1814
LCO 160514
Den 8 april. Arrivementen: Te Zierikzee het schip TELEMACHUS, kapt. J.P. Klyn (opm: brik TÉLÉMAQUE, thuishaven Gent; kapt. Jan Petersen Klein), van St. Ubes (opm: Setubal), laatst van Deal.
1817
Op 24 januari 1817 verkrijgt veuve Fr. van Aken & Fils (= weduwe Frans van Aken & Zoon), Gent, een nieuwe zeebrief (nr. 11) en een Turkse Pas voor de TELEMACHUS, aangevraagd voor kapt. Jan Petersen Klein. Omdat kapitein Klein in 1814 reeds aanboord was is het waarschijnlijk dat de firma Van Aken en Zoon toen reeds eigenaar was.
Op 16 oktober 1817 werd de Turkse Pas van de TÉLÉMAQUE (opm: zie het verschil in schrijfwijze; deze is de juiste) wegens einde reis door de Directeur der Inkomende en Uitgaande Regten te Brugge naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, waar deze op 22 oktober 1817 werd geroyeerd.
Op 1 november 1817 werd een nieuwe Turkse Pas verstrekt met bestemming Rio Janeiro voor kapt. Jan Petersen Kleyn.
1818
Op 3 mei 1820 wordt een nieuwe Turkse Pas afgegeven voor een reis naar Rio Janeiro voor la THELEMAQUE, aangevraagd door wed. Frans van Aken & Fils, Gent, voor kapt. Jan Petersen Klein. Het schip was buitenslands gebouwd.
1820
RC 060120
Londen, 31 december 1819. Den 25 oktober 1819 is aan de Kaap de Goede Hoop binnengelopen het schip TELEMAQUE, kapt. Kleijn (opm: brik, thuishaven Gent, kapt. J.P. Kleijn), van Bengalen, zijnde lek.
RC 260220
Vlissingen, 22 februari. Eergisteren is naar Antwerpen de Schelde opgevaren het schip THELEMACHUS (opm: brik TÉLÉMAQUE), kapt. J.P. Kleijn, van Bengalen.
Op 3 mei 1820 wordt een nieuwe Turkse Pas afgegeven voor een reis naar Rio Janeiro voor la THELEMAQUE, aangevraagd door wed. Frans van Aken & Fils, Gent, voor kapt. Jan Petersen Klein. Het schip was buitenslands gebouwd.
1821
RC 240221
Rotterdam, 23 februari. Van Vlissingen wordt van den 20 gemeld: sedert den 17 zijn alhier op de rede aangekomen de schepen de VROUW AUKJE, kapt. L.C. Swart, van Rouaan, op avontuur; DE VRIENDEN, T. Noster (opm: Nosten), van Port-au-Prince, deze moet quarantaine houden; de GEBROEDERS, J. van der Niet, en de VRIENDSCHAP, C.W. Sloff, van Havre-de-Grace naar Hamburg gedestineerd; le JEUNE PIERRE, J. Heije, van Londen naar Brussel bestemd. Voorts voor Antwerpen bestemd: de VROUW REINA, H. Koops, van Noirmoutier, STENTOR, T. Harris, van Soerabaija; le LEVRIER, J. Piebers, van de Marennes, en TELEMACHUS (opm: brik TÉLÉMAQUE, thuishaven Gent), J.P. Kleijn, van Rio-Janeiro.
Nadat de brik in februari 1821 is thuisgevaren retourneert de Directeur der Inkomende- en Uitgaande Rechten te Antwerpen op 6 maart 1821 zowel de nog ruim een jaar geldige zeebrief als de nu verlopen Turkse Pas van de THELEMAGNUS (!), kapt. J. Kleijn, waarbij de gestelde cautie wordt geroyeerd. Vermoedelijk is het schip daarna wegens de zeer slechte economische omstandigheden opgelegd, zoals dat met meer brikken, barken en fregatten het geval was; kleinere schepen zoals koffen en vooral tjalken zochten hun heil soms tijdelijk in de binnenvaart.
1823
Onder kapt. J. Ruurds vertrekt de THÉLÉMAQUE in mei 1823 naar Batavia, zie DC 120623, om in april 1824 in Antwerpen terug te keren. De nieuwe zeebrief of Turkse Pas is niet aangetroffen. Er bevinden zich helaas meer lacunes in dit type gegevens.
DC 120623
Vlissingen, 31 mei. Van den 27 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MARGARETHA, kapt. B.H. Smith Jr, naar St. Ubes (opm: Setubal), en de VROUW ANNEGINA (opm: kof), kapt. H.J. Potjer, naar Liverpool, beide met ballast; TELEMACHUS (opm: brik TÉLÉMAQUE, thuishaven Gent), kapt. J. Ruurds, naar Batavia, met stukgoederen;
1824
Nadat op 6 december 1824 de brik voor NLG 7.000 onderhands is verkocht aan Jean Key, Antwerpen, wordt de zeebrief van de THÉLÉMAQUE onder kapt. J. Ruurds op 6 mei wegens ‘schip verkocht’ door de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen naar Den Haag gezonden, waarna op 13 mei 1825 de zeebrief wordt geroyeerd.
RC 270324
Den 7 november lagen te Batavia ter rede Zr.Ms. fregat MELAMPUS en de Nederlandse schepen WATERLOO, CONCORDIA, BARON VAN DER CAPELLEN, AUGUSTE, GEZUSTERS, FANNY, NATTALIA, BATAVIA, SOURABAIJA, JACOBA, HELENA CHRISTINA, en BUITENZORG, en de brikken BARONESSE VAN DER CAPELLEN, CONCORDIA, SIMON FREDERIK, TELEMAQUE, FREDRIK, SUSANNA BARBERA, HENDRIK, MARIA CATHARINA en ANNA.
RC 010424
Den 27 januari lagen aan de Kaap de Goede Hoop Zr.Ms. korvet AREND, en de WATERLOO, kapt. Hensken, beide van Batavia, de laatste naar Amsterdam en den 26 dito zeilden op de hoogte van gemelde Kaap de TELEMAQUE (opm: brik TÉLÉMAQUE), kapt. J. Ruurds, van Batavia naar Antwerpen, en de TWEE GEZUSTERS, kapt. Lutjens, van Batavia naar Amsterdam.
DC 170424
Vlissingen, 13 april. Sedert den 10 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de JONGE JOHANNA (opm: pleit, Brussel), kapt. G. Segaert, van Londen, met stukgoederen; la BONNE SOCIÉTÉ, kapt. Roturier, van Duinkerken, met wijn; MARTHA, kapt. Mark Watt, van Montevideo, met huiden; JETZKA MARGARETHA, kapt. G.R. Oostra, van Havre-de-Grace, met stukgoederen; VRIJHEID EN VREDE (opm: bijlander VREEDE EN VRIJHEID, Oostende), kapt. J.D. Duijts, van Duinkerken, met wijn; MARIA, kapt. Jan Sikkes; JOSEPH (opm: kof, Antwerpen), kapt. J.H. Arends; ANNA KRANENBURG, kapt. H. Smit; CHARLES (opm: brik, Antwerpen), kapt. J.P. Visser; DE VROUW ANNEGINA, kapt. R.W. Huisman; la JEUNE JEANNETTE (opm : smak, Antwerpen), kapt. D.T. Moldenhauer; DE ZEELUST, kapt. G.A. Wieringa, en CONSTANCE (opm: kof, Oostende), kapt. C. Brandaris, alle acht van Liverpool, met klipzout; MINERVA, kapt. J.C. Kuijper, en de VROUW ELLINA, kapt. J.R. Berg, beide van Londen, met ballast; TELEMACHUS (opm: brik TÉLÉMAQUE, Gent), kapt. J. Ruurds, van Batavia, met suiker en koffie;
1825
Op 24 januari 1825 verkrijgt J. Key, Antwerpen, voor de GUILLAUME onder kapt. W. de Ruyter een eerste (bedoeld is ‘nieuwe’) zeebrief. De brik is vernoemd naar de zoon van koopman, mede-reder en boekhouder Jean Key. Zowel André Delporte, Luik, als Luc van Coolput, Antwerpen, menen dat Key in de heren J. van Elsen en Van der Linden tot 1831 partners had. Hiervan is uit de aan Marhisdata ter beschikking staande gegevens niets gebleken, maar het is zeer wel mogelijk, zoals er ook in Noord-Nederland vaak meer partners bleken te zijn dan de ‘enig eigenaar’. In 1831 zou Jean Key algeheel eigenaar zijn geworden.
RC 020725
Amsterdam, 30 juni. Kapt. A. Thomsen, voerende de Nederlandse brik AURORA, van St. Jago-de Cuba, den 27 juni in Texel binnen, bericht, dat de brik GUILLAUME, kapt. W. de Ruiter, van Antwerpen, na een reis van 51 dagen, den 27 april te Cuba aangekomen en den 29 dito vandaar naar de Havanna gezeild is, zonder iets van de lading gelost te hebben.
Nog bericht kapitein Thomsen, dat hij den 10 juni, bij het aanbreken van de dag, op 45 graden 33 minuten noorderbreedte en 25 graden 53 minuten lengte west van Greenwich een wrak of gezonken schip gepasseerd is.
DC 130825
Vlissingen, 6 augustus. Van den 2 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: THEODORE, kapt. B. Speelman; CONSTANCE, kapt. P.H. van der Kerkhoven en DE MARIA, kapt. J. Zirck, alle drie van Liverpool met klipzout; de JONGE JOHANNA, kapt. G. Segaert van Londen, met stukgoederen; de HEMMINA, kapt. S.F. Taay van Liverpool met klipzout; CONCORDIA, kapt. J.H. Nagel van Bordeaux met wijn en stukgoederen; de VROUW ALIDA, kapt. T. Swyers van Havre de Grace met stukgoederen; JOHANNA HAZINA, kapt. D.T. de Jonge van Liverpool met klipzout, LA SABLAISE, kapt. P. Gouin met verfhout en de JONGE CATHARINA, kapt. J. Wolters met stukgoederen, beide van Havre de Grace; ANNA PAULINA, kapt. J. van Louwen met stukgoederen en DIE FRAU DOROTHEA, kapt. J.E. Elders met terpentijn en zouthout, beide van Bayonne; LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom, JOHAN GEORGE, kapt. W.D. Kleininga, beide met klipzout en de JUFVROUW TITSIA, kapt. L.J. Besseling met klipzout en huiden, alle drie van Liverpool; LE PRINTEMS, kapt. P.A. du Rousseau, van Conquoit met talk; de JONGE JACOBA, kapt. T.C. de Boer, van Messina met stukgoederen; de MARGINA, kapt. W.R. Huisman, van Liverpool met suiker en klipzout; MEDUSA, kapt. J. Lubbing, van Londen met stukgoederen; GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter, van de Havanna met koffie en suiker; welke laatste quarantaine moet houden.
DC 250825
Midddelburg, 20 augustus. Gisteren zijn van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild: GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter en AMAZONE, kapt. J. van der Zweep, beide van de Havannah.
DC 061025
Vlissingen, 1 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 28 tot den 30 september van onze rede naar zee gezeild: de VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit naar Douvres; CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven naar Cork; LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest; MEDUSA, kapt. J. Lubbing; DE VROUW HENDRINA, kapt. K. van den Oever; DE AREND, kapt. H. Elbring; VICTORIA, kapt. G. Kuijper, alle vijf naar Londen; LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom naar Milton; de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar naar Newry en alle negen met boomschors; JACOBA HENRIETTA, kapt. J.G. Bart, naar Alicante met mechanique goederen; FRANCISCUS, kapt. B.H. Ricke, naar Cadix met stukgoederen; LA MARIE, kapt. G. Heraud, naar Nantes met geweren; de VROUW ANNA, kapt. A.J. Korter, op avontuur met ballast; LE VOLTIGEUR, kapt. M. Knudsen, naar Marseille met tarwe; de VROUW ELISABETH, kapt. F.B. Nepperus, naar Aberdeen en HARMINA HELENA, kapt. J.K. Nagelhoud naar Leith, beide met boomschors; JOHANNA CHRISTINA, kapt. T.C. de Vries, naar Colchester met boomschors; GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter en L’AVENTURE, kapt. J.F. Poodts, beide naar de Havannah met stukgoederen;
1826
DC 070326
Vlissingen, 14 februari. Van den 12 dezer tot heden zijn op onze rede aangekomen: DE JONGE ADRIANA, kapt. H.J. Bonn, van Batavia naar Rotterdam gedestineerd met koffie; VICTORIA, kapt. G. Kuper, van Londen naar Brussel bestemd met stukgoederen. Voor Antwerpen bestemd: GALATHEE, kapt. J. Gerdes, van Triest met fruit, olie en stukgoederen; de IRIS (opm: sloep), kapt. B. Arfsten, van Villanova met fruit; de VROUW ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, van Londen met stukgoederen; BRILLOP TAGER, kapt. T. Hansen, van Messina met fruit; AGENORIA, kapt. H. Winson, van Charlestown met rijst en verfhout; OROMAZE, kapt. R. Roluffs, van Alexandria met wol, zijnde deze twee van hun quarantaine ontslagen; DE VROUW IKINA, kapt. G.J. Postema, met stukgoederen en NEPTHUNIS, kapt. G. Unruh, met katoen en koffie, beide van Londen; L’ ISIS, kapt. J. Morel, van Havre de Grace met koffie; CENTURION, kapt. W. Duncan, van Charlestown met rijst en katoen; GUILLAUME, kapt. W. de Ruijter, van Havanna met koffie en suiker; moetende deze laatste quarantaine houden.
DC 070326
Vlissingen, 21 februari. Heden zijn van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild: GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter, van de Havanna met koffie en verfhout; en THE CENTURION, kapt. W. Duncan, van Charlestown met rijst.
DC 290426
Vlissingen, 19 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 17 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: DE FLORA, kapt. J.D. Christen; HERKULES, kapt. T. Schipman; L’EMELIE, kapt. M. van Kerkhoven en LE SANS REPOS, kapt. P. Pethers, alle vier naar Londen met boomschors; DE HARMONIE, kapt. J. Moller, naar Duinkerken, met ballast; ANTWERPS PACKET, kapt. L. Hawegh, naar Hull met vlas; ALIDA, kapt. L.R. Nieveen, naar Elie met boomschors; CATHARINA, kapt. D.E. Brunger, naar de Oostzee met ballast; GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter, naar de Havanna en CHARLOTTE EMILIE, kapt. J. Claeys, naar Marseille, beide met stukgoederen;
DC 050826
Vlissingen, 27 juli. Sedert den 24 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: CONCORDIA, kapt. J.J. Dijk van Riga en DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J.H. Fijn van Dantzig, beiden met houtwaren; LE GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter, van de Havanna met koffie en verfhout;
DC 050826
Vlissingen, 27 juli. Van quarantaine zijn ontslagen en naar Antwerpen opgezeild: GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter, van de Havanna.
DC 230926
Vlissingen, 19 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 17 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: THE ADMIRALTY-JACHT, kapt. John Allen, naar Oostende met passagiers; ELISE, kapt. A. Barnez, naar Londen met haver en bonen; NIKOLAAS JOHANNA, kapt. K.IJ. Parma, naar Riga met ballast; DE MARIA, kapt. J. Zirck en DE TWEE BROEDERS, kapt. S.J. Brouwer, beide naar de Marennes; CHRISTINE VOS, kapt. N. Smaal en CATHARINA MARIA, kapt. P.J. Muntendam, beide op avontuur, en alle vier met ballast; GUILLAUME, kapt. W. de Ruiter, naar de Havanna met stukgoederen;
1827
MCO 160127
Vlissingen, 13 januari. Van den 9 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: GUILLAUME, kapt. W. de Ruyter, van de Havannah, met koffie en suiker; dit schip heeft bij het binnenkomen het roer gestoten, en moet wegens lekkagie hier binnenkomen.
RC 180127
Amsterdam, 16 januari. Het schip (opm: brik) GUILLAUME, kapt. W. de Ruijter, van Havannah naar Antwerpen, is in den avond van de 10e dezer bij het binnenkomen van Vlissingen op de bank Kellebot vastgeraakt.
Op 8 februari 1827 verkrijgt J. Key, Antwerpen, voor de GUILLAUME onder kapt. W. de Ruyter een nieuwe zeebrief, en op 22 november 1827 een Turkse Pas.
RC 140627
Rotterdam, 13 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild JACOBA, kapt. A.K. de Groot. L’EMILIE, kapt. M. van der Kerkhoven, DE GOEDE HOOP, kapt. J.W. Wilkens, MEDUSA, kapt. F. Bunnemeijer en DE JONGE JOHANNA, kapt. J.W. Poel, naar Londen; DE HOOP, kapt. H.W. de Groot, naar Falmouth; GUILLAUME, kapt. W. de Ruijter, naar de Havannah;
RC 081127
Rotterdam, 7 november. Te Antwerpen zijn gearriveerd VROUW ANNA, kapt. Wijkmeijer en VEREENIGING, kapt. Daas, van Nantes; JONGE RENTE, kapt. Huisman, van Marennes; AURORA, kapt. de Boer, van Marseille; GUILLAUME, kapt. De Ruijter, van de Havanna.
1828
RC 080128
Rotterdam, 7 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE AREND, kapt. H. Elbring en DE LEEUW. Lapt. S. Verbrugge, naar Londen; HEINRICH, kapt. J.C. Kraaft, naar de Oostzee en DE JOSEPH, kapt. J.H. Arends, naar Portsmouth; L’AVONTURE, kapt. J.Z. Visser en SIBET EN PIETER, kapt. C. van Soolingen, naar de Havannah; VITALU, kapt. C.A. de Vos, naar Charlestown; L’INTRÉPIDE, kapt. J.C. Kleinod, naar Lissabon; LE PERSEVERANT, kapt. J. Metaijer, naar Havre-de-Grace; LE GUILLAUME, kapt. W. de Ruijter, naar Maijo.
RC 050828
Rotterdam, 4 augustus. Te Antwerpen zijn gearriveerd MARGRITA, kapt. Berg, van Christiaansand; VRYHEDEN, kapt. Stibolt, van Nerva; GUILLAUME, kapt. De Ruyter, van Santos.
RC 060928
Rotterdam, 5 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild ENDONIA, kapt. E.J. van der Molen, naar Riga; HULL PACKET, kapt. H.H. Lange, naar Hull; LE PROSPER, kapt. L. Vranken, naar St. Vas; DE JONGE EGBERTUS, kapt. J.B. Mulder, naar Milton; JOHANNA ELISABETH, kapt. M. Mestdagh, naar St. Mayo; MARIA, kapt. P.E. Boer, naar Montrose; REINIÈRA, kapt. G. Meugens en PEGASUS. Kapt. H.H. Wagener, naar Villa-Nova; CONCORDIA, kapt. A.E. Pot, naar Teignmouth; AURORA, kapt. P.K. Pedersen, naar St. Martin; DE HEMMINA, kapt. S.F. Taay, naar ….. ; GUILLAUME, kapt. W. de Ruiter, naar Mayo.
1829
Op 26 augustus 1829 verkrijgt J. Key, Antwerpen, voor de GUILLAUME onder kapt. W. de Ruyter een nieuwe zeebrief.
RC 241029
Rotterdam, 23 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild ZELDEN RUST, kapt. G.J. Kluin, naar Riga; SOPHIA EN ELISABETH, kapt. P.K. van Petersen en DE VROUW EHE, kapt. G.F. Linneman, naar Hamburg; MEDUSA, kapt. T. Bunnemeyer; ST. MICHEL, kapt. J.G.A. Meyer, naar Goole; CHRISTINA CORNELIA, kapt. J. Noord, MERCURIUS, kapt. K.H. de Groot en DE JACOBA, kapt. A.K. de Groot, naar Liverpool; ANNA MARIA CATHARINA, kapt. W.D. Kleininga, naar Kadix; AFINA, kapt. S.B. Kuiper, naar Brazilië; GUILLAUME, kapt. W. de Ruiter, naar Rio-Janeiro;
1830
Op 19 juni 1830 verkrijgt J. Key, Antwerpen, voor de GUILLAUME een nieuwe zeebrief, maar nu voor kapt. J. Minne. Na het uitbreken van de Opstand der Belgen die resulteerde in afscheiding van de Noordelijke Nederlanden decreteerde de Koning per Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad nr. 73) dat van alle 196 schepen ‘welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoren’, waaronder de GUILLAUME, ‘de zeebrieven moeten worden ingetrokken’. De nationalist Key moet onmiddellijk de Belgische vlag hebben laten hijsen,nadat de brik op 7 november 1830 vanuit Havana Cowes was binnengelopen om de situatie in de thuishaven af te wachten. Op 10 december zeilde het schip verder naar Duinkerken waar de GUILLAUME voorlopig werd opgelegd. Of de voor Antwerpen bestemde lading werd gelost is onbekend. MCO 221231 meldt echter dat de lading katoen en suiker tot aankomst Antwerpen in het schip is gebleven.
Eerst nadat het oorlogsgevaar op de Schelde was geweken en de GUILLAUME na ruim een jaar in Duinkerken te zijn opgelegd op 21 december 1831 in Antwerpen terugkeerde werd de Nederlandse zeebrief op 29 december 1831 via de Gouverneur van Zeeland naar Den Haag teruggezonden, waar het document op 2 januari 1832 werd geroyeerd.
L.v.C.
Op 7 november 1830 is de GUILLAUME te Cowes aangekomen uit Havana.
Op 10 december 1830 uit Cowes vertrokken naar Duinkerken.
Na aankomst in Duinkerken opgelegd tot 20 december 1831.
1831
MCO 221231
Vlissingen, 20 december. Gisteren en heden zijn voor Antwerpen bestemd alhier ter rede gekomen: THE DAIZY, kapt. D. Jack, van Riga, laatst van Veere, met rogge en lijnzaad; LE GUILLAUME, kapt. J. Minne, van Duinkerken, met suiker en katoen;
1832
MCO 070232
Vlissingen, 4 februari. Sedert den 1 dezer zijn van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild: LE GUILLAUME, kapt. J. Minne, naar Marseille;
MCO 170732
Vlissingen, 14 juli. Sedert eergisteren zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: LE GUILLAUME, kapt. J. Minne, van Napels, met onderscheidene goederen.
1833
RC 050233
Den 29 januari, des avonds, is de Belgische brik WILLEM, kapitein Minne, van Villa Nova komende met fruit bij Ostende op de kust geraakt.
(opm: buitenlandse namen werden vaak vertaald, zo ook hier; het in 1808 gebouwde schip heette onder Nederlandse vlag vanaf 1824 GUILLAUME en ging verloren; kapt. Joseph Minne Sr.)