Familiegegevens en opleiding
Christiaan Frederik Hazelhoff werd geboren te Leeuwarden op 16 december 1820 als zoon van Evert Hazelhoff en Jacoba Lohman.
Tresoar
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.F.Hazelhoff als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1854 van de bark “Oostergoo”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 590 ton o.m., varend voor P.C.W.Calkoen te Amsterdam;
* 1856 t/m 1859 van de bark “Odilia Margaretha”, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Bijzonderheden over “Varende familieleden” staan in het Haselhoff Bulletin 1/05. (zie Gens Nostra 61, p.406, 2006). In dit artikel staan gegevens omtrent Christiaan F.Hazelhoff (geb. Leeuwarden 1820) , Ary Hazelhoff (Middelburg, 1765), Mels Haselhoff (Winterswijk, 1767), Hermanus H.Hazelhoff (Boekholt, 1789). Er zouden ook bijzonderheden staan in nr.2, 2005, Biografie van Maria Hendrika Hazelhof, geb.Voerendaal 1929.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J. Martini van Geffen als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1861 van de bark “Odilla Margaretha”, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1862 voor B.J.J.F.Bahlmann te Amsterdam en was herdoopt in “Frans & Elise”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.J.Niedveld was met vlagnummer R380 in de periode 1853 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1874 voor het effectief lidmaatschap heeft bedankt058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein T.J.Niedveld met vlagnummer R380 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1855 van het fregat “Willem I” 474 last varend voor A.Prins & Co te Schiedam
1858, 1859 van het fregat Willem I” 473 last varend voor de Schiedamsche Scheepsreederij te Schiedam
1862 t/m 1866 van de bark “Frans & Elise 331 last varend voor B.J.J.F.Bahlmann te Rotterdam
1867 geen vermelding van schip en boekhouder
T.J.Niedveld maakte in 1870 met de Gijsbertus en Hermanus een reis van Maassluis naar Engeland in ballast005.
Bouma025 vermeldt T.J.Niedveld als gezagvoerde gedurende:
* 1853 t/m 1861 van het 3/mschip “Willem den Eersten”(soms Willem I), gebouwd in 1838 te Schiedam, 876 ton o.m., varend voor Scheepsreederij J.Loopuyt te Schiedam. Het schip werd in 1861 verkocht naar Nederlands Oost-Indië;
* 1862 t/m 1867 van de bark “Frans en Elise” ex Odilia Margaretha, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor B.J.J.F.Bahlman te Amsterdam. Het schip voer in 1868 voor F.R.P.Victor te Amsterdam en was herdoopt in “Anna Maria Wilhelmina”;
* 1869 t/m 1874 op het fregat “Gijsbertus en Hermanus” te Maassluis, gebouwd in 1869, 1040 ton o.m., varend voor G.H.Uitdenbogaard te Maassluis.
Overige bijzonderheden
T.J.Niedveld vertrok op 27 december 1861 van Brouwershaven met de “Frans en Elize” met 1 landmachtofficier. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
meer dan één persoon?
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.de Haan werd met nr.595 effectief lid van Zeemanshoop per 11 april 1854 op voorspraak van A.Spekman. Zijn schip was de "Victoria"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 04/11 april 1854 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan de Haan, oud 35 jaar, voerend de schooner “Victoria”, voor rekening van Hr. Bok te Texel, adres bij de heren Hurrelbrink & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.Spekman. Hij kreeg vlagnummer 959, en per 01 mei 1854 nummer 565.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
565 1854-1861 schoner Victoria W.J.Hidde Bok te Texel
1862-1865 schoner Catharina Louisa L.van der Helst(Holst) & Co te Den Haag
1866-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
- de Haan Victoria 11 januari 1860 16 mei 1860
Victoria 16 juni 1860 09 november 1860
Victoria 07 juni 1861 14 oktober 1861
Bouma025 vermeldt J.de Haan als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1846 van de kof “Bouwina Hendrika”, gebouwd in 1834, bouwlocatie niet vermeld, 110 ton o.m., varend voor E.Kramer, thuishaven niet vermeld;
* 1855 t/m 1859 van de 2/msch “Victoria”, gebouwd in 1853 in Denemarken, 89 ton o.m., varend voor W.J.Hidde Bok te Texel;
* 1860 t/m 1861 van hetzelfde schip en voor dezelfde reeder maar nu vanuit den Helder. Het schip voer in 1862 voor L.v/d Hilst & Co te ’s Gravenhage en was herdoopt in “Catharina Louisa”;
* 1862 van de 2/msch “Catharina Louisa” ex Victoria, gebouwd in 1853 te Denemarken, 89 ton o.m., varend voor L.v/d Hilst & Co te Den Haag;
* 1864 t/m 1865 van de 2/msch “Laurens” ex Ida, gebouwd in 1854 te Hoogezand, 146 ton o.m., varend voor L.v/d Hilst & Co te ’s Gravenhage;
* 1866 van de bark “Anna & Jeannette” ex Wilhelmina, gebouwd in 1858 te Edam, 492 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip is gestrand op Laboean in N.O.I. en wrak geraakt;
* 1868 t/m 1873 van de bark “Anna Maria Wilhelmina” ex Frans & Elise, ex Odilia Margaretha, gebouwd in 1855 aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1874 van de 2/msch “Johanna & Antoinette, ex Maria Geertruida, ex Marie, ex Nieuwendam, gebouwd in 1856 te Nieuwendam, 101 ton o.m., varend voor L.v/d Hilst & Zn te ’s Gravenhage.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.V.(van) Grol/Crol was met vlagnummer 75 eersteklas lid van het Harlinger zeemanscollege "Zemansvoorzorg" in de periode 1875-1895. Hij werd niet ingeschreven in de Inschrijfregisters van het College. De gegevens werden ontleend aan de ledenlijsten uit "Sweijs"034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1876 wordt besloten aan kapitein Groll een bewijs van ingenomenheid te verlenen omdat hij 5 reizen naar Riga maakte met een schip van 400 lasten in de periode van 05 april tot 16 november 1876. In de vergadering dd 25 januari 1877 verklaart de Wetenschappelijke Commissie van Zeemanshoop dat “het snelle zeilen van het schip aan een grooten spoed met laden en lossen gemaakt.” is toe te schrijven. In de vergadering dd 31 mei 1877 meldt de Wetenschappelijke Commissie dat de zilveren medaille f 300,- heeft gekost en vraagt of die hoge prijs van invloed is op toekomstige toekenningen. Het Bestuur antwoordt dat bij iedere toekomstige toerkenning een beoordeling door het Bestuur zal volgen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 09 juli 1878 staat vermeld: “De President deelt mede wat het doel was van het Collegie Zeemanshoop eene medaille in te stellen voor bijzondere daden en na in eene rede te hebben aangetoond hoe bijzonder het is geweest dat kapitein J. van Grol in het jaar 1876 5 rezien heeft gedaan heen & terug naar Riga in den tijd van 7/m & 10/d reikt hij de zilveren Medaille aan den bekroonden kapitein uit.”023
De schepen van de kapitein
J.V.Grol was in 1880 gezagvoerder van de bark de "President van Rijckevorsel" (gebouwd in 1856, 716 ton)010-p.114.
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H75 1873-1878 bark Anna Maria Wilhelmina
(ex Frans & Elise, ex Odelia Margaretha F.R.P.Victor, Amsterdam
1879 3/m President van Ryckevorsel F.R.P.Victor, Amsterdam
1880 bark Nicolaas Witsen Oolgaardt & Bruinier, Amsterdam
1881-1882 3/m Dordrecht II A.Bruinier, Amsterdam
Bouma025 vermeldt J.V.Grol/ J.van Grol als gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1867 van de bark “Petchora” ex Clayton, gebouwd in 1854 te Nova Scotia, 306 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip is in 1867 gestrand bij Egmond en wrak geraakt;
* 1875 t/m 1880 van de bark “Anna Maria Wilhelmina” ex Frans & Elise, ex Odilia Margaretha, gebouwd in 1855 aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1880 van het 3/mschip “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1881 van de bark “Nicolaas Witsen”, gebouwd in 1858 te Amsterdam, 660 ton o.m., varend voor Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam;
* 1882 t/m 1883 van het 3/m schip “Dordrecht”, gebouwd in 1869 op de werf van Cornelis Gips & Zn te Dordrecht, 756 ton o.m., varend voor A.Brunier te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 24 oktober 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen.
“Kötka 14 Oct. Anna Maria Wilhelmina J.V.Grol, Nieuwe Diep.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
In een brief aan de Amsterdamse Waterschout dd 26 januari 1878 vraagt C. van der Meulen een bewijs dat hij 3de stuurman was op de bark “Petronella” onder kapitein W. de Jong, die op 4 juli 1876 vertrok en terugkwam op 20 juli 1877. Deze verklaring moet hij overleggen als bewijs bij het examen voor 2e stuurman op 11 februari 1878. (Ingekomen stukken bij de Amsterdamse Waterschout. Archief 391 nr. 5, Rijksarchief te Haarlem)
Bouma025 vermeldt W.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1877 t/m 1878 van de bark “Petronella” ex Trijntje Fenna, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 585 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor. Het schip is in 1878 te Port Elisabeth gestrand;
* 1880 t/m 1882 van de bark “Anna Maria Wilhelmina” ex Frans & Elise, ex Odilia Margartha, gebouwd in 1855 aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1883 op de 3/m schooner “Margaretha” ex Margareth, gebouwd in 1857 te Dundee, 120 ton o.m., varend voor C.de Groof te Vlissingen.
Overige bijzonderheden
“De Nederlandsche bark “Petronella”(1854, 585 ton), Kapt. W. de Jong, onderweg van Macassar naar Amsterdam, liep op 16 Juli 1878 Port Elisabeth binnen, nadat op 19 Juni een zware storm het dek had schoongeveegd en andere schade had gemaakt. Het schip werd in Algoabaai van haar ankers geslagen en op strand geworpen; wrak en lading werden voor à5500 verkocht.”052
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
A.Mosterman was in 1881 kapitein van het houten fregat “India Packet”, gebouwd in 1861 door J.Smit te Alblasserdam, 680/758 ton, varend voor D.Held te Amsterdam052.
Bouma025 vermeldt A.Mosterman als gezagvoerder gedurende:
* 1877 t/m 1878 van de bark “Anna Lucretia” ex Suzanna Elisabeth”, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 739 ton o.m., varend voor D.Held te Amsterdam. Het schip is te Nerva gestrand;
* 1879 t/m 1880 van de bark “Geessiena Maria”, ex Theodora Machtilda, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 505 ton o.m., varend voor D. Held te Amsterdam. Het schip werd in 1880 verkocht en gesloopt;
* 1881 op het 3/m schip “India Packet”, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 756 ton o.m., varend voor D.Held te Amsterdam. Het schip werd in 1882 verkocht aan J.& J.Vinke te Amsterdam en herdoopt in “Heemse”;
* 1883 op de bark “Anna Maria Wilhelmina” ex Frans & Elise, ex Odilia Margaretha, gebouwd in 1855 aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip is in 1883 bij Farø op de noordpunt van Gotland gestrand en wrak geraakt. Bouma vermeldt bij 1883 ook een kapitein C. Lodewijks. Het is niet duidelijk of de stranding in 1883 onder Mosterdman of Lodewijks heeft plaatsgevonden. Of dat Mosterdman tijdens deze laatste reis het commando heeft overgenomen.
* 1886 t/m 1887 van de bark “Mr. Jacob van Lennep”, gebouwd in 1868 te Nieuwendam, 820 ton o.m., varend voor de Wed. J.van Wesel & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1887 verkocht naar Engeland;
* 1887 van de bark “Merwede” ex Soerabaya, ex Emma, ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1852 te Middelburg, 739 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht. Het schip werd in 1887 te Bremerhaven verkocht wegens averij, daarna ging het naar Noorwegen als “Briljant”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Lodewijks als gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1883 van het fregat “Stad Dokkum”, van stapel in 1855, afbouw in 1856 op de werf “Koning William” te Amsterdam, gebouwd onder scheepsbouwmeester A. v/d Hoogte Amsterdam, 390 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip was getuigd als 3/mschoener;
* 1883 van de bark “Anna Maria Wilhelmina” ex Frans & Elise, ex Odilia Margartha, gebouwd in 1855 aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip is in 1883 bij Farø op de noordpunt van Gotland gestrand en wrak geraakt. Bouma vermeldt bij 1883 ook een kapitein A.Mosterman. Het is niet duidelijk of de stranding in 1883 onder Mosterdman of Lodewijks heeft plaatsgevonden. Of dat Mosterdman tijdens deze laatste reis het commando heeft overgenomen.
* 1884 t/m 1887 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
|