1814
Op 14-03-1814 wordt voor de JONGE SYBRAND door J. Witteveen uit Dokkum een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Schut
LCO 130514
Tessel den 8 en 9 dezer zijn in zee gezeild, de Jonge Sybrand, Kapt. P. Schut; naar Liverpool
1815
Geen scheepvaart berichten gevonden
1816
Op 01-02-1816 wordt voor de JONGE SYBRAND door J. Witteveen uit Dokkum een zeebrief aangevraagd voor kapt. Pieter Schut.
LCO 250316
Te Vlissingen is lek binnen gelopen het Schip de Jonge Sybrand, Kapt, P.Schut, van Antwerpen naar Rouen.
LCO 221116
Van Elseneur wordt van den 9 November gemeld dat de wind, den 7 dito naar het Westen geloopen zijnde, alle de Schepen naar de Oostzee gedestineerd, wegens contrarie wind buiten het Kaneel ten anker Iagen , vertrokken waren , waaronder de Nederlandsche Schepen de Jonge Sybrand Kapt. P. Schut, van Rouen naar Petersburg, en de Jonge Lodewijk Kapt. J.J. Duintjer, van hier naar de Oostzee.
1817
Geen scheepvaart berichten gevonden
1818
LC 190518
Advertentie. Men presenteert ten overstaan van de openbare notaris J. Ruardi publiek aan de meestbiedenden te verkopen: een welbezeild en in den jare 1810 nieuw uitgehaald Kofschip, genaamd de JONGE SYBRAND, laatst gevoerd geweest bij kapt. P. Schut, thans liggende in de Lemmer, lang over zijn steven 85 voet, wijd over zijn berghouten 21 voet 2 duim, en hol onder de voorste balk van de luiken 9 voet , alles Amsterdamse maat, ladende ongeveer 80 rogge-lasten, en zulks met zeil en treil, ankers en touwen, staand en lopend wand, kajuits-, koks- en bootsmansgoed, etc, alles breder bij billetten en inventaris omschreven. Wie hier aan gadinge maakt, kome op vrijdag den 12 juni 1818, des nademiddags ten één ure, bij de beschrijving, en des avonds ten zes uren bij de finale palmslag, telkens ten huize van T.A. Teitsma, kastelein in het Heeren Logement in de Lemmer, en kope op conditiën, als dan voor te lezen, welke intussen ten kantore van de notaris Witteveen in de Lemmer kunnen worden gezien.
1819
Op 01-03-1819 wordt voor de JONGE SYBRAND door J. Witteveen uit Dokkum een zeebrief aangevraagd voor kapt. Reindert Foppes Mellema
1820
Op 19-04-1820 wordt voor de JONGE SYBRAND door J. Witteveen uit Dokkum een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Reindert Foppes Mellema
1821
Op 26-04-1821 wordt voor de JONGE SYBRAND door J. Witteveen uit Dokkum een zeebrief aangevraagd voor kapt. Reindert Foppes Mellema
RC 280621
Amsterdam, 26 juni. Te Genua is gearriveerd J.F. Spiegelberg (opm: brik ANNA PAULOWNA) van Amsterdam, in 24 dagen; dezelve was den 9e dag na deszelfs vertrek uit Texel reeds de Straat van Gibraltar gepasseerd; te Bilbao R.F. Mellema, van Amsterdam in 14 dagen.
RC 061021
Rotterdam, 5 oktober.en, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen MATHILDA, S. Whiley, van Londen; MARGARETH, B. Smith, van Boston; DUNDAS, P. le Geijt, van Jerseij; de EENDRAGT, G.A. Nieuwveen, van Hamburg; CLARA MARGARETHA, P.D. Dik, en de FANCEY, T. Cubitt, van Liverpool; de MARIE, J. Sugden, van Batavia; de MARIA, J. Lovgreen, en LOUISE WILHELMINE, J. Lovgreen, van Liverpool; de VROUW ENGELINA, H.T. de Jongh, van Noirmontier; de DOVE, B.J. Pierce, van Monte-Video; de FALCON, T. Paine, en de ISIS, J. Woodburg, van de Havana; JEANNETTE JOSEPHINE, B. Ellies, van Port-au-Prince; de drie laatste moeten quarantaine houden; COMMERCIAL PACKET, T.N. Collins, van Londen; de VROUW JANE (opm: smak VROUW JANNA), A.H. Breeland, van Bordeaux; de JONGE SIJBRANT, R.F. Mellema, van Bilbao, de WILLIAM, N. Pierre, van de Havana; de laatste moet quarantaine houden. Nog is alhier ter rede gekomen NEPTHUNES, C. van der Mussele, naar Bilbao gedestineerd.
1822
RC 130422
Rotterdam, 12 april. Van Vlissingen wordt den 9 gemeld:Sedert onze laatste is van onze rede naar zee gezeild JOHANNA CORNELIA, A. Zeeuwen, van Rotterdam naar Duinkerken gedestineerd; van Antwerpen zijn gezeild de OOSTERSTAR, J. Molker, naar Bordeaux; NEPTUNES, W.A. Bakker, de MARIA, J.S. Croon, STAD EN LANDE, T.T. Dijkstra, de VREDE, J.J. Greeven, MARIA JOHANNA ELISABETH, H.G. Boekhout, JOHANNA HAZINA, D.T. de Jonge, de JONGE SIJBRAND, R.T. Mellema (opm: kof JONGE SYBRAND, kapt. Reinder Foppes Mellema), en de VROUW MARTHA, D.R. van Wijk, naar Londen
Op 15-08-1822 wordt voor de JONGE SYBRAND door J. Witteveen uit Dokkum een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Reindert Foppes Mellema
RC 021122
Amsterdam, 31 oktober. Het schip de JONGE SIJBRAND (opm: kof JONGE SYBRAND), kapt. R.F. Mellema, van Amsterdam naar Marseille, is, volgens brief van Lissabon van den 9 oktober, aldaar ontramponeerd binnengelopen, na op de hoogte van Port-á-Port (opm: Oporto) acht dagen zware stormen doorgestaan en de grote mast met deszelfs toebehoren gekapt te hebben; enige goederen zouden uit hoofde van zware beschadigdheid verkocht moeten worden.
1823
DC 200523
Vlissingen, 8 mei. Den 13 dito.Van quarantaine zijn ontslagen en naar Antwerpen vertrokken de schepen de NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Dominé (opm: K.L. Domeni), van Cette, met wijn en brandewijn; de JONGE SYBRAND (opm: kof), kapt. R.L. Mellema, van Marseille, met stukgoederen.
DC 271123
Vlissingen, 22 november.
Van den 18 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen
AURORA (opm: kof), kapt. S.J. Brouwer, van Londen met ballast; de VROUW GRIETJE (opm: schoener), kapt. H. Hansen, van Malaga met wijn en fruit; MARIA CATHARINA, kapt. H.J. Ricke, van Marseille met wijn en suiker; de MARIA, kapt. J. Zirik (opm: kapt. J. Zirck, thuishaven Gent), van Liverpool met klipzout; l’ESPÉRANCE (opm: pleit, thuishaven Mechelen), kapt. A. van Geijt, van Londen met stukgoederen; ANGERSTEN, kapt. R. Thompson, van Rio de Janeiro met koffie enz; MERCURY, kapt. P. Pearce, van Bahia met suiker en koffie; HENDRIENA JOHANNA (opm: kof), kapt. H.G. Jonker, van Jersey met stukgoederen; de JONGE SYBRAND (opm: kof), kapt. R.F. Mellema, van Bordeaux met wijn en stukgoederen
1824
RC 190224
Rotterdam, 18 februari.
Den 18 des morgens zeilden uit de Maas de schepen de GOEDE VERWACHTING, kapt. T.J. Nuisker, naar Bordeaux, JOHANNA, kapt. H.F. Mulder, en VROUW CATHARINA, kapt. J.J. Mijs, beide naar Hull, en de JONGE SIJBRAND, kapt. R.F. Mellema, naar Leith.
DC 020924
Vlissingen, 28 augustus. Den 26 en 27 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen FREDERICH WILHELM, kapt. J.F. Neuman, van Riga, met raap- en lijnzaad; ANTWERPEN, kapt. H.C. Schut, met stukgoederen; de JUFVROUW ALIDA, kapt. L.K. Tiktak, en de JONGE SYBRAND, kapt. R.P. Mellema, beide met potash.
1825
Op 27-05-1825 wordt voor de JONGE SYBRAND door J. Witteveen uit Dokkum een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Reindert Foppes Mellema
AC 130625 Texel, 10 juni. De wind oostelijk. Stil. Niets binnengekomen.Uitgezeild:SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, naar Suriname; WILLIAM, kapt. J. Ellis, naar New York; WABASH, kapt. J.M. Lay, naar Baltimore; EIGHT SONS, kapt. J. Low, naar Boston; JONGE SIJBRAND, kapt. B.J. Mellema, naar Kadix.
DC 291125
Vlissingen, 22 november. Van den 19 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen:
BETHELL, kapt. Th. Hall, van Hull met koopmansgoederen; LE CHARLES, kapt. J.E. Beekman en CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, beide van Liverpool met klipzout; DE VROUW ALBERDINA, kapt. H.K. Rentes, van Havre-de-Grace met suiker; THE HIND, kapt. A. Boutelair, van Jersey met koffie enz.; de JONGE NICOLAAS, kapt. H. Peters, van Liverpool met klipzout en katoen; THE WILLIAM, kapt. S. Martin, van Boston en Salome met suiker en koffie; de JONGE CORNELIS, kapt. H.H. Koster, met klipzout en de TWEE BROEDERS, kapt. S.J. Brouwer, met klipzout en katoen, beide van Liverpool; de VROUW ELISABETH, kapt. C. van Gelderen, van Malaga met wijn en vruchten; NEVA, kapt. A. Barstou, van New York met suiker en kaneel; GEERTRUIDA, kapt. A.H. Busse, van Sevilla met wol; THE ANN, kapt. B.D. Studley, van New York met suiker, koffie en tabak; de JONGE SYBRAND, kapt. R.F. Mellema, van Kadix met wijn en wol en de MARIA, kapt. A. Vollemaire, van Bayonne met wol; de zes laatste schepen hebben visite van quarantaine gehad.
1826
DC 050126
Brielle, 2 januari. Den 3 dito.Gisteren avond zeilden in zee: ’s LANDS WELVAREN, kapt. A. Rietdijk naar Gibraltar en JANE, kapt. H. Haro(?) naar Rye. Heden zeilden naar zee: BRILLIANT, kapt. J. Wilson, naar Hull; JONGE SIBRAND, kapt. R.F. Mellema en CAROLINE, kapt. L. Soupat, beide naar Havre.
RC 150826
Amsterdam, 13 augustus. Scheepvaartberichten: Kapitein W. Groen, in Texel binnen, van Suriname, is den 16 juni van daar gezeild, ook zou den 30 dito van daar zeilen het schip DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, en medio juli het schip WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, beiden naar Amsterdam; voorts bericht hij, den 3 dezer, op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point), in goede staat zeilende, gepraaid te hebben een kof, van Amsterdam naar Bilbao, tonende de vlag van Zeemanshoop, met No. 160, zijnde die van kapt. R.F. Melleman, voerende het schip DE JONGE SIJBRAND.
1827
RC 100527
Amsterdam, 8 mei.De 29e der vorige maand is onder de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea) van Het Kanaal door een Texelse loodschipper gepraaid kapt. R.F. Mellema, voerende het schip DE JONGE SIJBRAND, van Malaga naar Lubeck en Stettin.
Op 15-12-1827 wordt voor de ANNA MARIA door Boolen & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. T.C. Reus
1828
AH 160428
Carga-lijsten: Amsterdam, 16 april.
DE HOOP, kapt. P. Haasnoot, van Lissabon;
CATHARINA, kapt. C. Bakker,
GEBROEDERS ZEYLSTRA, kapt. J.C. de Vries en
ANNA MARIA, kapt. T.C. Reus, van Bordeaux.
RC 310728
De 29e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis
DE VROUW ANNA, kapt. D.H. Buss, PALLAS, kapt. F.J. Luetjens, ANTHONIA, kapt. T. Bradhering, DE JONGE CATRINA, kapt. G. Schevennen, van Riga; ANNA MARIA, kapt. T.C. Reus, van Arendsburg;
RC 060928
Rotterdam, 5 september. De 4e dezer, des morgens, DE ONDERNEMING, kapt. M. Roderkerk, naar Libau; CHARLOTTA CHRISTINA, kapt. C.M. Holmberg, DIANA, kapt. J. Zonouw, MARIA, kapt. M.C. Peters en IRIS, kapt. D. Zimmerman, naar de Oostzee en ANNA MARIA, kapt. T.G. Reus, naar Leith.
RC 181128
Rotterdam, 17 november.De 14e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ANNA MARIA, kapt. T.C. Reus, DE VROUW PETRONELLA, kapt. W. Leeuwrick, van Bergen.
DC 181128
Dordrecht, 17 november. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen de JUFFER TITIA, kapt. D.G. Schuur, van Liverpool met klipzout; ANNA MARIA, kapt. T.C. Reus; AMAHA, kapt. J. Sirck; en de VROUW PETRONELLA, kapt. W. Leeuwrik, alle drie van Bergen met stokvis en traan
1829
AH 010929
Te Amsterdam in lading liggende schepen naar: Bordeaux: het kofschip ANNA MARIA, kapt. J.G. Burga.
Adres bij Jan Corver & Co.
Op 01-10-1829 wordt voor de ANNA MARIA door Boolen & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. S.G. Burga
1830
RC 110530
Rotterdam, 10 mei. De 6e dezer, des namiddags, arriveerden in de Maas ANNA MARIA, kapt. S.G. Burga, van Bordeaux.
RC 240830
Rotterdam, 23 augustus. De 22e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis AGATHA, kapt. J. de Jong en ENGELINA, kap. R.H. Bok, van Liverpool; CONCORDIA, kapt. J.J. Dyk en DE EEMSSTROOM, kapt. B.F. Meiske, van Riga; CONCORDIA, kapt. F.H. Eddes, van Archangel; DE NYVERHEID, kapt. P.H. Puister, van Bergen en ANNA MARIA, kapt. S.G. Burga, van Koningsbergen.
RC 141030
Rotterdam, 13 oktober. De 12e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis CATHARINA, kapt. H.H. Duintjer en PETRONELLA, kapt. A.R. Swaal, van Bergen; de 13e dezer, des morgens, zeilden JOHANNA MARIA, kapt. M. Salvesen, naar Drammen; DE VROUW NEELTJE, kapt. K. Parrel, naar de Oost Zee en ANNA MARIA, kapt. S.G. Burga, naar Perth.
1831
DC 220131
Hellevoetsluis, 19 januari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ANNA MARIA, kapt. S.G. Burgs van Bergen.
AH 210631
Vlie, 16 juni. Binnengekomen: ANNA MARIA, kapt. Borga, van Riga.
1832
AH 120332
Advertentie - Schepen in lading te Amsterdam: Naar Bordeaux. Het Nederlandse kofschip ANNA MARIA, kapt. Simon Gerrits Burga. Adres bij Jan Corver en Co.
Op 10-03-1832 wordt voor de ANNA MARIA door Boolen & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. S.G. Burga
Op 19-03-1832 wordt voor de ANNA MARIA door Boolen & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. L. Blok
AH 060432
Texel, 4 april. Vertrokken: GEZINA, kapt. C.P. Crook, naar Cadiz en Gibraltar; HARMANUS, kapt. H. van Veen, naar Bordeaux; ANNA MARIA, kapt. L. Blok, naar Bordeaux.
AH 061032
Texel, 4 oktober. Binnengekomen: ROSALIA, kapt. J. v.d. Oever, van Batavia; TWEE GEBROEDERS, kapt. H.J. Klein, van New York, na visitatie van de quarantaine ontslagen; ONDERNEMING, kapt. K. Hoek, voor wijlen C. Haasnoot, van Havanna, ligt in quarantaine; ANNA MARIA, kapt. L. Blok, van Bordeaux.
AH 241032
Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam: Naar Bordeaux. Het Nederlandse kofschip ANNA MARIA, kapt. Leendert Blok. Adres bij Jan Corver en Co.
AH 081132
Texel, 6 november.
Vertrokken: JOHANNA CAROLINA, kapt. P.S. Matzen, naar Demerary; JONGE JAN, kapt. S. v.d. Meulen, naar Londen; ANNA MARIA, kapt. L. Blok, naar Bordeaux.
1833
RC 100933
Rotterdam, 9 september. De 8e dezer, des avonds en de 9e, des morgens, zeilden uit de Maas DE HERSTELLING, kapt. L.J. Witkop, naar Bordeaux; MERKUUR, kapt. W. Harkema, naar Firth of Forth; DE ONDERNEMING, kapt. L.S. Gort, naar Hull; ANNA MARIA, kapt. L. Blok, naar Brest
1834
AH 080134
Bordeaux, 26 december 1833 Zeilklaar: ANNA MARIA, kapt. L. Blok naar Amsterdam.
RC 230134
Rotterdam, 22 januari. Volgens brief van kapt. L. Blok, voerende het schip ANNA MARIA, van Bordeaux naar Amsterdam, in dato Nantes de 11e dezer, was hij, na de 5e dito van Rouaan naar zee gezeild te zijn. Weinig tijd daarna, bij hevige storm uit het Z.Z.W. tot W.N.W., zwaar lek geworden; tot de 9e onder gestadig zwaar pompen bij de wind afgedreven zijnde, had men die namiddag op de hoogte van Belle-Isle een loods met een vaartuig en zes man tot assistentie aan boord gekregen en diezelfde avond de baai van Quiberon, met reeds 1 el 41 duim water in het schip, bereikt; na aldaar van nog 15 man tot hulp om te pompen voorzien te zijn geworden, had men de volgende ochtend het schip in de baai van Pouliguen op het strand gezet, om aldaar voorlopig te repareren, om in staat te worden naar Nantes op te zeilen en aldaar te lossen; het schip had onder en boven water veel geleden, in zonderheid aan de spijkerhuid, doch de lading scheen, zo verre men zien kon, nog in goede staat te zijn.
RC 010234
Rotterdam, 30 januari. Volgens brief van kapt. L. Blok, voerende het schip ANNA MARIA, van Bordeaux naar Amsterdam, in de baai van Pouliguen binnen, in dato 18e dezer, was het schip nog zwaar lek en werd voortdurend veel wijn gepompt. Hij hoopte, dat met het eerste springtij het water hoog genoeg zou zijn om naar Nantes op te zeilen, ten einde aldaar de lading te lossen, om zo mogelijk het schip te repareren.
AH 030334
Amsterdam, 1 maart.
Het enige Nederlands schip, hetwelk in 1833 in Brest is aangekomen, is de ANNA MARIA, van Amsterdam, kapt. Blok, met een lading kazen, zijnde die bodem met ballast naar Bordeaux vertrokken.
RC 050634
Rotterdam, 4 juni. Volgens brief van kapt. J. Barends, voerende het schip FREDERICA, van Oleron naar Texel, in dato Newhaven de 27e mei, was hij wegens harde wind aldaar binnengelopen. Het schip ANNA MARIA, kapt. L. Blok, van Bordeaux naar Amsterdam, te Nantes binnen, heeft de 25e mei van Palmboeuf de reis voortgezet.
AH 120634
Binnengekomen: Texel, 10 juni.
VROUW HENDRIKA, kapt. L.A. J. Boulet, van Passarouang; KOOPHANDEL, kapt. J.P. Karst, van Charleston; ANNA MARIA, kapt. L. Blok, van Bordeaux en Nantes
RC 190634
Advertentie. De houders der cognossementen over 40 balen kruidnagelen, gemerkt Klaverblad, 21 dito, gemerkt een ruit, waardoor een streep en 6 vaten vuurstenen, gemerkt C S, aangebracht van Nantes per het schip ANNA MARIA, kapt. L. Blok, gelieven zich aan te melden bij Kuyper, Van Dam en Smeer.
AH 190634
Carga-lijsten Amsterdam: AMSTERDAM, wijlen kapt. C.R. de Jong, van Batavia met koffie en koopmanschappen;
ANNA MARIA, kapt. L. Blok, van Bordeaux met wijn, cacao en nagelen.
AH 020734
Advertentie.H.J. Heysterman en J.H. Heyblom, makelaars, zullen op donderdag de 17e juli 1834, des avonds ten 6 ure precies, in het logement de Keizers Kroon, in de Kalverstraat, te Amsterdam, als last hebbende van hun meesters, ten overstaan van de heer D. Aeyelts, aan de meestbiedenden of hoogstmijnenden presenteren te verkopen circa 216 oxhoofden rode bordeaux wijn, waarbij onderscheiden gereputeerde merken, gewas 1833, zijnde een gedeelte van de beschadigde lading van het schip ANNA MARIA, kapt. L. Blok, van Bordeaux herwaarts aangebracht. Liggende alhier in ’s Rijks Entrepôt-Dok en aldaar daags vóór en op de verkoopdag te proeven.
AH 070734
Advertentie. Johann Jacob Freyrich, Robert Voute en J.J. Dupont Noordbeek, makelaars, presenteren als lasthebbende van hun principalen, op authorisarisatie van de rechtbank, op donderdag de 10e juli 1834, des avonds ten zes ure precies, ten huize van T. van Leeuwen, in de Brakke Grond, in de Nes, aan de meestbiedenden te verkopen 28 balen Caraques cacao, zo gezond als beschadigd, aangebracht met het schip ANNA MARIA, kapt. L. Blok, van Bordeaux. En dat bij kavelingen zo als die genummerd zijn, liggende in het entrepôt-dok, op het pakhuis Rio de Janeiro, 7e afdeling Z.Z. en aldaar op de verkoopdag te zien.
AH 170934
Advertentie. P. Lugt Jansz., G.J. Roland Holst, J. Corver, J.H.A. Balwé, H. Salm. J. de Rooy en J.J.A. Steenstrand, makelaars, zullen op maandag de 6e oktober 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het IJ, verkopen een extra ordinair welbezeild Nederlands kofschip, genaamd ANNA MARIA, gevoerd door kapt. L. Blok, volgens Nederlandse meetbrief lang 22 ellen 90 duimen en alzo groot 112 tonnen of 59 lasten. Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars.
AH 021034
Advertentie. P. Lugt Jansz., G.J. Roland Holst, J. Corver, J.H.A. Balwé, H. Salm, J. de Rooy en J.J.A. Steenstrand, makelaars, zullen op maandag de 6e oktober 1834, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het Y, verkopen: een extra ordinair welbezeild Nederlands kofschip, genaamd ANNA MARIA, gevoerd door kapt. L. Blok, volgens Nederlandse meetbrief lang 22 ellen 90 duimen, wijd 5 ellen 5 duimen, hol 2 ellen 18 duimen en alzo groot 112 tonnen of 59 lasten. Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars.
AH 081034
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op maandag 6 oktober 1834: het kofschip ANNA MARIA. NLG 9.500. In slag NLG 350. Koper H. Salm (opm: een makelaar)
Op 26-11-1834 wordt door de VOLHARDING door Boolen & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Wouter Leeuwrik
AH 161234
TEXEL, 14 December, Oost; Uitgezeild W. Leeuwrik , VOLHARDING, Marseille
1835
AH 140235
Binnengekomen: te Marseille, 2 februari. VOLHARDING, kapt. Leeuwrik, van Amsterdam.
RC 070735
Rotterdam, 6 juli. De 5e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis VOLHARDING, kapt. W. Leeuwrick, van Marseille.
AH 200835
Advertentie. Schepen in lading.Triest. Het Nederlands kofschip DE VOLHARDING, kapt. Wouter Leeuwrik. Adres bij Jan Corver en Comp.
Op 08-09-1835 wordt door de VOLHARDING door Boolen & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Wouter Leeuwrik
AH 191035
Uitgezeild: Texel, 17 oktober. DRIE GEBROEDERS, kapt. S.Y. Parma, naar Batavia; HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd, JONGE CORNELIS, kapt. K.T. van Sloten en ATALANTE, kapt. C. Meyer, naar Suriname, NEERLANDS TROUW, B.J. de Groot, naar Bordeaux; VOLHARDING, kapt. W. Leeuwrik, naar Triëst.
AH 091135
Het schip DE VOLHARDING, kapt. Wouter Leeuwrik, van Amsterdam naar Triëst, is de 31e oktober te Douvres binnengelopen.
RC 191135
Rotterdam, 18 november. Het schip DE VOLHARDING, kapt. W. Leeuwrik, van Amsterdam naar Triest, te Douvres binnen, heeft de 6e dezer de reis vervolgd.
1836
AH 060936
Het schip DE VOLHARDING, kapt. W. Leeuwrik, van Triëst naar Stettin, is de 27e augustus, door de loodsboot no.2, bij Bevezier gepraaid.
RC 080936
Rotterdam, 7 september. Het schip DE VOLHARDING, kapt. W. Leeuwrik, van Triëst naar Stettin, is de 27e augustus op de hoogte van Bevezier gepraaid
PGC 230936
Volgens brief van kapt. W. Leeuwerik, voerende het schip de VOLHARDING, van Triëst naar Stettin, in dato Wismar de 15e september, was hij, na de 12e dito bij hevige storm de grote mast verloren en andere schade bekomen te hebben, aldaar binnengelopen.
1837
RC 180437
Rotterdam, 17 april. Den 16 dezer arriveerden te Helvoetsluis HOOP EN VERWACHTING, K.K. de Boer, van Bordeaux, VOLHARDING, W. Leeuwrik, van Stettin (opm: Szczecin).
AH 230637
(20628) J. SALM, G. J. ROLANDHOLST, A. VAN DER SLUIS, J. CORVER, J. H.A BALWÉ, A. SALM, B. D. BOSSCHER, C. AMENT en J. H. LUGT, Makelaars, zullen op Maandag den 3 Juli 1837, des avonds ten zes ure, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen : Een extraordinair welbezeild KOFSCHIP, genaamd VOLHARDING, gevoerd door kaptein Wouter Leeuwrik ; volgens Nederlandschen meetbrief lang 22 ellen 90 duimen, wijd 5 el 5 duimen, hol 2 el 18 duimen, en alzoo groot 112 tonnen of 59 Lasten. Breder bij den Inventaris en bericht bij bovengemelde Makelaars. Zijnde dit Schip inmiddels uit de hand te koop.
AH 050737
Verkoping der Schepen. In de Nieuwe Stads-Herberg , aan het IJ. Maandag 3 Juli 1837. Het welbezeild Kofschip de Volharding, Kapt. Wouter Leeuwrik., fl 9700. in slag fl 100 Opgehouden.
1838