Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Jan Diederich Claasen op de:

“Cornelia Maria”, dd 08 augustus 1814; 23 november 1814; 01 juni 1815;

“Maria Carolina”, ddd 28 mei 1821;

“Charlotta Margarrtha”, dd -6 oktober 1826; 13 juli 1827 en 17 september 1828.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 29 april 1817¹¹⁴

Advertentie. W.L. van Coeverden, A.L. Weddik, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, B. Oostrum de Waal, J.H.A. Balwé, H. Gullen en J.W. Kerkhoven, makelaars, zullen op maandag den 5 mei 1817, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Pinkschip, genaamd CORNELIA MARIA, gevoerd door kapt. J.D. Claasen, lang 103 voet, wijd 27 voet, hol 13 voet, het verdek 6 voet 2 duim, alles Amsterdamse maat, breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.

Rotterdamsche Courant 27 juli 1819¹¹⁴

Amsterdam, 25 juli. Kapitein J.D. Claasen, voerende het schip MARIA CAROLINA, meldt van Surinamen, in dato den 4 juni, dat hij in de maand juli de terugreis dacht aan te nemen.

 

Rotterdamsche Courant 13 november 1819¹¹⁴

Londen, 9 november. Den 28 oktober is te Scilly (opm: Zuid-Ierland) binnengelopen het schip MARIA CAROLINA, Rossol (opm: J.D. Claassen, zie volgend bericht), van Surinamen naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 16 november 1819¹¹⁴

Amsterdam, 14 november. Volgens een brief van kapt. J.D. Claassen, voerende het schip MARIA CAROLINA, van Surinamen den 7 november in Texel binnen gekomen, is hij op deszelfs reize, uit hoofde van zware storm, tot behoud van schip en lading, genoodzaakt geweest te Scilly binnen te lopen (opm: zie RC 131119), alwaar hij circa honderd pond sterling voor onkosten heeft moeten betalen.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Gerrit Kalishoek werd geboren te Vlaardingen op 29 mei 1783 als zoon van Cornelis Kalishoek en Neeltje van Bree

Gerrit huwde ca. 1806 met Maria Knor, geboren te Embden op 05 april 1775 als dochter van Jacobus Knor en  en Jeannette Christina Greveling.

Ten tijde van de aanmelding bij het Weldadig Zeemansfonds had het echtpaar een zoon, geboren 16 november 1813 en een dochter, geboren 05 februari 1819 en woonde te Zuid-Beijerland.

Maria overleed op 13 augustus 1833 te Zuid Beijerland.

Gerit overleed op 08 februari 1833 te Zuid Beijerland.⁰⁰³

 

In de annoncecollectie van het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag staan de volgende advertentie:

“Heden verloste voorspoedig van eene welgeschapene DOCHTER MARIA KNOR, Huisvrouw van GERRIT KALESHOEK

Buiksloot, den 5 Februarij 1819

 

“Heden overleed mijne geliefde Echtgenoot Kapitein G. KALESHOEK in den ouderdom van ruim 49 jaren, waarvan ik 27 jaren met hem in den Echt verbonden mogt zijn, mij nalatende drie Kinderen

De Wed. G. KALESHOEK, Geb.KNOR

Zuid Beijerland aan de quarantaineplaats de Tien Gemeten, den 8^sten Februarin 1833

Strekkende tot bekentmaking aan Vrienden en Bekenden, zoo binnen als buiten de Stad.”

 

In een reeks van andere annonces, waaronder die van zoon kapitein Martinus wordt steeds de spelling KalEshoek gebruikt

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Kaleshoek werd per 08 augustus 1826 met vlagnummer 176 en op voordracht van P.F.Wegener ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Vermeld is tevens "overleden"⁰⁰².

In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 01/08 augustus 1826 werd Gerrit Kaleshoek voorgedragen/benoemd tot effectief lid op voordracht van kapitein P.F.Wegener. Hij was geboren in Vlaardingen in 1783, woonde te Buiksloot en voer toen de brik “Charlotte Margaretha”. Zijn vlagnummer werd 176⁰²³.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop in 1826.⁰⁰³

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1831 staat een verzoek van Gerrit Kaleshoek om ondersteuning.  Op 28 juli 1831 wordt gemeld dat kapitein Kaleshoek is geplaatst op een kanonneerboot dus dat zijn aanvrage niet langer opportuun is.⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van 26 januari 1832 wordt een brief gemeld van kapitein G.Kaleshoek “berigtende te zijn geworden Magazijn Meester van de quarantaineplaats de Tien gemeten en aan Kapitijn B.Draijer zijn contributiegeld te hebben gezonden.” In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop wordt melding gemaakt van een: “Missive van (de penningmeester) inlichtingen vragende wegens de stortingen van kapt. G^t.Kaleshoek welke deelnemer van het fonds zijnde van beroep is veranderd en geplaatst aan de quarantaineplaats Tiengemeten. Aan Penningmeesteren te berichten dat genoemd Kapitein in der tijd hier van heeft kennisgegeven en dat dus de wet op hem dient te worden toegepast.”⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1833 wordt het overlijden gemeld door Maria Knor, de weduwe van kapitein G.Kaleshoek.⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 augustus 1833 staat een bericht van M.Kaleshoek te Zuid/Beijerland waarin de mededeling dat haar moeder is overleden. Zij verzoekt om continuering van de uitkering. De penningmeester wordt gemachtigd deze aanvraag te behandelen. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 september 1833 staat een bericht van C.J.Kaleshoek uit Tholen,met de mededeling dat hij is aangesteld als voogd van M.Kaleshoek en derhalve de uitkering aan zijn zuster direct wenst te ontvangen. In de notulen van de Bestuursvergadering dd 04 juni 1835 staat een brief van Maria Jacoba Caleshoek “ … verzoekend om niettegenstaande zij haar Zestiende Jaar reeds is ingetreden nog voortduring van Onderstand te mogen genieten bij form van gratificatie of anders  hetwelk wordt gewezen van de hand.” In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 januari 1837 staat een “verklaring van den Broeder van gezegd meisje dat dezelve afziet van hare aanvrage om voortduring van uitkeering, …” ⁰⁴².

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het College van 03 september 1833 wordt het overlijden gemeld van de weduwe G.Kaleshoek. In die van 07 mei 1833 evenals in de Bestuursvergadering dd 25 april 1833 werd nog een uitkering aan haar toegekend ingaande 01 mei 1832..^{023 en 042.}  .

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        176                            1826           brik                   Charlotte Margaretha                          N.& J.& R. van Staphorst

                                      1827-1830     brik                   Charlotte Margaretha                          N.van Beefting

                                      1831-1832     geen vermelding van schip en boekhouding

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt G.Kaleshoek als gezagvoerder gedurende:

*    1817 t/m 1819 van de 3/mpink “Jonge Lodewijk Anthonie” ex Alwin, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 450 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar.

*    1824 t/m 1837 van de brik “Charlotta Margaretha”, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 140 ton o.m., varend voor N.& J.& R. van Stap-Horst & N.Beefting te Rotterdam.

 

Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Gerrit Kaleshoek op de:

“Lodewijk Antoni”, dd 01 oktober 1817; 11 augustus 1818;, 17 september 1819 (vervanger van P.C.Staghouder);

“Maria Carolina”, dd 28 mei 1821;

“Charlotta Margaretha”, dd 06 oktober 1826; 13 juli 1827 en 17 september 1828.

 

In de “Geschiedenis van het Amsterdamsche Handelshuis Louis Bienfait & Soon” samengesteld door A.W.Wichers Hoeth. Uitg. De Mercuur” Hilversum 1941, 332 pp. worden als gezagvoerders van de “Jonge Lodewijk Anthoni” genoemd: G.Kaleshoek  1817-1819; P.C.Stachauer 1819-1828; R.Tjebbes 1829-1842.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 29 mei 1817¹¹⁴

Extract uit de Courant van het Eiland Curaçao, dato 22 februari 1817.

In de nacht van den 15 januari laatstleden, is door een gedeelte van de equipagie van de Venezueliaanse kaper, genaamd ALVIDA DUANDA, overvallen geworden het Nederlands schip VREDE EN VRIENDSCHAP, kaptein G. Kaleshoek, toen liggende voor Machoree, op St. Domingo, en onlangs van hier (opm: Curaçao) gezeild.

Na van de zijde van kaptein en volk weerstand ontmoet te hebben, hebben de kaperlieden de kabels, touwwerk, twee draaibassen, de plunje van de matrozen en diverse andere dingen geplunderd, en die met de boot van kaptein Caleshoek naar de kaper gevoerd. Men veronderstelt, dat de tegenstand, die het volk van de kaper ontmoet heeft (opm: van Caleshoek c.s.), zeer ernstig is geweest, naar dien de luitenant Philip geheel bebloed op de kaper is terug gekomen.

 

Rotterdamsche Courant 02 oktober 1817¹¹⁴

Advertentie. J.H. de Witt, R. Hoyman, J. van Ouwerkerk de Vries, T. van Olivier, J.E. Lublink, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen, op maandag den 6 oktober 1817, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, verkopen: een extraordinair welbezeild Driemast Galjootschip, genaamd VREDE EN VRIENDSCHAP, gevoerd door kaptein G. Kaleshoek, lang over steven 100 voet, wijd 26 voet 10 duim, hol 13 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris en berigt bij de voormelde makelaars.

Rotterdamsche Courant 16 mei 1818¹¹⁴

Amsterdam, 14 mei. Met kaptein G. Kaleshoek, den 26 maart van Surinamen vertrokken en den 10 mei in Texel binnengekomen, heeft men berigt, dat de schepen de SURINAAMSCHE VRIENDEN, kaptein Cornelis Kraay, en MARTHA EN ELISABETH, kaptein Klaas Scholl, het eerste circa drie weken en het laatste zeven dagen voor hem gezeild zijn; alsmede dat veertien dagen na hem zouden volgen de schepen de VROUWE JEANNE, kaptein Barend Calgren, en HOOP EN LIEFDE, kaptein T. Macheelsen (opm: Tede Machielsen), en den 4 april het schip WILLEM DEN EERSTEN, kaptein J. Precht, alle naar Amsterdam.

Te Surinamen is gearriveerd A. Roos van Amsterdam, laatst van Havre; dezelve zou omstreeks den 20 april met een lading koffij en katoen de terugreis aannemen, en J. Nobel van hier, laatst uit Engeland.

 

Rotterdamsche Courant 24 juli 1821¹¹⁴

Amsterdam, 22 juli. Het schip MARIA CAROLINA, kapt. G. Kaleshoek, van Amsterdam naar Napels, is den 26 juni laatstleden, in de Straat van Gibraltar, in goede staat gepraaid.

 

Rotterdamsche Courant 08 januari 1822¹¹⁴

Amsterdam, 6 januari. Het schip MARIA CATHARINA (opm: MARIA CAROLINA, zie ook RC 120122 en 150122), G. Kaleshoek, van Livorno naar Amsterdam, is, volgens brief van Toulon, van den 25 december, niet ver van daar, gestrand en vervolgens verbrijzeld, doch het volk is gered.

 

Rotterdamsche Courant 12 januari 1822¹¹⁴

Rotterdam, 11 januari. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 8 januari:

Een Hollands schip, geladen met ijzer en brokken marmer, is in een storm op den 25 december 1821 bij Toulon gestrand (opm: MARIA CAROLINA, zie RC 080122); de equipagie is gered. …

 

Rotterdamsche Courant 15 januari 1822¹¹⁴

Rotterdam, 14 januari. Het schip MARIA CAROLINA, Kahlsbuck (opm: G. Kaleshoek, zie RC 080122 en 120122), van Livorno naar Amsterdam, is den 25 december bij Toulon gestrand.

Te Cowes is den 9 dezer lek binnengelopen het schip DRIE GEBROEDERS, Manzelman, van Amsterdam naar Java.