Inloggen
FANNY - ID 18138


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1817-07-00 / 1822-11-25

Identification Data

Bouwjaar: 1805
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Galjas
Construction Data

Scheepsbouwer: Stettin, Prussia
Werfnummer:
Technical Data

Gross Tonnage: 100.00 lasts (rye)
Gross Tonnage 2: 124.00 tons (oude meting)
 
Depth: 12.00 feet, Prussian Registered
Ship History Data

Date/Name Ship 1815-00-00 FANNY
Manager: Ernst Mentzel, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Ernst Mentzel, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Ship Events Data

1822-11-25: Final Fate:
Vermoedelijk is de FANNY, kapt. G. Martens, op 25 november 1822 bij Audierne gestrand en wrak geworden

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1818
Kapitein: MENTZEL, ERNST

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Fanny, zie hierna

 

Overige bijzonderheden

De firma Bienfait handelde in opdracht van diverse handelshuizen ook schades af o.a. de schade “ontstaan wegens de schipbreuk van de “Fanny” … kapitein G.Martens komende van Bordeaux en geladen met wijn”.(p.73) (Dit was géén schip van Bienfait zelf, die overigens in latere jaren wél een schip reedde met de naam “Fanny”)

Ontleend aan A.W.Wichers Hoeth - De Geschiedenis van het Amsterdamsche Handelshuis Louis Bienfait & Soon - De Mercuur, Hilversum, 1941, 332 pp.

 

Rotterdamsche Courant 05 december 1822114

Amsterdam, 3 december. De heer A. Brunox, koopman en consul van Z.M. de Koning der Nederlanden te Brest, meldt in dato den 25 november, dat de galjoot FANNIJ (opm: FANNY, thuishaven Gent), kapt. G. Martens, van Bordeaux naar Amsterdam, bij Audierne (opm: nabij Quimper) op strand geraakt is; de manschappen zijn gered; ook hoopte men de lading te behouden; dezelve bestond in 123 tonnen wijn, te Bordeaux afgeladen door de heren Baour en Comp, J.O. Pellerreau, J.J. Barthes, J. en H. Betrand Frères en Paris en Tourna. Men geloofde dat het schip bij gematigd weer zou aftebrengen zijn.

 

Rotterdamsche Courant 07 december 1822114

Amsterdam, 5 december. Volgens brief van kapt. G. Martens, gevoerd hebbende de bij Audierne gestrande galjoot FANNIJ (opm: FANNY, thuishaven Gent,), van Bordeaux naar Amsterdam, in dato 25 november, is het schip aan stukken geslagen; een gedeelte van de inventaris en omstreeks vier vijfde der lading waren opgevist en geborgen.

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Martens, G.

Algemene informatie

De galjas FANNY van Ernst Mentzel werd volgens de Classificatiebureau Lloyd’s Registers van 1815 en 1816 gebouwd in Stettin en was groot 125 resp. 123 ton. Het was toen 10 jaren oud, dus bouwjaar circa 1805. Het schip stak 10 voet diep, had zijzwaarden en was in 1811 in Oostende aan controle onderworpen geweest.

L.R. 1817 vermeldt dezelfde gegevens als 1815, maar nu was de niet benoemde eigenaar ‘foreign’. Dat bleek te zijn de Firma Nobel & Holtzapffel uit Amsterdam, die op 8 juli voor het schip 1.200 gulden had betaald.

Het is niet bekend wanneer kapitein Mentzel de galjas had gekocht en welke de eerdere eigenaar resp. scheepsnaam waren geweest. In 1803-1805 zeilde hij op de Nederlands brik MARIA, die in 1805 was uitgevlagd naar Papenburg.
Volgens het Sont Toll Register had kapitein Mentzel bij passages in juli 1815, augustus 1816 en maart 1817 Memel (destijds Rusland, vandaag Klaipeda in Litouwen) als thuishaven. Na verkoop werd dat Amsterdam in augustus 1817.
 

1815

STR 040715
Helsingborg. Gepasseerd E. Mentzel (opm: galjas FANNY), thuishaven Memel, van Memel naar Londen.

MCO  101015

Vlissingen, 6 oktober. Ter rede gekomen de FANNY (opm: Russische galjas die in 1817 met behoud van naam door een Amsterdamse rederij werd aangekocht), kapt. E. Mentzel, naar Londen met ballast.

LL 101015
Gravesend, 9 oktober. Binnengekomen de FANNY, kapt. Mentzel, van Antwerpen.
 

1816

NGVB 270116
Oostende, 24 januari. Uitgevaren den Pruissische (opm: Russische) gallias FANNY, kapt. Mentzel, op avontuur, 115 vat. (opm: zonder specifieke bestemming, om een passende lading te zoeken)

GVG 300516
Vlissingen, 28 mei. Uit Antwerpen zijn hier aangekomen en de 24, 25 en 27 naar hun bestemming gezeild DE STAD RENDSBURG, kapt. M. Lobbe, DE VROUW ELLINA (opm: smak), kapt. J.R. Berg, DE FANNY (opm: galjas), kapt. E. Mentzel, ORANGE BOVEN (opm: smak), kapt K. Kramer, DE VROUW MARIA, kapt. J. Schult, alle vijf met tarwe.

STR 110816

Elseneur gepasseerd kapt. Ernst Mentzel, thuishaven Memel (opm: Klaipeda, Rusland), onderweg van Rouen naar de Oostzee. Op de terugreis van Riga naar Morlaix passeerde de FANNY op 30 oktober.

GVG 141116
Oostende, 13 november. Den 11 dezer zijn hier binnengekomen de FANNY, kapt. Mutzel (opm: E. Mentzel), van Riga met lijnzaad, en de JOANNA FREDERICA, kapt. Steenhoff, van Stockholm met koper en ijzer, naar Rouen bestemd.
 

1817

STR 220317
Kapt. E. Mentzel, thuishaven Memel, (opm: galjas FANNY) passeerde Elseneur, onderweg van Oostende naar Riga. Op 1 juni vond passage plaats, op reis van Riga naar Amsterdam.

Na lossing in Amsterdam werd de FANNY voor 1200 gulden verkocht aan de Amsterdamse cargadoors Firma Nobel & Holzapffel

Op 18 juli 1817 verkreeg E. Mentzel, Amsterdam, voor de FANNY de eerste Nederlandse zeebrief met E. Mentzel als kapitein. Den Haag vermeldde ‘binnenslands gebouwd’. Het schip lag in Amsterdam.
Waarschijnlijk hadden Nobel & Holzapffel het 12 jaar oude schip na aankoop laten overhalen (zie ook de geringe koopprijs), waarna de scheepsbouwer een verklaring zal hebben afgegeven ‘dat het schip voor meer dan 2/3e was vertimmerd’.Een dergelijke verklaring was voldoende om het verbod op import van in het buitenland gebouwde schepen te omzeilen.

STR 050817
Elseneur. Kapt. Ernst Mentzel, thuishaven Amsterdam, gepasseerd van Amsterdam naar de Oostzee.
(opm: eerste reis onder Nederlandse vlag van deze recent aangekochte galjas FANNY)

RC 111017
Rotterdam, 10 oktober. Het schip dat bij de vorige posttijd gemeld in het gezicht was, is de FANNY, kapt. E. Mentzel, van Riga.
 

1818

LCO 220618
Amsterdam, 20 juni. Te Riga is binnengekomen E. Mentzel (opm: galjas FANNY), van Rotterdam.

RC 220918
Rotterdam, 21 september. Den 20, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis de FANNIJ, kapt. E. Mentzel, van Bordeaux.
 

1819

LL 190219
Bordeaux, 9 februari. Binnengekomen de FANNY (opm: galjas), kapt. E. Mentzel, van Cork.

Gedurende dit jaar is de FANNY door classificatiebureau Lloyd’s Register in  Le Havre geïnspecteerd.

STR 240419

Elseneur. Kapt. E. Mentzel, Amsterdam, passeerde van Bordeaux naar Stettin.

OHC 110519
Amsterdam, 8 mei. Te Swinemünde is gearriveerd E. Mentzel (opm: galjas FANNY), van Bordeaux.
 

1820 - 1822

OHC 120220
Advertentie. Uit de hand te koop; een extraordinair welbezeild Galjasschip, varende onder Nederlandse vlag, groot circa 100 rogge-lasten, voorzien van een complete inventaris en liggende voor Amsterdam. Te bevragen bij de cargadoors Heynen en Tentije.
(opm: zeer waarschijnlijk de FANNY, bouwjaar 1805, kapt. E. Mentzel)

Een koper voor de FANNY is in 1820 niet gevonden, maar evenmin een geretourneerde zeebrief of Final Fate. Kapitein Mentzel zien we in 1820 terug op een grotere FANNY.

Daarentegen lezen we in de Rotterdamsche Courant van 5 resp. 7 december 1822 dat de Nederlandse consul te Brest het vergaan van een galjoot FANNIJ, kapt. G. Martens nabij Quimper rapporteerde. Volgens onze Belgische onderzoeker André Delporte zou het schip eigendom zijn geweest van De Cock uit Gent. Dat De Cock van dit schip eigenaar zou zijn geweest is zeer onwaarschijnlijk, omdat deze reder tezelfdertijd een fregat FANNY had. Mogelijk was kapitein Martens tevens eigenaar, maar ook dat is speculatie.

Van het vergane verondersteld Nederlandse schip (vanwege de betrokkenheid van de Nederlandse consul) ontbreekt helaas elke officiële documentatie, zoals koopakte, Nederlandse zeebrief, zeetijding of opname in het Lloyd’s Register. Ook kapitein G. Martens is bij Marhisdata onbekend. Dat de consul schrijft over een galjoot, terwijl het onderhavige bestand een galjas betreft is nauwelijks van belang, want dit is een vrij bekend punt van verwarring.
Het blijft giswerk van Marhisdata, maar vermoedelijk is dit het in 1805 gebouwde schip dat kapitein Mentzel jarenlang heeft bevaren.

RC 051222

Amsterdam, 3 december. De heer A. Brunox, koopman en consul van Z.M. de Koning der Nederlanden te Brest, meldt in dato den 25 november, dat de galjoot FANNIJ (opm: FANNY, thuishaven Gent), kapt. G. Martens, van Bordeaux naar Amsterdam, bij Audierne (opm: nabij Quimper) op strand geraakt is; de manschappen zijn gered; ook hoopte men de lading te behouden; dezelve bestond in 123 tonnen wijn, te Bordeaux afgeladen door de heren Baour en Comp, J.O. Pellerreau, J.J. Barthes, J. en H. Betrand Frères en Paris en Tourna. Men geloofde dat het schip bij gematigd weer zou aftebrengen zijn (opm: zie echter RC 071222).

RC 071222

Amsterdam, 5 december. Volgens brief van kapt. G. Martens, gevoerd hebbende de bij Audierne gestrande galjoot FANNIJ (opm: FANNY, thuishaven Gent, zie RC 051222), van Bordeaux naar Amsterdam, in dato 25 november, is het schip aan stukken geslagen; een gedeelte van de inventaris en omstreeks vier vijfde der lading waren opgevist en geborgen.

Het Amsterdamse handelshuis Louis Bienfait & Zoon handelde in opdracht van diverse handelshuizen ook schades af, waaronder de schade ‘ontstaan wegens de schipbreuk van de FANNY kapitein G. Martens komende van Bordeaux en geladen met wijn’.

 

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Gemeente-Archief Amsterdam, archiefnummer Ams.5081-7153-1817-62
N.A. Den Haag toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
Lloyd’s Register, diverse jaargangen
GVG = Gazette van Gent
LCO = Leydsche Courant
LL = Lloyd’s List
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
STR = Sont Toll Register on line