Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.M.Jetter werd in 1819 met vlagnummer R37 lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”. Hij was t/m 1830 lid van het college. In de “Ingekomen Berigten Gevoegd achter het Verslag over 1822” staat het volgend:
“Ons Medelid No. 37 heeft voorgesteld om een Signaalboek in gebruik te brengen, zijnde dat van N.Martense te Koppenhage, oorspronkelijk in het Deensch uitgegeven, en reeds in verscheidenen talen, ook thans in het Nederduitsch overgezet. Ofschoon dit Signaalboek bij ons algemeen beter aan de Maatschappij scheen te zullen voldoen, dan dat, hetwelk reeds bij verscheidene Zeemans Collegien in gebruik is, hebben wij nogtans niet kunnen besluiten, om hetzelve voor Rekening der Maatschappij in het Hollandsch te laten vertalen en drukken, dewijl eensdeels zoo weinig onzer Leden gebruik van seinen maken, doch voornamelijk om dat het Amsterdamsch Collegie niet verkoos er deel aan te nemen, daar hetzelve besloten had zich te blijven houden aan het bij haar ingebruik zijnde Signaalboek van Cap. Zink: nogtans heeft gemeld Lid het boek vertaald en gegeven aan den Boekverkooper van onze Maatschappij, bij wien hetzelve dan nu ook in onze taal het licht ziet, en voor elk, die dit gemakkelijk en wel beredeneerd Signaalboek wil onderzoeken, en tot zijn gebruik aanwenden, verkrijgbaar is”058.
J.M.Jetter was permanent commissaris van 1827-1828. Wellicht ving hij deze functie al aan vóór 1827, maar gegevens uit de periode 1820-1826 ontbreken. Hij was vice-president van de Maatschappij van 1833-1839058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1828 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. (Gemeentearchief Rotterdam J/126) staat: “Ook is in de plaats van Kapitein J.M.Jetter, die buiten de stad is gaan wonen, Kapitein J.C.Duur tot Permanent Commissaris verkozen.”
In het Jaarverslag 1830 staat vermeld dat hij het college heeft verlaten. In de Jaarverslagen 1831 en 1832 staat hij vermeld als Honorair Lid.
In 1833 werd hij wederom als effectief lid met vlagnummer R30 en wel t/m 1838
In het Jaarverslag 1839 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat in 1839 is overleden “de Vice-President der Maatschappij J.M.Jetter, wiens weduwe grootmoedig van het haar toekomende jaargeld heeft afstand gedaan“.
De schepen van de kapitein
In 1824 was J.M.Jetter gezagvoerder op de Rotterdamse brik "Willem" (157 lasten) De boekhouder was L.F.de Bruijn012.
Bouma025 vermeldt J.M.Jetter als gezagvoerder gedurende:
* 1824 t/m 1830 van de brik “Industrie”, geen vermelding van bouwplaats en -jaar, 292 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 25 mei 1815114
De 24e dezer arriveerde te Hellevoetsluis, na een reis van 42 dagen, het Holland schip SARA MARIA (opm: fregat, zie ook RC 220615), kapt. J.M. Jetter, van Curaçao de 22e december anno passato uit de Goedereede derwaarts vertrokken; zijnde dit het eerste schip, sedert de Vrede, voor deze Stad uit de Koloniën gearriveerd.
Rotterdamsche Courant 22 juni 1815114
Advertenties Te Rotterdam liggen in lading: …
Naar Curaçao: het Fregatschip SARA MARIA, kapt. J.M. Jetter
Adres bij Hudig, Blokhuyzen en Van der Eb. …
Rotterdamsche Courant 09 juli 1816114
In Rotterdam liggen in lading, naar: …
Curaçao: alsmede voor passagiers, het Fregatschip SARA MARIA, kapt J.M. Jetter. …
Rotterdamsche Courant 30 januari 1817114
Te Rotterdam liggen in lading naar:…
Curaçao: het fregatschip SARA MARIA, kapt. J.M. Joster,
…
Rotterdamsche Courant 07 oktober 1817114
Amsterdam, 5 oktober. Volgens brieven van Madera (opm: Madeira), van den 29 augustus, was aldaar, na een reis van 32 dagen, met een klein lek binnengelopen het schip SARA MARIA, kaptein J.M. Jetter, van Amsterdam naar Curaçao; hetzelve was door pompen gestadig lens gehouden en had het lek gestopt, zijnde die dag de reis voortgezet.
In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Johan M. Jetter op de:
“Sara Maria”, dd 26 juni 1817; 31 augustus 1818.
Familiegegevens en opleiding
Pieter Bostyn werd geboren te Amsterdam op 13 augustus 1790. Hij was ten tijde van de inschrijving ongehuwd. 003.
Pieter Bosteijn werd op 07 november 1804 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/1003).
Hij werd volgens doopcedule nr.970 gedoopt op 13 augustus 1790 (vermoedelijk) te Amsterdam. Zijn ouders waren Pieter Bosteijn uit Amsterdam, doopsgezind en Engelina van Bratten, afkomstig uit Rotterdam, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving was de vader overleden en de moeder woonachtig in de Wolvenstraat 17 te Amsterdam “doende gaaren en lintwinkel ...”.
Bij de inschrijving was Pieter 14 jaar en 5 voet/4 duim lang. Hij wordt op 5 december 1804 geplaatst in de 2de klasse van de school. Vanaf 01 januari 1805 wordt een driemaandelijkse rapportage over de vorderingen bijgehouden:
“1 jan 1805 3/m rappt leert de tijdreekening ...
23 augt 1806 bij Do Rietveld ...
23 septb 1806 een prijs gehad Martinet Zeem.handboek ...
16 septb 1807 een prijs gehad Bougainvilles reisen en N.de Vries ...
16 decembr 1807 als ledemaat aangenomen (gereformeerd) ...
1 april 1808 3/m rappt oefent zich als stuurm.leerling op ‘s konings schip Rotterdamsche Handel Colonel Siccama ...
28 decbr 1808 ziek van boord terug
28 maart 1809 weder aan boord
14 febr 1810 opgekomen om examen als 3e stuurman te doen”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Bostijn was met vlagnummer 116 in de periode 1827 t/m 1828 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag”008.
Vlagnummer 4 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd in 1822 gegeven aan kapitein D.Spreeuw. Deze bedankte in datzelfde jaar waarop het direkt daarna werd toegekend aan kapitein P.Bostyn019.
P.Bostyn werd met nr.4 effectief lid van Zeemanshoop. Geen verdere bijzonderheden in het Inschrijfregister002.
In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 20 september 1822 werd P.Bostyn aangenomen als effectief lid op voorspraak van kapitein Precht. Zijn vlagnummer en schip zijn niet vermeld. 023
P.Bostyn werd per 30 november 1825 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop Toegevoegd is “Naar Java vertrokken 1831”003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1830 staat een brief vermeld van P.Bostyn, waarin hij het Bestuur om bijstand vraagt in het vinden van een baan. Het Bestuur reageert met de opmerking “vooralsnog geene gelegenheid (te hebben) hem hier ter stede een plaats als kapitein of stuurman te bezorgen.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 november 1830 staat: “Een brief van P.Bostijn kennisgevende dat hij bij de armade is geplaatst en uitstel verzoekt van zijn Contributie”. Bestuur wijst dit af.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 december 1830 staat vermeld: “Een Brief van kapt. P.Bostijn inhoudende kennisgeving waar hij geplaatst is bij de armade op de Rivieren.”Het Bestuur handhaafd het eerder genomen besluit maar kent hem wel een extra premie van f 50,- toe. Op 29 september 1831 verzoekt P.Bostijn om onderstand, waarna het Bestuur besluit deze zaak geheel over te laten aan de Commissarissen M.G.Biben, H.G.Bergveld ten einde zo mogelijk den Supliant naar eene koloniën te verwijderen, waartoe Hun Ed. een Crediet van hoogstens f 40,- wordt verleend.”. (dit betekent dat genoemde commissie vrijstaat een besluit te nemen, met een maximum van f 40,-.)042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 november 1831 staat een “Herhaalde aanvrage van het Effectief Lid P.Bostijn d. 24 dezer om geholpen te worden aan eenig bestaan. Er wordt na eenige deliberatie besloten dit verzoek aan te nemen voor Notificatie.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:
“Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden
A.van den Abeele J.J.Lausen Fr.P.Hoed
N.Hensken O.Olferts J.A.Zeylinga
J.B.Frerichs P.J.Spilliard J.Tholen
P.Bostijn P.Rolff F.A.Bunnemeijer
J.Boelen Jz J.E.Beckman O.R.Engelman
J.Stoffers J.Hartwijk J.G.Bart
H.H.Zeijlstra J.Y v.d.Zweep W.H.Boon
hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 staat dat het bestuur aan kapitein P.Bostijn uitstel van betaling toe staat voor 3 maanden.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1832 wordt gemeld het bedanken voor het lidmaatschap van kapitein P.Bostijn, vlagnummer 4. 042.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 05 november 1823 wordt vermeld: “Is gelezen een brief van den Kapit. P.Bosteijn kennis gevende van zijn aanstaande vertrek: de Vergadering vaarwel zeggende, en zig in dezelver vriendschap aanbevelende”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
4 1825-1828 fregat Sara Maria Wunderly en Co
1829-1831 geen opgave van schip en boekhouder
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Pieter Bostijn als gezagvoerder van de:
“Sara Maria”, dd 12 april 1820; 02 april 1821; 17 oktober 1821; 08 november 1822; 27 oktober 1823 en 13 september 1824.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 16 september 1820114
Amsterdam, 14 september. Volgens de laatste berichten van Curaçao is het fregat de VROUW JEANNE, kapt. G. Coster, van Surinamen naar Amsterdam, hetwelk aldaar den 6 juni wegens bekomen lek binnengelopen is, na dat de lading gelost was om te repareren, afgekeurd en verkocht geworden. (opm: zie ook RC 230920)
De lading was overgescheept in de MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart, en SARA MARIA, kapt. P. Bostijn, welke eerste bereids den 22 juli naar Amsterdam vertrokken was.
Rotterdamsche Courant 08 september 1821114
Amsterdam, 6 september. He schip SARA MARIA, kapt. P. Bostijn, zou, volgens berichten van Curaçao tot den 10 juli, nog in die maand van daar naar Amsterdam vertrekken.
RC 021021
Rotterdam, 1 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 28 september:
Den 26 is te Deal binnengelopen het schip MARIA, Sugden, van Batavia naar Antwerpen, en de volgende dag het schip ELISABETH OF ABERDEEN, van Batavia naar Rotterdam.
Op den 25 was op de hoogte van Dartmouth het schip SARA MARIA, Bostijn, van Curaçao naar Amsterdam.
Den 28 is te Lissabon binnengelopen het schip TRES IRMAOS, Steen, van Rio de Janeiro naar Antwerpen.
Rotterdamsche Courant 10 september 1822114
Amsterdam, 7 september. Volgens berigt van kapt. P. Bostijn, te Texel binnen, waren den 31 juli tegelijk met hem van Curaçao gezeild Zr.Ms. oorlogsbrik MERKUUR, kapitein De Kwartel, benevens de schepen de ZEEMEEUW, kapt. R.J. Bönning, ALMELO, kapt. R. Smit, MARIA ELISABETH, kapt. W. Swart, en MARIA JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), kapt. J.J. Bart, allen naar Amsterdam.