Inloggen
Gezagvoerder

Bost(E)Yn, Pieter

Naam: Bost(E)Yn, Pieter
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
SARA MARIA 1814 Fregat Sailing Vessel 16983 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Pieter Bostyn werd geboren te Amsterdam op 13 augustus 1790. Hij was ten tijde van de inschrijving ongehuwd. 003.

Pieter Bosteijn werd op 07 november 1804 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/1003).

Hij werd volgens doopcedule nr.970 gedoopt op 13 augustus 1790 (vermoedelijk) te Amsterdam. Zijn ouders waren Pieter Bosteijn uit Amsterdam, doopsgezind en Engelina van Bratten, afkomstig uit Rotterdam, gereformeerd. Ten tijde van de inschrijving was de vader overleden en de moeder woonachtig in de Wolvenstraat 17 te Amsterdam “doende gaaren en lintwinkel ...”.

Bij de inschrijving was Pieter 14 jaar en 5 voet/4 duim lang. Hij wordt op 5 december 1804 geplaatst in de 2de klasse van de school. Vanaf 01 januari 1805 wordt een driemaandelijkse rapportage over de vorderingen bijgehouden:

“1 jan 1805  3/m rappt  leert de tijdreekening ...

23 augt 1806  bij Do Rietveld ...

23 septb 1806   een prijs gehad Martinet Zeem.handboek ...

16 septb 1807  een prijs gehad Bougainvilles reisen en N.de Vries ...

16 decembr 1807  als ledemaat aangenomen (gereformeerd) ...

1 april 1808 3/m rappt oefent zich als stuurm.leerling op ‘s konings schip Rotterdamsche Handel Colonel Siccama ...

28 decbr 1808  ziek van boord terug

28 maart 1809  weder aan boord

14 febr 1810 opgekomen om examen als 3e stuurman te doen”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Bostijn was met vlagnummer 116 in de periode 1827 t/m 1828 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag”008.

Vlagnummer 4 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd in 1822 gegeven aan kapitein D.Spreeuw. Deze bedankte in datzelfde jaar waarop het direkt daarna werd toegekend aan kapitein P.Bostyn019.

P.Bostyn werd met nr.4 effectief lid van Zeemanshoop. Geen verdere bijzonderheden in het Inschrijfregister002.

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 20 september 1822 werd P.Bostyn aangenomen als effectief lid op voorspraak van kapitein Precht. Zijn vlagnummer en schip zijn niet vermeld. 023

 

P.Bostyn werd per 30 november 1825 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop Toegevoegd is “Naar Java vertrokken 1831”003

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1830 staat een brief vermeld van P.Bostyn, waarin hij het Bestuur om bijstand vraagt in het vinden van een baan. Het Bestuur reageert met de opmerking “vooralsnog geene gelegenheid (te hebben) hem hier ter stede een plaats als kapitein of stuurman te bezorgen.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 november 1830 staat: “Een brief van P.Bostijn kennisgevende dat hij bij de armade is geplaatst en uitstel verzoekt van zijn Contributie”. Bestuur wijst dit af.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 december 1830 staat vermeld: “Een Brief van kapt. P.Bostijn inhoudende kennisgeving waar hij geplaatst is bij de armade op de Rivieren.”Het Bestuur handhaafd het eerder genomen besluit maar kent hem wel een extra premie van f 50,- toe. Op 29 september 1831 verzoekt P.Bostijn om onderstand, waarna het Bestuur besluit deze zaak geheel over te laten aan de Commissarissen M.G.Biben, H.G.Bergveld ten einde zo mogelijk den Supliant naar eene koloniën te verwijderen, waartoe Hun Ed. een Crediet van hoogstens f 40,- wordt verleend.”. (dit betekent dat genoemde commissie vrijstaat een besluit te nemen, met een maximum van f 40,-.)042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 24 november 1831 staat een “Herhaalde aanvrage van het Effectief Lid P.Bostijn d. 24 dezer om geholpen te worden aan eenig bestaan. Er wordt na eenige deliberatie besloten dit verzoek aan te nemen voor Notificatie.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:

“Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden

      A.van den Abeele                          J.J.Lausen       Fr.P.Hoed

      N.Hensken                                                               O.Olferts                                                J.A.Zeylinga

      J.B.Frerichs                                                              P.J.Spilliard                                           J.Tholen

      P.Bostijn                                                                   P.Rolff                                                   F.A.Bunnemeijer

      J.Boelen Jz                                                                J.E.Beckman                                        O.R.Engelman

      J.Stoffers                                                                  J.Hartwijk                                             J.G.Bart

      H.H.Zeijlstra                                                            J.Y v.d.Zweep                                      W.H.Boon

hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 17 mei 1832 staat dat het bestuur aan kapitein P.Bostijn uitstel van betaling toe staat voor 3 maanden.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 juni 1832 wordt gemeld het bedanken voor het lidmaatschap van kapitein P.Bostijn, vlagnummer 4. 042.

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 05 november 1823 wordt vermeld: “Is gelezen een brief van den Kapit. P.Bosteijn kennis gevende van zijn aanstaande vertrek: de Vergadering vaarwel zeggende, en zig in dezelver vriendschap aanbevelende”023.

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                      type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

           4                        1825-1828                 fregat               Sara Maria                                            Wunderly en Co

                                      1829-1831                 geen opgave van schip en boekhouder

 

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Pieter Bostijn als gezagvoerder van de:

“Sara Maria”, dd 12 april 1820; 02 april 1821; 17 oktober 1821; 08 november 1822; 27 oktober 1823 en 13 september 1824.

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 16 september 1820114

Amsterdam, 14 september. Volgens de laatste berichten van Curaçao is het fregat de VROUW JEANNE, kapt. G. Coster, van Surinamen naar Amsterdam, hetwelk aldaar den 6 juni wegens bekomen lek binnengelopen is, na dat de lading gelost was om te repareren, afgekeurd en verkocht geworden. (opm: zie ook RC 230920)

De lading was overgescheept in de MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart, en SARA MARIA, kapt. P. Bostijn, welke eerste bereids den 22 juli naar Amsterdam vertrokken was.

 

Rotterdamsche Courant 08 september 1821114

Amsterdam, 6 september. He schip SARA MARIA, kapt. P. Bostijn, zou, volgens berichten van Curaçao tot den 10 juli, nog in die maand van daar naar Amsterdam vertrekken.

 

RC 021021

Rotterdam, 1 oktober. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 28 september:

Den 26 is te Deal binnengelopen het schip MARIA, Sugden, van Batavia naar Antwerpen, en de volgende dag het schip ELISABETH OF ABERDEEN, van Batavia naar Rotterdam.

Op den 25 was op de hoogte van Dartmouth het schip SARA MARIA, Bostijn, van Curaçao naar Amsterdam.

Den 28 is te Lissabon binnengelopen het schip TRES IRMAOS, Steen, van Rio de Janeiro naar Antwerpen.

Rotterdamsche Courant 10 september 1822114

Amsterdam, 7 september. Volgens berigt van kapt. P. Bostijn, te Texel binnen, waren den 31 juli tegelijk met hem van Curaçao gezeild Zr.Ms. oorlogsbrik MERKUUR, kapitein De Kwartel, benevens de schepen de ZEEMEEUW, kapt. R.J. Bönning, ALMELO, kapt. R. Smit, MARIA ELISABETH, kapt. W. Swart, en MARIA JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), kapt. J.J. Bart, allen naar Amsterdam.