885 staat een verzoek van G.J.Klip om “tegemoetkoming verloren reis en herstel van uitkeering.”. Op 24 september 1885 krijgt hij een halve maand gage ad f 35,- en herstel van uitkering per 01 september 1885. Op 29 december 1885 vraagt hij een verhoging van de uitkering welke wordt geweigerd op grand van art. 59 van het Reglement. Op 29 april 1886 bedankt hij voor het effectieve lidmaatschap en vraagt vrijstelling van de contributiebetaling over 1886/87, hetgeen wordt geweigerd. ⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 april 1897 bericht echtgenote Akkerman het overlijden van haar man G.J.Klip en in diens plaats om de ondersteuning. Dat wordt geweigerd op grond van artikel 16 van het reglement. In de notulen dd 02 september 1897 wordt meegedeeld dat kapitein G.J.Klip is overleden aan dezelfde kwaal, welke hem indertijd noodzaakte de scheepvaart te verlaten en waarop hij een ondersteuning kreeg. De weduwe wordt alsnog de reglementaire uitkering toegezegd ingaande 01 april 1897.⁰⁴²

 

In de notulen van de Algemene vergadering van Zeemanshoop dd 11 september 1883 staat vermeld een “Brief van kaptⁿ G.J.Klip Gezagvoerder van het Schoonerschip Stella berichtende ziek van de reis te zijn teruggekomen.⁰²³.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 december 1883 staat vermeld dat aan kapitein G.J.Klip per 01 november 1883 een uitkering is toegekend in de 1^e klasse afd. C.⁰²³.

In de notulen dd 15 april 1884 van de Algemene Vergadering staat vermeld een “Brief van kaptⁿ G.J.Klip berichtende dat hij weder hersteld is en zijn beroep heeft aanvaard.”⁰²³.

In de notulen dd 13 oktober 1885  van de Algemene Vergadering staat vermeld dat aan kapitein G.J.Klip een halve maand gage is toegekend vanwege geleden schipbreuk en dat wederom zijn uitkering is ingegaan.⁰²³.

In de notulen dd 11 mei 1886 Algemene Vergadering staat het bericht dat G.J.Klip voor het lidmaatschap heeft bedankt.⁰²³.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 02 september 1897 staat een bedankje van de wed. G.J.Klip voor de haar toekomende gelden en zij vraagt inlichtingen omtrent art. 16 van de Wet 1877. In de notulen dd 07 oktober 1897 wordt melding gemaakt van het overleggen van een medisch attest door de wed. G.J.Klip.⁰²³.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        901                            1882           sch.                   Stella                                                      H.Rietveld

                                           1883           geen vermelding van schip en boekhouder

                                           1884           sch.                   Stella                                                      H.Rietveld

                                      1885-1896     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt G.J.Klip als gezagvoerder gedurende:

*    1882 t/m 1885 van de 2/msch “Stella”, gebouwd in 1869 te Wärnasäs, 104 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip is in 1885 te Natal (Brazilië) gestrand.

 

Overige bijzonderheden

In een brief dd 20 augustus 1883 aan het bestuur van het college "Zeemanshoop" meldt kapitein Gerrit Jans Klip, gezagvoerder van de schoener "Stella", dat hij "eenige dagen na 't vertrek der laatste reis van Curacao een ongesteldheid heeft opgedaan van zeer ernstige aard, en wel krampijn aan Maag en ingewanden". Hij vreest niet te zullen genezen en dus niet meer in staat te zijn zijn beroep te kunnen uitoefenen. In een brief dd 22 oktober 1883 bevestigt hij deze vrees "niettegenstaande alle geneeskundige hulp". Een collegecommissie buigt zich over zijn zaak en adviseert het bestuur hem een uitkering te geven. Volgens een geneeskundig attest lijdt hij aan "tuberculosis pulmonium" (long-tuberculose). Uit latere correspondentie blijkt dat kapitein Klint toch weer aan het werk is gegaan. Maar op 23 augustus 1885 schrijft hij: "Ik ben thuisgekomen hebbende het schip verloren, hoop van Ued goedheid, tot eenige schadevergoeding ..." Tevens meldt hij dat: "Helaas maar al te spoedig ... zich dezelfde ongesteldheid telkens bij herhaling openbaarde". In deze laatste brief is zijn adres: "Hollum op Ameland". Wederom wordt een commissie gevormd om zijn geval te onderzoeken: "heeft den 28 Juni (i.c. 1885) zijn schip verloren op de Rotsen bij Macau". Uit het doktersattest blijkt hij dan 58 jaar te zijn. Hij krijgt wederom een uitkering. Hij overlijdt op 08 maart 1897 te Hollum, oud 69 jaar, en laat zijn weduwe mevr. E.Akkerman achter, die vervolgens vraagt of de uitkering aan haar man gecontinueerd kan worden. De Reglementen schrijven echter voor dat in zo'n geval duidelijk moet zijn dat de werkongeschiktheid van haar man is voortgekomen uit zijn beroepswerkzaamheden. In het geval van kapitein Klip wordt dat niet duidelijk geacht en het verzoek wordt afgewezen.

Uit: Afwijzing der uitkering aan de weduwe G.Klip, gezagvoerder van de "Stella", 1897. GAA,491-361.