1964-02-07: |
NvhN 07-02-1964: Zand in scheepsmotor van de coaster VELOX gevonden. Verdachte kok vrijgesproken. (Van een onzer verslaggevers) De 31-jarige scheepskok J. W. van S. uit Leiden, gedetineerd sinds 21 oktober van het vorig jaar, is gisteren door de Rechtbank te Groningen vrijgesproken van de beschuldiging dat hij ruim anderhalf jaar geleden de hoofdmotor van de Groninger coaster Velox onbruikbaar zou hebben gemaakt door zand in hel sineerolieapparaat te werpen. De officier van justitie had vrijspraak geëist wegens onvoldoende bewijs en ook de raadsman had tot onmiddellijke invrijheidstelling van Van S. geconcludeerd. De Velox is van Beek's Scheepvaart Mij. te Groningen. Het zand in het smeerolie-apparaat was op 29 juni 1962 daar gevonden door de eerste machinist J. C. de R. (26) uit Vlissingen, toen het schip op de Theems in Engeland, te Greenwich, vlak voor Londen, aan de wal was gelegd. Het zand was afkomstig van een zandbak in de machinekamer. „Als er zand via de olieleidingen in de cilinders komt dan is de schade niet meer te overzien", verklaarde de machinist, die als getuige werd gehoord. De kapitein was gewaarschuwd, Engelse politie was aan boord gekomen en de machinist had de kok aangewezen als mogelijk aanknopingspunt voor het onderzoek. De kok ontkende dat hij de dader was en zei dat hij niet meer in de machinekamer was geweest sinds de machinist het hem een week te voren had verboden. Machinist en kok konden het samen niet erg goed vinden en hadden al verschillende keren woorden met elkaar gehad. Zand in kleren: Maar in de hut en in de kleren die daar gelegen hadden, alsmede onder de nagels van de kok werd hetzelfde zand gevonden als in het smeerolieapparaat. Dat kwam van het aardappelen schillen en groenten schoonmaken, zei de kok. Merkwaardig genoeg, heeft de Engelse politie verzuimd het zand aan de aardappelen en groenten te onderzoeken. Dit laatste was voor de raadsman, mr. Buwalda, een van de vele hiaten in het bewijsmateriaal. Het zand in de kleren kan er best door iemand anders ingebracht zijn, meende hij. Het onderzoek aan boord is wel zeer summier geweest. Men is direct bij de kok begonnen omdat hij met de eerste machinist niet op goede voet stond. Maar lang niet iedereen aan boord is verhoord. Overigens is de motor van het schip niet eens onbruikbaar gemaakt, zo meende mr. Buwalda. Juridisch gezien, zou deze poging met zand trouwens niet strafbaar zijn geweest omdat het middel absoluut ondeugdelijk was: het zand zou door een rooster en een filter de cilinders niet kunnen bereiken, zei hij. Maar dit laatste werd door de machinist ontkend. Het verzoek van de raadsman tot onmiddellijke in vrijheidstelling werd na raadkamer door de Rechtbank ingewilligd. Het college. onmiddellijk uitspraak doende, sprak de kok vrij omdat het bewijs niet was geleverd.
NvhN 19-03-1964: Vrijgesprokene vraagt schadevergoeding. (Van een onzer verslaggevers) De Rechtbank te Groningen zal een verzoek tot schadevergoeding in behandeling nemen van de 31-jarige scheepskok J. W. van Slingerland. De heer Van Slingerland is op 6 februari van dit jaar vrijgesproken van de tenlastelegging dat hij geruime tijd geleden zand zou hebben geworpen in het smeerolieapparaat van de Groninger coaster Velox, toen het schip nabij Londen op de Theems lag. De heer Van Slingerland heeft tweemaal in voorlopige hechtenis gezeten. De tweede keer was het een groot aantal maanden. Hij verklaart, dat men hem nimmer heeft verzocht of hij beschikbaar zou willen blijven in verband met de behandeling van de tegen hem gerichte aanklacht. Als men hem dat had gevraagd, dat hij daar bevestigend op geantwoord, zo heeft de scheepskok gezegd. De heer Van Slingerland vraagt f 3500 smartegeld, f3OOO vergoeding va inkomstenderving (hij is enige keren zijn baan kwijt geraakt) en f 150 aan honorarium voor zijn verdediger.
Het Vrije Volk 19-03-1965: Vrijgesproken van sabotage na 108 dagen hechtenis. Scheepskok vraagt schadevergoeding. (Van een onzer verslaggevers) De scheepskok Jacobus Wilhelmus van Slingerland werd op 21 oktober 1963 in voorlopige hechtenis genomen, verdacht van sabotage aan boord van de Groninger kustvaarder Velox. Op 7 februari 1964, 108 dagen later, werd hij weer vrij man: de Groninger rechtbank achtte het misdrijf niet bewezen. De heer Van Slingerland wil voor de tijd dat hij in hechtenis heeft gezeten een schadevergoeding van ruim f 6500 (gederfd inkomen en smartegeld). De Groninger rechtbank heeft dit verzoek afgewezen; gisteren werd het behandeld door het gerechtshof in Leeuwarden. . De sabotage waar het hier om gaat werd gepleegd in juni '62, toen de Velox op de Theems lag. Van Slingerland werd ervan verdacht zand in een smeerolieapparaat te hebben gedaan, omdat hij ruzie had met de machinist. De ware schuldige is volgens de kok nooit gevonden omdat het onderzoek dat de Britse politie indertijd instelde slordig en onvolledig was. Zo waren niet alle opvaren, den verhoord en was het zand in Van Slingerlands kleren wel vergeleken met het zand in de machinekamer, maar niet met het zand elders op het schip. Bovendien werden alleen zijn kleren op zand onderzocht. De Groninger rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen omdat zij niet overtuigd is van de onschuld van Van Slingerland. (Hij werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.) De procureur-generaal bij het Hof, baron Van der Feltz, zei gisteren dat hij persoonlijk van de schuld van Van Slingerland overtuigd is en daarom geen termen aanwezig acht om zijn verzoek in te willigen. Mr. Meijeringh, de raadsman van de scheepskok, zei dat zijn cliënt niet de dupe mag worden van de onvolledigheid van het onderzoek. Bovendien zelfs al zou hij schuldig zijn dan was de voorlopige hechtenis nog niet gerechtvaardigd geweest, aldus de raadsman. Hij wees hierbij op de richtlijnen van de minister van Justitie in zijn circulaire van '53, herhaald in de circulaire van februari van dit jaar. Het hof zal zo spoedig mogelijk arrest wijzen.
Het Vrije Volk 31-07-1964: Groninger rechtbank weet het zó wel. Geen schadevergoeding voor 108 dagen zitten. (Van een onzer verslaggevers) De Groninger rechtbank heeft — naar ons eerst nu bekend wordt — op 28 mei in raadkamer. afwijzend beschikt op het verzoek om schadevergoeding van de 31-jarige scheepskok J. W. van Slingerland. Deze werd ervan verdacht sabotage te hebben gepleegd aan boord van de coaster Velox in 1962. Desnoods afmonsteren. Hij werd 108 dagen in voorlopige hechtenis gehouden en daarna vrijgesproken en , onmiddellijk in vrijheid gesteld op 6 februari 1964. Enkele dagen daarna vroeg hij schriftelijk schadevergoeding: ƒ 3500 smartegeld, f 3000 inkomstenderving en f 150 kosten van de verdediging. Op 19 maart besloot de rechtbank zijn verzoek in behandeling te nemen. Men riep hem daarna op om hem te horen. Deze oproep werd geadresseerd aan zijn zuster in Leiden. Deze zond de brief door — de heer Van Slingerland was inmiddels weer gaan varen — maar de brief raakte weg. Op 3 april 1964 schreef de heer Van Slingerland uit Rouaan aan de rechtbank, dat de door zijn zuster doorgezonden brief nooit was aangekomen. Graag zou ik van u weten wat er eigenlijk in de brief staat. Er stond ook iets in van voorkomen. Als dat zo is, dan zal het voor mij moeilijk gaan. Het schip kan onmogelijk zonder kok — of ik moet afmonsteren, wat ik niet graag wil," schreef hij toen. 'Kan het niet schriftelijk gedaan worden? Zo niet, dan is de oplossing: afmonsteren om naar Groningen te komen. Anders weet ik het niet. Op 28 mei heeft de rechtbank — zonder dat hij was gehoord of antwoord op zijn brief had ontvangen — afwijzend beschikt op zijn verzoek. Men wist ter griffie zijn adres niet. Op het scheepsadres, dat hij in zijn laatste brief opgaf, bleek hij onbekend; het adres van zijn zuster werd niet opnieuw gebruikt. Geen antwoord op brief. De heer Van Slingerland vaart op het ogenblik op het motorschip Cornelia B I van de Oost- Atlantic Lijn te Rotterdam. Dit, schip vaart tot oktober met hout van Rusland naar Engeland. In Rusland mag geen post van boord, waarschijnlijk komt er ook geen post aan boord. Op 3 juli schreef hij ons uit Londen: 'Ik heb een brief naar Groningen geschreven, waarin ik vroeg of het niet per brief geregeld kon worden, maar niets terug ontvangen. Ik moet dus maar rustig afwachten en als het te lang duurt, dan schrijf ik nog eens.' Van het door ons aan de griffie verstrekte adres zal de afwijzende beschikking van de rechtbank hem nu worden betekend. Het is de vraag of hij daar zo snel op zal kunnen reageren, dat hij binnen de termijn waarin hoger beroep kan worden aangetekend zal blijven. De motivering van de beschikking wilde men ons niet zeggen. . 'Die mag alleen aan de heer Van Slingerland worden meegedeeld.' De heer Van Slingerland" motiveerde zijn verzoek om schadevergoeding door te stellen dat hij onschuldig en onnodig 108 dagen van zijn vrijheid is beroofd. Hij werd er van verdacht opzettelijk zand in de motor van het motorschip Velox te hebben gedaan. Motief zou onenigheid met de machinist zijn geweest. De heer Van Slingerland wees er in zijn verzoek op, dat het onderzoek door de Engelse politie (het zou in Londen hebben plaats gevonden) zeer slordig is geweest: niet alle bemanningsleden zijn verhoord en onderzocht. Daardoor is de ware schuldige nooit gevonden. De rechter-commissaris, mr. L.H. Smitt, zou hem eens hebben gezegd, dat hij alleen in voorlopige hechtenis werd gehouden om bereikbaar te zijn voor de justitie; een verzoek om voorlopig in Nederland te blijven werd hem nooit gedaan. Hij verklaart in zijn rekuest een dergelijk verzoek zeker te zullen hebben ingewilligd. Ten slotte wees hij erop dat na 108 dagen hechtenis (waarin hij slechts tweemaal werd verhoord) het resultaat was, dat de officier van Justitie, mr. A. H. S. van der Wijck , vrijspraak vroeg en het verzoek van zijn verdediger, mr. H. J. Buwalda om onmiddellijke invrijheidsstelling ondersteunde. De rechtbank deed onmiddellijk uitspraak: hij werd vrijgesproken. |