1815
LCO 300815
Van Antwerpen naar zee gezeild den 22: LA VIERGE MARIE, kapt. J. De Meire, naar Lissabon.
OHC 241015
De 20ste gearriveerd te Lissabon het schip LA VIERGE MARIE, van Antwerpen.
1816
MCO 170216
Vlissingen, den 14 februari. Het LA VIERGE MARIE, kapt. J. De Meire, wordt gewacht, doch lag gisteren aan den punt van Baarland; hetzelve is van Lissabon naar Antwerpen gedestineerd.
1817
Op 17 februari 1817 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Norbert Louis J. de Wael, Antwerpen, voor J. De Meire als kapitein. De afgifte van de zeebrief welke in juli of begin augustus 1815 moet zijn uitgegeven is niet gevonden.
Op 20 februari 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Norbert Louis J. de Wael, Antwerpen, voor J. De Meire als kapitein. Een op 16 juni 1817 verkregen Turkse Pas werd op 11 november geroyeerd, tezamen met een niet gedateerde zeebrief.
1818
Op 25 maart 1818 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas voor Portugal verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Norbert Louis J. de Wael, Antwerpen, voor J. De Meire als kapitein.
Op 31 juli 1818 werd een Turkse Pas voor Portugal verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Norbert Louis J. de Wael, Antwerpen, voor J. De Meire als kapitein.
1819
JPA 260519
Publieke verkoopinge der twee volgende zee-schepen, door de scheeps-maekelaeren Ch. Grisar en W.J. Marsily, en den deurwaerder F. Degenaert, op den 2de juny 1819, in de maekelaers-kamer boven de borze, tot Antwerpen, des namiddags ten twee ueren precies.
De bovengemelde scheeps-maekelaeren en deurwaerder zullen ten dag voorschreeven publiek verkoopen, door autorisatie van hun belanghebbende.
Het brik-schip la VIERGE MARIE, lang over steeven 57 voeten, breed 19 voeten, hol in het ruym 10 voeten, en gemeeten 110 tonnen, alles fransche maet, met deszelfs rondhouten, staende en loopende-want, masten, raes, enz., compleet. (opm: zie RC 290519)
Het gekoperd dry-mast-schip WATERLOO, groot circa 250 lasten, lang over steeven 97 voeten en 3 duym, breed 25 voeten, hol in het ruym 11 voeten 7 duym, en hol in het tusschen deks 5 voeten en 11 duym, alles fransche maet, met deszelfs rondhouten, staende- en loopende-want, masten, enz.
Voor informatie wende men zich tot bovengenoemde makelaers.
RC 290519
Advertentie. De scheeps-makelaars Chs. Grisar en W.J. Marsily, te Antwerpen, zijn voornemens, op last van hunne Principalen, aldaar in de Makelaarskamer boven de Beurs, op den 2 juni 1819, des namiddags ten twee uren, te veilen en te verkopen: het Brikschip la VIERGE MARIE, metende 110 tonnen, en het gekoperd Driemastschip WATERLOO, groot circa 250 lasten, met derzelver staande en lopend want, zeilen en verder toebehoren, volgens inventarissen daarvan zijnde, en ook te bekomen te Rotterdam ten Kantore van Hudig en Blokhuyzen.
(opm: op 11 oktober werd na onderhandse verkoop Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, de nieuwe eigenaar van de VIERGE MARIE; scheepsnaam en kapitein bleven ongewijzigd)
Op 1 november 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.S. De Meire als kapitein met de mededeling ‘ook van eigendom veranderd’.
1820
DC 040420
Kapt. J. de Meire, voerende het schip la VIERGE MARIE (opm: brik, thuishaven Kortrijk, kapt. Jean Joseph de Meire), 29 maart voor Antwerpen gearriveerd, rapporteert, den 18 februari l.l. op de N.B. van 36º0' en 6º30 ' lengte, in goede staat zeilende, gepraald te hebben het schip de HERSTELLER, kap. R.H. Velthuys, voerende No. 12 in de rood wit rode vlag van Dordrecht, op deszelfs reize van Marseille naar de Havanah.
Op 29 augustus 1820 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Y.H. Vercruysse, Kortrijk, voor J.S. De Meire als kapitein.
1821
Op 15 maart 1821 werd een Turkse Pas voor Messina verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.J. De Meire als kapitein. Deze werd op 5 september geretourneerd en geroyeerd.
OHC 300621
Amsterdam, 28 juni. Het schip REIGERSDAAL, kapt. J.H. Backer, van Smirna (opm: Izmir) naar Amsterdam, is den 3 juni Gibraltar binnengelopen, en, na zich van provisie en benodigdheden voorzien te hebben, den 6 dito weder van daar vertrokken. Gemelde kapitein heeft den 9 mei ontmoet een brik, voerende een vlag met no. 62, van Ostende, zijnde la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Ostende.
Op 19 december 1821 werd de zeebrief van 1 november 1819 van de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.S. De Meire als kapitein geroyeerd met de mededeling ‘verwarring over voorletters kapt.’ Vermoedelijk als gevolg van een leesfout (de hoofdletters J en S lijken in die tijd enigszins op elkaar) was (ook al) in 1821 een zeebrief aangevraagd voor J.S. De Meire, die echter Jean Joseph De Meire blijkt te heten. Het probleem werd door een slimmigheidje snel rechtgezet:
Op 19 december 1821 werden een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas naar de Middellandse zee verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.J. De Meire als kapitein, met de mededeling ‘nieuwe kapitein’.
1822
Op 15 januari 1822 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas naar de Middellandse Zee verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.J. De Meire als kapitein.
RC 090322
Rotterdam, 8 maart. Van Vlissingen wordt van den 5 gemeld: Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen de VROUW MARIA, A. Schipman, naar Gibraltar; la VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Messina;
RC 240822
Rotterdam, 23 augustus. Van Vlissingen meldt men van den 20 augustus:
Sedert onze laatste zijn van de rede naar zee gezeild de schepen de VIJF GEBROEDERS, B. Bosschers, van Amsterdam, en de LIEFDE, S. Koorn, van Rotterdam, beiden naar Duinkerken gedestineerd; van Antwerpen l’ÉCLAIR, J.A. Schoneveld, naar Marseille, LEONTINE, M.F. le Lasseur, naar de Havana; RUBENS, Th. Versluijs, en DELPHINA, J. Boelen, naar Batavia; ISABELLE LOUISE, P.J. Eggers, naar Villa-Nova; le CHARLES, O.H. Arends, naar Liverpool; de VROUW ANNA, K.A. Bos, naar Glasgow; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, en ROSALIA, R.R. de Haan, naar Liverpool; de VROUW HENDRIKA, .J. Schuring, naar Londen; de TWEE GEBROEDERS, W.R. Lukens, naar North Shields; de OOSTERSTAR, J. Moller, naar Bergen; CONFIANCE, P. Tupper, naar Messina; la VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Liverpool.
RC 280922
Rotterdam, 27 september. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 24 september:
Het Nederlands fregat van oorlog EURIDICE, kapt. Wardenburg, van Vlissingen naar Batavia, is den 22 te Deal binnengelopen.
Te Plymouth is den 19 gearriveerd het schip la VIERGE MARIE (opm: brik, kapt. J. de Meire), van Liverpool naar Ostende.
Op 21 oktober 1822 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door B. van de Heijde, Ostende, voor J.J. De Meire als kapitein.
1823
MCO 161023
Veere den 13 oktober. Gisteren namiddag arriveerde alhier ter rede het Nederlandse brikschip de MAAGD MARIA (opm: VIERGE MARIE), kapt. J. De Meire, van Messina naar Antwerpen gedestineerd, met wijn, zwavel, kurk, oranjeschellen en drop.
DC 021123
Vlissingen, 18 oktober. Den 19 en 20 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen SUSANNA (opm: driemaster, thuishaven Antwerpen), kapt. P. van Busch, van New Orleans met stukgoederen; JANNA HAZINA (opm: kof), kapt. D.T. de Jonge, DE MORGENSTAR, kapt. H.T. Veen en NYMPHIA (opm: kof NIMPHEA), kapt. J.W. Lange, alle drie van Liverpool met klipzout; la VIERGE MARIE (opm: brik, thuishaven Kortrijk), kapt. J. de Meire, van Messina (laatst van Veere) met fruit en stukgoederen;
1824
RC 200124
Vlissingen, 13 januari. Van den 10 tot den 12 zijn naar zee gezeild de schepen VROUW MARCHINA, kapt. J.B. Boer, naar Arbroath met vlas; VIERGE MARIE (opm: brik, Kortrijk), kapt. J. de Meire, naar Messina met ballast;
DC 290424
Vlissingen, 24 april. Van den 20 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen the ALBION, kapt. G. Lee, van Charlestown (Charleston, V.S.), met rijst; de VROUW ALIDA, kapt. T.E. Bart, van Liverpool, met klipzout; de ZUSTER ALBERDINA, kapt. H.E. de Boer, van Dantzig (opm: Gdansk), met potasch en weedasch; de TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Mortier, van Hull; de LIEFDE, kapt. S. Kroon, van Duinkerken, en la JEUNE EMILIE, kapt. J. Henon, van Rouen, alle drie met stukgoederen; l’ADÈLE CHÉRIE, kapt. L. Bouvier, van Havre-de-Grace, met tabak en huiden; de VROUW JANTINA, kapt. Z. Jans, van Bayonne; de STAND, kapt. H. Elbring, van Londen, en la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Messina, alle drie met stukgoederen;
Op 4 mei 1824 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.J. De Meire als kapitein.
RC 050624
Rotterdam, 4 juni. Van Vlissingen meldt men den 1 dezer, dat sedert ons laatste bericht van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild zijn de schepen la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, naar Messina; de JONGE HEEREN, kapt. W.B. Bakker, en VROUW JACOBA, kapt. J.J. Rink, beide naar de Oostzee; VROUW ENGELINA, kapt. H.T. de Jong, naar Liverpool; JULIA (opm: kof, Antwerpen, nieuwe kapitein), kapt. J.P. Visser, naar Bordeaux, en MARIANNA, kapt. A. van der Kaa, naar Londen.
DC 110924
Vlissingen, 7 september. In de gepasseerde nacht is op de Walvischstaart, bij het binnenzeilen vervallen en vastgeraakt de Nederlandse brik la VIERGE MARIE, kapt. Joh. de Meire, van Messina naar Antwerpen gedestineerd; dezelve heeft dadelijk van het loodswezen van de Monden van de Schelde te Vlissingen adsistentie bekomen, en is, met behulp van de Loodsboot No. 3, te 12 uur ’s middags, in vlot water gebracht, vervolgens de rede en, te 3 uur in de namiddag, behouden in de haven van Vlissingen aangekomen.
DC 180924
Vlissingen, 14 september. Gisteren en heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de VRIENDSCHAP, kapt. F. Plokker, van Hull, met stukgoederen; the SARAH, kapt. M. Clibbens, van de Havanah, en the LADY FLORA, kapt. Th. McDonnell, van Calcutta, beide met koffie en suiker; la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Messina, met kurk en potash; de GOEDE HOOP, kapt. M. Hanssen, van Cette (opm: Sète), met wijn en brandewijn; de JONGE JOHANNA (opm: pleit, Brussel), kapt. G. Segaert, van Londen, met stukgoederen.
Op 25 oktober 1824 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.J. De Meire als kapitein.
1825
DC 170925
Vlissingen, 10 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 8 dezer tot heden naar zee gezeild: JACOBA, kapt. A.K. de Groot naar Dantzig; de VROUW JACOBA, kapt. J.J. Rink naar Riga en FORTUNA, kapt. J.C. Scholberg naar de Oostzee, alle drie met ballast; de VROUW CATHARINA, kapt. H.K. Wijkmeijer naar Kinkardin en de VIER GEBROEDERS, kapt. C.R. de Vries naar Milton, beide met boomschors; PEGASUS, kapt. J. Mazens, naar Alexandrië met steenkolen; REBECCA, kapt. John Andersen, naar Hull met raapzaad; LE CESAR, kapt. M. Schalk, naar Leith met boomschors; THE EIJDER, kapt. B. Marrill, naar Amerika met ballast; MARGINA, kapt. W.R. Huisman, naar Aberdeen met boomschors; MAGNANIME, kapt. J. Sietzes, naar Alvarado met ijzer, staal, kwikzilver en passagiers; la VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, naar Messina met stukgoederen.
DC 150125
Vlissingen, 11 januari. Gisteren zijn naar zee gezeild, van Antwerpen: DE MARIA, kapt. J. Moffat, naar Londen, met boomschors; CONCORDIA, kapt. J.J. Willems, naar Batavia, met troepen en gouvernementsgoederen; AMALIA ELISABETH, kapt. C. de Wit, naar Buenos Aires, met buskruit; COLLETTE CHARLOTTE, kapt. F.A. Clays, en de DRIE GEZUSTERS, kapt. J.C. Zellin (opm: Jean Crétien Zellien), beide naar Rio de Janeiro, met stukgoederen; LA LOUISE, kapt. J. Colas, naar New York, met stukgoederen; CERVANTES, kapt. P. Dunkin, naar Boston, met ballast; LA MARIE JOSEPHINE, kapt. S. de Best, naar de Havannah, met stukgoederen; RESWELL, kapt. R. Anderson, met boomschors, en DE AREND, kapt. H. Elbring, met stukgoederen, beide naar Londen; AUGUSTA, kapt. J.G. Sap, naar Bristol, met boomschors en boekweit; ANTWERP PACKET, kapt. O.A. Arends, naar Messina, met stukgoederen; PETRONELLA CATHARINA, kapt. W.N. Jacobs, en LE VOLTIGEUR, kapt. M. Knidzen, beide naar Londen, met boekweit en vlas; LE JEUNE NORBERT, kapt. J.B. Neurenberg, naar Buenos Aires, met jenever; DE JONGE SOPHIA, kapt. J.F. Muijs, en DE JUFVROUW WILHELMINA LAURENTIA, kapt. J.J. Swart, beide naar Londen, met stukgoederen; l’ISIS, kapt. J. Morel, naar Duinkerken, met verfhout; LA VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, naar Messina, met teer en leder; LE CONSTANT, kapt. J. Keijser, naar Rio de Janeiro, met jenever.
DC 170525
Dordrecht, 16 mei. Aan deze stad zijn gearriveerd; de schepen LA VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Messina, met diverse koopmanschappen (stukgoederen), en ANNA CATHARINA, kapt. E.M. Ericson, van Stockholm met teer.
DC 170925
Vlissingen, 10 september. Van Antwerpen de Schelde afgekomen en van den 8 dezer tot heden naar zee gezeild: JACOBA, kapt. A.K. de Groot naar Dantzig; de VROUW JACOBA, kapt. J.J. Rink naar Riga en FORTUNA, kapt. J.C. Scholberg naar de Oostzee, alle drie met ballast; de VROUW CATHARINA, kapt. H.K. Wijkmeijer naar Kinkardin en de VIER GEBROEDERS, kapt. C.R. de Vries naar Milton, beide met boomschors; PEGASUS, kapt. J. Mazens, naar Alexandrië met steenkolen; REBECCA, kapt. John Andersen, naar Hull met raapzaad; LE CESAR, kapt. M. Schalk, naar Leith met boomschors; THE EIJDER, kapt. B. Marrill, naar Amerika met ballast; MARGINA, kapt. W.R. Huisman, naar Aberdeen met boomschors; MAGNANIME, kapt. J. Sietzes, naar Alvarado met ijzer, staal, kwikzilver en passagiers; LA VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, naar Messina met stukgoederen.
1826
DC 110226
Vlissingen, 8 februari. Van den 5 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: LE NESTOR, kapt. J. Decombe van Lebourne en EENIGHEDEN, kapt. H. Melbye van Bone-Carlo, beide met wijn; DE AASTROOM, kapt. B.J. Houwink, van Havre-de-Grace, en VESTA, kapt. N. de Wolff van Livorno, beide met stukgoederen; LA VIERGE MARIE, kapt. J. de Meire, van Messina met fruit enz.; HOLSTEIN, kapt. N. Peters, van Bordeaux met wijn; LE JULES, kapt. P. Metaijer, van Kadix met wol; ARETHUSE, kapt. R. Heart, van Campeschy (opm: Campêche) met verfhout; THE POTOMAC, kapt. C.W. Norris, van Batavia met koffie; URANIE, kapt. A. le Cocq, van Guernsey met koffie; OREMAZO, kapt. Rolufs, van Alexandrie met wol; AGENORIA, kapt. H. Winsor, van Charlestown met rijst en verfhout; de twee laatste moeten quarantaine houden.
RC 110226
Amsterdam, 9 februari. Scheepvaartberichten:
- Kapitein J.J. Reinhart, voerende de brik DE NIJVERHEID, thuis behorende te Brugge, van Alexandria in Egypte, de welke, na een reis van 58 dagen, den 1 dezer te Oostende binnengekomen en den 2 in Texel gearriveerd is, heeft den 16 januari, op de hoogte van Gibraltar, gepraaid de brik LA VIERGE MARIE, kapitein Joseph de Meire, van Messina naar Antwerpen.
Op 20 september 1826 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Yvo Heldenbergh Vercruysse, Kortrijk, voor J.J. De Meire als kapitein.
DC 021126
Vlissingen, 17 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 10 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: DE COMMERCIE, kapt. J. Pedersen, naar Noorwegen met ballast; DE BRABANDER, kapt. R.R. de Haan, naar Bristol met haver; DE JOSEPH, kapt. J.H. Arends, naar Belfast met boomschors; ELISA, kapt. J. Renken, naar Londen met haver; DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, naar de Marennes met ballast; DE JONGE PIETER, kapt. J.R. Brons, naar Hull met haver en vlas; LA BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, naar Londen met haver; FRANCISKUS, kapt. B.H. Riche, naar Bilboa met lijnwaden; SARAH, kapt. G. Unruh, naar Hull met haver; LA VIERGE MARIE, kapt. J de Meire, naar Messina met steenkolen; ANTWERPEN, kapt. H.C. Schut, naar Londen met haver; DE VICTORIE, kapt. G. Kuper, op avontuur met ballast;
1827
Op 8 maart 1827 werd de Turkse Pas van de VIERGE MARIE, kapt. J. De Meire, door de gouverneur van de provincie Antwerpen, naar Den Haag geretourneerd, waarna op 9 maart royement volgde.
Op 26 juli 1827 werd de zeebrief van de VIERGE MARIE, kapt. J. De Meire, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Kortrijk naar Den Haag geretourneerd, met de mededeling ‘schip verkocht’, waarna op 30 juli royement volgde.
Op 28 juli 1827 werd de eerste (bedoeld wordt nieuwe) zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Wed. H. Vermijlen, Antwerpen, voor S.T. Hobma als kapitein.
MCO 251227
Vlissingen, den 22 december. Gisteren en heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: LA VIERGE MARIE, kapt. S. Teekles Hobma, van Messina, met stukgoederen; HELENA THERESIA, kapt. M.C. Heinrichsen (opm: buitenlander), van Batavia, met suiker en koffij.
1828
Op 2 januari 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Wed. H. Vermijlen, Antwerpen, voor S.T. Hobma als kapitein.
Op 30 augustus 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Wed. H. Vermijlen, Antwerpen, voor S.T. Hobma als kapitein.
RC 180928
Rotterdam, 17 september.
De 10e dezer is van Antwerpen is de Schelde afgekomen en naar zee gezeild LA VIERGE MARIE, kapt. S. Teekles Hobma, naar Messina.
1829
RC 291029
Rotterdam, 28 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE ISABELLE, kapt. H.B. Drend en DE JUFVROUW TITIA, kapt. J.J. Zelling, naar Cork; NEPTUNES, kapt. W.A. Bakker, naar Liverpool; LA VIERGE MARIE, kapt. S.T. Hobma, naar Messina; JOHANNA ELISABETH, kapt. S. Hubrock, naar Brazilie; DE JONGE JOHANNA, kapt. T. Douwes; NEERLANDS TROUW, kapt. B.J. de Groot, naar Exeter.
Op 25 maart 1829 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door Wed. H. Vermijlen, Antwerpen, voor S.T. Hobma als kapitein.
1830
Op 17 mei 1830 werd de zeebrief van de VIERGE MARIE, kapt. S.T. Hobma, door de gouverneur van de provincie Antwerpen, naar Den Haag geretourneerd, met de mededeling ‘schip verkocht’, waarna op 24 mei royement volgde.
Op 12 juli 1830 werd een nieuwe zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de VIERGE MARIE, aangevraagd door F.H. Nieberding, Antwerpen, voor J.F. Schulte als kapitein.
België
Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen waaronder de VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte.
RC 131130
Rotterdam, 12 november. Ter rede van Vlissingen zijn gekomen DE JOHANNA, kapt. H.A. Nieberding, van Lissabon; LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van Malaga. Behalve deze liggen nog 21 schepen zo in de haven van Vlissingen als op de rede en voor Rammekens, welke de afloop van zaken te Antwerpen afwachten.
1831
DC 200131
Vlissingen, 15 januari. Den 13 dezer en heden zijn van hier uitgezeild: LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van Malaga met fruit en DE JONGE JUFVROUW ELISABETH, kapt. Muhaelser (opm: kof, kapt. J.I. Michielsen), van Rio-Grande met huiden, beide naar Duinkerken; AMSTERDAM, kapt. C.R. de Jong, van Batavia naar Texel, met koffie en suiker; alle drie laatst van Vlissingen.
MCO 030531
Vlissingen, 30 april. Naar Antwerpen zijn de Schelde opgevaren: LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van Liverpool, met klipzout, alsmede de PEGASUS, kapt. H.H. Wagenaar en OCTAVIE, kapt. L.C. Domburg, welke beide laatste sedert december l.l. alhier in de haven hebben gelegen.
Nadat de brik op 30 april 1831 vanuit Liverpool de thuishaven Antwerpen had bereikt werd de zeebrief op 10 mei 1831 werd de zeebrief van de VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, door de gouverneur van de provincie Antwerpen naar Den Haag geretourneerd met de mededeling ‘schip behoort in de zuidelijke provinciën’, waarna op 14 mei royement volgde.
MCO 210631
Vlissingen, 18 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en sedert den 15 dezer van onze rede naar zee gezeild: DE PIETER JAN, kapt. W.J. Poel, naar Sandwich; DE JONGE CAROLINE, kapt. H.H. Rosendaal, naar Colchester en LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, naar Cork, alle drie met boomschors; HULL PACKET, kapt. J.G.A. Meijer, naar Liverpool met ballast.
MCO 271031
Vlissingen, 25 oktober. Sedert den 23 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen; URANUS, kapt. N.E. Hagemann, van Bordeaux, met wijn en brandewijn; LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schutte ,van Liverpool, met klipzout;
1832
MCO 030132
Vlissingen, 31 december. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 27 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: LONDON-PACKET, kapt. B.J. Roeloffs, naar Liverpool; DE BRUSSELAAR, kapt. H. de Vries, naar Nantes, en LA JEUNE CAROLINE, kapt. H.H. Rosendaal, naar Londen, alle vier met ballast ; LES TROIS FRÈRES, kapt. J.H. Ricke, met boomschors naar Londen; ANTONIUS, kapt. H. H. Lange, naar Buenos-Aires,
en LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, naar Marseille, beide met stukgoederen;
MCO 100532
Vlissingen, 8 mei. Sedert eergisteren zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: JEAN KEY, kapt. J. Ruurds, van Havanna, met koffie; deze moet quarantaine houden;DOROTHEA ALBERTINA, kapt. J.C. Drewes, van Greifswald, met rogge; HELENA, kapt. J.G. Dreijer, van Kerlinensiel (opm: Carolinensiel) met bonen; LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van Messina, met fruit;
MCO 260532
Vlissingen, 22 mei. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert eergisteren van onze rede naar zee gezeild: LA VIERGE MARIE, kapt J.F. Schulte, naar St. Martin; LES DEUX FRÈRES, kapt. L. Cheroult, op avontuur; DER UNIE, kapt. L. Olsen, naar Noorwegen en PROVIDENTIA, kapt. L. Jensen, naar Rostock, alle drie met ballast;
MCO 070732
Vlissingen, 3 juli. Sedert den 30 juni zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van St. Maarten, met zout; DIE VENUS, kapt. H. Bornholdt, van Stubbekøbing, met haver; HENDRIKA, kapt. E.J. Pettersen, van Riga, met hennepzaad; AURORA, kapt. L.B. Jansen, van Jade, met paardenbonen;
MCO 160832
Vlissingen, 12 augustus. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en eergisteren van onze rede naar zee gezeild: LA VIERGE MARIE, kapt. T. Schulte, naar Bayonne; HULDA HENRIETTA, kapt. J. Jacobus, naar Bordeaux; HENRIETTE, kapt. G. Jansen, naar de Oostzee; CONSTANT, kapt. A. van Schie, naar Liverpool; SPECULANT, kapt. C.T. Horn en INGEBORG, kapt. H. Beek, beide naar Bordeaux;
MCO 061132
Den 31 oktober zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J.J. Loets, van Emden, met raapzaad; HELENA, kapt. B. Rotgers, van Grootersiel, met koolzaad; MEDUSA, kapt. F.G. Bunnemeijer, van Londen, met stukgoederen; de MARIA, kapt. J. Soelters, van Liverpool, met klipzout; HELENA, kapt. K.E. Aden, van Emden, met gerst; DE JONGE ISABELLE, kapt. J. Lobith, van Bergen, met stokvis; AGNETA, kapt. H. Daniels, van Emden, met gerst; SOPHIA ELISA, kapt. C.R. Freyber, van Rustersiel, met raapzaad; …N.N. …, kapt. B.H. Sturmann, van Malaga, met fruit; BELLE ALLIANCE, kapt. C.F. Wilderman en SANS REPOS, kapt. N. Verstraaten, beide van Londen, met stukgoederen; LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van St. Martin, met zout en stukgoederen.
MCO 221132
Vlissingen, 20 november.
AURORA, kapt. H.H. Brahms, van Leer, met boekweit; ULYSSES, kapt. M. Wegener, van Bordeaux, met wijn en pruimen; LA VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, van de Marennes, met zout; MARIA, kapt. A. H. Solter, met zout en LEA, kapt. I. Berg, met zout en stukgoederen, beide van Liverpool;
1833
AH 230133
Extracten uit de Belgische dagbladen tot en met heden dinsdag 22 januari.
Courrier Belge: De Antwerpse reders schijnen zich weinig te hebben laten afschrikken door de eerste ter sluiting der Schelde genomen maatregelen, omtrent welke de heden uit Holland bekomen tijdingen aantonen dat zij meer nog kunnen geruststellen; althans in het Journal du Commerce worden aangekondigd als in lading liggende, om met het openen der vaart te vertrekken, naar Liverpool het Belgische schip ANGELINE, kapitein d’Siuze (opm: kof ANGELINA, kapt. D. Stinze), enz., en naar Marseille het regulier op de Middellandse zee varend, dubbel gekoperd, Belgische brikschip VIERGE MARIE, kapt. J.F. Schulte, enz.
AH 031033
Uitgezeild:
Vlissingen, 28 september: LA VIERGE MARIE, kapt. Schulte, naar Marseille.
1834
MCO 020834
Vlissingen, den 1 augustus. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen, en eergisteren van onze rede naar zee gezeild: LA VIERGE MARIE, kapt. J.P. Beckman, naar Marseille, met stukgoederen.
1837
VCO 041137
Vlissingen, den 3 november. Het schip LA VIERGE MARIE, gevoerd door kapitein J. Beckman, heeft door de hevige storm van gisteren beide zijn ankers verloren, en legt thans in het haventje van Welsingen.
AH 071137
Men schrijft ons uit de provincie Zeeland d.d. 4 november het volgende: De Belgische brik LA VIERGE MARIE, kapitein J.P. Beckman, geladen met citroenen en china'sappelen van Marseille naar Antwerpen gedestineerd, heeft in de storm van den 2de op den 3de dezer ter rede van Vlissingen liggende, zeer veel gevaar gelopen en na lang met wind en golven geworsteld te hebben, had dat vaartuig gewis verongelukt, ware hun geen assistentie uit Vlissingen toegezonden; de equipage was als uitgeput door vermoeienis, en door de hulp van de hier uit de stad gezonden bijstand, is het na lang worstelen gelukt, het vaartuig aan de storm te ontrukken, en op de kleine bank van Welsingen aan de oude Middelburgse haven te brengen; de lading is niet beschadigd, en men gelooft dat dezelve zal worden gelicht. (opm: zie AB 061237)
AB 061237
Volgens brief van Vlissingen van den 1ste december, is het geloste gedeelte der lading stukgoederen uit de brik LA VIERGE MARIE, kapt. J.P. Beckman, van Marseille naar Antwerpen, den 2de november te Vlissingen binnengekomen, overgeladen in de Hanoverse kof LAMBERTUS, kapt. J.J. Musing, voor kapt. H.L. Veen, welke dien dag daarmede naar Antwerpen is opgezeild. (opm: 12 november kwam de brik vrij en voer naar scheepswerf De Ceuster in Boom voor reparaties; op 28 februari 1838 ging het schip weer tewater)
1840
ZP 290940
Het schip VIERGE MARIE, kapt. Beckman, van Marseille te Antwerpen gearriveerd, heeft de boten verloren en meer andere schade bekomen.
1841
L.v.C.
Op 27 januari 1841, ’s morgens rond 3 uur, strandde de VIERGE MARIE op het strand van l’Arsène, bij La Ciotat nabij Marseille. De brik was juist naar Alicante vertrokken om aldaar de lading te vervolledigen. Tijdens slecht weer mislukte het overstag gaan, waardoor de brik strandde. De bemanning werd gered, maar kapt. Beckman bleef aan boord. Hij slaagde er in door middel van een boodschap in een naar de wal drijvende fles (!) te communiceren. Op 4 februari geraakte hij zelf aan wal. Slechts het laagste gedeelte van de lading was beschadigd door zeewater. Op 1 februari kon de brik losgetrokken worden en werd voor reparaties naar Marseille gesleept. Op 12 mei verliet de herstelde brik Marseille met bestemming Alicante.
OHC 110241
Amsterdam, 9 februari. Den 1ste februari is weder vlot en te Marseille teruggebracht het bij Arsène gestrande schip LA VIERGE MARIE, kapt. Beckman, van Marseille naar Alicante en Antwerpen.
1842
MCO 270142
Vlissingen, den 26 januari. Voor Antwerpen bestemd zijn alhier ter rede gekomen: ISABELLA, kapt. C. Douwes, van Alexandrië, met rijst en zaad; LA VIERGE MARIE, kapt. H.G. Schröder, van Messina met fruit; de laatste zal vanwege de vorst in de haven komen.
VCO 060542
Vlissingen, den 5 mei. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van deze rede naar zee gezeild LA VIERGE MARIE, kapt. J.A. Elsmoorte (opm: kapt. Jean Helsmoortel), met stukgoederen naar Algiers.
MCO 171142
Vlissingen, den 16 november. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van deze rede naar zee gezeild LA VIERGE MARIE, kapt. C. Geberding, naar Messina.
1843
L.v.C.
Op 8 september vertrok de VIERGE MARIE uit Antwerpen naar Cork, alwaar op 17 september is aangekomen; de lading bestond vermoedelijk uit boomschors. Na lossing in Cork werd naar Cardiff verzeild, waarschijnlijk voor een lading steenkool bestemd voor Smyrna, waar de brik op 12 januari 1844 aankwam.
1844
RC 110444
Rotterdam, den 10 april. De Belgische brik LA VIERGE MARIE, kapitein G.F. Gerberding (opm: sinds 1830 ex-Zuid-Nederlander, bouwjaar waarschijnlijk 1802; kapt. Charles F. Gerberding), van Smyrna naar New York, is op het eiland Metelin (opm: Mitylene, Griekenland) verongelukt, na in den nacht van den 9 op 10 maart vervallen te zijn tussen twee rotsen, liggende bij Scalahori en de haven Prisia. Men wist niet of er nog mogelijkheid bestond om een gedeelte der lading te redden.