Kapiteins en RA vermeldingen:
1818 D. van Heemskerk
1821 Elgenhuisen
1823 F.A. Fokke
?
Kronieken:
(Staat de bronvermelding naar een krant voor het bericht dan is dit bericht overgenomen uit de kronieken van marhisdata.nl. Staat de bronvermelding achter het bericht dan is dit opgezocht in delpher.nl en is het vaak een samengevat bericht en is het niet letterlijk overgenomen)
Delpher BC 311018 Soerabaija aangekomen 19 oktober: Z.M. brik JACOBA ELIZABETH, kapt. D. van Heemskerke, van Batavia, passagiers, 6 Europesen.
Delpher BC 210421 Soerabaija, vertrokken: 11 april, o.a. Z.M. brik JACOBA ELIZABETH, gezagvoerder luit. Eigenhuisen, naar Batavia.
Delpher BC 190521 Batavia, vertrokken: 12 mei, o.a. Z.M. brik JACOBA ELIZABETH, gezagvoerder, 1e luitenant Eigenhuisen, naar Palembang.
Delpher BC 221221 Batavia, 21e december 1821. In de loop der maand mei ll. ontving het Gouvernement voorlopige tijding uit de Molukse Eilanden dat de koloniale kanonneerboot no. 9 onder bevel van de 2e luitenant ter zee H. de Potter, op de 22e september 1820, van Amboina naar Saparoua en Haroelo gezeild, met een som van NLG 22.000,- aan geld en provisien voor die etablissementen, vermoedelijk afgelopen was. Di t noodlottig bericht bevestigde zich korte tijd daarna geheel door de verklaring van een inwoner van Ceram Laut, welk teruggekeerd van Balie Karang Assam, een verklaring had afgelegd van aldaar enige Javaanse matrozen van het voormelde vaartuig te hebben aangetroffen, van welke hij vernomen had dat drie Europezen van gemelde kanonneerboot door de equipage vermoord waren, dat de muitelingen met dit vaartuig de steven gewend hadden naar Balie Boeleling, doch dat de vorst aldaar op grond van zijn verbond met Nederlandse bestuur geweigerd had hen toe te laten, dat zij vervolgens naar Balie Karang Assam, waren gezeild en aldaar het schip en een gedeelte van het geld der lading aan de vorst aangeboden hebben, onder voorwaarde van aldaar te mogen verblijven, waar in door denzelven was toegestemd; berichtende deze persoon verder dat die vorst het schip sedert die tijd tot een pleziervaartuig voor zich zelf gebruikte.
Deze tijdingen waren niet zo dra aan de Gouverneur Generaal toegekomen of Zijne Excellentie na zich van de waarheid van dezelve overtuigd te hebben gaf bevel om een gewapend vaartuig naar Balie Sassak af te zenden en niet alleen de uitlevering der gedachte matrozen maar ook de teruggaven van de kanonneerboot en lading (voor zo verre die nog aanwezig mocht zijn) terug te vorderen en op die vordering desnoods met klem aan te dringen.
Ten gevolge van deze bevelen ging de koloniale brik JACOBA ELIZABETH onder bevel van de 1e luitenant ter zee Eigenhuizen in het laatst van oktober ll. naar Balie Sassak onder zeil, en ankerde op de 6e november in de baai Ampaunan, binnen Lombock.
De sultan van Balie Sassak zich bevindende te Carang Assam, twaalf palen landwaarts in gelegen, duurde het tot de 9e alvorens de afgifte van de afgelopen kanonneerboot bewerkstelligd werd, en bekwam de luitenant Eigenhuizen op diezelfde dag de verzekering dat bevelen gegeven waren, om de equipage, welke zich ten getale van 14 manschappen op dat eiland bevond, op te vatten. Niet voor de 11e echter, en na herhaalde vertogen van gemelde luitenant geraakte het hem in het bezit te worden gesteld van de ammunitie van het vaartuig en van ongeveer NLG 4.000, aan geld, wordende hem als toen tevens uitgeleverd de afgehouwen hoofden van 2 der muitelingen welke men niet levend had kunnen bemachtigen, terwijl hem de verzekering werd gegeven dat de overigen ontvlucht waren, maar verder nagespoord zouden worden.
De sultan betuigde als toen niets meer te verlangen aan de band der vriendschap met het Nederlandse bestuur nauwer aan te knopen en vergezelde die betuiging, welke vervat was in een brief aan Zijne Excellentie de Gouverneur Generaal, met een geschenk van een paard voor Zijne Excellentie, en van levensmiddelen en verversingen voor de equipage van de Jacoba Elizabeth, welk schip met de kanonneerboot no. 9, de 19e november behouden ter rede van Sourabaija is teruggekeerd.
Zijne Excellentie de Gouverneur Generaal heeft aan de luitenant ter zee Eigenhuizen, onder toekenning van een gratificatie,deszelfs tevredenheid doen betuigen, over de gepaste wijze of welke hij zich van de hem opgedragen last heeft gekweten, terwijl voor de sultan van Balie Sassak, bij de beantwoording van zijn brief aan de Gouverneur Generaal een niet onaanzienlijke geschenk bestemd is geworden.
Delpher BC 060923 Soerabaija, vertrokken: 26 augustus, o.a. Zr. Ms. brik JACOBA ELIZABETH, gezagvoerder 1e luitenant Fokke, naar Karimata.
Delpher BC 060425 Op de 4e februari 1824 overleed ter rede Batavia, aan boord van Zr. Ms. brik JACOBA ELIZABETH, onze tedergeliefde zoon, de kadet ter zee, Jonas Straatman Momma, in de jeugdige ouderdom van vijftien jaren. Het veelbelovende karakter van onze lieveling waarborgt mij, ook zonder brieven van rouwbeklag, de deelneming onzer vrienden.
Bij absente van mijn echtgenoot, A.D. Momma, geb, Nooteman.
Sourabya, de 19e maart 1825.
Delpher BC 141225 Batavia, vertrokken: 13 december, o.a. Zr. Ms. brik JACOBA ELIZABETH, gezagvoerder 1e luitenant F.A. Fokke, naar het Eiland Onrust.
Delpher BC 180126 Batavia: Schepen liggende ter rede. O.a. brik JACOBA ELIZABETH.
Moet hierna verkocht zijn, nergens meer iets van een BATAVIA te vinden. Ook in de RA komen geen schepen voor van Westerman die BATAVIA heetten. Bijna geen zoeken mogelijk want 1 jaar zoeken in Delpher naar Batavia levert als 85 paginas met treffers op. Was er nou maar een kapitein bekend. Oud kapt. Fokke wordt overigens kapt. op Z.M. ANNA PAWLONA.
Officiële documenten:
Datum ZB:
Naam:
Type:
ex Naam:
Eigenaar:
Kapitein:
Thuishaven:
Reden ZB:
Foto nr.:
Invent. Nr:
Bijzonderheden:
|
1826.01.30 / 2
BATAVIA
brik
ex-marine JACOBA ELISABETH
Westerman, de Nijs &Co.
niet vermeld
Batavia
ex-schoener van de Koloniale Marine
2490
schip op publieke veiling gekocht voor NLG 7.160
|
Bronnen:
Regeringsalmanakken
Uitgegeven zeebrieven
www.delpher.nl
BC = Bataviasche Courant
JC = Javasche Courant
|