Familiegegevens en opleiding
Tjalling Doijes Wolthuis werd gedoopt op 13 maart 1801 in de Martinikerk te Groningen als zoon van de schipper Doije Klaassens Wolthuis en Anna Tjalling.
Tjalling trrouwde op 05 oktober 1837 te Groningen als schipper met Klaassien Spelde, gedoopt op 28 februari 1808 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Hindrik Willems Spelde en Jantje Willems (Boswijk). Klaassien overleed op 04 juli 1844 te Brussel, 36 jaar.
Tjalling hertrouwde op 06 juli 1848 te Groningen als schipper met Anna Poortman, gedoopt op 27 mei 1810 te Groningen als dochter van de koopman Jan Poortman en Janna Cornelius. Anna overleed op 08 mei 1856 te Groningen, 45 jaar.
Tjalling Doijes overleed op 10 augustus 1868 te Groningen, 67 jaar, touwslager, weduwnaar.
Burgerlijke Stand gegevens vermelden Tjalling Wolthuis als schipper in 1837.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.D.Wolthuis was effectuef lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 9 in de periode 1847 t/m 1851.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.D.Wolthuis als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1851 van de tjalk “(Vrouw) Klaziena”, gebouwd in 1843 te Martenshoek, 66 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar(?) vanuit Groningen. Het schip voer in 1852 voor kapitein/eigenaar H.J.Olthoff te Leek en was herdoopt in “Abeldina”.
De ledenlijsten van de Groninger Eendracht verrmeld in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart van 1847 t/m 1851 geven kapitein T.D. Wolthuis met vlagnummer 9 bevelhebber van de “Klazina”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.J.Olthoff als gezagvoerder gedurende:
* 1844 t/m 1851 van de tjalk “Abeldina”, ex Hendrika, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld , 56 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar te Leek;
* 1852 t/m 1863 van de tjalk “Abeldina”, ex Vrouw Clasina(Klaziena), gebouwd in 1843 te Martenshoek, 66 ton o.m., varend als kapitei/eigenaar te Leek. Het schip voer in 1864 voor kapitein/eigenaar M.E.van der Veen te Harlingen en was herdoopt in “Martha”.
Bouma025 vermeldt een kapitein H.Olthof (met één f) van 1846 t/m 1854 als gezagvoerder/eigenaar van de tjalk “Alberdina”, gebouwd in 1828 te Veendam, 56 ton o.m., varend vanuit Leek. Ik heb het vermoeden dat het hier om hetzelfde schip gaat als de hiervoor genoemde “Abeldina”. Bouwjaar en tonnage kloppen en de kapiteinsnaam plus thuishaven zijn vrijwel identiek.
Overige bijzonderheden
“Gistermorgen is Harm Olthof ingekomen … “ (i.c.18 juli 1858 te Newcastle)
Uit een brief van Jacob Harms Waterborg – zie aldaar. dd. 19 juli 1858. Internetgegeven verkregen via de heer Mast te Delfzijl092
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.E.van der Veen werd (vermoedelijk) per 01 juli 1851 met vlagnummer H31 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Vrouwe Anskje", de kapitein als boekhouder. De contributie werd betaald door zijn vrouw Anskje Foekes, geboren 04 januari 1812. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 5 kinderen: Sietsche (02 december 1837), Jansje (26 mei 1840), Lieuwkje (30 augustus 1843), Foekje (22 maart 1847) en Klaske (26 februari 1849)028-fol.031.
Hij was met vlagnummer H31 lid van het College in de periode 1851-1866034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H34 1845-1856 tjalk Vrouwe Anske kap/eigenaar, Harlingen
1857 kof Ebenhaëzer (ex Catharina Maria,
ex Drie Gebroeders Sikkens) Zeilmaker & Co, Harlingen
met schade Lowestoft binnen en verkocht
1858-1859 kof Neptunus Zeilmaker & Co, Harlingen
februari bij Kullenberg (Kopenhagen) gestrand en wrak
1863-1864 tjalk Martha (ex Abeldina, ex Vrouw Clasina) kap/eigenaar, Harlingen
Bouma025 vermeldt M.E.v/d Veen als gezagvoerder gedurende:
* 1846 t/m 1856 van de tjalk “Vrouw Anske”, gebouwd in 1839 te Gorredijk, 50 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen. Het schip voer in 1857 voor kapitein/eigenaar J.Hamstra te Wartena en was herdoopt in “Jonge Pieter”;
* 1857 van de kof “Ebenhaezer” ex Catharina Maria, ex Drie Gebroeders Sikkens, gebouwd in 1851 te Martenshoek, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip kwam, op reis van Danzig naar Londen, te Lowenstoft met schade binnen en werd verkocht;
* 1858 t/m 1860 van de kof “Neptunus”, gebouwd in 1851 te Hoogezand, 62 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in februari 1860 bij Kullenberg (bij Kopenhagen) gestrand en wrak geraakt;
* 1864 van de tjalk “Martha”, ex Abeldina, ex Vrouw Clasina, gebouwd in 1843 te Martenshoek, 66 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant van 21 maart 1853 staat in de rubriek Schepen, welke alhier zijn uitgegaan het volgende096:
“26 Maart M.E.v.d. Veen, Vrouw Anske, Kaas, etc. Engeland.”
Menne Engels van der Veen (30 jaar, gage f 26,- per maand) monsterde op 06 september 1838 te Delfzijl aan als stuurman op de smak “Vrouw Gezina” onder kapitein Jan Harms Mulder. Het schip vertrok op 15 oktober 1838 van Dantzig naar Edam, liep op 19 oktober 1838 vol water en ging verloren c. 8 mijl van Rixhoft op de Pruisische kust, iets ten ooesten van het tegenwoordige Ustka in Polen. De vier drenkelingen werden door het schip “Richardt” gered en in Pillau aan land gezet.083.