Familiegegevens en opleiding
Florentius Theodorus Verster werd geboren te Semarang op 04 september 1808.
Hij was gehuwd met Debora Johanna van der Niepoort, geboren te Amsterdam op 29 juli 1808.
Florentius overleed in 1856. Bij zijn overlijden wordt wageningen als woonplaats genoemd.003 en 118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.T.Verster werd met vlagnummer 417 per 26 juni 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.B.Lutjens. Als zijn schip werd genoemd de “Nehalennia”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving waren de man en de vrouw beiden 21 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 19/26 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Floris Theodoris Verster, oud 30 jaar, Luitenant ter Zee, voerend het schip “Nehallenia”, wonende op de Singel bij de Torensteeg 153 te Amsterdam ten huize van de heer G.Meynts, op voordracht van kapitein D.Boes Lutjens. Hij kreeg vlagnummer 417023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 27 juni 1842.003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dde 26 oktober 1848 wordt een brief vermeld van F.T.Verster: :
“Luitenant ter Zee 1e klasse berigtende in actieve dienst te zijn geplaatst, verzoekende in zijne regten als Effectief lid en voortdurende deelnemer te mogen blijven.” Het Bestuur gaat accoord met inachtneming van artikel 57 van het Reglement.
(Dit artikel regelt de uitkering bij overlijden. Overlijden door oorlogshandelingen doet het recht op uitkering vervallen).
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 juli 1856 staat een verzoek om een uitkering van de weduwe kapitein F.T.Verster geb. J. van der Niepoort voor haar en 2 kinderen, die haar in de vergadering van 04 september 1856 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1856.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd. 29 maart 1860 meldt de heer M.J.G.H. van den Niepoort het overlijden van de wed. F.T.Verster, geb. van den Niepoort en vraagt om een uitkering voor zijn pupil, hetgeen wordt toegestaan.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 november 1848 komt een brief ter sprake van Luitenant ter Zee 1ste Klasse en effectief lid F.T.Verster “ … berigtende in actieve dienst te zijn overgegaan en verzoekende in zijn regten als effectief lid en voortdurende deelname te mogen blijven.” Dit is toegestaan mits hij de statutair verplichte hogere contributie betaald.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 16 september 1856 wordt melding gemaakt van de toekenning van een uitkering per 01 augustus 1856 aan de weduwe F.T.Verster voor haar en 2 kinderen.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 17 april 1860 staat een “Brief van den Heer M.J.G.H.van der Niepoort als voogd over A.F.G.Verster berigtende het overlijden van de Wed. F.T.Verster geb. van der Niepoort en verzoekende uitkeering voor genoemde zijn pupil welk verzoek is toegestaan.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
417 1838-1843 fregat Nehalennia B.D.Bosscher
1844 geen vermelding van schip en boekhouder
1845 fregat Sara Johanna G.Nolthenius & Luden & van Geuns
1846-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
155 1854-1855 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt F.T.Verster als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1844 van het 3/mschip “Nehalennia”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam;
* 1845 t/m 1846 van het fregat “Sara Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 780 ton o.m., varend voor G.Nolthenius en de kapitein zelf te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Dirk Janse Bart werd geboren te Amsterdam op 26 februari 1805 als zoon van Jan Bart en Jansje Blaaukuip. In het Bevolkingsregister 1850 van Amsterdam staat als zijn adres Haarlemerdijk 127, religie doopsgezind. Als een ander adres wordt Oude Waal nr. 24 genoemd en daarbij wordt als zijn religie Nederduits Hervormd opgegeven.098
Hij huwde op 07 maart 1839 te Amsterdam als koopvaardijkapitein, 34 jaar, met Eleonora Busselman, geboren te Amsterdam op 04 juni 1815, namiddags 05 uur op de Haarlemmerdijk als dochter van Claas Busselman en Eleonora Waterfelds. Zij overleed te Amsterdam op 01 maart 1881 namiddags 01 uur op de Lindengracht 71, 64 jaar
Van Dirk Jansz is te Amsterdam een overlijdensakte dd 20 maart 1854 waarin een extract uit het Journaal van het schip “Nehallenia” met de vermelding dat hij is overleden op 26 december 1852 om 01 uur namiddags aan boord, 47 jaar, op reis van Liverpool naar Sydney in de Noorder Atlantische Oceaan.
Algemeen Handelsblad 28 januari 1853
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.J.Bart werd met nr.412 effectief lid van Zeemanshoop per 17 maart 1835 op voorspraak van S.van Duijn. Zijn schip was de “Maria Jacoba”002.
In de Algemene Vergaderingen van 10/17 maart 1835 werd voorgedragen/benoemd Dirk Jans Bart, oud 30 jaar, voerend de kof “Johanna Jacoba”, wonende op de Bikkersgracht nr. 55 boven te Amsterdam, op voordracht van kapitein S. van Duijn023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 01 mei 1844003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 februari 1853 staat een verzoek van Eleonora Busselman, de weduwe van kapitein Dirk Jans Bart om een uitkering, die hem in de vergadering van 24 februari 1853 wordt toegekend aan haar en 4 kinderen ingaande 01 februari 1853.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 13 januari 1857 vraagt de wed. D.J.Bart om een voorschot op haar uitkering, hetgeen wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 08 maart 1853 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein D.J.Bart een uitkering is toegekend per 01 februari 1853 voor haar en 4 kinderen.023..
De schepen van de kapitein
Vermelding in Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
412 1835 kof Johanna Jacoba geen opgave
299 1836-1843 brik Maria Jacoba Buijs, de Bordes en Jordan
1844-1852 fregat Nehalennia B.D.Bosscher
Bouma01 vermeldt D.J.Bart als gezagvoerder gedurende:
* 1836 t/m 1837 op de kof “Johanna Jacoba”, gebouwd in 1831 te Amsterdam, 120 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Kofschipreederij te Amsterdam;
* 1838 t/m 1844 op de brik Maria & Jacoba”, gebouwd in 1812, 150 ton o.m., varend voor Buys, de Bordes & Jordan te Amsterdam. Het schip werd in 1844 verkocht;
* 1854 t/m 1853 (moet zijn 1852) op het fregat “Nehalennia”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 800 ton, varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Dirk Jans Bart en wel op de:
“Anna Jacoba” op 09 maart 1835, 24 oktober 1835, 26 april 1836, 17 oktober 1836,
“Maria Jacoba”, op 14 augustus 1837, 21 maart 1838, 13 septemberr 1838.
Overige bijzonderheden
Op 13 april 1841 monsterde G.J.de Roever aan als kajuitwachter op de brik “Maria Jacoba” onder kapitein D.J.Bart. Op die reis zouden 13 passagiers meegaan. Het schip onderhield een geregelde dienst tussen Amsterdam en West-Indië en wel op de havens La Guaira, Puerto Cabello en Curacao. Tussen april 1841 en december 1843 maakte het schip 6 reizen, waarna het schip voor de sloop werd verkocht.
Uit: “Eenige voorvallen uit mijn zeemansloopbaan” door J.C.de Roever in Ons Zeewezen, juli 1933, p.255.073.
In het dagboek van Johan Gerrit de Roever (1841-1878) wordt verslag gedaan van zijn reizen. Dit dagboek is in bezit van mevr. J.H.A.de Graaf-de Roever, Ravellaan 20, Heemstede terwijl een transcriptie zich bevindt bij de Vereniging Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn072.
In onderstaande 6 reizen voer de Roever op de brik “Maria en Jacoba” onder gezag van kapitein D.J.Bart
Amsterdam - La Guaira (Venezuela) - Pto Cabello (Venezuela) - Curacao - La Guaira - Pto Cabello - Amsterdam
13 april - 11 september 1841. Kajuitsjongen, 16 jaar.
Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam
25 december 1841 - 30 maart 1842. Kajuitsjongen, 17 jaar.
Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam
26 april - 02 september 1842. Kajuitsjongen, 17 jaar.
Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam
02 september 1842 - 24 januari 1843. Kajuitsjongen, 17 jaar.
Amsterdam - La Guaira - Pto Cabello - Curacao - Amsterdam
03 maart - 18 juli 1843. Kajuitsjongen, 18 jaar.
Amsterdam - La Guaira - Curacao - Amsterdam.
18 juli - 23 december 1843. Kajuitjongen, 18 jaar
Schip verkocht en gesloopt.
In het dagboek van Johannes Gerrit de Roever073 komt een verwijzing voor naar kapitein Bart, toen lichtmatroos de Roever voer op de “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.J.Jaski op een reis van Amsterdam naar Java en terug van 28 april 1845 t/m 12 april 1846:
“ … passeerden den 10de (juli 1845) de Linie en praaiden den 24ste (juli 1845) het Ned. Fregatschip Nehalennia,
Kapitein D.J.Bart, zijnde mijn oom met wien ik de 6 eerste reizen gemaakt had … onze reis van Nieuwediep was heden 62 dagen en die van de Nehalennia 53 … “.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van werden als honorair lid voorgedragen benoemd L.Staal, koopvaardijkapitein, wonend in de Buiten Bantammerstraat, op verzoek van J.A. de Haas en op voordracht van de Secretaris023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt L.Staal als gezagvoerder gedurende:
- * 1854 van het 3/mschip “Nehalennia”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam;
* 1855 van de brik “Carolina”, gebouwd in 1850 te Pr.Edw.Isl., 192 ton o.m., varend voor J.F.P.A.Abbema te Amsterdam;
- * 1859 t/m 1860 van de sloep “Anna” ex Davids, gebouwd in 1832 te Likekilns, 51 ton o.m., varend voor H.de Wit v/d Hoop te Rotterdam. Het schip werd in 1860 verbouwd tot de 2/msch. “Anna Maria” en voer voor Anes & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Rutger Grivel werd geboren te Amsterdam op 17 april 1818 als zoon van Henry Grivel en Antje Coenradi. Hij is de broer van kapitein Henry Grivel. De familie is van Zwitserse oorsprong
Hij trouwde met Maria Dorothea Grim, geboren te Vreeland op 13 maart 1817 als dochter van de gezagvoerder Daniel Grim en Jannetje Loopeker. Zij overleed 20 februari 1857. Rutger was een zwager van de koopvaardijkapitein Jan Albertus Keeman (zie aldaar) die met dochter Jannetje van het echtpaar Grim/Loopker was getrouwd
Hij overleed op 14 oktober 1861 in het Kanaal van Formosa
Ontleend aan www.grivel.net
De lijn van Rutger loopt verder via Daniël Grivel en Johanna Petronella Akkenaar → Emile Charles Grivel en Theodora Hendrika Muller → Albert Grivel en Maria Margaretha van der Beemt → Eric en Theo Grivel.
Maria Grivel-van der Beemt, Eric en Theo zijn de meest directe nazaten.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.Grivel werd met nr.813 lid van Zeemanshoop per 23 april 1850 op voorspraak van (zijn schoonvader) D.Grim. Zijn schip was de "Rembrandt van Rhijn"002. Ten tijde van de inschrijving was Grivel 32 jaar. Toegevoegd is “bedankt” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 16/23 april 1850 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Rutger Grivel, oud 32 jaar, “zullende voeren het Barkschip Rembrandt van Rhijn”, wonend op de Haarlemmerdijk bij de Wieringestraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.Grim.023.
R.Grivel werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 08 januari 1856 en bedankte in 1860003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
813 1850-1853 bark Rembrandt van Rhijn Toe Laer & Co te A’dam
424 1854-1857 fregat Nehalennia B.P.Boscher te A’dam
1858-1859 geen vermelding van schip en boekhouder
1860 3/m sch. Cito H.J.E.Hekman te A’dam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
R.Grivel Cito 20 september 1860 09 april 1862
Bouma025 vermeldt R.Grivel als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1854 van de bark “Rembrandt van Rhijn”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 344 ton o.m., varend voor R.R.Toelaer & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1858 van het 3/m schip “Nehalennia”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.D.Bosscher te Amsterdam. Het schip werd in 1858 gesloopt;
* 1859 van het 3/m schip “Agneta”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 691 ton o.m., varend voor C.F.Kopersmit & C.J.W.ter Meulen te Amsterdam;
* 1860 t/m 1861 van de 3-mastchoener “Cito”, ex Anna, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 327 ton o.m., varend voor H.J.E.Hekman te Amsterdam. Het schip werd in April 1862 vermist.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was R. Grivel, van het fregat “Nehallenia”.104
NRC 08 juli 1850
Advertentie. Te Amsterdam ligt in lading naar Batavia, Samarang en Sourabaya om ten spoedigste te vertrekken het nieuw gebouwd gekoperd barkschip REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. R. Grivel, te bevragen bij de cargadoors Hoyman & Schuurman te Amsterdam.
NRC 21 augustus 1851
Rotterdam, 20 augustus. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende drie schepen, als:
Voor Amsterdam: VIER GEBROEDERS, kapt. M. de Wijn, en REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. R. Grivel.
Voor Rotterdam: VLASHANDEL, kapt. N.T. Hoek.
NRC 16 april 1852
Batavia, 26 februari. In de nacht van 25 op 26 oktober 1851 is het Nederlands schip REMBRANDT VAN RHIJN, kapt. Grivel, met donker weder in het Engels kanaal tegen een schoener aangezeild, waarvan men, niettegenstaande genoemd schip dadelijk is bijgedraaid, niets meer heeft gezien. De REMBRANDT VAN RHIJN had de kluiverboom verloren en enige andere mindere schade bekomen. Twee schepelingen van de schoener werden opgevist, slepende aan einden touw achter het schip. Volgens mededeling der geredde schepelingen was het aangezeilde vaartuig de Engelse schoener PROVIDENCE, kapt. Pirer, groot 80 ton, van Port à Port naar Londen bestemd, bemand met vijf man. De twee geredde Engelse matrozen zijn mede naar Batavia genomen.
NRC 24 januari 1854
Amsterdam, 23 januari. Lijst van schepen op de onderstaande plaatsen liggende of ingevroren, alle herwaarts gedestineerd.
In het Nieuwe Diep:…. NEHALENNIA, …. allen van Batavia; …
|